Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for november 2007

leave a comment »

Goedkoop scoren voor open doel

Maandag 26 november 2007

Groen Links presenteert dinsdagavond een motie waarin wordt verzocht de locatie Kerkstraat van de shortlist voor dagopvanglocaties te verwijderen. Een goed voorstel. Groen Links had ook een verklaring uit kunnen geven waarin zij meedeelt zich achter de mening te scharen die de Burger Partij Amersfoort en andere oppositiepartijen al een aantal weken eerder naar voren hebben gebracht. Dat zou het gelijke effect hebben gehad, zonder dat de onterechte indruk wordt gewekt dat je als indiener van een motie met iets nieuws komt.

Nou ja, de opstelling van Groen Links is eigenlijk ook een goedkoop standje. Na de discussie vorige maand is intussen duidelijk geworden dat het de gemeente niet zal lukken om in het ROB-gebouw een dagopvang te realiseren. Veiligheidsoverwegingen, zoals door de bewoners intussen te berden zijn gebracht, spelen hierbij een grote rol. Maar wat uiteindelijk doorslaggevend zal zijn is het feit dat de eigenaar van het gebouw, de Rijksgebouwendienst, niet wenst mee te werken aan het vestigen van een dagopvang in het gebouw aan de Kerkstraat.
Dit werd duidelijk uit de kopie van een brief die ik vorige week van Hans van Wegen kreeg en die intussen ook door de omwonenden van het ROB-gebouw is rondgestuurd. Het is een brief van de Rijksgebouwendienst. Deze brief is duidelijk: aan het gebruik van het ROB-gebouw voor dagopvang zal de rijksdienst niet meewerken. De Rijksgebouwendienst is ook behoorlijk ontstemt: op een eerder aanbod om het gebouw over te nemen heeft de gemeente Amersfoort verklaard geen belangstelling te hebben. Via de media vernam de rijksdienst nu dat haar gebouw op de shortlist van de gemeente staat. Inderdaad een vreemde gang van zaken.

Ik wacht op de motie van Groen Links waarin deze fractie zich tegen de opname op de shortlist verklaart van een gebouw dat in gemeentehanden is en waartegen omwonenden tot nog toe tevergeefs hebben geprotesteerd. Een suggestie: het vrijkomende gebouw van de Scholen in de Kunst aan de Coninckstraat!

Principes bij SRO: een demasqué

Vrijdag 23 november 2007

De SRO heeft een verklaring uitgegeven. De loodgieter die mogelijkerwijze de Elleboogkerk in brand heeft laten opgaan, heeft inderdaad een familierelatie met een staflid van SRO. Maar de man is vakbekwaam, heeft zijn werk volgens de regels uitgevoerd en voert slechts 5 procent van het loodgieterswerk uit dat door SRO wordt vergeven.
Of de man vakbekwaam is, weet ik niet. Intussen heb ik vernomen dat de gegevens die SRO hierover verstrekt niet adequaat zijn. Of de werkzaamheden inderdaad volgens de regels zijn uitgevoerd wordt met zoveel stelligheid beweerd, dat je je begint af te vragen of er op de bewuste dag een toezichthouder van SRO op de steiger heeft gestaan. Indien dat niet het geval is, dan heeft SRO de informatie uit tweede of derde hand en is deze van relatieve waarde.

Principiëler vind ik de opmerking dat het betreffende bedrijf maar vijf procent van het loodgieterswerk van SRO uitvoert. Het zou voor een eenmansbedrijfje een prestatie zijn om erg veel meer van het werkpakket van SRO af te dekken – maar dat terzijde. Het gaat er niet om of een stafmedewerker van SRO vijf of vijftig procent van het uit te geven werk aan een familielid (de zoon, naar ik heb begrepen) gunt. Iemand die bij een semi-overheidsbedrijf werkt (en zo mag je SRO best omschrijven) moet zijn werk integer uitvoeren. En dat houdt in dat je geen eigen familie voordeel laat genieten van de functie die je inneemt. Dat is jammer, maar dat is de consequentie van de positie die je als leidinggevende bij SRO inneemt.
Dat de opsteller van de SRO-verklaring zich dit niet realiseert, zegt in ieder geval iets over de bedrijfscultuur bij SRO.

Een dagopvang aan het Smallepad

Donderdag 22 november 2007

B en W hebben een brief gekregen van een bekend advocatenkantoor dat optreedt namens het Sint Pieters en Bloklands Gasthuis. Geprotesteerd wordt tegen het opnemen van de locatie aan het Smallepad 6 voor de mogelijke inrichting van een dagopvang. Het gaat om de plek die nu al als een opvangplaats in de vrije lucht functioneert. Zou het gemeentebestuur deze plek aanwijzen, dan moet op deze plaats een gebouw met allerlei voorzieningen worden geplaatst.

Het Sint Pieters en Bloklands Gasthuis is laat met zijn protest. Dat doet niets af van het feit dat zij het recht heeft om kanttekeningen bij de locatiekeuze te plaatsen. Maar ik moet zeggen: ondanks het feit dat een duur advocatenkantoor is ingeschakeld, vind ik de argumenten zwak en ten dele niet juist. De brief heeft mij vooral duidelijk gemaakt dat de locatie, vergeleken met de andere mogelijke locaties, de grootste kanshebber is.
Zo zou de locatie niet ideaal bereikbaar zijn voor de politie. Sorry, maar ik ken geen beter bereikbaar punt: nog geen autominuut via het Smallepad vanaf het politiebureau. Er is geen andere locatie die op dit punt beter scoort.
In de brief wordt geklaagd dat nu al overlast wordt ondervonden van daklozen die op de huidige open-airlocatie verblijven. Bijvoorbeeld omdat zij in het gasthuis naar het toilet willen. Het aardige is natuurlijk dat, indien het Smallepad zou worden verkozen, er een gebouwtje komt te staan met allerlei voorzieningen die de huidige plek ontbeert, zoals toiletten. De constatering dat er momenteel weinig verkeer op het Smallepad plaatsvindt, is juist. Maar dit wordt vooral veroorzaakt doordat de doorgaande route wegens bouwwerkzaamheden tijdelijk is afgesloten. Aan deze situatie komt een einde.

De raad moet ook de klachten van het Sint Pieters en Bloklands Gasthuis serieus nemen. Maar er moet hoe dan ook een alternatief voor de huidige dagopvang aan de Stovestraat worden gevonden. Dat de plek aan het Smallepad daarbij hoge ogen gooit, is moeilijk te ontkennen!

Written by raphaelsmit

27/11/2007 at 12:05

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Een alternatief tegen sluipverkeer in Vathorst

Maandag 19 november 2007

Ruim een week geleden schreef ik over de verkeersproblemen die in Vathorst kunnen ontstaan nadat over ongeveer een jaar de nieuwe aansluiting van de A28 naar Vathorst wordt geopend. Voor het verkeer op de A1 en A28, tussen Amsterdam en Zwolle, ontstaat met de nieuwe aansluiting een sluiproute waarmee verkeersproblemen op het kruispunt Hoevelaken kunnen worden ontweken. Dergelijk sluipverkeer vormt echter een extra belasting voor het lokale verkeer in Vathorst, dat nu op spitstijden al vast begint te lopen.

Een van de lezers van deze site – de heer Schut – kwam met een mogelijke oplossing die ik graag openbaar maak. Zijn idee: stel de nieuwe aansluiting alleen open voor bestemmingsverkeer naar Vathorst. controleer dat met dezelfde techniek die nu wordt gebruikt bij trajectcontroles ten behoeve van snelheidsovertredingen, bijvoorbeeld op de A12 tussen Utrecht en Gouda. Om dit te realiseren, zijn controlepoorten noodzakelijk bij de beide Vathorst-afritten van de A28 en de A1. Door een controletijd van bijvoorbeeld twintig minuten te hanteren, kan worden vastgesteld wie zich wel of niet als bestemmingsverkeer gedraagt.
Ik weet zeker dat talloze verkeersdeskundigen met bezwaren tegen een dergelijke oplossing komen aandragen. De heer Schut stelt zelf ook dat een dergelijke oplossing nog wel op zijn juridische complicaties moet worden onderzocht. Toch lijkt het mij een goede aanzet om eens na te denken over de mogelijkheden die de techniek ons biedt om bestemmingsverkeer en sluipverkeer uit elkaar te houden en sluipverkeer door boeteoplegging te beperken.

Een goede optie is misschien het uitroepen van Vathorst tot proeftuin voor het tegengaan van ongewenst sluipverkeer. Het idee van de heer Schut maakt in elk geval duidelijk dat nadenken over het probleem beter is dan machteloos afwachten op de dingen die gaan komen.

De Bron als een fata morgana in de Vathorst-woestijn

Zaterdag 17 november 2007

‘De Bron wordt het bruisend middelpunt van Vathorst, zo juicht het stedenbouwkundig plan’. Een citaat uit het AC-artikel over het nieuwste onderdeel van Vathorst dat deze week aan de pers werd gepresenteerd: De Bron. Volgens de ontwerpers van De Bron wordt het een wijk ‘die qua maat en schaal humaan is als een middeleeuws stadje.’ Jaja! Ontwerper is Ashok Bhalotra, die ook geestelijk vader was van Kattenbroek en van De Nieuwe Hof in Nieuwland. Het is misschien aardig om zijn vroegere jubelverhalen met de realiteit te vergelijken.

Kattenbroek zou, aldus Ashok Bhalotra, een stadsdeel worden waar reizen en ontdekken centraal zouden staan. Bij de presentatie van Kattenbroek ontbrak het niet aan prachtige woorden. Zo meldde het ontwikkelingsplan Kattenbroek uit juli 1988 dat het nieuwe stadsdeel dynamisch moest zijn. ‘Deze dynamiek, te samen met de dynamiek van de samenleving, moet voortdurend tot uitdrukking komen in de fysieke vorm en inhoud van de stad. Er moet ruimte komen voor veranderingen, aanpassingen, correcties en vernieuwingen.’ En: ‘De stad als metafoor van reizen en thuiskomen, waar vinden van een realiteit het verliezen van een droom is.’ En: ‘Het ontwerp zal niet gebaseerd zijn op hiërarchische ordeningsprincipes maar op het laten groeien van een compositie die een dialoog aangaat met de omgeving. ‘ Of: ‘Het concept Kattenbroek, de confrontatie tussen symbolische en landschappelijke dimensies.’ En nog een: ‘De Ring. De belangrijkste structurerende ruimte in Kattenbroek zal worden gevormd door de ring. Deze heeft enerzijds een pragmatische functie (buurtontsluiting) maar heeft bovenal een sterke symbolische betekenis en is een referentie voor oriëntatie.’
En dat nog vele bladzijden lang! Een oordeel laat ik over aan de bewoners en bezoekers van dit stadsdeel, waarvan het ontwerp gestolen lijkt te zijn uit het oeuvre van de schilder Vasilij Kandinskij (Piccoli Mondi IV, 1922).

Bijna tien jaar later mocht Ashok Bhalotra wederom zijn trukendoos opentrekken, dit keer voor het winkelcentrum De Nieuwe Hof in Nieuwland. Het nieuwe winkelcentrum zou een mediterrane sfeer krijgen. Het binnenplein zou een veilige, besloten ruimte worden met de maten van een schilderachtig Italiaans plein. De blauwe wanden en goudkleurige kolommen zouden de bezoekers in verrukking moeten brengen.
Twee jaar later, in juni 2000, schreef de Amersfoortse Courant over de manco’s van het nieuwe winkelcentrum. Het winkelaanbod was mager en over de bereikbaarheid werd fors geklaagd. Maar vooral de beleving van het droevige centrum leverde veel kritiek op. Dat leverde een betekenisvolle krantenkop op: ‘Je gaat echt niet voor de gezelligheid’

Ashok Bhalotra wil zich in De Bron schijnbaar revancheren. Maar ik geloof hem niet meer, en met mij velen, zo merk ik tijdens talloze bijeenkomsten waar stedenbouwkundigen en architecten elkaar ontmoeten en waar de naam Ashok Bhalotra synoniem staat voor: mooie verhalen, bevlogen presentaties, maar slechte uitvoering waarbij de realiteit nauwelijks spoort met de esoterische gedachten die bij de introductie van plannen ten toon wordt gespreid. Het zijn vooral de projectontwikkelaars die Ashok Bhalotra met liefde omarmen: een man die zo velen enthousiast weet te maken met praktische middelmatigheid – waar vindt je een betere verkoper voor de op de markt weg te zetten projecten!

Dus we krijgen een strandje in De Bron. Op het zuiden gericht, dat wel. Maar omzoomd door appartementengebouwen van zeven en meer verdiepingen hoog. Dat nodigt nu ook weer niet uit voor een gezellig zonnebad – hetzij dat je een groot liefhebber bent van Belgische stranden. En er komen restaurantjes, galeries en noem maar op. Een forse concurrentie dus voor het op ongeveer een kilometer afstand liggende, momenteel in aanbouw zijnde centrum voor Vathorst. Films in de open lucht, een popconcert, roeiwedstrijden (de vrije plas wordt nauwelijks 20 meter lang, dus tijdig remmen), theatervoorstellingen: Amersfoort krijgt er een nieuwe fata morgana bij.
De Bron wordt, aldus de ontwerpers, anders dan de aangrenzende wijk De Velden. Geen wijk met veel bouwstijlen, neen: zeventig procent van de huizen in De Bron wordt opgetrokken in okergele baksteen met een stijl antracietkleurig dak. Een eenheidsworst dus, waarbij de architectonische vrijheid moet schuilen in de details. Nou ja, daar weten onze altijd op maximaal rendement aansturende projectontwikkelaars wel raad mee!
Gelukkig is er geleerd uit het verleden: er wordt bij het ontwerp rekening gehouden met de jongeren van 13 tot 18 jaar. Zij krijgen de beschikking over een ontmoetingsplek van wel 500 vierkante meter – een veldje dus van 20 bij 25 meter waar je met goed fatsoen geen balletje kunt trappen zonder de okergele wanden van de aangrenzende woningen te besmeuren. Maar Ashok Bhalotra is op dat punt wel eerlijk: ‘Als je van een beetje leven in de brouwerij houdt en toch in een mooi nieuwbouwhuis wilt wonen, dan is dit straks de ideale plek’ zo tekent de AC het uit zijn mond op. Ik twijfel daar niet aan.

Na de brand: een rapport dat niet vrolijk maakt

Vrijdag 16 november 2007

Binnen mijn fractie behandelt Kees Kraanen het dossier over de brand in het Armandomuseum. Ik hoef mij dus niet in elk detail te verdiepen, dat laat ik graag aan zijn deskundigheid over. Als het om de veiligheid van gebouwen gaat, weet hij er alles van: het is zijn werk, dus de Burger Partij Amersfoort kan bij de discussie over de fatale brand in de binnenstad dankbaar gebruik maken van zijn kennis en deskundigheid.

Dat betekent natuurlijk niet dat ik zonder mening ben. Hoe meer ik de afgelopen dagen over de brand en het onderzoek daarover lees, zoveel te meer groeit bij mij het onbegrip over veel dingen, evenals mijn ergernis over het optreden van onze burgemeester. En vooral: ik kan mij voorstellen dat menig bewoner in de binnenstad na de teloorgang van de Elleboogkerk en het rapport hierover zich minder veilig voelt.
De grootste blunder die de burgemeester maakte, was het schijnbaar verleggen van schuld van de hulpdiensten naar de burgers die de brand hebben aanschouwd. Wanneer de duizenden inwoners van onze stad die getuigen waren van de brand zich wat minder hadden overgegeven aan hun ordinaire sensatiezucht en zich als geëngageerd burger hadden opgesteld, dan had de kerk er nog gestaan en waren er geen belangrijke cultuurwaarden verloren gegaan. Zo vertaal ik haar woorden in een notendop.

Ik vind dat je als bestuurder – zeker wanneer je de hoogste ambtenaar in deze stad bent – minstens twee keer moet nadenken alvorens je beweert dat alle hulpdiensten volgens het boekje hebben gewerkt maar dat het publiek laks is geweest. Blijkbaar was haar opinie gebaseerd op het logboek van de meldkamer. Dat is link, want we hebben de afgelopen jaren toch al vaker mogen ervaren dat de waarde van een logboek bij een meldkamer ook maar van relatieve waarde is. De discrepanties die waren te ontwaren tussen de gegevens van de politie over klachtenmeldingen bijvoorbeeld uit de omgeving van de Stovestraat of de Kleine Haag en de waarnemingen van de betrokkenen zelf, moeten een mens voorzichtig maken.
Al eer het onderzoek verscheen, was duidelijk dat mensen zich al veel vroeger zorgen maakten dan uit het bij het onderzoek gehanteerde logboek is op te maken. Op z’n minst had onze burgemeester moeten doorzien dat een rapport dat binnen twee weken op tafel ligt, nauwelijks gestoeld kan zijn op een uitgebreid feitenonderzoek, anders dan dat wat bij officiële hulpdiensten voorhanden is. Voor mij telt het – niet bij het onderzoek betrokken – relaas van burgers die schijnbaar tevergeefs belden zeker zo zwaar als de waarnemingen van de onderzoekers die geen contact met vele omwonenden hebben kunnen leggen.

Overigens heeft de brand en het hele gedoe rondom de meldingen mij in mijn opvatting gesterkt dat de voortgaande schaalvergroting en centralisatie binnen de hulpdiensten geen garantie is dat hulp sneller en adequater ter plaatse is – integendeel. Schaalvergroting is prachtig voor het management van politie en brandweer en voor hun bestuurders. Echter, het gevaar van toenemende bureaucratie en een te grote afstand (fysiek en mentaal) tussen mensen die in Utrecht een meldkamer bemannen en de om hulp vragende burgers in onze stad is grotesk aanwezig en heeft misschien bij de brand in het Armandomuseum ook een rol gespeeld.
Het rapport – waarvan ik uiteraard kennis heb genomen – roept nog talloze vragen op. Niet over de persoonlijke inzet van brandweerlieden en veiligheidspersoneel, maar vooral over de organisatie. En daar is onze burgemeester voor verantwoordelijk. Maar op deze punten ga ik niet in, dat is een zaak voor mijn fractiegenoot Kees Kraanen. Waarschijnlijk komt hij tot de conclusie dat het rapport op zich niet eens zo slecht is, maar dat het vooral gaat om al datgene dat er niét in staat.

Even pauze

Donderdag 15 november 2007

Een vervelende rugblessure en het feit dat ik ondanks dat een aantal verplichtingen moest nakomen, leidden er toe dat ik enkele dagen mijn pc nauwelijks heb bekeken. De raadsvergadering van 13 november mocht ik niet meebeleven (door een verplichting, niet door mijn rug!), maar ik heb mij uiteraard wel laten informeren. Daarbij viel mij in elk geval één punt op.

Dinsdagmiddag belden twee journalisten mij over de voor de volgende ochtend aangekondigde persconferentie over het onderzoek naar de brand in het Armandomuseum. Ik was niet het enige raadslid dat werd gebeld, maar net als de collega’s kon ik geen zinnig woord over de persconferentie zeggen. Niet omdat ik stukken had ontvangen onder strikte embargo (was dat maar zo), maar omdat de raad tot dinsdagavond formeel niets wist over het feit dat het betreffende rapport gereed was, laat staan dat de aangekondigde persconferentie bekend was.
Van mijn fractiegenoten hoorde ik dat in de raad, naar aanleiding van de vragen uit de richting van de media, om informatie is gevraagd. Dit kon niet worden gegeven omdat de stukken nog niet beschikbaar waren, zo deelde de voorzitter mee. Vreemd, want een van de weekbladen ging op zijn website al op het onderwerp in. En wie op de hoogte is van de gebruikelijke sluitingstijden bij de verschillende media en het tijdstip van publicatie daarmee vergeleek, kon niet meer doen dan zich verbazen.

Ik vind dat de burgemeester op de betreffende dinsdagavond, na afloop van de behandeling van de begroting, de raad tijdens een informeel half uurtje op de hoogte had moeten stellen van het rapport en een exemplaar daarvan (uiteraard onder embargo) onder de raadsleden had moeten verspreiden. De borrel en de hapjes aan het einde van de begrotingsbehandeling hadden wel even kunnen wachten.
Ik vraag mij af of deze gang van zaken typerend kan worden genoemd voor de mentaliteit die er leeft binnen de ambtelijke top (burgemeester en secretaris) op ons stadhuis. Er is al vaker geklaagd dat raadsleden menig keer via de media moeten ervaren wat er vanuit het stadhuis wordt ondernomen of wordt gesteld. En onder de vele tientallen communicatiemedewerkers die onze stadhuisorganisatie rijk is en die beter zouden moeten weten, heerst schijnbaar ook het ‘ons-kent-ons-en-de-raad-is-alleen-maar-dom-en-lastig’-sfeertje.
Iets om op terug te komen.

Written by raphaelsmit

19/11/2007 at 19:09

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

We zijn in de economische middenmoot beland

Vrijdag 9 november 2007

Elsevier publiceerde deze week weer zijn jaarlijkse overzicht van toplocaties. Het is nog maar enkele jaren geleden dat Amersfoort in het overzicht van Elsevier tot de toppers behoorde. Uit de recente cijfers blijkt dat we die positie hebben verloren. Wat overigens niet wil zeggen dat het slecht gaat met onze stad – het gaat andere gemeenten eenvoudigweg beter!

Meest opvallend is de positie die we innemen in de lijst van ‘De beste economische prestaties’. In de toelichting op deze top-50 meldt de redactie: ‘Opmerkelijk is de terugval van Amersfoort. Van 2001 tot 2004 in de top-10, afgelopen jaar 20ste en dit jaar 31ste’. Inderdaad opmerkelijk: in 2002 stond onze stad op nummer vijf, een jaar later op nummer zes, in 2004 nog steeds in de top-10 op plaats negen. En toen ging het ineens bergafwaarts.
In het overzicht ‘Werkloosheid in de werksteden’ zijn we wat stabieler: in 2005 op plaats 15, in 2006 op plaats 13 en in 2007 met een werkloosheidpercentage van 6,2 procent weer op plaats 15. Ook in de staat ‘Gezonde markt’ nemen we met een rapportcijfer van 7,1 een middenpositie in en staan we op plaats 11. In het jaar daarvoor stonden we met een rapportcijfer van 7,0 nog op plaats 12, dus hierin is een lichte verbetering waarneembaar.
Een sprong voorwaarts is te noteren bij de staat ‘De beste kantoorlocaties’. Amersfoort-Centrum staat nu met een rapportcijfer van 7,8 op de 9de plaats, een jaar eerder stonden we nog op plaats 16 en was ook het rapportcijfer lager: 7,5. Andere werkgebieden in onze stad komen niet voor in de top-40 van de kantoorgebieden.Uitgesproken slecht scoren we in het overzicht van leegstand in 24 regio’s: daar staan we op plaats 22 met een voorraad van 1.361.000 vierkante meter verhuurbare ruimte. Overigens stonden we een jaar eerder zelfs nog een plaats lager, we hebben de voorlaatste plaats in elk geval verlaten.
Amersfoort ontbreekt in de top-5 van ‘ict en zakelijke dienstverlening’, ‘industrie, bouw en distributie’ en ‘detailhandel, horeca en diensten’. Ook in de top-25 van het aantal starters per duizend inwoners is onze stad niet terug te vinden. Dat we niet in de top-20 van industriële regio’s staan, is duidelijk. Bij de top-20 op het gebied van dienstverlening is Amersfoort wel terug te vinden: op plaats 13. In de top-20 van distributie neemt Amersfoort zelfs een hoge plaats in en staat op plaats 4. Gezien de ambities van ons gemeentebestuur is de plaats in de top-40 van kennissteden interessant: plaats 13. Vooral op het gebied van innovatieve distributie blijkt Amersfoort een goed figuur te slaan en staat de stad op plaats 4 (ongetwijfeld met dank aan het innovatieve distributiecentrum van de firma Pot).

Al met al is Amersfoort, na enkele topjaren, teruggevallen in de middenmoot. Dat is niet goed, maar ook niet slecht. Uiteraard spelen toevallige factoren bij dat alles een rol. Wanneer in het kantorenpark Podium ineens grootschalige ontwikkelingen gaan plaatsvinden, het bedrijvengebied Vathorst de aanloop niet meer aankan en in het Eemkwartier eindelijk de langgewenste ontwikkelingen vorm gaan krijgen, stomen we weer met grote stappen op naar een topplaats. Maar dan moeten die ontwikkelingen zich natuurlijk wel echt voordoen, met uitzondering van het bedrijvengebied Vathorst ziet het er op dat punt niet zo best uit.
Ik sprak dit weekend een stadgenoot die de opmerking maakte: ‘Ja, dat is mooi die cijfers, maar het is maar net welke criteria je hanteert.’ Dat is op zichzelf een terechte opmerking, maar die hoorde ik niet toen we in de top-10 verkeerde!

Dreigt er een verkeersfiasco in Vathorst?

Donderdag 8 november 2007

Hans van Wegen heeft vandaag schriftelijke vragen gesteld die mij uit het hart zijn gegrepen. Onderwerp: de verkeerssituatie in Vathorst. Aanleiding: een bezorgde brief van een inwoonster van Vathorst. Het gaat daarbij overigens niet alleen om deze brief, ik hoor al maanden bezorgde geluiden uit Vathorst en herinner mij daarbij telkens aan de zorg die de SGLA al rond 2000, bij de behandeling van het bestemmingsplan, uitsprak.

De brief die Hans ontving (en die ook aan wijkwethouder Van ’t Veld en verkeerswethouder Luchtenveld is gestuurd) is helder. De Boulevard, de belangrijkste ontsluitingsweg in Vathorst, is dusdanig aangelegd dat een klein probleem al tot grote gevolgen kan leiden. Het autoverkeer beschikt over één rijbaan in elke richting. Deze is voorzien van hoge stoepranden, zodat deze rijbanen als een niet te verlaten fuik werken voor de gebruikers daarvan.
De briefschrijfster werd vooral geraakt door de problemen die zij waarnam toen een ambulance op weg was naar De Laak. Momenteel is de verkeerssituatie een zootje, aldus de briefschrijfster. Deze situatie wordt veroorzaakt doordat de middenstrook – bestemd voor het openbaar vervoer – wegens afwerking is afgesloten.
Uiteraard: als de middenstrook gereed is kunnen hulpdiensten hiervan gebruik maken. Maar de risico’s zijn groot: op de vele rotondes die de Boulevard telt, moeten het autoverkeer en het openbaar vervoer c.q. de hulpdiensten samenvloeien, wat bij problemen op een van de rijbanen tot extra moeilijkheden zal leiden. En als er op de banen voor het normale verkeer een auto met pech staat en niemand kan uitwijken, zal het achteropkomende verkeer ongetwijfeld gebruik gaan maken van de middenstrook, met alle gevolgen van dien.

Laat ik niet onvriendelijk zijn, maar het idee van de Boulevard met gescheiden rijbanen is afkomstig van de stedenbouwkundigen, dus met name van het bureau van Ashok Balotra. Over zijn verkeersoplossingen in Kattenbroek is ook al menig klacht geuit: verkeersafhandeling is schijnbaar niet zijn sterkste punt. Overigens: in Vathorst kan alles nog een graadje erger worden nadat de nieuwe afrit op de A28 gereed. Dan lonkt bij verkeersproblemen op het verkeersplein Hoevelaken de sluiproute tussen deze nieuwe afrit en de bestaande afrit van Amersfoort-Noord – rechtstreeks met elkaar verbonden dor de Vathorst-Boulevard.
Al met al: de verkeersafwikkeling in Vathorst wekt weinig vreugdevolle verwachtingen op. Ik ben nieuwsgierig naar het antwoord dat het college gaat geven op de vragen van Hans van Wegen.

Een tegenvaller voor Emiclaer

Woensdag 6 november 2007

De middenstand in het winkelcentrum Emiclaer zijn not amused. Jarenlang wordt er gesproken over uitbreiding van dit winkelcentrum, maar afgelopen week is bekend geworden dat de plannen hiervoor geen doorgang vinden. De geplande 5.000 vierkante meter extra winkelruimte komt er niet. “Vooralsnog’, heeft Corio Nederland Retail, de exploitant van het winkelcentrum, afgelopen week tegenover de winkeliers opgemerkt.

De gemeenteraad heeft vandaag een Raadsinformatiebrief ontvangen waarin het niet doorgaan van de uitbreiding van Emiclaer wordt toegelicht. Ondanks het feit dat de gemeente op het vlak van de grondkosten een gebaar wilde maken, is de exploitatie niet rond te krijgen. Andere bronnen merken op dat Cario is afgehaakt omdat het overleg met de gemeente moeizaam verliep.
Tegenstrijdige berichten die het moeilijk maken een afgewogen oordeel over het niet doorgaan van de plannen te vellen. Waar de exploitatieproblemen precies liggen is niet helder. Hebben de parkeeroplossingen het plan de das omgedaan? Of waren de plannen te ambitieus en daardoor onbetaalbaar? Heeft de gemeente te hoge eisen gesteld? Of durft Cario de investering niet aan nu er in Vathorst een concurrerend winkelcentrum wordt gebouwd?

Written by raphaelsmit

12/11/2007 at 19:39

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Dreigend sluipverkeer voor Vathorst

Dinsdag 6 november 2007

Een lange dag in de raadzaal. Algemene beschouwingen voor de begroting 2008-2011. Een ritueel dat wordt opgeluisterd door veel ambtenaren en weinig publiek. Acht fractievoorzitters lezen hun bijdrage voor. Wat zou er op tegen zijn wanneer al die op papier gestelde inleidingen, samen goed voor ruim anderhalf uur ‘luistergenot’, worden rondgestuurd en de vrijkomende tijd wordt besteed aan een vrije discussie tussen de fractievoorzitters over de rondgestuurde politieke statements?

Tijdens de hoofdstukgewijze behandeling van de begroting vestig ik namens de Burger Partij Amersfoort de aandacht op een dreigend verkeersprobleem waaraan tot nog toe nauwelijks of geen aandacht is besteed. In de begroting wordt een actiepunt genoemd dat het tegengaan van sluipverkeer door Hoogland betreft. Maar er dreigt een minstens even groot probleem op het gebied van ongewenst sluipverkeer.
Over ongeveer een jaar wordt de nieuwe aansluiting op de A28, tussen Vathorst en Nijkerk, geopend. Deze sluit rechtstreeks aan op de ringboulevard in Vathorst, evenals de al bestaande aansluiting Amersfoort-Noord op de A1. Automobilisten tussen Amsterdam en Zwolle die de dagelijkse opstoppingen op het verkeersplein Hoevelaken willen mijden, wordt dan een alternatief geboden via de Boulevard in Vathorst. Te voorspellen is dat het verkeer in Vathorst daardoor spoedig vast komt te staan. Het zijn vooral de bewoners in Vathorst die ’s ochtends naar hun werk willen rijden of ’s avonds thuiskomen, die hiervan de dupe dreigen te worden.
Wethouder Luchtenveld onderkent het probleem. Hij ziet echter geen mogelijkheid om het dreigend sluipverkeer door Vathorst een halt toe te roepen. Dat zou alleen maar kunnen door ergens in de Boulevard een knip aan te brengen. Maar daarmee degradeer je deze interne verbindingsweg binnen Vathorst en dwing je een groot aantal bewoners en werkers in dit stadsdeel tot het afleggen van grote omwegen.
Ik heb ook geen kant-en-klare oplossing, maar misschien kunnen mensen die daarvoor hebben doorgeleerd zich er eens over buigen. Indien er niets gebeurd, ontstaat er voor de Vathorstbewoners een onaangenaam perspectief.

Het verloren landschap rondom Amersfoort

Maandag 5 november 2007

Hoe groen moet het buitengebied blijven? Deze vraag stond deze avond centraal tijdens het architectuurcafé in het Rietveldpaviljoen. Een zaal vol belangstellenden luisterde geboeid naar twee inleidingen, verzorgd door de landschaparchitect Steven Slabbers en door Jaap Dirkmaat van de Stichting Nederlands Cultuurlandschap.

Beide inleiders sloten met hun bijdragen – zonder dat zij daarover overleg hadden gepleegd – haarscherp op elkaar aan. De bijdragen zijn moeilijk in enkele woorden samen te vatten, maar een belangrijke constatering was: de overheid, met name op lokaal en regionaal niveau, heeft slappe knieën, laat economie prevaleren boven de natuurkwaliteit en is niet in staat de steeds verdergaande verrommeling van het open landschap in ons land tegen te gaan.
Ronduit boeiend was de powerpointpresentatie waarmee Steven Slabbers zijn betoog onderbouwde. Naadloos ging het beeld van de bebouwde in en om Amersfoort honderd jaar geleden over in de kaart waarin de bebouwing anno 2007 werd weergegeven. Dat was even schrikken! Stap voor stap is het prachtige landschap dat vroeger kenmerkend was voor het gebied rondom onze stad verstedelijkt – en het gaat nog steeds door. Op gelijke wijze werd een stafkaart van Hoogland en omgeving in enkele seconden overlapt door de stedenbouwkundige kaart van Kattenbroek en Nieuwland. Huiveringwekkend!

Overigens lieten beide inleiders blijken niet zo onder de indruk te zijn van het stedenbouwkundig plan van Kattenbroek, dit tot ontzetting van een aantal toehoorders. De kritiek richtte zich vooral op het feit dat bij beide nieuwe stadsdelen nauwelijks enige relatie is gelegd met het vroegere landschap. Er zijn in ons land verschillende voorbeelden op vinexniveau te vinden waarbij dat wel is gebeurd. Uiteraard werd ook kritiek geuit bij de prachtige dromen die Ashok Balotra bij de presentatie van Kattenbroek presenteerde. Wie door Kattenbroek zou lopen, zou zich op reis voelen en in geheel nieuwe werelden terecht komen. Daarmee verkocht hij zijn plannen op imponerende wijze (zoals hij nog steeds doet), maar de realiteit is voor velen ontnuchterend.
Ach ja, zou ik er aan kunnen toevoegen, en kijk ook eens naar het winkelcentrum in Nieuwland. Dat werd door Ashok Balotra ‘verkocht’ als de ideale vertaling van de Italiaanse Piazza, zoals we die kennen van zonnige vakanties. Het Nederlandse klimaat en de ontnuchterende middelmatigheid van dit winkelcentrum hebben het sprookje van Ashok Balotra intussen allang weggespoeld. Overigens: het hele beeld waarmee Ashok Balotra Kattenbroek presenteerde, is een regelrechte kopie van het schilderij Piccoli Mondi IV dat Vasilij Kandinskij in 1922 schilderde. Schilderijen uit Kandinskij’s serie Piccolo Mondi zijn overigens ook te herkennen in Balotra’s ontwerpen voor De Vijfhoek in Deventer, Tilburg Noordoost en Heerhugowaard-HAL – maar dat terzijde!
Misschien is Ashok Bahlotra wel de reïncarnatie van Vasilij Kandinskij: wie zal het zeggen?

Indrukwekkende werkzaamheden aan het Smallepad

Vrijdag 2 november 2007

De nieuwbouw van Juan Navarro Baldeweg aan het Smallepad groeit en groeit en groeit. Afgelopen dagen is begonnen met de constructie voor weer een nieuwe verdieping. Wanneer deze klaar is, volgt er nog één, naar de spoorlijn teruggezette, verdieping. In het huidige werktempo zou de constructie voor die laatste verdieping rond Kerstmis gereed moeten zijn.

Intussen zijn ook de eerste vijf stalen spanten geplaatst voor de enorme spiegel die de gevel moet vormen aan de stadzijde van het nieuwe gebouw. De opzet van Baldeweg is duidelijk: wie de foto’s in het boek ziet waarin de architect enkele jaren geleden zijn gehele oeuvre presenteerde, herkent dat Baldeweg veelal materiaal uit de regio gebruikt. Omdat zijn meeste gebouwen in Zuideuropa staan, is deze keuze logisch en levert prachtige exterieurs op.
Maar ja, van ons vaderlandse veen is het moeilijk huizen bouwen. Dus heeft Baldeweg zich door typisch Hollandse wolkenluchten laten inspireren. Ook geen bouwmateriaal, maar hij heeft ze toch in het exterieur opgenomen. De kunstgreep daarbij is spiegelglas. De hoek van ongeveer zeventig graden waarin deze spiegelende gevelwand wordt neergezet, moet boeiende wolkenpartijen zichtbaar maken. Een blik op het bouwbord laat mij echter het ergste vrezen: het ziet er naar uit dat een modale vliesgevel het spiegelende effect tot stand moet brengen. Niet te duur dus en niet te spannend, zullen we maar zeggen.
Wat uit het overzicht van het werk van Baldeweg ook naar voren komt, is zijn zorg voor interieurs. Deze zijn in veel gevallen spannend. Voor zover dat uit het tot nog toe gerealiseerde casco is te herleiden, heeft Baldeweg ook voor zijn gebouw aan het Smallepad veel aandacht aan het interieur besteed. Wat dat betreft lijkt het toch wel een erg spannend gebouw te worden.

De hoogte die het gebouw langzamerhand begint te bereiken, is een indicatie voor de bouwmassa die aan het Eemplein gaat ontstaan. Veel bewoners aan de Grote Koppel kijken nog nietsvermoedend uit over het open terrein aan de andere kant van de Eem. Ik heb wat voorzichtige peilingen gedaan en heb daarbij gemerkt dat eigenlijk niemand in de nieuwbouw van het Gildekwartier zich realiseert dat over enkele jaren de appartementgebouwen die nu nog de oever van de Eem sieren, in het niet verdwijnen tegenover de ruim twee keer zo hoge bebouwing aan de andere Eemoever. Dat zal gemengde gevoelens oproepen!

Written by raphaelsmit

07/11/2007 at 17:10

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Het verhaal van een falende directie

Donderdag 1 november 2007

Mijn vertrek bij Jouw Amersfoort had uitsluitend politieke redenen: het ging om organisatie, democratisch gehalte en dergelijke. Feitelijk was de overstap naar de Burger Partij Amersfoort in een stroomversnelling gekomen door de aandacht die De Stad Amersfoort op 24 oktober wijdde aan mijn weblog van 3 oktober. Ik maakte daar een probleem bekend dat al langer leefde en waarover binnen de fractie geen werkelijk inhoudelijke discussie kon worden gevoerd. Op mijn weblog kondigde ik tevens aan nog deze raadsperiode lid te willen worden van een partij die wél over een achterban beschikte en waar kritische leden de fractie volgen en voeden.

De reactie van JA-fractievoorzitter Mirjam Barendregt op de publicatie in De Stad Amersfoort noopt mij toch tot een meer persoonlijke opmerking. Deze wordt ingegeven door verwondering – niet alleen bij mij maar ook bij tientallen andere mensen die de reactie van de fractievoorzitster hadden gelezen. ‘Ik wil geen discussie voeren via de krant of via een weblog.’zo reageerde zij op de vraag om commentaar. En: ‘Ik kende de column van Raphaël, maar dat is iemands particuliere mening.’

Laat ik eens een vergelijking trekken. De hoofdvertegenwoordiger van een machinefabriek schrijft op zijn persoonlijke (maar veelgelezen) weblog dat de machines van zijn firma weliswaar mooi zijn ontworpen, maar dat de praktijk bewijst dat het eigenlijk schroot is, en de service laat ook zwaar te wensen over. Tevens kondigt hij aan dat hij overweegt vroeg of laat een job te zoeken bij de concurrentie. Een redacteur van een krant spreekt de directeur van de fabriek aan op de mening die een van zijn belangrijkste medewerkers op zijn weblog heeft gegeven en waarmee deze feitelijk zegt dat het product is mislukt
Stel dat de directeur, desgevraagd, opmerkt: ik heb de weblog van mijn medewerker gelezen, maar dat is zijn particuliere mening. Dat is op zijn minst gek, zeker als de directeur tevens verzwijgt dat zijn hoofdvertegenwoordiger via het managementoverleg al enkele keren heeft getracht deze zaak – tevergeefs – aan de orde te stellen. Ik vermoed dat de Raad van Commissarissen de directeur per ommegaande op straat zet en de hoofdvertegenwoordiger vraagt waarom hij de Raad niet eerder heeft geïnformeerd. De RvC vergelijk ik bij Jouw Amersfoort maar even met de leden, maar daar is in dit geval dus niets van te verwachten.

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de directeur niet op de weblog van zijn stafmedewerker wilde reageren omdat deze feitelijk gelijk heeft, of omdat hij de discussie over het in de verkoop zijnde product niet aandurfde, of omdat hij dacht dat het allemaal wel niet zo’n vaart zou lopen omdat met een mooie babbel de problemen wel zijn weg te poetsen. Ik zou dan kunnen tegenwerpen: oké, de directeur heeft een mooie babbel, maar op het gebied van management faalt hij op smartelijke wijze – dus is hij ongeschikt voor deze functie en kan zijn pretenties niet waarmaken. Of anders gezegd: met enige bravoure weet hij te scoren op de korte termijn, maar bij het beleid op de lange termijn zakt hij door het ijs.

Begrijp mij goed, het is maar een vergelijking, een parabel zal ik maar zeggen. Voor de rest moet iedereen maar zijn eigen conclusies trekken!

Written by raphaelsmit

01/11/2007 at 19:29

Geplaatst in Uncategorized