Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for oktober 2006

leave a comment »

Samenwerking omroepen (2)

Zaterdag 28 oktober 2006

Ik ben lid van de vereniging Omroep Amersfoort. Dat heeft niet veel te betekenen, voor iemand die ooit voorzitter was van deze club is dit gegeven niet zo vreemd. Ik ben ook niet het enige raadslid dat lid is van deze vereniging, maar met mijn raadscollega’s deel ik in elk geval één ding: kritiek op al het gedoe van het afgelopen jaar binnen het onderwijs, treurnis over het grote aantal werknemers en vrijwilligers die de omroep hebben verlaten of moesten verlaten en de vraag of Omroep Amersfoort in zijn huidige vorm en onder zijn huidige dagelijkse leiding nog wel perspectief heeft.

Hoewel ik lid van Omroep Amersfoort ben, heb ik de vergaderingen die het afgelopen jaar zijn gehouden niet bezocht. Laten we het er maar op jouden dat ik was verhinderd, maar de verslagen die ik er over las maakte mij niet rouwig om deze verhinderingen. En eigenlijk knaagt bij mij steeds sterker het gevoel: moet ik wel lid zijn van deze club waar zich dingen afspelen waarop ik geen invloed heb en waarop ik als raadslid ook geen invloed op moet nemen? Een ding is duidelijk: van een Bijlmer situatie is geen sprake, als Omroep Amersfoort subsidie krijgt is het niet dankzij mij, maar ook niet ondanks mij.
Er is één reden waarom ik in elk geval nog even wacht met opzeggen: nieuwsgierigheid. Ik ben nieuwsgierig hoe ik als lid van Omroep Amersfoort wordt betrokken bij de plannen tot samenwerking. Het bestuur heeft de intentie daartoe uitgesproken en het ziet er naar uit – gezien de laatste berichten – dat het ook een reële optie is. Echter: besluiten van dit kaliber kan het bestuur niet nemen alvorens daarover de leden uitvoerig zijn geïnformeerd en gehoord en die hun fiat hebben gegeven. Dat kan nog wel eens gaan knellen, zeker gezien de beperkte tijd die nog beschikbaar is.

Waar de ledenvergadering zich in elk geval mee moet bezighouden zijn vragen zoals: wat voor consequenties heeft samenwerking voor het nog in dienst zijnde personeel? neemt het nieuwe samenwerkingsverband de financiële verplichtingen die Omroep Amersfoort nodig heeft? Hoe staat het met de afspraken die met adverteerders zijn gemaakt? Wat gebeurt er met de studioruimte waarvoor een meerjarig huurcontract is afgesloten? En wat gebeurt er met de vereniging?
Ten aanzien van de financiën zullen sommige mensen zeggen: de productie was in handen van de Stichting Mediaprodukties, die draait op voor alle gevolgen van de samenwerking. Maar zo simpel is dat niet: de stichting en de vereniging waren sterk verweven, ook op het persoonlijke vlak, dus elke schuldeiser die bij de stichting bot vangt, zal vervolgens aankloppen bij de vereniging en haar leden. En gezien de vervlechting naar alle waarschijnlijkheid met succes. Dus staat de vraag of de nieuwe omroeporganisatie die uit de samenwerking ontstaat, opkomt voor claims die het komende jaar bij de vereniging kunnen binnenkomen.

Indien het nieuwe samenwerkingsverband zich niet garant stelt voor alle lopende verplichtingen van Omroep Amersfoort, inclusief de lijken, blijft de ledenvergadering van Omroep Amersfoort eigenlijk geen andere keuze dan een samenwerking af te wijzen. Als de gemeente – en misschien juist vanwege zo’n afwijzing – dan kiest voor RTV Eemstad of een nieuwe organisatie waarin bijvoorbeeld RTV Eemstad en de Stichting Mediaproducties samenwerken, dan is de gemeente als langjarige subsidieverstrekker in elk geval een jaar lang aanspreekbaar voor financiële claims. Maar het zal duidelijk zijn: alleen al hierdoor zal ik ook bij een volgende ledenvergadering van Omroep Amersfoort moeten schitteren door afwezigheid!

Zorgen over onze bureaucratie

Vrijdag 23 oktober 2006

Een aanrader: het boekje ‘De ambtenarenplaag’ van Herman Jansen. Eigenlijk zou elk lid van de Amersfoortse gemeenteraad het moeten lezen. Het boekje bevat géén ambtenarengrappen, maar gaat in op een aantal vooroordelen die er leven ten aanzien van de bureaucratie in ons land. Wie het boekje heeft gelezen, komt waarschijnlijk tot de conclusie dat het met een aantal misstanden binnen de overheid nog slechter is gesteld dan gedacht – dat gold althans voor mij. Natuurlijk, in Amersfoort is alles veel beter geregeld, dus het is niet van toepassing op de situatie in onze stad. Of toch?

‘De ambtenarenplaag’ is dusdanig geschreven dat al mijn raadscollega’s – ook diegenen die altijd klagen over gebrek aan tijd – het vlot kunnen weglezen. Geen zwaar wetenschappelijk werk, maar een boekje waarin veelal zorgwekkende waarnemingen, die aan de hand van voorbeelden, feiten en aangehaald onderzoek worden geïllustreerd, helder op een rij worden gezet. De hoofdstukken zijn opgebouwd rondom de beweringen: ambtenaren zijn bureaucraten, ambtenaren verzinnen te veel regels, er zijn teveel ambtenaren, ambtenaren smijten geld over de balk, ambtenaren maken misbruik van hun macht, ambtenaren houden niet van transparantie.
Het zijn allemaal onderwerpen die het aan de borreltafel altijd goed doen. Maar wie de constateringen van Herman Jansen tot zich heeft genomen, realiseert zich dat de problemen die hij aanstipt ver boven het niveau van de borreltafel liggen. We leven niet in een politiestaat, maar in een ambtenarenstaat, constateert hij in zijn boekje. En als je het leest, blijken de burgerlijke nadelen van beide systemen niet zover uit elkaar te liggen.

Uiteraard krijgen ook de bestuurders een veeg uit de pan. Zij zijn immers verantwoordelijk voor het dagelijkse wel en wee binnen de overheidsdiensten. Toegegeven: onze invloed is beperkt en wordt door allerlei maatregelen zoals managementovereenkomsten, dualisering en de nieuwe werkwijze van de raad, steeds verder beperkt. Maar hoeveel leden van de gemeenteraad zijn bijvoorbeeld bereid om consequenties te trekken uit het feit dat met de nieuwe werkwijze voor de raadsleden de werkdruk wél, maar de invloed op het dagelijkse gebeuren binnen het stadhuis niét is toegenomen?
De komende weken praten we over de begroting. Maar het sturend vermogen hierbij is beperkt. We praten slechts over marginale wijzigingen in de begroting, de bedragen dus die we méér (zelden minder) gaan uitgeven boven de grote bulk van uitgaven die in één hamerslag goedgekeurd zullen worden. Toegegeven, we hebben wel eens slechtere begrotingen voorgeschoteld gekregen, kijk alleen maar naar de gemeentelijke lasten voor de burgers die eindelijk eens worden beperkt.
Maar wil je werkelijk invloed nemen op de bureaucratie en het overheidswerk optimaliseren, dan moet je in de managementovereenkomsten duiken die worden afgesloten tussen het college en het ambtelijke management. Dikke boekwerken waarvan ik mij afvraag of alle collegeleden die met een kritisch oog hebben doorgenomen.

Misschien moet er eens een groepje kritische raadsleden de tijd nemen om in de bureaucratische organisatie te duiken, met als uitgangspunt bijvoorbeeld de managementovereenkomsten. Een controlerende actie die veel tijd en geduld vergt, maar zinvol kan zijn. Zinvoller in elk geval dan de wijze waarop we nu via de jaarlijkse begrotingsvaststelling de ambtelijke en bestuurlijke organisatie aansturen. Wie van mijn raadscollega’s meldt zich?

Samenwerking omroepen

Donderdag 26 oktober 2006

Omroep Amersfoort en RTV Eemstad hebben meegedeeld om op maandag 30 oktober een uitgewerkte intentieverklaring aan de gemeenteraden van Amersfoort en Leusden voor te leggen. Hoera en gefeliciteerd! Veel raadsleden zullen opgelucht adem halen: ze hoeven geen keuze te doen. Ik ben echter wat terughoudender in het enthousiasme, zoals die door enkele van mijn raadscollega’s intussen geuit. In de bouwwereld zou men zeggen: wat heb ik aan een intentieverklaring, ik wil een ondertekend contract zien!

Voor mij roept een intentieverklaring – waarvan nog niemand de juiste inhoud kent – weinig vreugdegehuil op. Samenwerking lijkt prachtig, maar of we als raad daarmee van de problemen af zijn, waag ik te betwijfelen, zeker gezien de tijdsdruk waaronder alles staat. Na een intentieverklaring volgt de uitwerking, en daarin schuilen in het algemeen de grootste problemen. Dat geldt niet alleen in het zakenverkeer, maar net zo goed ook onze twee stedelijke kandidaten voor een zendmachtiging. Een intentieverklaring heeft vooral tot gevolg dat, wanneer de beoogde samenwerkingskandidaten bij de uitwerking stranden, een mislukte samenwerking een nog groter debacle vormt.
Zijn er dan nog problemen te verwachten, nadat de intentieverklaring is afgegeven. Dat lijkt mij wel. Er moeten de komende maanden onder grote tijdsdruk nogal wat vragen worden opgelost. Hoe gaan het bestuur en de programmaraad er uit zien? Wie wordt er als programmaleider verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het nieuwe uitzendformat? Wat gebeurt er met de overdaad aan studioruimten? Wie wordt er leidend bij de opbouw van de technische kant van het tv-gebeuren: Omroep Amersfoort of ATP? Hoe gaat het dagelijkse management er uitzien en wie bepaalt het personeelsbeleid?
Dat zijn enkele organisatorische vragen die moeten worden beantwoord. En daar is haast bij, want de beantwoording hiervan is sturend voor de uitvoering. Er moet een verfrissend programmaformat worden ontwikkeld, zodat op 1 januari 2007 de nieuwe organisatie herkenbaar in de lucht is. RTV Eemstad heeft een concept gepresenteerd dat aanlokkelijk oogt maar dat qua organisatie en vooral qua financiën ver buiten de haalbaarheid ligt (en waarmee de initiatiefnemers duidelijk maakten weinig zicht te hebben op het verschil tussen radiomaken of de productie van solitaire tv-uitingen, en het dagelijks produceren van een actueel journalistiek product). Van de andere kant heeft RTV Eemstad nadrukkelijk aangegeven dat het zich niet kan vinden in de prtogrammering van Omroep Amersfoort. Dat gaat leuk worden vanaf 1 januari!

Het uitwerken van een intentieverklaring vergt intensief bestuurlijk overleg: de vrijetijdsbestuurders van beide organisaties zullen de komende weken bijna dagelijks bijeen moeten komen. En pas wanneer de interne machtsverhoudingen zijn opgelost en duidelijk is wie op de werkvloer leading is, kan met de programmatische invulling worden begonnen. Daar staan dan misschien nog vijf tot zes weken voor, inclusief de komende feestdagen.
Ik doe een voorspelling: de harde realiteit overwint het van de bestuurlijke bevlogenheid. Op 1 januari a.s. hebben we gewoon Omroep Amersfoort nog in de lucht, hooguit voorzien van een nieuwe sticker en een enkel nieuw gezicht.
En de raad: die mag zich de komende tijd buigen over de extra subsidieverzoeken. Omroep Amersfoort redde het niet met de middelen tot nog toe, nieuwe pretenties kosten nog meer geld, en dan praten we niet over peanuts!

Foeilelijke bedrijfspanden

Woensdag 25 oktober 2006

Collega-raadslid Fethi Killi heeft vraagtekens gezet bij de architectonische kwaliteit van sommige bedrijfspanden in Werkstad Vathorst. Hij heeft op papier gezet waaraan velen, waaronder ik, zich al langer ergeren. In het werkgebied tussen de woningen van Vathorst en de snelwegen zou invulling worden gegeven aan de slogan: Vathorst, een wereld van verschil! Niet dus!

Aan de invulling van Werkstad Vathorst is heel wat aandacht besteed. Op papier, wel te verstaan. De afgelopen jaren zijn de gemeenteraadsleden verschillende keren aanwezig geweest bij presentaties waarin werd beweerd dat het in Vathorst allemaal heel anders zou worden dan in de gebruikelijke bedrijventerreinen. Amersfoort op de kaart! Zelfs de kleur van de bakstenen en de hoogte en soort van heggen rondom de bedrijfspanden was vastgelegd. Stedenbouwkundige bureau’s hadden vele en vele (declarabele) uren besteed aan het vastleggen van de kwaliteit van Werkstad Vathorst.
Eigenlijk ging het al fout bij Ikea. Even stond de gemeente op zijn strepen: het zou in Amersfoort heel anders worden. Niet dus. Wie over de A1 langs Vathorst rijdt, ziet een onogelijk laad- en losplatform, de kont van het gebouw zal ik maar zeggen. Automobilisten die dit zien, moet je nooit meer lastigvallen met verhalen over de bijzondere pretenties die wij met ons nieuwste stadsdeel hebben. Lang leve de welstandscommissie!
Maar Fethi Killi heeft zich bij zijn kritische vragen natuurlijk niet alleen laten inspireren door Ikea. De naastliggende gebouwen, waarin onder meer Karwei is gehuisvest, zullen ook geen paginavullende aandacht krijgen in onafhankelijke architectuurbladen. Toegegeven, wie voor een kastje naar Ikea gaat of een doosje schroeven koopt bij Karwei, zal het om het even zijn binnen welke architectonische uitstraling zijn aankopen worden verricht.

Een uitzondering tot nog toe vormt het Bodycentre. Het was een van de eerste gebouwen in Werkstad Vathorst en in die zin hoopgevend. Maar bij de buren van deze kledingbeurs zijn de pretenties al wat minder zichtbaar. Toegegeven: zelf bij de meest fantasieloze bouwdoos is er altijd wel een architect te vinden met een mooi verhaal. En als er geen architect is, dan neemt een medewerker van de gemeente of het OBV deze taak wel op zich. Tot het moment waarop iemand roept: ‘Maar de keizer heeft geen kleren aan!’ Fethi Killi dus.

Voortgang Eemcentrum

Dinsdag 24 oktober 2006

Een korte dienstmededeling. Bij het opschrijven hiervan heb ik even getwijfeld, maar ik vind het toch wel relevant. Ruim twee weken geleden diende ik schriftelijke vragen in over de voortgang bij de ontwikkeling van het Eemcentrum. Ik deed dat niet zonder reden, er dienen zich enkele problemen aan. De vragen staan haaks op de bezwichtende mededelingen van het college – voor zover we die krijgen, want eigenlijk hangt er een kerkhofstilte rond het Eemcentrum, ondanks het feit dat we in het voorjaar de plannen al gepresenteerd hadden moeten krijgen.

Binnen het stadhuis ben ik aangesproken op deze vragen. Uit de inhoud zou blijken dat ik over informatie beschik die ik eigenlijk niet beschikbaar moet hebben. Hoe kom ik daaraan, was de vraag, waar zit het lek? Toegegeven, mijn zorg over de ontwikkeling van het Eemcentrum is niet gebaseerd op de formele mededelingen. Ik ben journalist en reageer daardoor ook op informatie die via de band op mij afkomt. En ik ben journalist, dus ik bescherm mijn bron. De gestelde vraag bleef dus onbeantwoord, maar dat er meer aan de hand is dan het college ons meedeelt, is evident.

Written by raphaelsmit

29/10/2006 at 12:15

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Politieke opvattingen hebben slechts dagwaarde

Zaterdag 21 oktober 2006

Hoe relatief zijn politieke standpunten, hoe vergankelijk zijn opvattingen over politieke tegenstellingen. Dat blijkt in elk geval internationaal. Veertig jaar lang was de ‘koude oorlog’ een begrip. In Westeuropa verketterden we de Sowjet Unie en de overige landen in het Oostblok. Er heerste daar geen democratie (althans, niet volgens onze normen), de oppositie werd onderdrukt, door militaire interventie werden buurstaten met een eigen mening onder druk gezet (Hongarije, Tsjecho-Slowakije), vrijheid van meningsuiting werd onmogelijk gemaakt.

Is er de afgelopen tien jaren, onder het regime van Poetin, veel veranderd? De democratie in landen als Rusland, Wit-Rusland, Oezbekistan en dergelijke is nog steeds een farce, wie oppositie voert wordt gevangen gezet of vermoord, vroegere SU-staten met een eigen mening worden met militaire interventie bedreigt (Georgië) en de pers is onder staatstoezicht gesteld. Journalisten die een mening hebben, worden door huurmoordenaars afgeslacht.
En Westeuropa? Laat die tegenover al deze ontwikkelingen die niet veel beter zijn dan tijdens de Koude Oorlog, een stem van protest horen. Oké, Frau Merkel toont zich ongerust als een bekende journaliste is neergeschoten. Maar voor de rest klinkt er nauwelijks een protest en wordt Tsaar Poetin tijdens internationale bijeenkomsten met alle egards behandeld.

De Koude Oorlog leverde geen winnaar op. Even dachten we, aan het einde van de twintigste eeuw, dat in Oost-Europa een nieuwe politieke cultuur zijn intrede had gedaan. Maar dat is allemaal al weer verleden tijd. Tijdens de veertig jaren Koude Oorlog is een militaire confrontatie uitgebleven – gelukkig maar. Maar via politieke kanalen en pure machtspolitiek, gebaseerd op economische sleutelposities (olie, gas) heeft de Sovjet Unie alsnog de Koude oorlog gewonnen!

Een CDA-ballonnetje dat snel weer leeg liep

Vrijdag 20 oktober 2006

Deze week was het uit verschillende media te ontnemen: het CDA wil een stadsdebat over de verdeling en hoogte van stedelijke investeringen vanaf 2015. Op initiatief van het CDA moeten burgers in onze stad kunnen meepraten over bestedingen in de verre toekomst.

Of het gebrek is aan intelligentie of politiek geheugen, weet ik niet, maar het CDA-voorstel kwam overeen met het oplaten van hete lucht in een lege ruimte. Dat geen van de vier andere coalitiepartijen direct reageerden, verbaasde mij daarbij nog het meest. Immers: in het programma van de coalitiepartijen staat dat de komende jaren een discussie moet starten over de toekomst van onze stad na 2015, onder de titel ‘Visie Amersfoort 2030’.
Tijdens de Ronde van afgelopen dinsdag stelde ik daarom dat het CDA zijn voorstel beter niet kan inbrengen omdat er al een brede discussie voor de stad is aangekondigd. De discussie over investeringsplannen in de periode 2015-2030 past uitstekend in het door de coalitiepartijen al aangekondigde stadsdebat. Twee stadsdebatten over hetzelfde onderwerp is wel wat te veel van het goede. Daar was iedereen het over eens, het werd ook toegegeven door de vertegenwoordiger van de CDA-fractie.

Zo stierf het spontane buikgeruis van onze Christen-democraten, nog voor het tot een serieus voorstel aan de raad was verheven. Hopelijk besteedt de CDA-fractie aan het intrekken van haar opwelling evenveel aandacht als aan de eerdere presentatie.

Enkele kanttekeningen bij de kantorenmarkt

Donderdag 19 oktober 2006

Het gaat goed met de kantorenmarkt en de markt voor bedrijfsruimte in onze stad. Dat is de algemene conclusie die is te trekken uit een tweetal trendrapportage’s die deze dag door de gemeente werden gepresenteerd. Wethouder Mirjam van het ’t Veld opende de presentatie in het Bodycentrum in Vathorst daarom dan ook met juichende tonen. En inderdaad, naar omstandigheden gaat het niet slecht. Maar reden voor overdreven juichen is er nu ook weer niet, iets dat door professor Atzema, hoogleraar economische geografie aan de Utrechtse universiteit, werd benadrukt. Hij was gastspreker tijdens de presentatie. Het getuigde in elk geval van moed bij onze economische afdeling dat bij de presentatie van de twee trendrapportages ook een kritische geest was uitgenodigd.

Enkele punten uit het betoog van professor Atzema: een aantal sterke punten – zoals een gedifferentieerde economie – van Amersfoort zijn nauwelijks uniek, vele andere steden kunnen op dit punt hetzelfde zeggen. Amersfoort is een gemiddelde stad, waar we soms best trots op zijn maar waardoor de stad zich niet echt onderscheid van andere steden, wat de concurrentiepositie aantast. De leegstand in de kantorenmarkt ligt onder het landelijke gemiddelde (13,8 tegen 13,1 procent), maar dat verschil is verwaarloosbaar. Daarbij is ook op te merken dat de leegstand het afgelopen jaar is gegroeid. En er zijn concurrerende steden in de omgeving waar de markt het veel beter doet, zoals Zwolle (6,9%), Hilversum (8,9%) en Utrecht (10%).
Is het appeal van Amersfoort wel zo groot, vroeg professor Atzema zich af. Heeft het gemeentebestuur wel eens geanalyseerd waarom bijvoorbeeld Philips na enkele jaren weer vertrekt. En de nieuwbouw van Akzo-Nobel is mooi, maar het aantal vierkante meters ruimte in het nieuwe pand aan de Stationsstraat bedraagt slechts de helft van de oppervlakte die na de verhuizing vrijkomt.

Daar had ik nog andere voorbeelden aan kunnen toevoegen. Bijvoorbeeld het op zich positieve punt van de vestiging van Stater (18.000 m²) in het Vathorster kantorengebied Podium. Het gaat hierbij om een bedrijf dat grotendeels al in onze stad is gevestigd, waardoor na oplevering elders in de stad dus weer vele vierkante meters aan de bestaande leegstand worden toegevoegd. Of de vierkante meters die onderwijsinstellingen de afgelopen tijd hebben afgenomen, zoals aan het Stationsplein. De expansie van bijvoorbeeld de ROC’s hangt ongetwijfeld samen met de extra aandacht die het onderwijs de afgelopen jaren in Den Haag geniet. Maar hoe eeuwig is de belangstelling die politiek Den Haag heeft in het onderwijs?
Amersfoort heeft nog zo’n kwart miljoen vierkante meter kantoorruimte in planning. De grootste brokken daarbij zijn Podium (117.000 m² exclusief Stater) en CSG-Noord (ruim 90.000 m²). In beide gevallen gaat het om gebieden die al lang in de aanbieding zijn en waarbij de gemeente, via pps-constructies, een belang heeft. De gemiddelde nieuwbouwopname bedroeg de afgelopen tien jaar ongeveer 22.000 vierkante meter per jaar. Bijna alle planvoorraad kan direct of binnen korte tijd worden gerealiseerd, maar het wachten is op gebruikers. Tegen die achtergrond zijn de jubeltonen van relatieve waarde, wat overigens ook geldt voor bedrijfsruimtemarkt in onze stad.

Een fietspad door een groengebied

Woensdag 18 oktober 2006

Hoorzittingen halen zelden de pers. Dat is jammer, want vaak komen tijdens dergelijke zittingen zaken aan de orde die variëren van klein leed tot bureaucratische tirannie. En soms levert een hoorzitting direct iets op, maar dat is zelden.

Deze dag vond de hoorzitting plaats naar aanleiding van de bezwaarschriften die bewoners aan de Verdiweg en de Otelloplaats hebben ingediend tegen de aanleg van een fietspad door het groengebied vlak langs hun woningen. Bij de toevallige toehoorder – en daar reken ik mijzelf toe – vielen twee dingen op. Het plan is plompverloren gepresenteerd, zonder enige inspraak of andere betrokkenheid van bewoners vooraf. Bij de presentatie mochten de omwonenden alleen nog over de kleur van de tegels praten, bij wijze van spreken. En het tweede: het fietspad wordt door een populaire groene zone aangelegd waar wandelaars het tot nog toe voor het zeggen hadden.
Een reactie op de bewaarschriften is nog niet gegeven, een uitspraak volgt pas binnen enkele weken. Toch leverde de bijeenkomst al één resultaat op. Een zeer bekritiseerde aftakking van het fietspad blijkt niet noodzakelijk te zijn en kan dus uit het plan worden weggestreept. Dat op zich maakte de middag voor een aantal aanwezige bewoners al zinvol.
Opvallend was, wederom, dat de vertegenwoordigers van de provincie (het fietspad is de verbinding met het provinciale project Schammerplas) ver afstaan van de burgers die met de gevolgen van hun beleid hebben te maken. In elk geval is bij de provinciale initiatiefnemers niet de gedachte opgekomen dat het misschien nuttig en noodzakelijk is om al in een vroeg stadium met belanghebbenden, zoals omwonenden, te praten over plannen. Tijdige communicatie had ongetwijfeld een deel van het nu heersende ongenoegen voorkomen.

Omroepplannen gaan extra geld kosten

Dinsdag 17 oktober 2006

De discussie over de zendmachtiging voor de lokale omroep begint langzaam genante trekjes te vertonen. Ik vraag mij bijvoorbeeld af of het voor raadsleden van enige importantie is om te weten welke crediteuren bij Omroep Amersfoort op de stoep staan – dat het binnen de bestaande lokale omroep op managementniveau geen feest is, is intussen iedereen duidelijk. Ik ben er overigens van overtuigt dat de problemen minder groot hadden kunnen zijn wanneer de financiële speelruimte de afgelopen jaren iets ruimer was geweest. Op dat punt wordt het gemeentebestuur nu gestraft voor het feit dat het jaren voor een dubbeltje op de eerste rij heeft gezeten. Maar of het alleen daaraan ligt, betwijfel ik.

Een discussie over de twee omroepgegadigden, zoals deze avond, lijkt op een optocht van de keizer en de koning die allebei weinig of geen kleding dragen. In de wandelgangen geven de meeste raadsleden dat toe, maar in het openbaar durft nauwelijks iemand te roepen dat beiden geen kleding dragen.
Het is ook een moeilijke beslissing voor de gemeenteraad: kiezen uit twee kwaden. Noch Omroep Amersfoort, noch RTV Eemstad, overtuigt. Twee bedrijfsplannen verraden dat beiden weinig toekomst hebben. Wil je lokale omroep levensvatbaar maken, dan zal de gemeente meer geld op tafel moeten leggen. Maar als dat plaatsvindt, blijft de keuze moeilijk: met meer geld komen beide omroepen uit de voeten!
De motie om een keuze maar weer eens twee weken uit te stellen is in feite een daad van lafheid. De cultuurverschillen en persoonlijke tegenstellingen (misschien niet bestuurlijk, maar dan op de werkvloer) zijn te groot om een gewenste samenwerking in twee weken te flikken. En dan nog: indien de gemeente niet meer geld op tafel legt, staat ook een gefuseerde organisatie over een jaar weer op de stoep – en dan heeft de gemeente een morele verplichting die van een fors prijskaartje is voorzien.

Written by raphaelsmit

22/10/2006 at 14:14

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Beïnvloedt de Kade het stedelijke culturele leven?

Zondag 15 oktober 2006

In 2008 wordt ‘Kade’ geopend, de nieuwe gemeentelijke expositieruimte in het in aanbouw zijnde rijkskantoor aan het Smallepad. Het wordt een centrum voor moderne kunst waarin in elk geval de activiteiten onderdak krijgen die tot nog toe in het Rietveldpaviljoen aan de Zonnehof worden georganiseerd. Er komt veel meer ruimte beschikbaar, maar daarvoor kost de nieuwe ruimte ook wel een centje meer!

Toen enkele jaren geleden in de gemeenteraad werd gesproken over het huren van een deel van het gebouw aan het Smallepad en sluiting van het paviljoen aan de Zonnehof, werd door enkele raadsleden de vrees uitgesproken dat de extra kosten ten laste komen van andere culturele activiteiten in onze stad. Dat werd door het college ontkend, het college dat hoe dan ook de ruimte wilde huren. Zonder de gemeentelijke deelname kreeg de Rijksgebouwendienst het nieuwe kantoorpand, ontworpen door Baldeweg, niet vol en kwam het hele plan op de helling te staan.
In het kader van Staalkaart-Amersfoort vond deze dag in de openbare bibliotheek aan de Zonnehof een discussie plaats. Een van de gesprekspartners was Gerard de Kleijn, de nieuwe directeur van Kade, maar in zijn vorige baan als gemeentesecretaris nauw betrokken bij het collegebesluit over de huur van de nieuwe expositieruimte in het rijksgebouw. Gerard de Kleijn is vol enthousiasme bezig om de nieuwe expositieruimte smoel te geven. Daarnaast is hij ook directeur van de overige gemeentelijke museale en culturele voorzieningen, zoals Flehite, het Armandomuseum, het Rietveldpaviljoen, de kunstuitleen, het ACC en dergelijke culturele voorzieningen.
Uit zijn inbreng bleek dat het ACC de bemiddeling bij het vinden van ruimte voor kunstenaars en het beheer van die ruimte gaat afstoten. Eerder werd al bekend dat ook de kunstuitleen ten grave wordt gedragen. In plaats van deze activiteit – die schijnbaar te weinig omzet draait – te activeren, wordt de voorkeur gegeven aan afstoten, mogelijkerwijze naar een van de ROC’s in onze stad (die al een lange rij verwervingen en activiteiten ontwikkelen: de overname van een klooster en van de sporthal Bokkeduinen, support voor Omroep Amersfoort en noem maar op).

Het ziet er naar uit dat het college gelijk krijgt met de toezegging dat na de opening van Kade andere culturele activiteiten niet de dupe zullen worden van de extra exploitatielasten van dit nieuwe expositiecentrum. De opruiming vindt niet ná de opening van het centrum plaats, maar lijkt al vóór deze opening plaats te vinden. Gerard de Kleijne ontdoet het culturele huis van de gemeente nu al van een aantal activiteiten om zich over anderhalf jaar bij voorbaat op het nieuwe centrum aan het Smallepad te kunnen richten!

Kunstenaars worden dupe van gemeentelijke ambities

Zaterdag 14 oktober 2006

Het gebiedje langs de Kleine Koppel, achter de brandweerkazerne, bestaat uit een aantal bedrijfspanden die hun oorspronkelijke functie hebben verloren. Wanneer over een aantal jaren de aansluitende Rovavestiging wordt verplaatst naar een plek elders in de Isselt, komt er ruimte vrij om langs de Eem, tussen de Kleine Koppel en de Bunschoterweg, een nieuw en aantrekkelijke woongebied te ontwikkelen. Daarbij staat het gemeentebestuur een ontwikkeling voor de geest zoals die zich langs de Grote Koppel heeft voorgedaan.

Tot zover een begrijpelijke zaak. Maar deze dag, tijdens Staalkaart-Amersfoort dienen de negatieve kanten van deze ontwikkelingen zich aan. In het rommelige samenraapsel van bedrijfspanden aan het einde van de Kleine Koppel heeft een tiental kunstenaars werkruimte gevonden, evenals een aantal theatermakers die hier werken aan talloze creatieve projecten. De oude bedrijfspanden bieden ruimte zoals je die in moderne bedrijfspanden moeilijk kunt vinden, en zeker niet tegen een voor de kunstenaars aanvaardbare prijs. Wanneer de gemeente zijn pretenties langs de Eemoever tot uitvoering brengt, ontstaat er een aderlating voor het culturele leven in onze stad.
Amersfoort klopt zich graag op de borst wanneer het gaat om het culturele klimaat in onze stad. Zo’n weekend als deze, met de manifestatie Staalkaart-Amersfoort, maakt duidelijk dat de stad dat niet ten onrechte doet. Maar adel verplicht: indien de stad zijn kunstenaars uit bestaande werkruimten jaagt om op deze plaats lucratieve woningbouw te laten plaatsvinden, dan is het gemeentebestuur feitelijk verplicht om tijdig een visie neer te zetten over de wijze waarop zij de creatieve potentie die onze stad herbergt, denkt te behouden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door elders in de stad overtollige bedrijfsruimte te verwerven en tegen dragelijke kosten aan Amersfoortse kunstenaars beschikbaar te stellen. Daar moet je nú al over nadenken, om over enige tijd een adequate start te kunnen maken met de uitvoering van pretentieuze nieuwbouwplannen.

De toekomst van de lokale media

Vrijdag 13 oktober 2006

Een reeks van brieven en andere acties vanuit de plaatselijke omroepwereld kondigen aan dat de gemeenteraad binnenkort een belangrijke beslissing moet nemen. De brief die aan aantal oud-medewerkers (een was dat al zonder zich dat op het moment van publicatie te realiseren) bevestigt het beeld dat velen al van Omroep Amersfoort hadden. Sinds een deel van het management binnen deze omroeporganisatie vorig jaar door middel van een coupe het oude bestuur liet opstappen, is het binnen deze omroep snel bergafwaarts gegaan. Het grote personeelsverloop vormt daarvoor een van de indicaties. Dat het sindsdien bij het aantrekken van een nieuwe directie niet zo goed loopt, wordt deze dagen opnieuw bewezen.

Maar ook concurrent RTV Eemstad kan moeilijk overtuigen. Het bedrijfsplan maakt, ondanks de gesuggereerde deskundigheid binnen het bestuur van deze organisatie, een weinig overtuigende indruk. Over het maken van goede radioprogramma’s hoef je de mensen van RTV Eemstad niets te vertellen, dat weten ze wel. Dat er tussen radio en televisie zowel organisatorisch als financieel grote verschillen bestaan, blijkt niet uit het tot nog toe aangereikte materiaal van RTV Eemstad. In het bedrijfsplan lijkt al een volgend debacle besloten te liggen.
Overigens blijkt uit het inschakelen van advocatenkantoor door RTV Eemstad dat deze organisatie weinig feeling heeft ten aanzien van de situatie waarin veel raadsleden zich gemanoeuvreerd voelen. Er bestaan betere methoden om mensen voor je standpunt te winnen.

Mijn opvatting is intussen heel simpel. Geen van beide aanvragers, Omroep Amersfoort noch RTV Eemstad, boezemen voldoende vertrouwen in om support te bieden. Ja maar, zullen sommigen roepen, onze stad moet toch wel toe aan een lokale omroep! De stad wel, maar dan moet je ook een organisatie vinden die dat kan waarmaken. Is die er niet, dan moet je de consequenties daarvan aanvaarden. Doe je dat niet, dan is het alternatief dat we de komende jaren met enige regelmaat ons mogen buigen over problemen binnen het plaatselijke omroepland. Een verstandige gemeenteraad moet een dergelijk pad niet opgaan!
Het alternatief lijkt dus te zijn dat op 1 januari het lokale beeld op zwart gaat. En dan? Dan zullen mensen die zich willen inzetten voor een lokale omroep elkaar moeten vinden. Dat kunnen ook anderen zijn dan Omroep Amersfoort of RTV Eemland, graag zelfs. Een combinatie van oude en nieuw is uiteraard ook mogelijk. Zolang het Commissariaat geen zendmachtiging afgeeft, kan iedereen zich daarom bemoeien. De raad moet in alle gevallen een advies geven, wat een goede zaak is. Maar dan graag een advies op basis van een initiatief dat niet belast is met oud zeer, een initiatief waarin zoveel mogelijk verstandige mensen zich kunnen vinden. Mij lijkt dat het enige alternatief.

Ramon Smits Alvarez

Donderdag 12 oktober 2006

Het conflict tussen Hans van Wegen en Ramon Smits Alvarez gaat voort. Hoewel, conflict….? Smits Alvarez wordt gewoon geconfronteerd met de gevolgen van een meer dan verwerpelijke actie. De wijze waarop hij reageert op de claims van Hans van Wegen, bevestigen voor mij in elk geval één ding: Ramon Smits Alvarez heeft nog steeds geen benul van de impact van zijn actie. Alleen dat al is een reden om te wensen dat hij zich nog vele jaren verre houdt van een politieke of andersoortige bestuurlijke functie. Voor hem geldt een oude wijsheid: als je wordt geschoren, moet je stil zitten!

Sorry, even afwezig!

Maandag 9 tot woensdag 11 oktober 2006

Enkele dagen Berlijn biedt een mooie gelegenheid om afstand te nemen van de gebeurtenissen in Amersfoort. De vele uren in de trein maken het in elk geval mogelijk om in alle rust de begroting voor de jaren 2007-2010 door te nemen. Deze begroting onderscheidt zich op een aantal punten van de begroting uit voorgaande jaren en vormt een nieuwe uitdaging voor de oppositiepartijen binnen de raad.

In Berlijn zijn talloze voorbeelden te vinden voor de opvatting dat alles mogelijk is, mits er een politieke wil aanwezig is. Een voorbeeld: langs Unter den Linden bevinden zich twee sloopprojecten: het Palast der Republik en het Hotel Unter den Linden, op de hoek van de Friedrichstrasse. Met name over het Palast is uitvoerig gediscussieerd. Oostberlijners hebben zich in grote getale verzet tegen de sloopplannen. Westduitsers wilden het gebouw hoe dan ook laten slopen, zij zagen in dit gebouw – dat naast talloze culturele bestemmingen ook ruimte bood aan de Volkskammer van de DDR – een symbool van een vijandige staat.
Technisch gezien had het gebouw behouden kunnen worden, maar het wordt om politieke redenen afgebroken, hoewel behoud veel minder zou hebben gekost dan welke nieuwbouw op deze plaats dan ook.
’s Avonds woon ik een concert bij van de Berlinner Staatskapelle, in het Schauspielhaus aan de Gendarmenmarkt. Voor de sloop van dit gebouw hadden dezelfde bouwkundige argumenten kunnen dienen als voor het Palast der Republik. Maar hier gold een andere politieke wil, de oost-westtegenstelling was hier minder aan de orde.
Dat veel Oostduitsers elk vertrouwen in de politiek van de door westduitsers gedomineerde partijen hebben verloren, vindt mede zijn oorzaak in de verbetenheid waarmee Westduitsers de sloop van een van de dominante gebouwen in Oostberlijn hebben geforceerd. Dit, en vele andere incidenten, vormen de oorzaak van een politieke ‘verdrossenheit’ in het oostelijke deel van Duitsland. Dit mag ons Nederlanders overigens niet koud laten, want de politieke gevolgen die dit op langere termijn kan hebben, kunnen ook ons raken. De geschiedenis heeft ons geleerd hoe afhankelijk ons land is van het wel en wee bij onze oosterburen!

Written by raphaelsmit

16/10/2006 at 15:51

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Informatie rondom de Stovestraat

Donderdag 5 oktober 2006

Een ding staat vast: er moet zo spoedig mogelijk een vervanging komen voor de dagopvang aan de Stovestraat. Binnenstadbewoners in de omgeving van deze opvang ondervinden al jaren lang overlast, veroorzaakt door een deel van de bezoekers aan deze dagopvang. Vechten, schelpartijen, dealen, het komt allemaal voor. De opening van het zorgcentrum aan de Kleine Haag lijkt hierin nauwelijks verandering te hebben gebracht. Uiteraard veroorzaakt niet elke bezoeker aan de dagopvang overlast, maar een opvang als deze trekt wel veroorzakers van overlast aan.

De gemeenteraad heeft dinsdag gesproken over de zoektocht die van start moet gaan. Een zoektocht naar een alternatieve locatie voor de dagopvang aan de Stovestraat. Eigenlijk twee alternatieven: een voor alcoholverslaafden en een voor niet-verslaafde dak- en thuislozen. Er is een draaiboek ontwikkeld om de zoektocht te laten plaatsvinden in nauw overleg met iedereen die er bij is betrokken of betrokken kan worden. De ervaringen rondom de Kleine Haag – een regelrechte blamage voor de betrokken bestuurders en ambtenaren – hebben één ding duidelijk gemaakt: zo niet meer!
Een probleem voor de raadsleden ligt in de cijfers. Voor hoeveel mensen moet je opvang verzorgen, wat voor criteria moet je hanteren op het gebied van afstanden, bijvoorbeeld tot het centrum van de stad. In de notitie van het college worden getallen genoemd, maar deze zijn slechts matig of helemaal niet onderbouwd. Echter, als raadslid beschik ik niet over eigen getallen, zodat we het met de informatie van het college moeten doen. Wel zal een aantal raadsleden – ik heb mij ook opgegeven – binnenkort een aantal opvangvoorzieningen in andere steden bezoeken om kennis te nemen van ervaringen elders en daar mogelijkerwijze ons voordeel aan te doen.

Maar misschien kunnen we ook op andere wijze meer inzicht in de feiten krijgen. Vandaag kwam in de Amersfoortse Courant straatadvocaat René Slotboom aan het woord. Als er iemand op de hoogte is over het dagelijkse wel en wee onder de dak- en thuislozen in de binnenstad, dan is hij het wel. Zijn weten wordt door velen in en buiten het stadhuis op prijs gesteld.
René Slotboom stelt dat bij de zoektocht voor een alternatief voor de Stovestraat van verkeerde getallen wordt uitgegaan. ‘Foute cijfers gaan geld kosten’, is dan ook de kop boven het artikel waarin hij aan het woord komt. Samengevat stelt hij: veel van de mensen die de dagopvang in de Stovestraat bezoeken, horen er helemaal niet thuis. Het zijn mensen die een dak boven het hoofd hebben, voor wie de dagopvang niet primair is bedoeld en die de inloop aan de Stovestraat als een gezellig en goedkoop koffiehuis zien.

Als dat zo is, dan spelen er twee dingen. Ten eerste kan het aantal bezoekers aan de Stovestraat dan, door middel van een beter toelatingsbeleid, worden beperkt. Dit kan een deel van de overlast beperken. En de zoektocht naar een alternatief – want doe moet er hoe dan ook toch komen – kan minder belast plaatsvinden. Misschien kan er zelfs tijd worden gewonnen.
De opmerkingen van René Slotboom waren voor mij in elk geval aanleiding om via schriftelijke vragen het College van B en W om een standpunt te vragen. Indien het college weinig heeft tegen te werpen ten aanzien van de opmerkingen van René Slotboom, dan zal dat invloed hebben op de verdere discussie. En hopelijk hebben de binnenstadbewoners rondom de Stovestraat daar ook hun voordeel bij.

Het Eemplein in de moeilijkheden

Woensdag 4 oktober 2006

Een ingezonden brief in De Stad Amersfoort deze dag trok mijn aandacht. De brief was afkomstig van Hein van Wegen, een kritische burger die het gebeuren in de stad op de voet volgt. Het onderwerp was het Eemplein, de grote leegte tussen de spoorbaan en Zandvoort aan de Eem. Hein overvalt de raadsleden regelmatig met e-mails over misstanden in en rond de binnenstad. Ik ken hem al jaren en weet dat zijn bronnen vaak verrassend zijn. Zo ook nu, maar daar kan ik niet verder op ingaan.

In zijn ingezonden brief gaat Hein van Wegen in op de voortgang rond het Eemplein, of beter gezegd, het gebrek daaraan. Een onderwerp dat mijn grote belangstelling heeft en dat al verschillende keren tot vragen van mijn zijde in de richting van het college heeft geleid. Op 11 juli antwoordde het college mij op vragen over dit onderwerp en deelde daarbij mee dat er inderdaad enkele maanden vertraging was ontstaan, maar die kan tijdens de bouw worden ingehaald. Omdat er nog steeds niets is gebeurd, ga ik aan de bezwichtende opmerkingen van het college twijfelen.
Wat ik uit de brief van Hen van Wegen, en uit het gesprek dat ik daarna met hem had, in elk geval opmaak is dat de vertragingen tot problemen beginnen te leiden. Een van de gevolgen daarvan kan zijn dat de hele opzet van het ondergronds parkeren moet worden gewijzigd. De culturele voorzieningen die op initiatief van de gemeente in aan het Eemplein een plaats moeten krijgen, overkluizen ongeveer eenderde van de geplande ondergrondse garage. Maar de start van de bouw van deze garage lijken weer samen te hangen met de start van het commerciële gedeelte van het Eemplein. En daar liggen schijnbaar de problemen.

Omdat ik de laatste tijd ook andere signalen opving over de moeizame voortgang rondom het Eemplein, heb ik het college een serie vragen gesteld. De eerste is, wanneer het voorlopig ontwerp voor het Eemplein eindelijk wordt gepresenteerd. Volgens de meest recente planning had dat op dinsdag 30 mei moeten plaatsvinden. Omdat de presentatie niet in de termijnagenda van de raad is terug te vinden (deze loopt door tot december), kan worden gesteld dat de vertraging intussen al zeker een half jaar bedraagt. Of zoiets nog tijdens de bouw is in te halen, mag worden betwijfeld.
Een complicatie bij de realisatie van het Eemplein is de afspraak dat het culturele deel en het commerciële deel gelijktijdig moeten worden ontwikkeld, dit is ook contractueel vastgelegd. Hiermee moet worden voorkomen dat de bibliotheek, de Scholen in de Kunst, het regionale archief en het popcentrum jaren aan een Sahara komen te liggen. Maar nu de commerciële ontwikkelingen stagneren, komt ook de bouw van het culturele deel van het plein in gevaar. Wat daarvan de consequenties zijn, is een van mijn vragen.

De gemeente zet hoog in als het om architectonische kwaliteit van het Eemplein gaat. Voor het gemeentelijke deel is het architectenbureau Neutelings Riedijk benaderd. Over smaak valt te twisten, maar dit bureau komt ongetwijfeld met een spraakmakend ontwerp. In zijn brief suggereert Hein van Wegen dat de commerciële partners voor hun deel van het plein de ambities gaan afknijpen, om daardoor kosten te besparen. Dat zou indruisen tegen de afspraken die de gemeente heeft gemaakt.
In mijn vragen heb ik ook geïnformeerd naar de voortgang van het commerciële deel. Hoe staat het met de verhuur, met name ook van het filmzalencomplex. De berichten hierover in de wandelgangen geven weinig aanleiding tot vreugde. En hoe moeizamer het wordt om voldoende huurders voor de winkels en andere commerciële voorzieningen te vinden, hoe langer het duurt eer met de bouw van het Eemplein wordt begonnen. Er is alle rede voor zorg, maar het college laat niets van zich horen!

Written by raphaelsmit

05/10/2006 at 16:29

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Een reisje naar Valencia

Dinsdag 3 oktober 2006

Is het mogelijk om ver buiten Amersfoort inspiratie op te doen voor het raadswerk binnen mijn eigen Keistad? Dat zal per persoon verschillen, je moet er volgens mij wel een antenne voor hebben. Mijn Nirov-excursies naar een groot aantal steden in ons eigen land hebben mij zeker geen slecht gedaan. Zelfs mijn regelmatige bezoeken aan Berlijn en Rome zijn inspirerend, ondanks het schaalverschil. Voorwaarde bij dat alles is natuurlijk wel dat je er niet zozeer als toerist rondloopt, maar je aan de hand van goede documentatie de objecten zoekt die van betekenis kunnen zijn.

Woensdag vertrekken drie collegeleden, vergezeld door drie ambtenaren, voor vier dagen naar Valencia. Samen met bijna twintig partners uit OBV-kring en onder de noemer van ‘Vathorst-oriëntatie’ wordt gekeken of Valencia de verdere ontwikkeling van Vathorst positief kan beïnvloeden. Opvallend is overigens dat architecten en stedenbouwkundigen die aan de vormgeving van Vathorst werken, geen deel uitmaken van de brede Vathorstdelegatie. Ik betwijfel overigens ook of goede suggesties, opgedaan in Valencia, nog van invloed kunnen zijn op de verdere ontwikkeling van Vathorst: vrijwel alles ligt vast.
Ik ben daarom van mening dat het bezoek van Valencia moet worden ontdaan van het Vathorst-etiket. Vathorst is slechts een schaamlapje, voor mij een overbodig gebaar. Maar dat doet niets af dat een goed opgezet studiebezoek aan Valencia in meer algemene zin nuttig kan zijn voor stadsbestuurders. Het collegebesluit over het reisje naar Valencia was voorzien van een uitvoerig programma. Er van uitgaande dat iedereen zich aan het programma houdt, kan ik niet ontkennen dat er sprake is van een volwaardige studiereis. Wat dat betreft is tegen het reisje naar Valencia weinig in te brengen. Over de kosten zwijg even.

Desondanks is het de vraag of het wijs is van onze burgemeester en twee wethouders om samen met een grote groep bouwers en ontwikkelaars op pad te gaan, zelfs nu de gemeente het zelf betaalt. Gezien de commotie die dergelijke reizen in het verleden hebben veroorzaakt (en niet alleen binnen onze gemeente), zou ik er nog eens een nachtje over hebben geslapen.
En daarbij komt nog een tweede punt: de samenstelling van de delegatie. Dat ons gemeentebestuur en veel van zijn ambtenaren zeer close zijn met bouwers en ontwikkelaars in onze stad, is bekend. Daar hoef je niet altijd griezelig over te doen, maar als bestuurder moet je zeer alert zijn en in elk geval elke indruk van overmatige beïnvloeding vermijden. In dat licht is het tripje naar Valencia niet zo geslaagd.
Wat gebeurt er wanneer de komende jaren groepen bewoners uit Vathorst of Hooglanderveen kanttekeningen zetten bij het optreden van het OBV of een van de partners binnen dit ontwikkelingsbedrijf. Kan ons college dan nog op geloofwaardige wijze als behartiger van het algemeen belang, als vertegenwoordiger van de bewoners in Vathorst, optreden? Ik geloof dat bij een discussie in Vathorst bewoners tegenover leden van het college of hun ambtenaren al snel zullen zeggen: ‘Zegt u maar niets, u maakt leuke reisjes met het OBV, op u hoeven we niet te rekenen!’ En daar hebben ze dan ook gelijk in.

Het collegebesluit werd één week voor het reisje genomen en openbaar gemaakt. De raad stond, indien ze over deze trip opmerkingen wilde maken, in feite buiten spel. Er is geen enkele ruimte voor discussie, ook de interpellatie van BPA en SP is wat dat betreft een slag in de lucht. Het college wekt de indruk dat het op dit punt laf en manipulerend optreedt. De magere verdediging klonk niet overtuigend: het programma was niet eerder klaar.
Ik was best bereid om, ook gezien het programma, kritiek die ik in voorgaande jaren op het punt van snoepreisjes uitte, dit keer voor mij te houden. Toch bekroop mij aan het einde van de avond een onplezierig gevoel. De pech voor het college was namelijk dat wethouder Mirjam van ’t Veld voor het college de interpellatievragen beantwoordde. En het wil bij mij maar niet lukken: als zij het woord voert blijft bij mij het gevoel weg dat oprechte waarheid mijn pad kruist. Ik zou zelfs geen vierdehands auto van haar willen kopen!

Creatief denken over nieuw theater

Maandag 2 oktober 2006

In verband met mijn werk ontmoette ik vandaag een bekende Nederlandse architect. Na onze ontmoeting bekeken we nog even de wand in de gespreksruimte waar documentatie was opgeprikt over een groot aantal projecten van het Amsterdamse architectenkantoor. Een van deze projecten betrof het net geopende theater in Zwolle. De tekeningen trokken mijn aandacht omdat, sinds Pieter Erkelens, de directeur van De Flint, hierover een inspirerend boekje schreef, de bouw van een nieuwe Flint aan de Eem naast het Eemcentrum in discussie is. De discussie zal nog heel wat jaren duren, hetzij dat er opnieuw brand uitbreekt in ons stedelijk theater!

In het boekje ‘Droomtheater aan het water’ beschrijft Pieter Erkelens de problemen van de huidige Flint. Met een zaal van 800 stoelen laat een groot aantal bekende artiesten en grote gezelschappen Amersfoort links liggen. Duizend stoelen is toch wel het minste wat nodig is. In zijn plannen voor een nieuw theater gaat Pieter Erkelens uit van een grote zaal van 1250 stoelen en een wat kleinere zaal voor kleinere producties, congressen en dergelijke. Genoeg ambities dus.
Het probleem zit ‘m uiteraard in de centen. Het bestaande Flinttheater is niet veel ouder dan een jaar of tien. En los daarvan: een complex met meerdere zalen: hoe krijg je dat in voldoende mate bezet. In het Berenschot-onderzoek dat onlangs werd gepresenteerd, werden grote vraagtekens bij een complex van een dergelijke omvang gezet. En we hebben als stad het geld er niet voor.

Dat er tussen nu en 2015 een nieuw theater aan de Eem bij het Eemcentrum wordt gebouwd, moeten we desondanks niet uitsluiten. Maar dan is het net opgeleverde stadstheater in Zwolle misschien een goede inspiratiebron. Dit theater heeft één zaal. Maar deze is, door middel van een ingenieus flexibel systeem, naar wens in te delen als een concertzaal met zo’n 850 stoelen of een zaal voor grotere producties met ruim 1200 stoelen. Twee zalen in één.
We hebben gelukkig nog heel wat tijd om er over na te denken. Maar laten we bij dat nadenken dan in elk geval slimme oplossingen betrekken die andere steden hebben bedacht. Want in tegenstelling tot Berenschot ben ik van mening dat onze stad best behoefte heeft aan een goede theaterfaciliteit. Het argument dat zoiets niet hoeft omdat steden in de omgeving, zoals Apeldoorn en Almere, goede alternatieven vormen, vind ik niet zo overtuigend. Ik ben in Amersfoort nog nooit iemand tegengekomen die zei: ik ga dit weekend eens gezellig naar Apeldoorn naar het theater! De enige die ik ken en die de afgelopen jaren die tocht naar Apeldoorn wel eens heeft gemaakt, ben ik zelf. Maar ik kwam er geen Amersfoorter tegen!

Written by raphaelsmit

04/10/2006 at 16:45

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De werelden van ambtenaren en burgers

Zondag 1 oktober 2006

In het boek ‘Ongelovigen’ beschrijft Andrew Wheatcroft het conflict tussen het christendom en de islam. Het boek beschrijft twee culturen die hun eigen wereld cultiveren, overtuigt zijn van de eigen waarheid en vol onbegrip leven voor elkaars positie.

Tegen het einde van zijn omvangrijke studie grijpt Wheatcroft terug op de filosofie van de, door Stalin in eigen land verbannen, Russische geleerde Bakhtin. Deze besteedde aandacht aan het feit dat mensen op dezelfde plaats, zelfs op de zelfde aarde, kunnen leven maar daarbij niet in staat zijn elkaar te begrijpen. Hij doet dat aan de hand van een positiebepaling in de ik-jij-vorm, twee mensen die in dezelfde ruimte tegenover elkaar staan:
‘Jij kan achter mijn rug dingen zien die ik niet kan zien, en ik kan achter jouw rug dingen zien die buiten jouw gezichtsveld vallen. We doen in wezen hetzelfde, maar dan vanaf verschillende plaatsen: hoewel we deelhebben aan hetzelfde gebeuren, is dat gebeuren voor ieder van ons anders. Onze plaatsen zijn niet alleen anders omdat onze lichamen verschillende plekken in de uitwendige fysieke ruimte bezetten, maar ook omdat we elkaar aanschouwen vanuit verschillende centra.’

Dit lezende, moest ik denken aan enkele reacties die ik van beleidsmedewerkers binnen het stadhuis heb ontvangen. De afgelopen weken heb ik op verschillende plaatsen kritiek geleverd op de machtspositie van de gemeentelijke bureaucratie en op het feit dat beleidsambtenaren, overtuigt van hun eigen gelijk, weinig of geen begrip kunnen opbrengen voor de afwijzende positie van burgers in onze stad. Voor ons is de burger geen tegenstander, werd er gesteld, waarbij werd gewezen op het feit dat geleverde inspanningen juist gericht zijn op het welzijn van deze burger – met daarbij het onbegrip voor het gebrek aan acceptatie.
Bakhtin heeft gelijk: ambtenaar en burger, ze verkeren in dezelfde stad. Maar de burger ziet in het handelen van de ambtenaar ontwikkelingen die deze ambtenaar vanuit zijn positie niet kán zien. Datzelfde geldt uiteraard ook in tegengestelde richting. Maar bij dergelijke gelijke posities speelt een ander punt een rol: de machtspositie. Indien twee partijen niet in staat zijn elkaars intenties of randvoorwaarden te herkennen, dan wint diegene die over de meeste macht beschikt. En dat is in de meeste gevallen de overheid.

In de beeldspraak van Bakhtin loop je als gemeenteraadslid het grote gevaar om onderdeel te worden van de overheidsbureaucratie en niet te zien wat er achter je plaatsvindt. De rol van een volksvertegenwoordiger is het om regelmatig van positie te verwisselen en náást de burger te gaan staan, zodat je mét hem ziet wat zich achter de rug van de bureaucratie afspeelt. Vanuit deze regelmatige positiewisseling ontstaat de mogelijkheid om de machtsongelijkheid te bestrijden – wat in feite de basis is van onze democratie.

Adrie van Bokkem

Zaterdag 30 september 2006

Een treurige dag waarop afscheid werd genomen van Adrie van Bokkum. De aula van Den en Rust was veel te klein, velen stonden buiten tijdens het indrukwekkend samenzijn. Adrie was vakbondsman, statenlid en jarenlang bestuurslid binnen de plaatselijke PvdA. In die tijd werkte ik nauw met hem samen, ik mocht hem daarbij opvolgen als penningmeester.
Dat honderden mensen een laatste eer wilden bewijzen aan hun veel te vroeg gestorven vriend, collega of bekende – Adrie werd 48 jaar oud – was niet zomaar. Wie hem ontmoette, vergat hem niet meer zo snel. Wijsheid en humor, dat zijn voor mij de sleutelwoorden als ik aan hem terugdenk. En Adrie was iemand op wie je steeds een beroep kon doen, die belangstelling voor je bleef behouden, ook al sloeg je politiek een andere weg in. Hij ging voor de mens, en dat is iets dat je niet snel vergeet. Dat te meer maakte deze dag tot een droevig tijdstip.

Grote stad of grootstad?

Vrijdag 29 september 2006

‘Grootstad of provinciestad’. Dat is het thema dat de Amersfoortse PvdA in zijn deze week verschenen afdelingsorgaan aan de orde stelt. Het is een thema dat velen in onze stad moet bezighouden, de komende jaren moet een groot aantal besluiten worden genomen over de toekomst van Amersfoort en de wijze waarop we in onze stad kunnen leven.

Als je de verschillende bijdragen tot je neemt, blijkt dat voor velen binnen de plaatselijke PvdA Amersfoort niet alleen een grote stad, maar ook een grootstad moet zijn. Dit is niet zo verbazingwekkend, want deze partij heeft zich altijd ingezet voor de groei- en vinextaak van onze stad. PvdA-wethouders zijn altijd groeiwethouders, niet alleen in Amersfoort. Dat hebben we na de Tweede Wereldoorlog, toen de sociaal-democraten in onze stad een sterke positie gingen innemen, ook gemerkt. Namen als Hüsslage, Asselbergs en De Man zeggen genoeg. Wanneer er niet regelmatig weerstand was geboden tegen de plannen van deze PvdA-voormannen, weerstand ook vanuit hun eigen achterban, dan was er veel in onze stad verloren gegaan dat ons nu nog lief is.
En deze drang naar grootstedelijkheid is terug te vinden in de bijdragen die nu worden geleverd. De afronding van het CSG-gebied speelt daarbij een rol, maar ook de ontwikkeling van de Hogewegzone, de positie van het Waterwingebied en de verdere ontwikkeling van Vathorst komen aan de orde. Maar het PvdA-orgaan bevat ook tegengeluiden. Bijvoorbeeld van Roelie Norp, die er op wijst dat veel Amersfoorters niet voor een ‘grootstad’ kiezen, maar gewoon voor een woonstad met veel groen. Terecht schrijft zij: ‘Ik denk dat je het niet moet zoeken in dat wat je niet bent of niet hebt, maar in dat wat je wel bent of wel hebt.’

Ik vind het een goede zaak wanneer de grootste partij in onze stad een discussie op gang brengt over de toekomst van onze stad. Het is goed om, anders dan binnen het stadhuis de afgelopen jaren veel is gebeurd, de discussie vooral te richten op datgene dat de meeste impact heeft. Dat is het bouwen, de vraag wat we doen met het groen in en rondom onze stad en de vraag of er door sloop nieuwe ruimte moet komen voor grootstedelijke plannen. Daar gaat het uiteindelijk om, dat bepaalt het leefklimaat meer dan de vraag of we uitblinken als vrijwilligersstad en dergelijke paradepaardjes die grotendeels van vrijblijvende aard zijn.

Written by raphaelsmit

01/10/2006 at 15:25

Geplaatst in Uncategorized