Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for augustus 2009

Onduidelijkheid over herplanten bomen

leave a comment »

Het was al weer enige tijd geleden dat ik vragen stelde over het motorcrossterrein aan de Kolonel van Rooijenweg. Deze week ontving ik het antwoord. Uit het antwoord bleek dat het college deze al op 30 juni vaststelde, maar door een foutje binnen de organisatie heeft het bijna twee maanden geduurd voordat het antwoord werd verspreid, aldus de griffie (die daar zelf geen schuld aan had).

Ik had het antwoord wel eerder willen hebben, het was uniek in zijn soort. Het college bood namelijk zijn verontschuldigen aan (waarvoor het lof verdient). Een van mijn vragen betrof de verplichting voor het herplanten van 1,3 hectare bos, een verplichting die was ontstaan door het kapwerk ten behoeve van de motorcrossbaan.Dit had binnen drie jaar na de kapmelding in 2005 moeten plaatsvinden, maar er is nog geen compensatieboom geplant.
Er wordt zo spoedig mogelijk naar een locatie voor herplanting gezocht, aldus het college. Waar en wanneer dat gaat plaatsvinden is schijnbaar nog niet bekend, ik zal daar binnenkort nog eens nadere vragen aan wijden.

Written by raphaelsmit

31/08/2009 at 13:43

Geplaatst in Uncategorized

Een laffe verkiezingscampagne

leave a comment »

De dag is laatste dag van een uitgebreid bezoek aan Berlijn, waarbij niet alleen de laatste ontwikkelingen in de stad werden bewonderd en enkele interessante exposities werden bezocht, maar waarbij vooral veel tijd werd besteed aan het ontmoeten van vrienden en bekenden in deze stad waar ik vele jaren actief aanwezig ben geweest.
Een van de dingen die mij het meeste opvielen, was de verkiezingscampagne voor de Bundestag. Eind september vinden de verkiezingen voor het Duitse parlement plaats, alle aanleiding dus voor een pittige campagne. Niet dus. Iedereen die ik sprak uitte zijn verbazing over het uitblijven van elke vorm van verkiezingsspektakel. Aan de SPD en de oppositie ligt het niet; het is mevrouw Merkel, de Bundeskanzler, die weigert om de discussie aan te gaan. Uit de peilingen blijkt dat zij straatlengten voorligt op haar SPD-concurrent. Haar opvatting is schijnbaar: als ik mij niet verroer kan er ook niets fout gaan. En aan die opvatting houdt zij zich met uiterste consequentie.

Verschillende van mijn kennissen zijn het met mij eens: de politieke immobiliteit van Merkel ongetwijfeld te is verklaren vanuit haar afkomst. Als voormalig DDR-burger is zij een regering gewend die niet uitblonk in democratische verantwoording. Verkiezingen in de DDR waren voorspelbaar, politieke discussie was niet nodig en gewenst. Merkel doet het niet anders.
Dat Merkel een product van haar verleden is, is haar natuurlijk niet kwalijk te nemen. De schuld ligt meer bij haar partij, de CDU. Die had het moeten weten: Merkel was lid van de FDJ, als domineesdochter heeft zij een goede studie kunnen volgen, wat er op duidt dat zij geheel systeemcomform heeft geleefd.Haar Rondetafelactiviteiten na de val van de muur en de weg naar de CDU waren opportunistische stappen van een vrouw die binnen het DDR-systeem had geleerd hoe de paarden lopen en schijnbaar geen moeite heeft gehad zich hierbij aan te passen. Dat zij nu in de Bondsrepubliek campagne voert zoals zij dat in de DDR gewend was, mag eigenlijk niemand verbazen.

Written by raphaelsmit

28/08/2009 at 08:44

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De onlogica van de baggerstort

Maandag 17 augustus 2009

Wat het college betreft, mag de firma Smink zijn afvalberg naast Vathorst met nog eens vijf meter ophogen. Dat is nodig omdat Smink 900.000 kuub min of meer ingedroogde baggerslib wil storten.
Een vreemd besluit: het gaat hier immers in belangrijke mate om het provinciale baggerslib dat oorspronkelijk in een of twee baggerdepots in Vathorst-West zou worden gestort. Daar was nogal wat bezwaar tegen, waarna de plannen werden geschrapt en de gemeente de grond voor het depot opkocht. Behalve de kosten voor de grond werd er ook een vorstelijk bedrag – zo’n veertien miljoen euro – aan Smink betaald omdat dit bedrijf door het niet storten van de bagger economisch verlies zou lijden.
Nu wordt diezelfde bagger, in ingedikte vorm, boven op de bestaande afvalberg gestort. Waar ligt het economisch verlies voor Smink? Er is eerder een economisch voordeel, immers, Smink hoeft geen putten te graven, met het economische risico dat er minder bagger wordt aangeboden dan voor een rendabele put noodzakelijk is. De gemeente heeft zich weer eens voor vele miljoenen door de firma Smink (die wel vaker handiger blijkt te zijn dan het gemeentebestuur) in het pak laten naaien.

De BPA is tegen de beoogde uitbreiding. Het aan te leveren ingedroogde slib behoort tot de hoogste vervuilingcategorieën. Het bevat talloze giftstoffen, die juist door het indrogen in nog hogere concentraties aanwezig zijn. Het college vindt dit echter geen risico omdat het slib wordt vermengd met ander afval. Alsof daarmee het gevaar van verwaaien over de omliggende stadsdelen – Vathorst, Nieuwland en Kattenbroek – wordt uitgebannen.
De provincie heeft overigens al de noodzakelijke milieuvergunningen verstrekt, maar dat is normaal. De provincie heeft Smink, waar een voormalige provinciale milieuambtenaar de directie voert, feitelijk nog nooit tegengewerkt. Wie daar meer over wil weten, moet maar eens in de dossiers van de GUS, de actiegroep tegen de voortdurende uitbreiding van de afvalactiviteiten van Smink, doornemen. Formeel is er geen enkel probleem, maar tegenover kritische burgers heeft de provincie alle schijn tegen.

De wijziging in het bestemmingsplan, waarmee de uitbreiding van de afvalberg met baggerslib mogelijk moet worden gemaakt, moet de komende maanden nog door de gemeenteraad worden goedgekeurd. De verwachting is dat de coalitiepartijen misschien wel enige zorg zullen tonen, maar uiteindelijk toch wel met het voorstel van het college zullen instemmen. De zoveelste schandvlek waar het etiket ‘Smink’ aan kleeft.

Bewonersprotest wordt bij voorbaat geïgnoreerd

Vrijdag 14 augustus 2009

Het college heeft groen licht gegeven voor het plaatsen van zes noodlokalen bij de Beetslaan, naast de basisschool De Bolster. Met deze lokalen moet een huisvestingsprobleem voor de Joost van de Vondelschool worden opgelost. Het college had, zoals in onze stad gebruikelijk, het lokalenprobleem niet tijdig voorzien en moest op het laatste moment op zoek naar een locatie voor extra onderwijsruimte. Ouders en leerkrachten van omliggende scholen (die ineens met verlies aan buitenspeelruimte worden geconfronteerd) en buurtbewoners werden uiteraard niet bij deze zoektocht betrokken. Een schoonheidsfout die de gemeente in een achteraf gestuurde excuusbrief ruiterlijk toegaf.

Alle excuses ten spijt, er werd gewoon doorgegaan met het uitvoeren van de plannen. Bezwaren vanuit oudercommissies en omwonenden werden deze week terzijde geschoven. Dat er mogelijkerwijze een vervolg komt in de vorm van een gerechtelijke procedure, ligt voor de hand. Daarvan blijkt men op het stadhuis niet onder de indruk te zijn.
Wat mij vandaag opviel was een artikel over de noodlokalen in de Amersfoortse Courant. Op een begeleidende foto staan vertegenwoordigers van de ouderraad en de bewoners afgebeeld. Zij staan voor het beoogde terrein waar de noodlokalen moeten worden geplaatst. Een deel van de fundering voor de noodlokalen blijkt al geplaatst te zijn, bouwmateriaal ligt verspreid, zandhopen maken duidelijk dat er al heel wat grondwerk is verricht. Dat duidt er op dat alle afspraken met aannemers al weken geleden, voorafgaand aan de bouwvakvakantie, zijn gemaakt.
Dat er nog formele bezwaren van bewoners zouden komen, hebben de ambtenaren op ons stadhuis aan hun laars gelapt. Waarschijnlijk met de zekerheid dat het college bij voorbaat al alle klachten naar de prullenmand zou verwijzen. Onze nieuwe onderwijswethouder mag dat na het zomerreces nader toelichten.

Coalitieambitie met stille trom ingeslikt

Donderdag 13 augustus 2009

In het collegeprogramma van 2006 was opgenomen dat in elke wijk onderwijs- en sociaal-culturele voorzieningen worden ontwikkeld volgens het concept van de Amersfoortse Brede School (ABC-school). De BPA heeft vond dit een – kostbare – stap te ver gaan. Het ABC-concept is een goede bijdrage bij het verbeteren van de achterstandswijken in onze stad. De BPA is echter van mening dat in de overige wijken geen duidelijke noodzaak voor een ABC-aanpak bestaat en dat daarom extra inzet van financiële middelen geen enkele prioriteit heeft.

In april 2008 stuurde de wethouder Onderwijs de BPA-fractie een uitgebreide memo waarin de kosten voor de ABC-scholen werden toegelicht. Hieruit bleek dat voor de ABC-scholen 65 miljoen euro was begroot, inclusief de voorzieningen in Vathorst. Voor de rest van de stad was tot dat moment al bijna twintig miljoen euro beschikbaar gesteld. ABC-plannen in Randenbroek-Schuilenburg, Kruiskamp-Koppel en Liendert zijn intussen uitgevoerd of al voorbereid, waarvoor zo’n tien miljoen euro beschikbaar is. Voor de rest van de stad is nog eens 9,2 miljoen euro gereserveerd.
In de structuurvisie Amersfoort, onlangs door de raad goedgekeurd, staat: ‘elke wijk een ABC-school (Amersfoortse Brede Combinatie school)’ Voorafgaand aan de behandeling van de structuurvisie ontving de raad een memo van de wethouder RO. Hierin werd meegedeeld dat zinsneden in de structuurvisie over de uitvoering van het ABC-concept moesten worden geschrapt. In plaats daarvan moesten de raadsleden lezen: ‘Inmiddels is het ABC-concept in elke wijk gerealiseerd. In een aantal wijken komen nog kleine specifieke aanpassingen in de schoolinfrastructuur; in de AV wijken gaat het om grotere aanpassingen (Vlindervallei, Liendert)’. In het Achtergrondrapport bij de Structuurvisie moesten ook teksten worden aangepast. Zo moest een zin ‘Inmiddels wordt ook hard gewerkt aan….’ worden vervangen door ‘Inmiddels is het ABC-concept in alle wijken gerealiseerd.’

Het lijkt er dus op dat de ABC-actie is afgesloten, hoewel volgens de oorspronkelijke planning in nog heel wat wijken voor bijna tien miljoen zou worden verspijkerd. Mij zijn allerlei ABC-acties in andere wijken ook totaal ontgaan! Dat het college terugkeert op zijn schreden, wordt door de BPA-fractie alleen maar toegejuicht. Maar de hele actie lijkt een stille bezuiniging te zijn. De grootse plannen van de coalitiepartijen waren dus op los zand gebouwd. Zonder de burgers in de stad daarover te informeren, wordt een moeilijke kroot ingeslikt. Door middel van schriftelijke vragen heb ik maar eens gevraagd hoe dat er nu precies mee zit.

Geen duidelijkheid over kantorenpark Podium

Woensdag 12 augustus 2009

Het kantorenpark Podium, nabij het station Vathorst, is een gemeentelijk pijndossier. In dit park langs de A28 hadden al meer dan tien kantoorgebouwen moeten staan, maar tot nog toe is het alleen het Statergebouw dat een indruk geeft van de ambities voor dit terrein. Bij de ontwikkeling van Podium speelt de gemeente een belangrijke rol. Samen met projectontwikkelaar Heijmans en de ING-Bank vormt de gemeente een v.o.f. (vennootschap onder firma), die als ontwikkelaar voor het hele gebied optreedt. Bij een v.o.f. geldt de regel: samen uit, samen thuis. De v.o.f.-partners nemen gezamenlijk initiatieven, samen draaien zij op voor de winst of het verlies van de genootschappelijke rechtspersoon.

Financiële problemen zijn nu onder meer ontstaan omdat de v.o.f. verplicht is per jaar een bepaalde hoeveelheid grond van het ontwikkelingsbedrijf OBV af te nemen. Vertraagde realisatie betekent dus: renteverlies.Heijmans moet zijn winst vooral binnenhalen uit het bouwen, ING verdient aan de financiering. Uitstel van de plannen is voor deze v.o.f.-partners niet leuk, maar door hun bedrijfsvoering kunnen zij de financiële gevolgen van de moeizame ontwikkeling van Podium grotendeels opvangen. Dat geldt niet voor de gemeente Amersfoort. De gemeente krijgt een vastgestelde fee per vierkante meter ontwikkelde kantoorvloer. Nog enkele jaren en de te verwachte fee gaat geheel verloren aan oplopende rentekosten voor niet ontwikkelde grond. We praten dan over miljoenen euro’s.

Een half jaar geleden las ik dat Heijmans en ING het voornemen hadden opgevat om voor eigen risico een of meer kantoorgebouwen in Podium te ontwikkelen. Daarin schuilt een risico, want niet verhuurde kantoorruimte kost nog meer euro’s dan niet ontwikkelde grond. Voor private ondernemingen staan hier fiscale voordelen tegenover. Tijdens de behandeling van de Kadernota vroeg ik de toen nog kersverse wethouder Boeve wat de rol van de gemeente bij deze ontwikkeling is – uitgaande van het samen uit- samen thuisprincipe binnen een v.o.f.
De wethouder kon daar geen antwoord op geven, wat gezien de korte tijd dat hij wethouder was misschien nog was te vergeven. Ambtelijk werd hij op dat moment niet gered. Voor mij dus aanleiding om daar eind mei schriftelijke vragen over te stellen. Intussen zijn wij bijna drie maanden verder, een antwoord staat nog uit. Dat lijkt mij geen goed teken. Ik heb daarom maar eens bij de griffie het verzoek neergelegd om wat haast te maken met de beantwoording.

Meer afvalscheiding, maar waar blijft het voordeel voor de burger?

Dinsdag 11 augustus 2009

In grote delen van de stad is de start van het gescheiden inzamelen van kunststof aangekondigd. Een goede actie waaraan ik zeker zal deelnemen. Toch pijnigen mij enkele vragen. Ik breng al papier naar de papiercontainer, lege flessen stort ik in de glasbakken en nu moet ik ook het kunststofafval apart wegbrengen. Tot nog toe deponeerde ik ongeveer een keer in de twee weken een vuilniszak in afvalcontainer bij mij aan de gracht. Dat zal nu wel een keer in de drie weken worden.
De kosten voor de gescheiden inzameling worden opgebracht door de verpakkingsindustrie, lees ik in de gemeentelijke brief. Kan ik nu een verlaging van de afvalstoffenheffing van de gemeente tegemoet zien? En wie betaalt de kosten voor de pedaalemmerzakken die ik nu apart moet aanschaffen om het kunststofafval te verzamelen? We gaan daar als BPA maar eens achteraan, immers, tegenover de medewerking en extra inzet van de burger mag best een reductie op de lasten bestaan.

Geen aandacht aan militaire traditie

Maandag 10 augustus 2009

Het is met zijn ruim 900 pagina’s wat dik en de ultrakleine lettertjes schrikken wat af, maar het boek ‘Patriotten en bevrijders’ van Simon Schrama is zeer boeiend. Het handelt over de periode 1780-1813 in ons land: de republikeinse revolutie, de Bataafse republiek en het Koninkrijk van Lodewijk-Napoleon. Een periode die in het algemeen binnen het onderwijs weinig aandacht krijgt maar die voor de moeizame omwenteling van de federatie van zeven gewesten naar een centrale staat van groot belang is geweest.

Waarom al deze bovenstaande zinnen? Op pagina 554 van het boek lees ik over de grote belangstelling die Bataafse politici als Schimmelpenninck en Van Stralen hadden voor de waterstaat in ons land. Dat resulteerde daarin dat aan de militaire academie in Amersfoort een speciale afdeling waterbouwkunde wordt opgericht, aldus Simon Schrama.
He, hadden wij in onze stad een militaire academie? Was er in onze stad een belangrijke, van staatswege opgezette, opleiding Waterbouwkunde? Bij het lezen van zo iets realiseer ik mij ineens dat we een heel jaar feest vieren: Amersfoort 750 jaar. Maar tijdens dat feest wordt echter geen of nauwelijks aandacht besteed aan de belangrijke rol die Amersfoort eeuwen lang innam als garnizoensstad. Met een Militaire Academie zelfs – niet koninklijk zoals nu in Breda, want ons land was in 1807 nog geen koninkrijk. Daar had toch wel een tentoonstelling aan kunnen worden gewijd, of een mooie militaire taptoe op de Hof.
Gemiste kans!

Written by raphaelsmit

17/08/2009 at 20:44

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Nieuwe wethouder valt al om

Vrijdag 7 augustus 2009

‘Groen Links loopt niet weg voor haar verantwoordelijkheid en wil een rol spelen in de moeilijke keuzes die moeten worden gemaakt.’ Ferme woorden van de kersverse wethouder Sebastiaan van’t Erve tijdens een interview deze week in de Amersfoortse Courant. De oppositie vond zijn benoeming, een half jaar voor de verkiezingen, weggegooid geld. Voordat hij goed en wel is ingewerkt, kan hij al weer aankloppen bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waar men de stoel voor hem warmhoudt. Van ’t Erve vond dat half jaar wel de moeite waard, want Groen Links heeft recht op de wethoudersplek in het College.

Waarom? Is hij van plan om binnen het college een fris Groen Links-geluid te laten horen? Daar ziet het niet naar uit. In hetzelfde interview wordt hem gevraagd hoe hij zich gaat opstellen als binnenkort de Westtangent, de omstreden rondweg tussen de Amsterdamseweg en de Stichtse Rotonde weer op de agenda komt te staan. Groen Links-wethouder Van ’t Erve hierover: ‘Als fractievoorzitter van Groen Links vond ik de nieuwe weg geen goed idee. Als wethouder heb ik daar nog geen mening over.’
Is dat het Groen Links-geluid van de nieuwe wethouder? Was een vertegenwoordiging van zijn partij binnen het college noodzakelijk opdat deze baantjesjager zo snel mogelijk van zijn geloof kan afstappen?
Ik herinner mij nog dat tot 2002 Groen Links niet binnen het college was vertegenwoordigd maar wel het collegeprogramma steunde. Fractievoorzitter Ronald Vis werd vaak de ‘zevende wethouder’ genoemd, wat overeenkwam met de invloed die hij had op het collegebeleid. Overigens: toen Groen Links door een goede verkiezingsuitslag eindelijk ook daadwerkelijk een collegestoel kon bezetten, bleek Ronald Vis ineens twee concurrenten te hebben, de echte baantjesjagers dus; ook zijn partij bleek over voldoende carrièrejagers te beschikken. Het had Groen Links gesierd indien deze fractie een maand geleden een keuze had gemaakt voor de eerlijkheid van Ronald Vis in plaats van te kiezen voor het opportunisme van diegenen die na hem het gezicht van deze partij zijn gaan bepalen.

Nederlanders, een lelijk volk

Donderdag 6 augustus 2009

We hebben een Kabinet waarbinnen de drie politieke leiders in elk geval één ding gemeen hebben: ze studeerden alle drie aan de VU, de enige christelijke universiteit in ons land, de universiteit waar de geest van Abraham Kuypers nog rondwaart, de plek waar het christelijke burgerdom dat ons land eigen is, met zorg in stand wordt gehouden. In elk geval kan worden gezegd dat sinds het vertrek van Lubbers en Van Agt de Roomse blijheid met grote spoed uit onze bestuurscultuur is verdwenen.
Dat blijkt bijvoorbeeld op het moment dat je een paspoort of rijbewijs moet verlengen. Vroeger liet je daarvoor een pasfoto maken (linker oor vrij) waarop je een beetje aardig op stond afgebeeld. Liefst met een glimlach en met een blik alsof je naar iets moois stond te kijken, wat soms ook zo was. Maar ja, deze vrolijkheid, dit op gunstige wijze in beeld brengen van een in Gods toorn gevormde mens, past natuurlijk niet binnen de gereformeerde cultuur die intussen in bestuurlijk Nederland de overhand heeft.
Daarom is sinds enkele jaren de regel: recht in de camera kijken, een treurig blik, deemoed en nederigheid. ‘Zo’n beetje een depressieblik, passend bij deze tijd?’ vroeg ik vandaag de fotograaf. ‘Ja, doet u maar, dan loopt u het minste risico,’ was zijn antwoord. Want ik moet de komende dagen mijn rijbewijs verlengen, en als mijn pasfoto geen in deemoed gedrenkte, door het eeuwige lot getekende weergave van deze zondige mensch weergeeft, dan wordt ik onherroepelijk teruggestuurd. ‘Dat maakt tien euro, ‘ aldus de vakfotograaf, ‘maar dat is met terugstuurgarantie.’ Voor het geval de ambtenaar beslist dat ik toch nog te rooms in de camera blikte.
Oké, ik ben geen mooie jongen. Jammer, maar daar weet ik al meer dan zestig mee te leven. Maar de foto waarmee ik maandag naar het stadhuis loop, slaat echter alles. Ik heb maar eens bij mijn maatje, Renske, geïnformeerd. Ik beschik over prachtige foto’s van haar, afgelopen jaar heb ik zelfs Juane Xue – een van de beste portretkunstenaars in onze stad – gevraagd om Renske op het doek te vereeuwigen. Een prachtig portret waar ik dagelijks met genoegen naar kijk. Maar de pasfoto die zij voor haar rijbewijs heeft laten maken, is een desaster. Verdere navraag bij enkele kennissen leverde een soortgelijk beeld op.

Het is duidelijk: de nieuwe politiek in ons land is er op gericht van ons volk een verzameling afzichtelijke schlemielen te maken. Wat voor beeld zal een ambtenaar aan welke willekeurige grenspost krijgen nadat hij al die treurige foto’s, gemaakt op basis van nationaal geldende rijksnormen, aan zich voorbij ziet gaan. Dat wij op deze wijze hel en verdoemenis al moeten doorstaan, nog eer wij het aardse met het hiernamaals hebben omgewisseld, is toch wel de ergste straf die het Kabinet Balkenende ons oplegt. Het zal wel ergens in het regeerakkoord staan, vrees ik.

Pittige discussie over inburgering verwacht

Woensdag 5 augustus 2009

Het wordt weer een aardige raad, op 8 september, de eerste na het zomerreces. De messen worden al geslepen, er is minstens één boeiende discussie te verwachten. Onderwerp: de inburgering in onze stad. Minister Van der Laan heeft bepaald dat vanaf 1 januari 2010 geen gescheiden inburgeringcursussen mogen worden gehouden. De tijd dat in katholieken kerken de mannen rechts en de vrouwen links van het middenpad zaten, ligt al weer zo’n veertig jaar achter ons. Intussen hebben vrouwen in ons land strijd gevoerd voor gelijke rechten – op vele punten met succes, al is er op menig punt nog wel iets te verbeteren.

Door mannen en vrouwen die in ons land hun leven willen voortzetten, gescheiden in te burgen, bevestig je deze nieuwe landgenoten in een beeld dat al lang niet meer met onze samenleving overeenkomt. Gelijkwaardige behandeling van mannen en vrouwen begint al bij de inburgering. Wat zijn dat voor primitieve macho’s die niet samen met vrouwen in de schoolbanken willen kruipen? En wat voor toekomst gaan vrouwen in ons land tegemoet indien zij zich bij de inburgering al laten ringeloren. Opvoeden doet soms een beetje au, zei mijn moeder vroeger nadat ik mijn vingers aan de hete kachel had gehouden.

De opvatting van minister Van der Laan getuigt dus van een reële kijk op integratie. Maar er zijn gemeenten waar de verantwoordingontlopende geitenharensokkenmentaliteit nog door de burelen waait. Meestal bij bestuurders die zich graag links noemen (hoewel zij in veel gevallen rechts leven) en die het maar niets vinden dat mensen die van onze economie en sociale voorzieningen willen profiteren, ook aan de normen in ons land moeten voldoen. In Amersfoort hadden we ook zo’n wethouder: Gerda Eerdmans van Groen Links. Zij verzette zich tegen de opdracht vanuit Den Haag, al was het maar om aan te tonen hoe betrokken zij zich voelt bij het lot van de instromende allochtonen – die goedbeschouwd alleen maar slachtoffer worden van deze softe en ook laffe benadering.
Haar opvolger, Van ’t Erve, heeft deze week in de media verklaard niet zonder meer een einde te maken aan de gescheiden inburgering in onze stad. Zijn drogredenering is dat gescheiden inburgering er toe kan leiden dat mensen meedoen aan onze maatschappij. Ik zou eerder zeggen: zij doen pas echt mee aan de maatschappij indien zij het absurde isoleren van vrouwen beëindigen. Ingeburgerd zijn betekent bijvoorbeeld dat een islamitische man een avond tegen zijn vrouw zegt: kom ga mee, we gaan samen met de (autochtone) buren een bioscoopje pikken!

Het feit dat Van ’t Erve zich niet wenst te richten naar de opvatting van de minister is op zichzelf al een discussie waard. Pikant is dat een van zijn collega’s, CDA-wethouder Boeve, onlangs heeft meegedeeld dat Amersfoort beter kan stoppen met de gescheiden inburgering. Een van de twee wethouders moet op 8 september dus het hoofd buigen. Wethouder Boeve heeft waarschijnlijk de beste kaarten in handen. De BPA heeft een interpellatie aangevraagd, vergezeld van een motie waarin stoppen van het gescheiden inburgeren wordt gevraagd. De VVD heeft ook een motie ingediend waarin zelfs wordt gevraagd direct vanaf 8 september met de gescheiden inburgering te stoppen. Uiteraard steun ik de BPA-motie, maar zeker ook de VVD-motie!

Maak van Vallei-oever een prachtpromenade

Dinsdag 4 augustus 2009

Ik wil hier niets schrijven over de strijd tussen moslims en onreine honden rondom de moskee in Liendert. Mijn collega Ruud Schulten heeft deze sores op zich genomen, ik sta daarbij geheel achter hem. Maar toch iets over deze moskee. Ik vind het een mooi gebouw, een sieraad aan de oever van het Valleikanaal. Ik weet het, er zijn anderen – ook binnen mijn fractie – die daar anders over denken, maar daaruit blijkt vooral dat smaken verschillen.
Mijn opvatting is dat elke geloofsgemeenschap: katholiek, christelijk, joods of islamitisch, die over genoeg geld en een plek beschikt een kerkgebouw mag neerzetten, en dan bij voorbaat een mooi gebouw. Wat er binnen zo’n kerkgebouw wordt besproken en gedaan, is niet mijn zaak. Ik begin pas een mening te hebben als een geloofsgemeenschap zich met het gebeuren buiten een kerkgebouw gaat bemoeien, om het even of dat de zondagrust of een hondenuitlaatplek betreft.

Ik dacht hieraan toen ik deze week het themanummer van het maandblad SMAAK (Stedenbouw, Monumenten, Architectuur, Architectuurbeleid, Kunst), een uitgave van de Rijksgebouwendienst, las. Het themanummer was gewijd aan het nieuwe gebouw van de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed, aan het Smallepad in onze stad. Ik roep al jaren: een mooi gebouw, maar het staat op de verkeerde plek. Verstopt achter het stadhuis, zonder voldoende ruimte rondom om het gebouw in zijn volle glorie te kunnen waarnemen, voor een deel afgedekt door een schakelstation van Eneco.
Zo’n gebouw had, net als de moskee in Liendert, aan de oever van het Valleikanaal moeten staan. Dergelijke gebouwen geven de ringweg langs het Valleikanaal allure en dragen bij in het upgraden van de achterliggende stadsvernieuwingswijken. De ontwerpers van de nieuwe Hogewegzone hebben dit begrepen en hebben op de plek waar de Hogeweg het Valleikanaal kruist, een aantal markante woontorens gepland. Of die er echt komen, weet ik niet want de torens zullen tot over de provinciale grenzen zichtbaar zijn, wat een aardige metafoor is in relatie tot provinciaal denken.
De oever van het Valleikanaal wordt nu nog grotendeels in beslag genomen door scholen, enkele sporthallen en andere gebouwen die door een timmerman lijken te zijn ontworpen. Vaak zien we vanaf de ringweg de achterkant van de gebouwen, wat een nog grotere aanslag is op het esthetische gevoel van de duizenden die dagelijks gebruik maken van de stedelijke binnenring. Misschien is het een aardig idee indien onze stadsbouwmeester eens en visie ontwikkelt op de oever van het Valleikanaal, van Liendert tot Randenbroek.

In je blootje op de boot

Maandag 3 augustus 2009

Vandaag werd de Amersfoortse Courant gesierd met een foto van de Amersfoortse boot die meevoer in de Amsterdamse Canal Pride. Rood-Wit, met een verwijzing naar de Roze Zaterdag die in 2010 in Amersfoort plaatsvindt.

Van mij mag het allemaal: Canal Pride, Gaypride. Ik zie het vooral als een uit de hand gelopen exhibitionistische stunt waarop ook sommige heterofiele mensen jaloers zullen zijn. Het toeval wil dat ik binnen mijn familie- en kennissenkring zeer regelmatig een meer dan gemiddeld aantal mensen tegenkom die een homofiele relatie hebben. Hun meningen over de Canal Pride lopen uiteen: van grinniken tot meewarig knikken, in elk geval heeft geen van hen de neiging om in zijn blootje door de Amsterdamse grachten rond te varen.
Allemaal hebben ze de zelfde opvatting als ik: ze doen maar, maar het valt nog te bezien of daarmee de reserve die veel mensen tegenover homofiele medeburgers hebben , wordt weggenomen. Sommige vrezen dat het effect juist tegengesteld is, een gevoel dat ik wel kan delen. Daarom vraag ik mij af of de hoogverheven doelstelling van ons gemeentebestuur – emancipatie, acceptatie, respect – bij de Gaypride die volgend jaar in onze stad plaatsvindt, terecht is. Maar zoals gezegd, wie aan de Roze Zaterdag wil deelnemen, moet daarin zeker niet gehinderd worden. En dat de gemeente daar een bijdrage in levert, dat heeft mijn zegen. Er zijn andere gemeentelijke bijdragen waar ik veel eerder een vraagteken bij zet.

Written by raphaelsmit

09/08/2009 at 11:17

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De macht van de overheid

Vrijdag 31 juli 2009

Bij conflicten met de overheid delven burgers in meer dan tachtig procent het onderspit. Oorzaak: de burgers onderschatten de overheid die over goed (met overheidsgeld) betaalde juristen beschikt. Veel burgers die in beroep gaan tegen maatregelen van de overheid doen dit omdat ze overheidsmaatregelen onrechtvaardig vinden. De meeste conflicten die burgers met hun overheid hebben worden veroorzaakt door de bureaucratie en de onnavolgbaarheid van overheidsbesluiten. Aldus een onderzoek dat is uitgevoerd door DAS, het juridisch bureau dat zaken binnen rechtsbijstandverzekeringen uitvoert.
Het onderzoek bevestigt een waarneming die ik al vaker heb gedaan. Het gemeentebestuur schrikt er vrijwel nooit voor terug om juridisch ongeschoolde burgers met de zwaarste wapens aan te pakken. Dat houdt in dat de gemeente, wanneer zij bij een eerste rechtsgang in het ongelijk wordt gesteld, in beroep gaat, als het moet tot het hoogste rechtscollege in ons land. Dat kan een gemeentebestuur makkelijk doen, want in tegenstelling tot veel burgers kan er voor het voeren van rechtsprocessen uit een beurs zonder bodem worden geplukt. Die uiteraard mede door de klagende burger is gevuld.

De schande van onze stadscamping

Donderdag 30 juli 2009

Amersfoort heeft een stadscamping, aan de BW-laan in Bokkeduinen. Sinds de camping, ruim tien jaar geleden, werd geprivatiseerd, is er eigenlijk alleen maar gedonder geweest. Ik kan mij nog het eerste rapport van de Rekenkamer herinneren; dat ging over de privatisering van de camping. Uit het onderzoek bleek dat allerlei verschillende afdelingen binnen de gemeente voor het gebeuren rondom de camping verantwoordelijk waren, dus uiteindelijk eigenlijk niemand. Dossiers waren zoek, en wat er wel was, bevond zich over verschillende afdelingen verspreid. Men deed maar wat, en als er werd opgetreden dan was dat vaak tegen de verkeerde mensen, de werkelijk verantwoordelijken wisten steeds de dans te ontlopen.

Dat blijkt maar weer eens uit een uitgebreid artikel dat de Amersfoortse Courant deze dag aan de stadscamping weidde. De camping is nog steeds een rommeltje, ondanks het feit dat de nieuwe beheerster vol goede moed probeert er nog iets van te maken. Maar nog steeds woont op de camping een groep mensen die er niet horen: daklozen, zwervers, verslaafden. En wat in het artikel nog eens naar voren komt: het is het gemeentebestuur zelf dat voor de absurde gang van zaken op de stadscamping verantwoordelijk is. Immers, het waren de Sociale Dienst en organisaties voor drugshulpverlening en dergelijke die steeds weer totaal-aso’s op de camping onderbracht.
Het gemeentebestuur heeft de campingbeheerster opdracht gegeven het terrein een meer toeristisch karakter te geven. De Amersfoortse Courant sprak enkele van de weinige toeristen die –nietsvermoedend – zich als gast op onze stadscamping hebben ingeschreven. Van het relaas wordt je niet vrolijk. De huidige camping is het slechtste visitekaartje dat je als gastheer aan bezoekers in onze stad kunt uitdelen. Schijnbaar heeft niemand op het stadhuis zich gerealiseerd dat je het campingterrein eerst moet opknappen en lieden die er niet thuishoren het ga-uit moet geven, alvorens je besluit het toeristische karakter te versterken.

Voor de BPA-fractie is alles wat er plaatsvindt niet verrassend. In april stelden we, na aanleiding van klachten die we ontvingen en na een zelf uitgevoerd onderzoek, vragen aan het college. Zoals gewoonlijk werd er, na twee maanden wachten, weer ontwijkend geantwoord en verschool het college zich achter formele opmerkingen om zich daarmee aan zijn verantwoordelijkheid te onttrekken. Bij mij leeft het gevoel dat noch de wethouder voor Recreatie, driftkikkertje Kruijt, noch de wijkwethouder (waarschijnlijk wethouder Eerdmans, die intussen haar heil elders heeft gezocht) ooit zelf poolshoogte zijn gaan nemen. En zoals gebruikelijk: de antwoorden op onze vragen werden natuurlijk binnen de ambtelijke organisatie voorbereid, waarschijnlijk door dezelfde ambtenaren die direct of indirect als veroorzaker van het probleem mogen worden aangezien. Wie kan zich verbazen dat de antwoorden dus van Kafkaiaans onbenul getuigden.
Eigenlijk wilde we als fractie de zaak na het zomerreces aan de orde stellen. De publicatie van vandaag creëerde echter een actueel moment om opnieuw schriftelijke vragen te stellen. We vragen het college onder meer om eindelijk eens tot actie over te gaan en te zorgen dat we eindelijk weer eens een stadscamping krijgen waarvoor je je als burger in deze stad niet voor hoeft te generen. Op de wijze waarop het college tot nog toe met haar verantwoordelijkheid is omgegaan, komen we later nog terug.

Leven we in een toeschouwersdemocratie?

Woensdag 29 juli 2009

We leven in een democratie. Heel wat bestuurders, met name van de gevestigde partijen, roepen dit bij herhaling. Ze gebruiken de verwijzing naar onze democratie om hun beleid, ook indien dat nauwelijks enig maatschappelijk draagvlak heeft, te rechtvaardigen. Maar is dat wel zo?
Die vraag kwam weer bij mij op toen ik deze week een column las van Hans-Ulrich Jörges, chef van de parlementaire redactie van het weekblad Stern. Onder de titel ‘Das entmündigte Volk’ maakte hij deze week in Stern brandhout van alle Duitse politici die zich beroepen op een democratische samenleving, die in de praktijk helemaal niet democratisch is. Zijn waarnemingen en ervaringen binnen de Duitse politiek had hij op vrijwel gelijke wijze in ons land kunnen opdoen.

Eerst wat getallen uit een Forsa-onderzoek. Slechts vijf procent van de Duitsers geloven nog dat zij door het uitbrengen van een stem de politieke gebeurtenissen in hun land kunnen beïnvloeden. Driekwart van de Duitsers zijn er van overtuigt dat de politiek op geen enkele wijze rekening houdt met de belangen van de burgers. De burgers voelen zich van hun rechten beroofd en is dat feitelijk ook, aldus Hans-Ulrich Jörgens. Een groot deel van de besluitvorming wordt door functionarissen beoefend die niets eens door het volk zijn gekozen: de staatspresident (bij ons: het beërfde staatshoofd), de Kanzler (bij ons: de premier), de Bundesrat (bij ons: Eerste Kamer) allerlei overlegorganen (bij ons: de SER en dergelijke) enzovoort. Het parlement is er alleen nog voor het formele afzegenen van beslissingen die elders zijn voorgekookt.
Jörgens citeert de president van het Bundesverfassungsgericht, het hoogste rechtelijke orgaan in Duitsland. Deze stelde vast dat Duitsland lijdt onder ‘Entparlamentiserung’. De Bundestag (bij ons: Tweede Kamer) is in wezen ‘kaltgestellt’. Feitelijk heeft Duitsland alleen nog maar een ‘toeschouwersdemocratie’, aldus Jörgens. En in de gevallen waar de burger via een referendum zelf zijn stem mag laten horen, wordt zijn stem ongeldig verklaard omdat er minder dan 25 procent van de kiezers komt opdagen. En dat, aldus Jörgens, terwijl de SPD en de CDU voor zichzelf een dergelijke horde niet hanteren en bij de laatste verkiezingen niet eens meer kiezers achter zich kregen dan bij zogenaamd ongeldige referenda.

Allereerst: Stern is een weekblad met een miljoenenoplage en kan beslist niet links worden genoemd, hooguit links-liberaal. Ten tweede: in Duitsland wordt, na twee dictaturen in de vorige eeuw, veel intensiever over democratie gepraat en worden misstanden veel duidelijker aan de kaak gesteld dan wij in ons land gewend zijn. Hans-Ulrich Jörgens constateert dat de Duitse burger door zijn bestuur wordt bedrogen, en dat onder de dekmantel van een formele democratie. Ik huldig de opvatting dat het in ons land niet beter is!

Parkeren en het Eemplein

Dinsdag 28 juli 2009

De gemeenteraad moet de komende maanden uitspraken doen over de verdere voortgang bij de ontwikkeling van het Eemplein. Ik durf de bewering aan dat het nog jaren zal duren voordat er een eerste paal voor dit centrum wordt geslagen. En dan bedoel ik een echte eerste paal, geen symbolische handeling die met het oog gericht op de komende verkiezingen wordt gecelebreerd. Ik zal mijn vermoedens niet onderbouwen, want dan moet ik onder meer teruggrijpen op informatie die mij als raadslid in vertrouwen beschikbaar is gesteld. Maar hoe dan ook, we gaan een discussie voeren die zich over langere tijd kan gaan voortslepen.

Een van de onderwerpen die bij deze discussie een rol speelt, is het parkeerbeleid op en rondom het Eemplein. Kort gesteld kan worden opgemerkt: er wordt getracht het aantal ‘dure’ ondergrondse parkeerplaatsen in het Eemcentrum zo klein mogelijk te houden. De problemen die daardoor ontstaan worden naar de omgeving verlegd, niet alleen in de vorm van extra overlast maar ook door beperkingen op plekken waar dat bij een goed parkeerbeleid helemaal niet aan de orde hoeft te zijn. Om het aantal parkeerplaatsen te beperken, wordt er kwistig met drogredeneringen rondgestrooid.
Een daarvan betreft het aantal parkeerplaatsen dat volgens de bouwverordening binnen het project Eemplein moet worden gerealiseerd. Het college wil deze normen niet hanteren en beroept zich daarbij op een ontheffing op basis van een Milieueffectrapportage (mer) die in het kader van het bestemmingsplan is opgesteld. Hoe de uitgangspunten voor deze mer tot stand zijn gekomen, ontrekt zich aan mijn waarneming, maar wanneer het resultaat van deze mer is dat er minder plaatsen nodig zijn dan volgens het bouwbesluit noodzakelijk zou zijn, dan stinkt het ergens op een verschrikkelijke manier.
Er staat ons overigens wel een aardige discussie te wachten. Het bestemmingsplan moet worden aangepast, waarbij ook de waarde van de verouderde mer aan de orde komt. En er moeten, door wijzigingen in de plannen, nieuwe bouwvergunningen worden afgegeven. Die moeten dan wel stroken met het, door de raad nog te wijzigen, bestemmingsplan. Nu ik heb gelezen welke voorwaarden de projectontwikkelaar heeft gesteld ten aanzien van het parkeerbeleid in en rondom het Eemplein, is er alle reden om een nieuwe, goed onderbouwde discussie over het parkeerbeleid te voeren.

Het antwoord dat ik op schriftelijke vragen, die over het aantal parkeerplaatsen onder het Eemplein stelde, biedt meer dan genoeg stof voor een nieuwe discussie. In elk geval weet ik dat zich binnen de groep van belangstellenden voor deze discussie ook beoogde huurders van winkels in het Eemplein bevinden. Ook die hebben belang bij het realiseren van voldoende parkeerplaatsen en zullen hun – noodzakelijkerwijze opnieuw te nemen – beslissing over wel of geen vestiging in het Eemplein ook van zaken als parkeervoorzieningen laten afhangen. Dat maakt de discussie extra pikant!

Declaratiegedrag

Maandag 27 juli 2009

Guido de Wijs besteedde in zijn AC-column van afgelopen zaterdag aandacht aan het declaratiegedrag van gemeentebesturen. Hij kraakt een aantal harde noten over figuren zoals de Utrechtse burgemeester Aleid Wolfsen die zich, aangesproken op hun gedrag, verweren door een aanval te openen op de media die hun alleszins laakbaar gedrag aan de kaak hebben gesteld.

Maar bij ons in de stad gaat alles goed, constateert hij. Nu moet ik zeggen dat de lijst van declaraties die het college, op verzoek van een van de landelijke actualiteitenrubrieken, openbaar heeft gemaakt, mij ook geen rode konen heeft opgeleverd. Ik zou mij overigens verbaasd hebben indien dat wel het geval zou zijn geweest. Immers, indien het binnen ons college bij het declareren echt de spuigaten uit zo zijn gelopen, dan hoeft dat uit de gepubliceerde lijst niet tot uiting te komen. We weten alleen wat er wel in de opsomming staat, niet wat er in mist.
Voor alle duidelijkheid, ik heb geen verdenkingen, dus kan mij er eigenlijk niet over opwinden. Maar ik hecht weinig aan de lijst, zolang die op verzoek van een actualiteitenrubriek wordt opgevraagd. Ik zou pas echt rechtop gaan zitten als een accountant er zijn handtekening onder zou zetten. In elk geval is de lijst die ons college publiceerde zo uitgebreid, dat heel gemakkelijk de indruk kan ontstaan dat deze ook volledig is. En die zekerheid heb ik niet.

Zand er over en verder leven, zou het devies kunnen zijn. Maar de duivel steekt in het laatste deel van de column van Guido de Wijs. Daar grijpt hij terug op een opmerking van de collegewoordvoerder Wiersma. Die heeft bij voorbaat laten weten dat onterecht gedeclareerde uitgaven worden terugbetaald. Ja, wat nou? Waarom zou je als college onterecht gedeclareerde uitgaven terugbetalen indien je tevens de indruk probeert te wekken dat alles binnen ons college naar eer en geweten is verlopen? Is er dan toch wel iets aan de hand?

Vragen bij communicatiebeleid blijven bestaan

Vrijdag 24 juli 2009

Begin deze maand stelde ik schriftelijke vragen over het communicatiebeleid in onze stad. Directe aanleiding was het boek ‘De communicatieoorlog’ van GPD-redacteur Frits Bloemendaal. Die constateerde dat de afgelopen jaren overheidscommunicatie steeds meer een doel dan een middel lijkt te zijn en dat, gesteund door steeds royalere budgetten en sterk uitdijende communicatieafdelingen, de media en het publiek in toenemende mate worden gemanipuleerd. Ik beperk mij tot deze beknopte samenvatting.

In elk geval dacht ik: dat zal wel niet alleen in Den Haag en de grotere steden zijn, maar zou in ons eigen Veluwedorp net zo goed kunnen plaatsvinden. Ik spreek wel eens journalisten, niet alleen de plaatselijke, en maak uit gesprekken met hen op dat het afschermen van collegeleden, het sturende vermogen bij informatie en het tactisch plannen van minder goed nieuws ook in Amersfoort niet ongebruikelijk is.
Laat ik eerlijk zijn: ik verwachtte geen antwoord waarin zou worden toegegeven dat wat Frits Bloemendaal in zijn boek schreef, ook in onze stad gang en gave is. Had het college – ingefluisterd door zijn communicatiemedewerkers – meegedeeld dat dat wél zo is, dan was dat tevens het bewijs geweest dat het bij ons in Amersfoort nog wel meevalt, hoe paradoxaal dat ook klinkt. Ik stel eerder dat het feit dat er wordt ontkent, op zichzelf niet inhoudt dat het dan dus ook niet gebeurt. Alleen al het feit dat de vragen met ongebruikelijke snelheid (dertien dagen!) werden beantwoord, maakt mij duidelijk dat de communicatiemachine binnen ons stadhuis adequaat is georganiseerd. En dat geeft mij te denken!

Interessant was de opsomming van het college over de feitelijke situatie binnen het Amersfoortse communicatiebeleid. Bij het lezen daarvan voelde ik mij als een agnost die de bijbel leest. Dat er bijna 25 ambtenaren ten stadhuize zich specifiek ‘communicatiemedewerker(ster)’ mag noemen, naast de velen die uit de aard van hun werk ook voor- of toelichtende taken vervullen, verraste mij niet zozeer. Het bevestigde eerder de situatie die ik de laatste jaren in toenemende mate waarneem. En daar voel ik mij noch als burger in deze stad noch als lid van de gemeenteraad lang niet altijd prettig bij!

Written by raphaelsmit

01/08/2009 at 16:17

Geplaatst in Uncategorized