Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for april 2007

leave a comment »

Kwaliteit en spontaniteit van een wethouder

Woensdag 25 april 2007

Ik heb op deze site verschillende keren kritische opmerkingen gemaakt over zaken die wethouder Mirjam van ’t Veld betroffen. Mijn kritiek gold, over haar hoofd heen, meestal ook de ambtenaren van haar afdelingen, maar uiteindelijk is zij bestuurlijk verantwoordelijk. Uiteraard houdt dergelijke kritiek niet in dat alles wat uit de handen van deze wethouder komt, verkeerd zou zijn. Het zijn echter vaak de incidenten die de toon zetten.

Maar ik wil graag ook wel eens een positieve kant van het optreden van Mirjam van ’t Veld onder de aandacht brengen. Vandaag verrichtte zij de officiële starthandeling voor de bouw van het winkelcentrum in Vathorst. Enthousiast wipte zij achter het katheder en stak een bevlogen verhaal af over Vathorst, zijn bewoners en de functie van het te bouwen winkelcentrum. Geen overdaad aan cijfers, maar daar zat ook niemand op te wachten. Het ging om het feest, alle aanwezigen wisten goed genoeg wat er aan de hand was. En wat mij weer opviel: de wethouder las haar verhaal niet voor van een ambtelijk voorbereid concept maar stak het af uit de losse mouw. En zo hoort het ook.
Met hoeveel kromme tenen maak ik vaak het optreden van enkele van haar collega’s mee. Bijvoorbeeld Ruud Luchtenveld, die menigmaal moeizaam een tekst staat voor te lezen, zelfs wanneer het om een min of meer ongedwongen feestelijke bijeenkomst gaat. Zelfs antworden op mondelinge vragen in de raad (s.v.p.: graag schriftelijk vooraankondigen!) worden van een papiertje afgelezen. Zijn gezicht lijkt te zeggen: komt dit uit mijn mond? Alsof hij net uit Oezbekistan is komen aanvliegen.
Of, nog erger, zijn collega Gerda Eerdmans. Die leest teksten op van een pijntrekkende, ambtelijke, regenteske inhoud op een wijze waarmee zij de mega-afstand tussen haar bestuurlijke positie en het gewone klootjesvolk nog eens extra accentueert. Mij bekruipt soms het gevoel dat zij met haar overdreven formalisme een gebrek aan inhoud tracht te camoufleren. Maar daar is meer voor nodig!

Anekdotisch is een verhaal dat ik onlangs hoorde over wethouder Arriën Kruyt, iemand die in elk geval wél over de gave van het woord beschikt en durft te improviseren. Ter voorbereiding op de nieuwe cultuurnota vindt een reeks van openbare bijeenkomsten plaats. De organisatoren van een van deze bijeenkomsten leek het aardig om tijdens het afsluitende eten de wethouder te interviewen. Toen een van de ambtenaren van de wethouder dit vernam, werd er een veto uitgesproken over dit voornemen; zoiets was onmogelijk. Enkele dagen later sprak een van de organisatoren toevallig de wethouder en sprak haar treurnis uit over het feit dat het interview was geblokkeerd. De wethouder wist van niets. Hij vond het juist een uitstekend idee, en zo werd het programma voor de tweede keer aangepast.
Overigens, ook op een aantal van de raadsleden valt wel iets aan te merken. Er zijn er nogal wat die zowel tijdens De Ronde als in Het Besluit een verhaal prevelen dat nauwgezet is uitgeschreven. Angsthazen dus. Ik vind dat een raadslid in elk geval zo kundig moet zijn dat hij of zij zonder uitgebreide tekst, hooguit met enkele steekwoorden op een vodje papier, zijn of haar bijdrage moet leveren. Er zijn natuurlijk uitzonderingen denkbaar, bijvoorbeeld algemene beschouwingen die namens een hele fractie worden uitgesproken en dus vooraf uitvoerig zijn doorgenomen. Maar raadsleden die bij doorsnee-agendapunten hun verhaaltje op weinig inspirerende wijze oplezen, hebben eigenlijk voor een verkeerde functie gekozen. Dat geldt net zo goed ook voor wethouders!

Written by raphaelsmit

26/04/2007 at 06:12

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Gratis openbaar vervoer voor ouderen

Dinsdag 24 april 2007

Een van de agendapunten tijdens De Ronde deze avond omvatte een reeks voorstellen voor gratis openbaar vervoer. Een van de voorstellen betrof het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers tijdens de daluren en in de weekenden. Sinds een aantal maanden is deze vorm van openbaar vervoer als experiment in de aanbieding. Het experiment loopt tot 1 mei. Na een evaluatie besluit de gemeenteraad of het experiment wordt gecontinueerd.

Tijdens de discussie deze avond uitten de meeste fracties hun tevredenheid over het experiment. Weliswaar leidt het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers niet tot een massale overstap van de eigen auto naar het openbaar vervoer, maar de grote belangstelling onder deze doelgroep bewijst dat het experiment aanslaat. Aangenomen wordt dat een andere doelstelling, namelijk het bestrijden van sociaal isolement onder ouderen, in elk geval wordt gerealiseerd. De raadsleden hadden ook veel positieve reacties ontvangen.
Het ziet er dus naar uit dat het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers wordt gecontinueerd. Als dat zo is, ontstaat wel een vreemde situatie. Vanaf 1 mei, na afloop van het experiment, eindigt het gratis openbaar vervoer voor ouderen, om waarschijnlijk enkele maanden later, na een positief besluit van de gemeenteraad, weer te worden ingevoerd. Dat leidt ongetwijfeld tot onduidelijkheid en vergt extra investeringen op het gebied van communicatie en marketing.
Mijn voorstel tijdens de bijeenkomst was daarom om de experimentenperiode te verlengen tot de raad een besluit heeft genomen. Zoals het er nu uitziet, houdt dat in dat de gecreëerde dienstverlening voor ouderen daarmee pauzeloos wordt voortgezet. Omdat het hierbij gaat om gebruik van al rijdend busmaterieel gedurende de stille uren, telt het kostenaspect nauwelijks mee.

De overige aanwezige raadsleden vonden het een goed idee en ook wethouder Luchtenveld zag de logica van het voorstel wel zitten. Wel moet hij de komende dagen overleggen hoe een en ander begrotingstechnisch wordt ingericht. Ook zal er overleg met de vervoerders moeten plaatsvinden. De raadsleden kregen toegezegd op korte termijn per e-mail te vernemen of het voorstel wordt gehonoreerd.

Een overbodige motie

Maandag 23 april 2007

Mijn fractie staat ten opzichte van asielzoekers een humaan beleid voor. Het Verdonkbeleid uit de afgelopen vier jaar heeft bij ons op weinig of geen steun kunnen rekenen. Het – aan voorwaarden gebonden – generale pardon voor asielzoekers die al jarenlang op een definitieve beslissing wachten, juichen we dan ook toe. Het komt nu op de uitvoering aan.
Dat de uitvoering enige tijd kost, is duidelijk. Criteria moeten helder worden geformuleerd en de groep waarvoor de maatregel dient, moet in beeld worden gebracht.

De gemeentebesturen spelen daarbij een belangrijke rol. In een raadsinformatiebrief die wij onlangs ontvingen, werd beschreven hoe onze burgemeester dit aanpakt. Uit de brief blijkt in elk geval dat Amersfoort op dit punt voortvarend is en al alle initiatieven heeft genomen die mogelijk zijn. Het wachten is nog op een aantal instructies uit Den Haag.
Overbodig is daarom de motie van Mustafa Ozcan over dit onderwerp. Feitelijk vraagt hij of de gemeenteraad aan de burgemeester wil vragen te doen waar ze al mee bezig is. Een motie voor de publieke tribune dus. Daaraan heeft Jouw Amersfoort geen behoefte. Uiteraard kan Mustafa op onze volle steun rekenen wanneer hij kan aantonen op welke punten onze burgemeester ten aanzien van dit onderwerp faalt. Maar zover is het niet, dus hij doet er beter aan zijn motie te laten voor wat het is.

College duikt voor helderheid over eigen keuze

Zondag 22 april 2007

‘Westtangent geen zaak voor dit college’, kopte De Stad Amersfoort afgelopen vrijdag. Daarbij wordt wethouder Ruud Luchteveld geciteerd. Met een dergelijke uitspraak wekt de wethouder de indruk dat het college nog geen uitspraak wil doen over het al dan niet aanleggen van de al jaren omstreden Westtangent.

Aanleiding voor zijn uitspraak is de presentatie van het ontwerpbestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen. Het college heeft in dit ontwerp geen tracéreservering opgenomen voor een Westtangent. Overigens, het is uiteindelijk de raad die hierover beslist, maar gezien de politieke stemming tot nog toe heeft een plan voor de Westtangent weinig kans van slagen.
De opvatting van Ruud Luchtenveld dat het huidige college geen besluit neemt, is een drogreden. Natuurlijk neemt het college een besluit, een heel helder besluit zelfs. Het college spreekt zich uit tegen de Westtangent. Het is met de tracéreservering net als met het weer: het regent of het regent niet. Halve regen bestaat niet. Door geen tracéreservering in het bestemmingsplan op te nemen, heeft het college een duidelijke uitspraak gedaan waarvoor het zich eventueel maatschappelijk moet verantwoorden – ook tegenover de natuurlijke achterban van VVD-wethouder Ruud Luchtenveld.

Zoals de wethouder zich er nu probeert op de vlakte te houden, ken ik er nog wel een aantal. Ruud Luchtenveld zou ook kunnen zeggen: ‘Het is aan het volgende college om een uitspraak te doen over het bouwen in Stoutenburg-Noord, over sloopplannen voor Jericho-Jeruzalem, over dorpse villabebouwing in Zeldert, over woonenclaves in Vathorst-Noord, over een parkeertarief voor het grootste deel van de stad, over sloop van het Rietveldpaviljoen, over de marktverplaatsing van De Hof naar de Grote Koppel, enzovoort. Het huidige college conserveert slechts.’
Nou nee, wethouder, dat zijn allemaal punten waar de raad niet achter zal staan, net als bij de Westtangent. Door te beweren dat dergelijke onderwerpen geen zaken zijn voor het huidige college, zou de wethouder de indruk wekken dat binnen het stadhuis andere opvattingen bestaan en dat ambtenaren en college alleen maar wachten op een geschikter moment, bijvoorbeeld na het aantreden van een nieuwe raad.

Pornofestival als studentikoze grap

Zaterdag 21 april 2007

Vandaag bezocht ik de expositie die in verband met het pornofestival is ingericht aan de Kleine Koppel. Vrijdagavond werd het festival op deze plek geopend. Ik verbleef op het moment van opening nog in het Amsterdamse Concertgebouw. ‘Geeft niets,’ zeiden de organisatoren tegen mij, ‘je kunt ook wel wat later komen.’

Zover kwam het niet. In het Concertgebouw verzorgde het KCO, samen met het Nederlands Kamerkoor en een keur aan solisten, een avond die mij als OCK (ongelovige cultuur-katholiek) sterk aansprak: zoals Mozart’s Vesperae solennes de confessore, met onder meer het prachtige Laudate Dominum, en de Krönungsmesse van dezelfde componist. Met die muziek nog in de oren parkeer je je auto niet aan de Grote Koppel om vervolgens naar de andere Eemoever te wandelen en daar de start van een pornofestival bij te wonen!
Die wandeling maakte ik dus deze dag. Mijn conclusie: als de openingsavond net zo was als de tentoongestelde kunstwerken, dan was mijn besluit van de vorige avond meer dan terecht. Onder te exposanten trof ik namen aan van kunstenaars van wie ik beter ben gewend. Het geheel kwam op mij over als een melige studentengrap. Echte erotiek ontbrak, beoogde provocaties schoten hun doel voorbij en ik kon mij nauwelijks voorstellen dat de bijna 200 getoonde doeken, printen, foto’s en objecten aanleiding gaven tot denkprocessen, laat staan tot discussie.

Wat overigens niets afdoet van mijn opvatting dat de gemeente het organiseren van een dergelijk festival niets in de weg moet leggen. Mijn mening over de tentoonstelling staat ongetwijfeld haaks op die van vele anderen, dus laat mijn smaak geen norm zijn. Dat kunstenaars grenzen zoeken, vind ik een goede zaak. Ik zou kunnen zeggen: volgende keer wat langer speuren!

Amersfoort als fijne leefstad

Vrijdag 20 april 2007

Dat was een mooi positief bericht over onze stad. Uit de Atlas voor Gemeenten blijkt dat wij van de vijftig grootste gemeenten in ons land tot de top-tien behoren op het punt van ‘fijn wonen’ – om precies te zijn: we staan op plaats acht. Aansprekende gemeenten als Hilversum, Nijmegen, Zwolle, Rotterdam, Groningen,Breda en Apeldoorn (ik doe maar een greep) laten we achter ons. Bravo bellisimo, mia bella città!

Snel groeiende steden met veel nieuwbouwwijken blijken het op de index van fijn wonen extra moeilijk te hebben. Maar Amersfoort heeft natuurlijk een aantal factoren die dat probleem helpen op te heffen: een prachtige binnenstad, een mooie omgeving, knooppunt in het nationale wegen- en railnet, een verhoudingsgewijs hoge welvaart en een sterke economie.
Adel verplicht! Het is soms makkelijker om vanuit een achterstandsituatie positief te scoren dan om een toppositie te behouden. Een belangrijkste klus die voor ons ligt is het betrekken van alle nieuwe bewoners bij het gebeuren in onze stad. En wat zeker zo belangrijk is: de beste ambassadeurs bij het promoten van onze stad zijn onze eigen inwoners. Door goed beleid, open communicatie, gebruikmaking van aanwezige creativiteit en een geloofwaardig bestuur moeten we al onze stadgenoten actief houden, zorgen dat het fijn wonen blijft in onze stad en moeten we alle inwoners steeds genoeg aanleiding geven om hun tevredenheid ook buiten de stad onder de aandacht te brengen.
Maar goed: wat we hebben, dat hebben we in elk geval maar mooi!

Written by raphaelsmit

25/04/2007 at 11:24

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Het sportcafé en het Lichtenberggebied

Woensdag 18 april 2007

De afgelopen dinsdagavond was een avond vol keuze. Voor de meeste raadsleden lagen de volgende uitnodigingen op tafel: om zes uur het Sportcafé in restaurant De Olifant, zeven uur een inloopinformatieavond over de nieuwbouwplannen voor het Lichtenbergterrein en een discussie over communicatiebeleid op het stadhuis en om acht uur een zogenaamd stadsdebat over integratie. Vanuit het standpunt dat je als volksvertegenwoordiger vooral de stad in moet trekken, viel de bijeenkomst op het stadhuis voor mij direct af. Op het terrein van de sport ben ik jarenlang actief dus het sportcafé was mijn eerste date. Een stadsdebat over integratie is voorspelbaar: een stroom van politiek verantwoorde opvattingen zonder wezenlijke conclusies, dus lag voor mij de avond over de Lichtenberglocatie meer voor de hand.

Het sportcafé is meer dan de naam doet vermoeden. Ruim honderd aanwezigen uit de sportwereld, het bedrijfsleden, de media en een achttal raadsleden van vijf fracties spraken over de toekomst van de sport in onze stad. In het najaar moet hierover een nota worden gepresenteerd. De goed opgezette discussie is moeilijk in enkele woorden samen te vatten. Een van de belangrijkste conclusies was wel dat vrijwel iedereen, ook de raadsleden en sportwethouder Ariën Kruyt, voor topsport een belangrijke plaats wil inruimen.
Binnen de Amersfoortse politiek werd je de afgelopen decennia met pek en veren ingesmeerd wanneer je verklaarde dat topsport net zo belangrijk is als breedtesport en daarom evenveel aandacht vanuit het gemeentebestuur verdiend. Die tijd lijkt voorbij te zijn. Er werd daarnaast een belangrijke rol toegekend aan het verenigingsleven. Iedereen was het er over eens dat twintig jaar groei in de stad niet was vertaald in een even sterke groei op het gebied van sportaccommodaties. Op dit punt is een inhaalslag noodzakelijk. Het wachten is op de vertaling van deze opvatting in concrete plannen.

De avond over de Lichtenberg trok zo’n honderd belangstellenden. Er vonden intensieve discussie plaats en een groot aantal misverstanden kon worden opgeruimd, bijvoorbeeld over de omvang van het appartementencomplex in het centrum van het nieuw te ontwikkelen woongebied. Nieuw voor mij was de lobby van Humanitas. Deze stichting pleit er voor om het appartementencomplex te wijzigen in een woonzorgcomplex. Dat zou in elk geval meer woningen met een kleiner oppervlakte opleveren. De bijgeleverde schets van het complex, met de naam ‘Akropolis Amersfoort’ detoneerde behoorlijk binnen de plannen die tot nog toe zijn besproken. Laten we die kant niét opgaan!
Tijdens de discussie tussen bewoners en gemeente, zoals die de afgelopen jaren is gevoerd, had het appartementencomplex al een duidelijke functie. Het gebouw zou zelfstandige woonruimte moeten bieden voor mensen uit Amersfoort-Zuid, voor wie door leeftijd de huizen met royale tuinen niet meer te onderhouden zijn. Door de bouw van het wooncomplex zou een doorstroming tot stand komen waardoor een groot aantal huizen in de betere prijsklasse op de markt vrijkomen. Hiernaar bestaat behoefte, het zou ook een bijdrage kunnen leveren bij het aantrekken van nieuwe bedrijven in onze stad.
Het gebouw ‘Akropolis Amersfoort’, zoals door Humanitas voorgesteld, is van een – overigens goede – architectonische kwaliteit die in elke nieuwbouwwijk past. De wens van Humanitas om in onze stad een woonzorgcentrum op humanistische grondslag te bouwen, verdient zeker steun. Maar of het Lichtenberggebied daar de beste plek voor is, waag ik te betwijfelen.

Written by raphaelsmit

18/04/2007 at 10:07

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Nieuwe inzichten over de baggerstortlocatie

Dinsdag 17 april 2007

Baggerdepots zijn veel minder vervuilend dan tot nog toe gedacht. Dat las ik deze dag in De Volkskrant. Het betreft hierbij het resultaat van een onderzoek dat in opdracht van Rijkswaterstaat in 2004 is uitgevoerd. Jammer dat we dit niet eerder wisten, het had de discussie over de baggerstort achter Vathorst kunnen beïnvloeden.

Het is overigens de vraag of deze kennis het besluit om twintig miljoen euro uit te geven voor het voorkomen van de baggerstort in Vathorst-West, had beïnvloed. Toen de raad een besluit moest vellen, was in elk geval al bekend dat het aanbod aan bagger flink achter bleef bij de oorspronkelijke ramingen van de provincie. Voeg daarbij het feit dat Smink, nu de baggerstort niet doorgaat, wel toestemming heeft gekregen om bagger op te vangen op de bestaande stort, en de vraag dringt zich op of er bij de discussie over de baggerstort misschien hele andere zaken een rol spelen.
Hoe dan ook: de stad is er vele miljoenen euro’s armer op geworden, de firma Smink heeft een fors bedrag uitgekeerd gekregen waarvan je je moet afvragen of dat überhaupt wel noodzakelijk was en een groep projectontwikkelaars lachen in hun vuistje. Zij mogen duizenden extra woningen in Vathorst bouwen om daarmee de financiële schade voor de gemeente te beperken. De uiteindelijke verliezer is dus de natuur: er moet een belangrijk stuk van de groene verbindingszone tussen de Eempolder en de Arkemheensepolder worden opgeofferd om extra woningbouw mogelijk te maken.

Ik las vandaag in de Amersfoortse Courant dat de basisschool Pallas Athene met de kinderen een thema uitwerkt: De Stad Amersfoort. De kinderen sleepten een kei over het schoolplein, politie en brandweer komen op school hun werk toelichten en er wordt een tocht door de stadsgrachten gemaakt. Daarnaast bezoeken de kinderen het bedrijf Smink. Kijk: de staf van deze school weet waar in onze stad echt aan de touwtjes wordt getrokken en waar de slimste heren zitten. Een bezoek aan het stadhuis staat niet op het programma.

De discussie tussen het CDA en de BPA

Maandag 16 april 2007

Er heerst een kleine oorlog tussen Hans van Wegen van de BPA en de fractie van het CDA. Roland Offereins van het CDA doet hierover verslag op zijn website. De aanleiding ligt bij de beschuldiging van Hans van Wegen in de richting van CDA-wethouder Van ’t Veld. Die zou rondom de, door de bewoners krachtig bestreden, plannen voor de hangplekbanken rond de vijver van Emiclaer halve en hele onwaarheden ten beste hebben gegeven. Ik heb hier geen mening over, de feiten ontbreken mij. Wel weet ik dat de wethouder een aardige babbel heeft, trekpop is voor haar ambtenaren en in het verleden vaker met verschillende waarheden heeft geopereerd. Ik zal daarom niet bij voorbaat zeggen dat het ongelijk bij Hans van Wegen ligt – zijn beweringen lijken mij in principe aannemelijk.

Wat mij bij dit soort discussies steeds weer opvalt is de moraliserende toon vanuit de collegepartijen. Indien de toon of de inhoud van de boodschap, weergegeven door een van de oppositiepartijen, bij de coalitie niet in goede aarde valt, wordt al snel teruggegrepen op argumenten betreffende de wijze waarop raadsleden zich hebben te gedragen. Ik zou Hans van Wegen willen adviseren: trek je daar niets van aan. Elk raadslid is verantwoordelijk voor zijn eigen optreden, de regels van de coalitiepartijen hoeven niet de norm te zijn voor leden uit de oppositie. Indien coalitiepartijen zich niet kunnen vinden in de toon, dan is dat jammer. Het leven is soms hard!

Written by raphaelsmit

17/04/2007 at 10:25

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Vreemde opvattingen bij AC-hoofdredacteur

Zondag 15 april 2007

Bewoners aan de Verdiweg klagen over een fietstunnel. Bewoners in Amersfoort-Noord verzetten zich tegen hangtrappen bij de vijver van Emiclaer. In het Soesterkwartier strijden bewoners voor het behoud van hun groengordel. Er wordt geprotesteerd tegen de afsluiting van de toegangstunnel naar Hooglanderveen.
Het zijn enkele van de punten in de column van AC-hoofdredactuer Arjeh Kalmann. Ik gun alle burgers uiteraard het recht te protesteren (sic), aldus Arjeh Kalmann, maar ze moeten – kort samengevat – dan niet zeiken over een trage overheid. De AC-hoofdredacteur, onderdeel van ons stedelijke establishment, als beschermengel van onze veelgeplaagde gemeentebestuur?

De bal wordt bij de inwoners van onze stad gelegd, terwijl die toch duidelijk bij ons college en haar ambtelijk apparaat hoort te liggen. Dat had Arjeh Kalmann in elk geval kunnen weten wanneer hij zich iets meer in de werkelijke gang van zaken rondom de door hem aangehaalde gebeurtenissen zou hebben verdiept.
De bewoners bij de Verdiweg krijgen, zonder overleg vooraf en na veel te late informatie een ongewenst fietspad langs hun ramen. Dat het met de hangtrappen echt is misgelopen, had Arjeh Kalmann in zijn eigen krant kunnen lezen: de wethouder is – terecht – door de raad teruggefloten en moet haar huiswerk overdoen. De gemeente dumpt allerlei extra sportvoorzieningen in de groene gordel van het Soesterkwartier, zonder zich te informeren naar de mening van de omwonenden. In Hooglanderveen zijn bewoners het slachtoffer van technocratische planningsfouten.
Mogen de bewoners dan a.u.b. protesteren, mijnheer Kalmann. Indien er taaiheid in de voortgang van werkzaamheden ontstaat, is dat niet de schuld van bewoners. De werkelijke schuld ligt bij de organisatie op het stadhuis, die zonder voldoende overleg en informatie zijn eigen agenda er doorheen probeert de drukken, ongeacht of inwoners in onze stad daarvan zijn gediend. En ja, wanneer die zich dan logischerwijze verzetten, lopen al die mooie plannetjes van onze ambtenaren enige vertraging op. Maar als de AC-hoofdredacteur dat de bewoners verwijt, dan heeft hij het toch echt aan het verkeerde eind.

Overigens: de redactie van de AC mag blij zijn dat inwoners in onze stad zich roeren. Of beperkt deze krant zich liever tot het afdrukken van foto’s waarop hoogwaardigheidsbekleders glunderend ongevraagde voorzieningen in onze stad presenteren of in werking stellen?

Eemplein: dat is schrikken

Zaterdag 14 april 2007

In de Amersfoortse Courant stond vrijdag een ingezonden brief van Kees Terpstra. Onderwerp: het nieuwe Eemplein. De redactie had ter illustratie bij de brief een tekening van een deel van het plein afgedrukt. Te zien was het project Hanging Gardens van het architectenbureau O’Donnel en Tudmay, naast de Sasjesbrug. Het project wordt gebouwd langs de oever van de Eem, tussen de nieuwe brug en Zandvoort aan de Eem. Bouwstart: zomer 2008, oplevering voorjaar 2010.
Vandaag werd ik gebeld door een verontruste bewoner uit het Gildekwartier. ‘Klopt de tekening in de krant?’ Jawel dame, de tekening klopt. Met het Eemplein zullen de inwoners in onze stad aan een nieuwe binnenstadmaat moeten wennen. Acht verdiepingen is daarbij een aardig gemiddelde. De Hanging Gardens gaan zo’n drie verdiepingen boven de toplichten van de Sasjesbrug uitsteken. Voor de bewoners in het Gildenkwartier, die aan de andere kant van het water wonen, zal dat even schrikken zijn. En waarschijnlijk niet alleen voor hen!

Gaat de wethouder haar huiswerk overdoen?

Vrijdag 13 april 2007

Als ik de Stad Amersfoort van deze dag goed begrijp, zijn de hangbanktrappen in het vijvergebied nabij Emiclaer van de baan. Ik moet dat nog zien: ons ambtelijke apparaat is taai, de collegeleden zijn volgzaam en als er op het stadhuis eenmaal een plannetje is bedacht, krijg je het niet meer zo gemakkelijk van tafel. Een sprekend voorbeeld daarvan, afkomstig uit dezelfde ambtelijke kokers, ligt bij mij voor de deur.

Wethouder Van ’t Veld moet met de bewoners in Zielhorst en Kattenbroek gaan praten. Dat had ze nog niet gedaan en was ze ook niet echt van plan, maar een motie in de raad dwingt haar daartoe. Met dank aan mijn fractiegenoot Patrick Nederkoorn. De eerder aangekondigde schouw die zij met haar collega’s Van Daalen en Eerdmans heeft gehouden, is uitgemond in een openbare spitsroedentocht, waarbij de bewoners op duidelijke wijze hebben laten zien wat de gevolgen van de gemeentelijke plannen zullen zijn.
Maar ja: ik vermoed dat de hangbanktrappen al zijn besteld, ik heb zelfs begrepen dat voorbereidende werkzaamheden al van start zijn gegaan. Door ervaring wijs geworden, kan ik het nu volgende scenario uitschrijven. Er verstrijkt eerst enige tijd ten behoeve van het uitstomen en kalmeren van de gemoederen. Vervolgens wordt er een kleine werkgroep gevormd waarin enkele bewoners als woordvoerder mogen optreden. Die worden onder druk gezet en zullen instemmen met enkele vaag aangekondigde aanpassingen van de plannen. Hierna wordt de buurt geïnformeerd met de mededeling dat, met instemming van de bewonersvertegenwoordigers, de plannen in aangepaste vorm zullen worden uitgevoerd. En wanneer de uitvoering eenmaal ter hand wordt genomen, zullen de bewoners merken dat de wijzigingen marginaal zijn en de ambtenaren (sorry, het college) zijn oorspronkelijke plannen in hoofdlijnen toch heeft weten door te drukken.

Ik hoop dat het eens een keer anders gaat.

Sport en integratie

Donderdag 12 april 2007

Dinsdag aanstaande vindt er een sportcafé plaats. Sportbesturen, ambtenaren, raadsleden en anderen gaan op initiatief van SRO praten over de toekomst van het sportbeleid in onze stad. Een goed initiatief, met zorg georganiseerd. De deelnemers hebben intussen als warming up de ‘Startnotitie voor de ontwikkeling van het beleidskader sport 2008-2015’ ontvangen. De notitie bevat een groot aantal vragen en discussiepunten, één avond sportcafé lijkt mij nauwelijks voldoende om op alle kwesties in te gaan.

Ik wil wel vast één enkele opmerkingen maken. In de achterstandsgebieden slaat het sportstimuleringsbeleid onvoldoende aan. Met name allochtone meisjes en vrouwen lopen achter op het gebied van sportparticipatie. Kunnen sportverenigingen hierbij een rol spelen, is de vraag? Ik zou niet zonder meer nee willen zeggen, maar het feit dat veel allochtone stadbewoners, en dan met name meisjes en vrouwen, moeilijk zijn te strikken voor sportparticipatie, lijkt mij vooral een cultureel probleem.
Sport kan bij het oplossen daarvan wel een rol spelen, maar de echte oplossingen moeten op een heel ander vlak worden gevonden. Er wordt binnen het onderwijs, het culturele werk en op andere plaatsen nog een te groot accent gelegd op het beschermen van de eigen cultuur van allochtonen. Nieuwe inwoners wordt onvoldoende gewezen op het feit dat in ons land een vrijzinnige, open cultuur heerst en dat het accepteren hiervan en participeren hierin voorwaarden zijn om uit de – vaak nog zelf gekozen – maatschappelijke achterstandsituatie te geraken.
Mensen die er meer van weten, hebben mij er al vaker op gewezen dat de soms middeleeuwse onderlinge verhoudingen bij een deel van onze islamitische stadgenoten niets met hun geloof heeft te maken, maar vooral met hun sociale afkomst in het moederland. De nadruk op de eigen cultuur hangt voor een belangrijk deel samen met de achterstandsituatie waarin een deel van de islamitische stadgenoten verkeren, maar gelijktijdig is deze culturele restauratie ook oorzaak van de achterstandsituatie. Eigenlijk zou je als overheid mensen voor de keuze moeten stellen: verregaande assimilatie of retour na het land van herkomst. Dat daarbij alle ruimte open moet en kan blijven voor het beleven van de eigen cultuur, is evident. Onze islamitische stadgenoten zouden zich bijvoorbeeld kunnen verdiepen in de wijze waarop de Joodse cultuur in ons land zich door de eeuwen heen (en ondanks de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog) heeft kunnen handhaven, in combinatie met een verregaand assimilatieproces.

Zelfs het bestaan van Joodse sportverenigingen verbaasd geen enkele Nederlander, omdat de leden hiervan in het maatschappelijke verkeer de gewoonten en opvattingen van hun – ooit nieuwe – vaderland hebben overgenomen. Hoewel ik sportorganisaties op basis van een geloofsovertuiging eigenlijk niet meer van onze tijd vind. In Nederland, dus.

Stadsarchitect of stadsbouwmeester

Woensdag 11 april 2007

In november nam de raad een motie aan, waarin het aanstellen van een stadsarchitect werd bepleit. Het duurde even voordat de uitvoering van deze motie vorm kreeg. Intussen was een groepje raadsleden, op initiatief van CDA-fractievoorzitter Gert Boeve, begonnen aan een gesprek over een initiatiefvoorstel ter uitvoering van deze motie. Het college is dit raadsinitiatief voorgekomen door deze week zelf een voorstel naar buiten te brengen. Het is aan de raad om te beoordelen of het voorstel van het college tot een echte vernieuwing voert of niet veel meer is dan het cultiveren van de bestaande verhoudingen.

Het initiatief van enkele raadsleden – naast Gert Boeve PvdA-er Fethi Killi, VVD-ster Margot Cooijmans en ikzelf – kreeg vorige week aandacht in De Stad Amersfoort. In reactie daarop ontving ik een mail van Dennis Schijff (ing), student aan de Academie van Architectuur en Stedenbouw in Tilburg. Hij wees mij er op dat het misschien goed zou zijn niet te spreken van een stadsarchitect, maar een stadsstedenbouwkundige. ‘Een architect redeneert vanuit het gebouw, terwijl de stedenbouwkundige redeneert vanuit de stad, de openbare ruimte,’ aldus Dennis Schijff.
In feite heeft hij gelijk. Een stadsarchitect heeft een beperkte opgave, zeker indien naast deze functie de welstandscommissie in stand wordt gehouden en de stadsarchitect daar slechts als niet-meestemmend lid deel van uitmaakt. Dat is in elk geval het voorstel van het college. Dennis Schijff wijst er op dat, wanneer we bijvoorbeeld praten over de Kop van Isselt, we over een ontwikkeling praten van stedenbouwkundige aard. Hij wijst er op dat in talloze andere steden (op dit punt zijn wij in Amersfoort niet uniek) om die reden ook is gekozen voor een stadsbouwmeester.

Overigens ben ik van mening dat, indien het college bij zijn standpunt blijft en een stadsarchitect wenst, we in elk geval de welstandscommissie moeten opheffen. Ook daarin zouden we niet uniek zijn: verschillende gemeenten in ons land zijn ons daarin voorgegaan. Dat zou in elk geval een verbetering zijn ten opzichte van de volkomen anonieme welstandscommissie – wie weet wie er in de welstandscommissie zitting hebben?

Written by raphaelsmit

14/04/2007 at 17:29

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Een slecht beargumenteerde keuze

Dinsdag 10 april 2007

Voor Omroep Amersfoort lijkt het doek te zijn gevallen. Lijkt, want de beslissing over een zendvergunning, waarover de raad deze avond een advies uitbracht, valt uiteindelijk binnen de kring van het Commissariaat voor de Media. De raad mag slechts een advies geven, en dat is maar goed ook want bij de discussie van vanavond bleek dat weinig fracties redeneerden vanuit een overwogen beoordeling van de aangeboden plannen van de twee aanvragers voor een zendmachtiging: Omroep Amersfoort en Eemstad. Fracties die tot voor kort nog het ene hadden beweerd, namen ineens tegengestelde standpunten in op basis van emoties, onvolledige informatie of argumenten die op onverklaarbare wijze haaks stonden op eerdere beweringen.

Een ding is duidelijk: Omroep Amersfoort heeft het gebrek aan steun bij een meerderheid van de raad vooral aan zichzelf te danken. Daar staat wel tegenover dat de ontevredenheid die zich bij veel raadsleden leek breed te hebben gemaakt, nooit eerder was geuit. Gebrek aan belangstelling in het verleden werd omgezet in een onstuimige finale veroordeling. Raadsleden die nog voor kort de vraag stelden of lokale omroep eigenlijk überhaupt wel nodig is, bleken de afgelopen dagen ineens in staat te zijn om een oordeel te vormen waarvan ze de consequenties naar alle waarschijnlijkheid niet overzien. Maar nogmaals: Omroep Amersfoort heeft zelf alle munitie aangereikt die deze dag tegen haar is afgeschoten.
De raad heeft dus in meerderheid voor Eemstad gekozen. Op zich is dat een opmerkelijke keuze. Natuurlijk: Eemstad heeft geen onbevredigende financiële verantwoording hoeven af te leggen over activiteiten die met een gebrek aan geld zijn ontwikkeld. Ze heeft geen last gehad van personeelsleden die via een ledenvergadering het bestuur manipuleerden of na een conflict alsnog hun gelijk probeerden te halen. Je kunt bij Eemstad moeilijk praten over slecht management op het gebied van personeelsbeleid, noch van een – door gebrek aan budget veroorzaakt – weinig aansprekend programmabeleid, die ervaringen moeten nog worden opgedaan.
De media-ervaring van Eemstad schuilt in het radiobedrijf van de Golfbreker. Op die activiteiten is weinig aan te merken, een groep enthousiaste vrijwilligers heeft vanuit de oorspronkelijke ziekenomroep een medium ontwikkeld dat, ook zal het aantal luisteraars beperkt zijn, met regelmatig succes de stedelijke activiteit coverde. Maar het is wel radio. Uit het bedrijfsplan en de begroting die enkele maanden geleden werden gepresenteerd, kan iedereen die de branche ook maar een beetje kent (dat zijn dus niet de meeste fractiewoordvoerders van deze avond) opmaken dat de mensen die de Golfbreker tot een succes hebben gemaakt, onvoldoende zicht lijken te hebben op een televisiebedrijf dat dagelijks aantrekkelijk, actueel nieuws moet brengen. Dat gebrek aan kennis geldt overigens ook voor de twee videobedrijfjes die Eemstad moeten ondersteunen.

De gemeenteraad heeft geen invloed op de programmering van een publieke zender, dat staat de mediawet niet toe. Wel kan bij het verstrekken van subsidies een aantal eisen worden gesteld betreffende zaken als de kwaliteit van het management, de organisatie van de omroep (stichting of vereniging) en de wijze van financiële verantwoording. Langs deze weg had een aantal recente klachten over de bedrijfsvoering binnen Omroep Amersfoort gecorrigeerd kunnen worden. De kansen die de afgelopen jaren daartoe aanwezig waren, zijn door de raad nooit benut. Dat rukt het besluit van deze avond in een vreemd daglicht.
Hoe dan ook: de met enthousiasme geformuleerde keuze die mijn fractie – alle eerdere kritiek ten spijt – afgelopen dagen maakte voor Eemstad, stuitte bij mij op oprechte verbazing. Het was in elk geval een wijziging in stemming die ik niet kon volgen, hetgeen ik dan ook niet heb gedaan. De kritiek op Omroep Amersfoort deelde ik. En dat dit zelfs leidde tot het afwijzen van Omroep Amersfoort en daarmee leidde tot een impliciete keuze voor Eemstad, is een logische ontwikkeling. Maar het onverwachte enthousiasme voor Eemstad (‘Helder financieel perspectief’, ‘Vertrouwen in noodzakelijke creatieve vernieuwing’, ‘Duidelijke organisatiestructuur’), dat klonk wel erg onwaarachtig. Enige terughoudendheid op dat punt, ook met het oog op de komende discussies, was op zijn minst wijzer geweest. Indien ik door omstandigheden niet was verhinderd aan het betreffende fractieberaad deel te nemen, dan had ik daar met kracht op aangedrongen.

Ik ben in eerdere, moeilijke tijden voor Omroep Amersfoort enkele jaren zeer betrokken geweest bij deze omroep. Uiteraard heb ik met afgrijzen meegemaakt hoe onbekwame interim-managers binnen een sensibele organisatie medewerkers die tegen te weinig geld veel extra uren draaiden, het bedrijf uitjonasden. Maar om vervolgens op basis van banaliteiten voor een weinig overtuigend alternatief te kiezen, was voor mij een station te ver. Voor mij was dat in elk geval een van de redenen om het besluit te laten voor wat het was en mij even af te zonderen!

Ons parlement behoeft een ander volk

Maandag 9 april 2007

Het Parlementair Onderzoek 2006 dat onder de leden van de Tweede Kamer is gehouden, heeft het duidelijk gemaakt: de kloof tussen kiezers en gekozenen wordt niet veroorzaakt door het optreden van de dames en heren politici, maar door het gebrek aan belangstelling bij de kiezers. Dat vindt in elk geval een meerderheid van de kamerleden.
Toen ik dit in enkele kranten las, moest ik denken aan Berthold Brecht. Die schreef, nadat het SED-partijbestuur klaagde over het verloren vertrouwen na de arbeidersopstand van 1951:
‘…..Wäre es da
Nicht doch einfacher, die Regierung
Löste das Volk auf und
Wählte ein anderes?’

Ik vind de geborneerdheid van onze Haagse volksvertegenwoordigers stuitend. In plaats van te klagen over gebrek aan belangstelling voor hun werk onder de kiezers, zouden ze zich moeten buigen over de vraag waarin zij hebben gefaald bij het terugveroveren het kwijnende begrip onder de kiezers. Mij bekroop het gevoel: Fortuyn is dus toch nog voor niets gestorven, we zijn weer terug bij af.
Laten we daarbij overigens niet alleen naar Den Haag kijken. Ook de belangstelling die de doorsnee Amersfoorter heeft voor het werk van het plaatselijke openbaar bestuur, is beperkt. De publieke tribune zit alleen maar vol wanneer het het gemeentebestuur weer eens een keer is gelukt om door onbezonnen besluiten groepen stadgenoten tot razernij te brengen. Bestaan er echt geen betere methoden om mensen bij het werk van de raad te betrekken?
Uiteraard kan ik ook de hand in eigen boezem steken. Het klankbord waarover ik in mijn tijd van Leefbaar Amersfoort beschikte, is om zeep geholpen. De enige leden van Jouw Amersfoort die ik regelmatig ontmoet, zijn mijn twee fractiegenoten. Voor de rest steek ik veel tijd in informele contacten, iets dat voor mij in belangrijke mate mogelijk is doordat ik over mijn eigen tijd kan beschikken, een luxe die mijn meeste raadscollega’s niet genieten. Maar het feit dat aardig wat mensen mij wel kennen, maar dat een significant aantal van hen verbaasd opkijkt als zij vernemen dat ik lid ben van de JA-fractie, geeft te denken ‘Ik dacht dat u van Leefbaar was’, is een door mij veelgehoorde opmerking, een enkeling meent zelfs nog dat ik namens de PvdA-fractie optreed.
Individueel scoren wij, de leden van de JA-fractie, naar de mening van velen niet slecht, maar veel van onze gesprekspartners leggen in veel gevallen nauwelijks een relaties tussen onze persoonlijke inspanningen en de structuur waarbinnen wij onze inzet verrichten. Voor mijn fractie zijn dergelijke ervaringen in elk geval aanleiding om volgende week gedachten te ontwikkelen hoe we een groter aantal stadgenoten voor ons werk en dat van de raad kunnen interesseren. Hoe dan ook: ik wil in elk geval niet de mentaliteit overnemen die bij veel Haagse politici blijkt te leven!

Written by raphaelsmit

11/04/2007 at 02:56

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Waar blijft de oppositie?

Zondag 8 april 2007

In de Amersfoortse Courant van dit weekend wordt een jaar na de verkiezingen aandacht besteed aan het – intussen niet meer nieuwe – college. Conclusie: het echte werk moet nog beginnen. In een apart kader besteedt Richard Hoving aandacht aan één jaar verrichtingen door de drie oppositiepartijen. Zijn conclusie luidt, sterk samengevat: de oppositie heeft het afgelopen jaar nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan. Hoewel ik deze constatering wat al te ver vindt gaan, in hoofdlijnen heeft hij gelijk.

De vorige raadsperiode, van 2002 tot 2006, was de oppositie veel duidelijker aanwezig. Ik mag daar, lijkt mij, aan toevoegen dat ik daar mijn steentje aan toe heb bijgedragen. Ik was fractievoorzitter van de grootste oppositiepartij en daarmee informeel oppositieleider. Naast schouderklopjes kreeg ik in die tijd ook regelmatig commentaar: ik verruwde het spel, speelde te veel op de man en vulde plausibele argumenten lustig aan met aardig klinkende drogredeneringen.
Met dat commentaar had ik niet veel moeite: ik vervulde de rol die een oppositievoorzitter heeft te vervullen. Of we echt meer bereikten dan in de huidige situatie, kan ik niet beantwoorden. Maar de oppositie was wel duidelijk aanwezig, zette menigmaal de toon, het college stond voortdurend onder druk en we wisten zelfs het uitwisselen van twee bekritiseerde wethouders te bewerkstelligen.

Ik ben nu geen fractievoorzitter meer, laat staan van de grootste oppositiepartij. Hans van Wegen mag die rol nu vervullen. Of hij daar in slaagt, wil ik nog niet beoordelen. Wel is de vaststelling op zijn plaats dat Hans zijn kracht meer buiten het stadhuis dan in de raadzaal ligt. De waarheid gebied overigens op te merken dat het gedurende de vorige raadsperiode meer prijsschieten was dan bij het huidige college, hoewel ook binnen het huidige college de brekebenen zich steeds duidelijker beginnen te profileren.
Richard Hoving stipt in zijn bijdrage ook de oproep van mijn BPA-collega Ruud Schulten aan. Ruud heeft er op zijn weblog op aangedrongen dat de fractievoorzitters van de drie oppositiepartijen eens bij elkaar moeten gaan zitten om een gezamenlijke vuist te vormen. Een goed idee, ik kan slechts hopen dat dit slaagt. De ervaringen in het verleden waren weinig hoopvol, ik hoef alleen maar terug te denken aan de moeizame discussie in het voorjaar van 2006 over een lijstverbinding tussen de BPA en Jouw Amersfoort.

De waarheid rond het Eemplein

Zaterdag 7 april 2007

In de Amersfoortse Courant van deze dag is artikel vier verschenen over de ontwikkeling van het nieuwe Eemplein, de uitbreiding van ons stadshart tussen de Eem en het Soesterkwartier. Een boeiend project waarvan de bouw, wat mij betreft, geen dag langer hoeft te wachten. De praktijk op dit punt is echter anders, misschien een aardig item voor artikel vijf van de AC-serie.

De officiële lezing is dat het Eemcentrum in het stadsjubileumjaar 2009 wordt opgeleverd. Maar in antwoorden op schriftelijke vragen van mij heeft het college hiervan al voorzichtig afstand genomen, onder het motto: kwaliteit gaat vóór tijd. En zo is het ook! Intussen gaan ambtenaren binnen het stadhuis die bij de ontwikkeling van het Eemplein zijn betrokken, er al van uit dat het prachtig is wanneer de oplevering van het Eemplein medio 2010 kan plaatsvinden. Dat het huidige college de uitnodigingen voor de opening mag versturen, is nauwelijks nog te verwachten. Hooguit wordt er in het kader van de verkiezingen 2010 nog een belangrijk etappepunt extra opgepoetst, maar dat is het dan ook wel.
Formeel, volgens het laatst gepresenteerde tijdschema, had de bouw van het Eemplein op woensdag 21 februari moeten beginnen. Er zal intussen wel een geactualiseerd tijdschema zijn, maar die is nog niet openbaar gemaakt. Het belangrijkste knelpunt op dit moment ligt niet bij de commerciële partijen, maar bij de overheid, toegespitst op het culturele centrum. De bouwaanvraag hiervoor is de eerste maanden nog niet te verwachten, vanaf het indienen van de bouwaanvraag tot aan de bouwstart vergaat ook nog de nodige tijd. Overigens: uit het artikel in de AC van deze dag maak ik op dat de gebruikers nog steeds in gesprek zijn met de architect.
De deskundigen gaan er van uit dat de bouw van het nieuwe Eemplein tenminste twee jaren zal vergen. Het is een gecompliceerd project, met zes architecten en sterk onderscheidende functies. Het project zal ook veel eisen van het ambtelijke apparaat dat voor de begeleiding verantwoordelijk is, vooral ook omdat gelijktijdig twee andere grote projecten in uitvoering komen: het nieuwe ziekenhuis en het hoofdwinkelcentrum met ICO-cluster in Vathorst.

Kiezen tussen twee slechten

Vrijdag 6 april 2007

Het wordt dinsdag spannend: welke lokale omroep krijgt de steun van een meerderheid van de raad, Omroep Amersfoort of RTV Eemstad. Enkele fracties hebben zich al uitgesproken voor RTV Eemstad. Afgelopen donderdagavond heeft de fractie van Jouw Amersfoort zich daarbij aangesloten.

Door omstandigheden was ik niet aanwezig bij de fractievergadering van de afgelopen donderdagavond. Maar we hebben een uitstekende woordvoerder op dit dossier die mij op overtuigende wijze heeft toegelicht waarom mijn fractiegenoten tégen Omroep Amersfoort hebben gekozen. Daarbij heeft het ‘gedoe’ van de afgelopen maanden, zoals de gang van zaken binnen de ledenvergaderingen, het optreden van elkaar opvolgende interim-directeuren en het uitblijven van een vertrouwenwekkende verklaring van een accountant, een belangrijke rol gespeeld.
Het besluit tégen Omroep Amersfoort betekent voor mij persoonlijk niet dat ik vóór RTV Eemland ben. Het vertrouwen dat ik heb in dit initiatief is niet groter dan mijn vertrouwen in Omroep Amersfoort. Maar de fractie van Jouw Amersfoort moest uiteraard een dilemma oplossen: er moet een keuze worden gemaakt, dus bij veel argumenten tegen de een moet je wel voor de ander kiezen. En toegegeven, evenals bij Omroep Amersfoort ontbreekt het bij RTV Eemstad niet aan de ambities. Het relatieve voordeel voor RTV Eemstad is daarnaast dat er nog geen enkele ervaring is op het gebied van dagelijkse televisieverslaggeving, dus hebben ze op dit punt ook nog geen fouten kunnen maken.

Met de informatie die ik tot nog toe van RTV Eemstad heb gekregen, kan ik niet vrolijk worden. Oké, ook bij RTV Eemstad kom ik enthousiaste mensen tegen en op radiogebied hebben ze heel wat ervaring. Maar daarmee houd het voor mij ook op. De discussie over de financiële steun krijgen we nog, en op dat punt heeft RTV Eemstad in elk geval van mij niets te verwachten. Ik wil mijn kiezers een geloofwaardig verhaal kunnen vertellen over het uitgaven van grote sommen gemeenschapsgeld. Dat verhaal heb ik nog niet.

Waar laten we de hangjeugd

Donderdag 5 april 2007

Terugkomend uit Berlijn las ik in een van de plaatselijke media een voorstel dat vanuit de raad is gedaan om voor de hangjeugd in onze stad een centrale plek in te richten. Uit de problemen rondom Emiclaer is gebleken dat de daar bivakkerende hangjeugd uit een veel groter gebied afkomstig is dan je zou verwachten. Een ander probleem ligt in het feit dat de bestaande jeugdcentra openingstijden hanteren die niet altijd op de behoefte van de rondhangende jongeren is toegesneden. Het idee om alle problemen op te lossen door het bouwen van een centrale jongerenopvang in de nabijheid van het toekomstige Eemcentrum blijkt geboren te zijn na een bezoek aan een soortgelijke voorziening in Den Bosch.

Ik vind het een goed idee om daar over na te denken. Maar terwijl ik het voorstel las, rezen er bij mij ook enkele vragen. De eerste is: zou je het probleem ook niet kunnen oplossen door de bestaande jongerencentra meer geld te geven zodat ze alle avonden en in het weekend open zijn voor de jongeren? De tweede vraag is: zijn in alle wijken in Den Bosch de problemen met hangjongeren opgelost, nu daar een centrale voorziening is gerealiseerd? Mijn derde vraag: verplaats je met het realiseren van een centrale plek vlak bij het te bouwen Eemcentrum het probleem slechts vanuit de wijken naar een nog moeilijker te beheren plek? En ten slotte: we onderzoeken veel, laten we eerst de ‘structuur’ van onze hangjongeren eens onderzoeken, inclusief de vraag of ze zo’n behoefte hebben aan één centraal punt in het centrum van onze stad.
Een goed idee dus, en een mooie aanleiding voor een boeiende discussie!

Zorg voor industrieel erfgoed

Woensdag 4 april 2007

Dinsdagavond miste ik door mijn afwezigheid de presentatie van de plannen voor de Wagenwerkplaatsen. Het behoud van dit industrieel erfgoed heeft steeds mijn warme belangstelling gehad, binnen de voormalige fractie van Leefbaar Amersfoort was het zelfs een van de speerpunten, reden voor een van mijn toenmalige fractiegenoten om zo ongeveer de hele provincie af te reizen om de belangen van het industrieel erfgoed in onze stad te bepleiten.

Ik heb mijn afwezigheid in de wagenwerkplaats deze dag ten dele gecompenseerd dor een bezoek te brengen aan de Hamburger Bahnhof. Dit markant stuk industrieel erfgoed heeft een nieuwe functie gekregen en is nu een toonaangevend museum voor hedendaagse kunst. Het ligt schuin tegenover de nieuwe Hauptbahnhof van Berlijn, een groter contrast is nauwelijks mogelijk.
Over de tentoongestelde kunst maak ik geen opmerkingen, hooguit dat ik bij mensen als Joseph Buys, Andy Warhol en Roy Liechtenstein soms het gevoel heb dat hun werken meer met marketing dan met kunst hebben te maken. Maar ja, ieder zijn smaak. Het rondkijken in het oude stationsgebouw vond ik leerzamer.

Van buiten is het oude stationsgebouw, met zijn door twee zijvleugels omzoomde voorplein, indrukwekkend. Het deel waar ooit locomotieven stonden te stomen en een sfeer van de grote, wijde wereld heerste, is nog historisch te bepalen: de dakconstructie is herkenbaar gereconstrueerd en de perrons zijn zichtbaar gemarkeerd. Maar de grote ontvangsthallen en overige ruimten van het station zijn onherkenbaar. De maten zijn zeer royaal (dat moet ook wel bij hedendaagse kunst die niet voor de huiskamer is gemaakt), maar je zou ze overal kunnen terugvinden. Van het oude spoorwegbedrijf is feitelijk niets meer terug te vinden – misschien in de lunchroom, maar zover ben ik niet gekomen.
De les die ik uit dit bezoek kan trekken: wanneer je industrieel erfgoed een nieuwe functie geeft, let dan niet alleen op het exterieur, maar probeer ook binnen het gebouw de oude functie herkenbaar weer te geven. Daardoor verhoog je op essentiële wijze het monumentale karakter, wat alle inspanningen tot behoud alleen maar ten goede komt. Wat dat betreft zijn er ook hele goede voorbeelden te noemen, bijvoorbeeld de ‘Centrale Elettrica Montemartini’, de eerste elektriciteitscentrale van Rome waar tussen de oude machines zo’n 400 klassieke beeldhouwwerken en monumenten staan opgesteld. Maar dat is een heel ander verhaal!

Kanttekening bij een hype

Dinsdag 3 april 2007

Knut! Tijdens mijn Berlijnse dagen ben ik getuige van een opgeklopte massahype die een studie waard zou kunnen zijn. Een ijsbeertje wordt te vroeg geboren en met veel moeite in leven gehouden. Dierenbeschermers, die ineens merken dat het object van hun bescherming meer aandacht krijgt dan de beschermers zelf, pleiten er voor om het beertje af te maken omdat het zich niet in zijn natuurlijke omgeving kan ontwikkelen (als we dat tot dagelijks uitgangspunt nemen, zou de wereld er heel anders uitzien!).
Door al dat gedoe wordt Knut ineens het nationale knuffeldier. Politici laten zich samen met Knut op de foto zetten, de nationale televisiejournaals besteden dagelijks aandacht aan Knut en de Berliner Zoo kan elke dag tienduizenden bezoekers extra begroeten – waarvan de meeste Knut niet eens in het blikveld krijgen.
Intussen draait de wereld verder en gebeuren er de grootste rampen. Maar de meeste Berlijnse kranten en Bildzeitung hebben maar één belangrijk voorpaginathema: Knut! Ik vrees overigens dat we in ons land bij een dergelijke stupiditeit geen haar beter zijn.

Geef Amersfoort een ICE-verbinding

Maandag 2 april 2007

Oké, ik heb nog steeds geen gebruik gemaakt van het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers, hoewel ik daar sinds enkele maanden recht op heb. En als ik mijn fiets wil gebruiken, moet ik eerst de banden op pompen – de pomp staat naast de fiets, maar of die nog echt functioneert, weet ik niet zo direct. Maar ga ik enkele dagen naar Berlijn, dan neem ik de trein.

Drie maal daags zoef je vanaf onze Eemstad rechtstreeks naar de Duitse hoofdstad, in minder dan zes uur! De auto gaat misschien iets sneller, maar elk uur achter het stuur is verloren tijd. En vliegen vergt zoveel tussenstations en wachttijd, dat de geringe tijdwinst niet opweegt tegen het ongemak. De trein dus.
Maar we hebben ook nog Prorail, een firma die zijn naam niet steeds alle eer aandoet. Enkele werkzaamheden in de buurt van Almelo liepen het voorgaande weekend door computerproblemen (!) zo uit de hand, dat ik op ons Amersfoortse station te horen krijg dat de trein naar Berlijn niet rijdt. Het aangeboden alternatief: per trein naar Utrecht, daar overstappen op de ICE naar Duisburg en daar weer overstappen op de ICE Bonn-Berlijn. En dat alles zonder bijbetalen!
Het is plezierig om vanaf Hannover tot Berlijn met zo’n 260 kilometer per uur door het landschap te zoeven. Maar veel winst levert dat niet op, na bijna een uur wachten in Utrecht en drie kwartier overstaptijd in Duisburg. Meer dan drie uur later dan normaal raast de trein door het station Minden, de eerste plek waar ik terugkeer op de veel kortere route vanuit Amersfoort. Door alle snelheid wordt daarvan nog ruim een uur goedgemaakt, maar dankzij Prorail sta ik wel twee uur later op Berlin-Ostbahnhof en ligt mijn eerste afspraak al in diggelen.
Mijn conclusie: we moeten ons gaan inzetten voor een ICE-verbinding Amsterdam-Berlijn, uiteraard via Amersfoort. Indien alle computers van Prorail doen wat ze behoren te doen, is de reistijd naar midden- en oost-Duitsland dan met twee uur in te korten. Daar kan zelfs een vliegverbinding niet tegenop!

Written by raphaelsmit

08/04/2007 at 15:01

Geplaatst in Uncategorized