Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for juli 2004

leave a comment »

Zaterdag 31 juli 2004

In de Gooi en Eemlander lees ik vandaag dat de provincie bezwaren tegen de uitbreiding van Bunschoten-Spakenburg heeft weggewuifd. Deze uitbreiding is opgenomen in het nieuwe streekplan. Met deze woningbouw, ten zuiden van Bunschoten-Spakenburg, wordt de groene corridor tussen deze gemeente en het Amersfoortse stadsgebied weer verder aangetast.

Ik begrijp het beleid van de provincie niet. Aan de groene corridor tussen Amersfoort en haar noordelijke buurgemeente wordt veel waarde gehecht. De Eempolder moet open blijven en er moet een landschappelijke, open verbinding blijven tussen de Eempolder en het gebied rondom de Arkenheemsepolder bij Nijkerk. Een mooi streven, maar gelijktijdig stimuleert de provincie allerlei ontwikkelingen die dit voornemen teniet doen.

Er zijn nu al vier ontwikkelingen die de groene corridor ten noorden van de Keistad in gevaar brengen. Het is begonnen met de baggerstort ten noorden van Smink en ten westen van Vathorst. Daarna is het windmolenplan gepresenteerd, waardoor langs de A1, tussen de Bunschoterweg en de Eem een rij imposante windmolens kan worden neergezet. Ook dit plan wil de provincie er tegen alle bezwaren in doordrukken. Vervolgens heeft de provincie zich duidelijk uitgesproken voor een uitbreiding van Vathorst ten noorden van de Laak. En nu dus de uitbreiding van Bunschoten-Spakenburg.

Het gaat bij de woningbouwplannen maar om enkele honderden meters, die best afkunnen van de twee kilometer bestaande afstand, aldus de provincie. Die vlieger gaat op als de nieuwe woningbouwplannen bij onze noorderburen het enige incident vormen. Goed bestuur gaat echter uit van een integrale visie, waarbij niet de incidenten zelfstandig worden beoordeeld, maar rekening wordt gehouden met alle overige ontwikkelingen. En die zijn zorgelijk.

Vrijdag 30 juli 2004

De gemeente beschikt over tientallen miljoenen euro’s als reserves en voorzieningen. Een financiële buffer voor het geval de wind ons in het gezicht blaast. Dat geld is niet op de bank gezet, maar de gemeente treedt zelf op als bank. Investeringen worden gefinancierd uit de reserves en voorzieningen die zijn opgebouwd.

Een deel van haar ‘bankierstaak’ vult de gemeente in door het verstrekken van hypotheken aan haar medewerkers. Ik weet niet of gemeenteraadsleden en wethouders hiervan ook gebruik kunnen maken, maar onze ambtenaren kunnen tegen redelijke voorwaarden hun hypothecaire lening via de gemeente regelen. De voorwaarden zijn niet veel anders dan bij een normale bank: er moet een aanvaardbare verhouding zijn tussen inkomen en schuld en het onderpand moet bij nalatige rentebetaling en aflossing de schuld voldoende dekken.

Dat laatste mag je althans hopen. Wanneer er teveel hypotheek wordt verstrekt en een medewerker komt in de problemen, zou de gemeente behoorlijk nat kunnen gaan. Als raadslid moet je er blindelings vanuit gaan dat dit allemaal goed is geregeld. Toch zijn er bij mijn fractiegenoot Will Koet en mij bellen gaan rinkelen toen wij laatst op een situatie werden geattendeerd, die op basis van de gepresenteerde feiten, zorgelijk kan worden genoemd.

We baseren ons op – ons aangereikte – gegevens uit het kadaster. Daaruit blijkt dat de gemeente een hypotheek heeft verstrekt, waarbij het object dat als onderpand geldt al door twee hypotheken was bezwaard. De twee eerdere hypotheken dekken ongeveer de waarde van het onderpand, de gemeentelijke hypotheek ligt daar duidelijk boven. Er zijn nog enkele andere omstandigheden die weinig aanleiding geven tot vertrouwen, maar omdat het hier om zaken in de privé-sfeer gaat, laat ik die hier onvermeld – de voorzitter van de raad is door ons op de hoogte gesteld. En wij hebben schriftelijke vragen gesteld om er achter te komen of de procedures die het gemeentebestuur hanteert inderdaad wel waterdicht zijn. Wij twijfelen.

Written by raphaelsmit

31/07/2004 at 15:27

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Donderdag 29 juli 2004

Ons gemeentebestuur doet er alles aan om de stad ‘op de kaart’ te zetten. En als het niet goedschiks gaat, dan moet het maar kwaadschiks. Dat is in elk geval de indruk die je krijgt als je de Staatscourant van afgelopen woensdag leest. Niet dat ik dagelijks dit blad van voor tot achter doorspit, maar de plaatselijke horecavereniging was zo vriendelijk een artikel uit de Staatscourant door te mailen.

Het gaat dus om de horeca. Een sector die geplaagd wordt door een meer dan gecompliceerde regelgeving, niet alleen door onze eigen wetgeving, maar ook door de Brusselse bureaucratie. De directeur van Koninklijke Horeca Nederland, Jeu Claes, sprak daarover onlangs tijdens een bijeenkomst met zo’n 300 van zijn leden, de redactie van de Staatscourant was daarbij. Een vijf kolom brede bijdrage was het resultaat van dat alles.

En zo haalde Amersfoort weer eens de kolommen van de Staatscourant: Amersfoort op de kaart! Kwaadschiks, want Jeu Claes noemde onze stad als meest extreme voorbeeld van een stad die de kosten binnen de horeca uit de pan laat rijzen. Aanleiding is de verhoging van de toeristenbelasting in onze stad met zo’n 700 procent. Inderdaad een wilde greep in de horecakas door ons gemeentebestuur. Leefbaar Amersfoort heeft zich tegen dit besluit verzet, maar een meerderheid vond zo’n verhoging nog wel aanvaardbaar. Of de stad er echt rijker van wordt, is overigens nog de vraag: het nieuwe – en dus veel duurdere – belastingsysteem gaat gepaard met behoorlijke administratieve rompslomp, ook binnen het stadhuis. Eigenlijk is de verhoging van de toeristenbelasting een verkapt werkgelegenheidsproject voor onze gemeentelijke bureaucraten.

 

Woensdag 28 juli 2004

De Burgerpartij houdt vol, en terecht. De Burgerpartij wil dat de raad inzage krijgt in een brief, notitie of memo die in mei binnen het college is besproken. Het stuk betreft de gesprekken die een bemiddelaar voert met de gemeente en de firma Vahstal over het al jarenlang lopende conflict tussen deze twee partijen. Volgens Vahstal heeft de gemeente door haar acties tegen deze ondernemer schade veroorzaakt die in de tientallen miljoenen euro’s loopt. Vahstal wil deze schade vergoed hebben. Volgens de gemeente heeft hij daar geen enkele aanspraak op en blokkeert Vahstal zelf de samenwerking tussen hem en de gemeente.

Een wijs iemand zal al snel geneigd zijn om te zeggen: waar rook is, is vuur en de waarheid ligt zoals vaak in het midden. Als dat laatste waar is, gaat de gemeente toch nog altijd voor ettelijke miljoenen het schip in, iets waarover je je als gemeenteraadslid zorgen mag maken. Maar hoe het er precies voor staat, weten de raadsleden niet. Het is dus niet zo gek dat vanuit de raad een WOB-procedure wordt gestart om inzicht te krijgen in stukken die mogelijkerwijze wat meer inzicht geven. Niemand kan de Burgerpartij op dat punt iets verwijten.

Het vreemde aan deze zaak is de verbetenheid waarmee de Burgerpartij wordt onthouden waarnaar deze partij zo nadrukkelijk vraagt. Gedurende een vorige hoogtepunt in de vertroebelde relatie tussen de gemeente en Vahstal, zo omstreeks 1997, was het niet ongebruikelijk dat de raadscommissie inzicht kreeg in de relevante stukken. Indien het belang van de gemeente daarbij op het spel stond, gebeurde dat in beslotenheid, maar het gebeurde. De spastische wijze waarop het college nu met de zaak omgaat, doet het ergste vermoeden.

 

 Dinsdag 27 juli 2004

De provincie heeft geen boodschap aan de bezwaren die zijn ingebracht tegen mogelijke woningbouw ten noorden van de Laak, de waterloop die de noordgrens vormt van Vathorst. In het ontwerpstreekplan heeft het provinciale bestuur het gehele Amersfoortse gebied dat ten noorden van de Laak ligt, binnen de zogenaamde ‘rode contour’ laten vallen. Wat de provincie betreft mag hier dus stedelijke ontwikkeling plaatsvinden. Allerlei organisaties die zich met de zorg voor de natuur bezighouden, hebben verzocht de rode contour via de Laak te laten lopen. Het gebied ten noorden daarvan zou een aanduiding ‘landelijk recreatief gebied’ moeten hebben.

Leefbaar Amersfoort steunt de opvattingen van de natuurorganisaties, iets dat zij de afgelopen twee jaren meermaals heeft laten blijken. Het meest simpele argument: de raad heeft enkele jaren geleden besloten dat ten noorden van de Laak niet mag worden gebouwd. Het duidt op bestuurlijke onbetrouwbaarheid als dat besluit, zonder duidelijke argumenten, ineens wordt herzien. Je zult maar tot de honderden mensen behoren die het afgelopen halve jaar een woning hebben gekocht in het in aanbouw zijnde woongebied Laak en die dachten dat zij vlak bij een groen gebied zouden wonen of daar misschien zelfs over zouden uitkijken.

Nog belangrijker is de relatie die de noordelijkste rand van onze stad heeft met het beschermde weidevogelgebied Arkemheen. Dat gebied wordt nu al bedreigd door de oprukkende woningbouw. Het gebied ten noorden van de Laak is een noodzakelijk buffergebied, dat daarnaast foerageergebied is voor de vogelpopulatie in Arkemheen.

Het bouwen van enkele duizenden woningen ten noorden van de Laak levert nog een geheel ander probleem op: de infrastructuur in Vathorst is er niet op berekend. Hoe gevoelig dit ligt, is al gebleken toen de Raad van State het bouwen in Vathorst een jaar stillegde omdat er onvoldoende visie was op de verkeersafwikkeling binnen Vathorst zelf. Enkele duizenden woningen extra maakt het probleem alleen maar erger.

Het lijkt er op dat de provincie de lijn volgt die binnen onze ambtelijke top en het college wordt voorgestaan, elke uitspraak van de raad ten spijt. Het college is wel bereid om zo’n 65 miljoen euro te investeren in het gebied ten noorden van de Laak. Daarmee wil het college de private partners binnen het ontwikkelingsbedrijf Vathorst ter wille zijn. Deze hebben op strategische plaatsen binnen het gebied ten noorden van de Laak al heel wat grond aangekocht, in de verwachting dat de gemeente dit gebied tot woongebied zou verklaren. Het college lijkt de heren met wie zij regelmatig binnen de aandeelhoudersvergadering van het OBV verkeert, meer gelegen te laten liggen dan een uitspraak van de raad.

Dat de provincie deze lijn voortzet, kan niemand verbazen. Het provinciale bestuur heeft de afgelopen tijd al vaker laten merken dat belangen binnen het bedrijfsleven haar meer lief zijn dan het algemene belang. Op dat punt kan niets meer verbazen.

 

Maandag 26 juli 2004

Onverwacht of niet, ik weet het niet. De afgelopen dagen las ik in de media dat Kees van Engelenhoven, een van de twee voorzitters van de D66-fractie, grote vraagtekens zet bij het bestaansrecht van het provinciale bestuur. Wat hem betreft mag de provincie worden opgeheven en worden vervangen door krachtige regionale besturen, onder meer voor de regio Eemland.

Daar ben ik geheel mee eens. Het verheugende aan de opmerking van Kees van Engelenhoven is dat het nu eens een opmerking is vanuit D66, de partij waarvan ook onze burgemeester en de Utrechtse Commissaris van de Koningin lid zijn. Het is te hopen dat Kees zijn opvattingen tot een discussieprioriteit binnen zijn partij weet te maken.

 

Zondag 25 juli 2004

Tijdens de vakantieweken schrikken zelfs de dikste boeken mij niet af. Dat is maar goed ook, want ik heb er nog een paar op de stapel ‘ongelezen’ liggen! Dit weekend daarom alle aandacht aan de biografie die Anthony Everitt schreef over Cicero, de meest bekende Romeinse staatsman in de laatste eeuw voor Christus. Het plezierige aan dit boek is dat Anthony Everitt ook ruimschoots aandacht besteed aan het politieke systeem in de tijd van Cicero.

Ik wil niet beweren dat de Romeinse politiek gedurende de laatste eeuw vóór onze jaartelling een voorbeeld of leidraad kan zijn voor de hedendaagse politiek in ons land of in onze stad. Zou dat wel zo zijn, dan zou zo ongeveer geen van de leden in onze gemeenteraad nog tot de levenden behoren. Politiek 21 eeuwen geleden werd niet alleen met het woord gevoerd, zoals Cicero op briljante wijze deed – veel van zijn werken worden ook nu nog gelezen. Als het er op aan kwam, besliste het zwaard over de politieke machtsverhoudingen. Ook Cicero zelf, ten lest voor zijn tijd zeer bejaard (hij werd 63), erkent om zijn wijsheid en behorende tot de politiek machtigen in zijn tijd, kreeg in 43vC het mes op de keel – korte tijd later werden hoofd en een hand vastgenageld aan het sprekerspodium op het forum. De rest van zijn lichaam verkeerde nog in de omgeving van zijn villa in Caeta, honderd kilometer zuidelijk van de Romeinse hoofdstad. Sic transit gloria mundi!

Toch is een aantal grondregels van de politiek na ruim tweeduizend jaren in wezen niet veel veranderd. Het gaat om macht, om behoud van posities, het uitschakelen van politiek andersdenkenden, maar ook om idealen, het doorbreken van beknellende machtsposities, om tegenstellingen tussen elite’s en het plebs, het zoeken naar vrede. Het maakt weinig verschil uit: of Octavius (de latere keizer Augustus)  en Marcus Antonius samen een zogenaamde ‘prosciptie’ opstellen, die 2.500 politieke tegenstanders inclusief 300 senatoren en Cicero het leven kost, of dat coalitiepartijen binnen ons politiek bestel in achterkamertjes afspreken hoe politieke tegenstanders buiten spel worden gezet: de basisgedachte is hetzelfde. Het is de beschaving die velen het leven redt!

Voor de rest is een beschrijving van het doen en laten van Cicero, één eeuw voor Christus, een aardige, aanvullende informatiebron bij omzwervingen in het hedendaagse Rome.

Written by raphaelsmit

29/07/2004 at 17:15

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zaterdag 24 juli 2004

Via een persbericht en een brief aan de raad laat het college weten dat zij een van de moties, aangenomen tijdens de in april gevoerde discussie over het snelfietspad door de Boerderijenkamer in Kattenbroek, niet kan uitvoeren. Het gaat om de motie waarin een aantal maatregelen werd gevraagd om de overlast van brommers ten gevolge van het nieuwe fietspad tussen Vathorst en Kattenbroek te voorkomen. Het college geeft nu aan dat het niet over de bevoegdheden beschikt om deze motie te kunnen uitvoeren.

Dat is precies wat de oppositiepartijen bij de discussie over dit omstreden fietspad naar voren hebben gebracht. Het college wekte tijdens de discussie de indruk zich actief te zullen inzetten voor het bestrijden van de extra overlast in de Boerderijenkamer. Deze toezegging was een van de schaamlapjes die de coalitiepartijen, de VVD voorop, nodig had om het gezichtsverlies tegenover de bewoners in Kattenbroek te beperken.

Ik weet zeker dat tijdens de discussie in april het college, en zeker de burgemeester, er van op de hoogte was dat het aan middelen ontbreekt om de door de bewoners gevreesde overlast te voorkomen. Om politieke redenen is echter de indruk gewekt dat de bewoners op dit punt op het gemeentebestuur kunnen rekenen. In feite is dit de politieke cultuur zoals die door de oude coalitiepartijen al vele jaren wordt bedreven. Met valse beloften en met gebrek aan moed om enkele aan deze partijen gelieerde belangenorganisaties tegen het hoofd te stoten, wordt er een politiek bedreven die tegen het belang van de bewoners is gericht. Eigen stokpaardjes hebben de voorrang, en om dit tegenover direct belanghebbende te verbergen wordt een leugentje meer of minder niet geschuwd.

 

Vrijdag 23 juli 2004

Via de kabelkrant van Omroep Amersfoort worden de oppositiepartijen in de gemeenteraad bestraffend toegesproken door de fractievoorzitter van de PvdA, Ismail Parmakzis. Ik ben wel blij met zijn woorden: ik zou mij diep schamen wanneer de fractievoorzitter van de PvdA zou meedelen dat de oppositiepartijen, Leefbaar Amersfoort voorop, zich voorbeeldig volgens de normen van deze oerconservatieve coalitiepartij zouden gedragen.

De PvdA-fractie in onze stad gedraagt zich al sinds vele jaren als kleurloze, weinig creatieve partij, die op belangrijke momenten vooral als laffe steun en toeverlaat optreedt ten behoeve van de stadhuisbureaucratie. Dat is iets waarop je niet trots hoeft te zijn en waarvoor in 2002 onder andere de PvdA van eenderde van de kiezers – de niet-stemmers niet meegeteld – een gevoelige pak slaag heeft gekregen.

De fractievoorzitter van de PvdA verwijt de oppositiepartijen vooral een gebrek aan respect. Welnu, beste Ismail, respect moet je verdienen. Ik kan mij geen feiten herinneren die mij aanleiding geven om diep respect te hebben voor het college en de hem ondersteunende coalitiepartijen. Voor veel van het werk dat het college verricht, verdient het geen extra respect omdat het gewoon tot zijn taken behoort. En als er al een gevoel van respect zou opdoemen, weet het college en zijn ondersteunende partijen, de PvdA voorop, dergelijk opkomend respect adequaat de grond in te boren door wanbeleid, politiek geflikflooi en het ignoreren van de belangen van de burgers in onze stad.

Wat Ismail Parmakzis ongetwijfeld dwarszit, is het feit dat – mede door eigen falen in afgelopen jaren – er sinds 2002 oppositiepartijen in de raad zitten die niet bereid zijn zich aan te passen aan het verstikkende, introverte en vaak ongeloofwaardige cultuurtje dat al lange tijd binnen het Amersfoortse stadhuis heerst. Dat de PvdA in onze stad zich deze weinig verheffende cultuur aan het Stadhuisplein al geheel heeft eigen gemaakt en zij zich vooral richt op het eigen machtsbehoud en zijn positie binnen het college, is een zaak waar deze partij zelf verantwoordelijk voor is. Wij doen hieraan niet mee! 

Donderdag 22 juli 2004

Omroep Amersfoort besteedt gedurende de vakantieweken aandacht aan de vraag: wat hebben de politieke partijen gedurende de eerste helft van de huidige collegeperiode bereikt? Het is niet verassend dat deze vraag ook aan mij werd gesteld. Hoewel het vraag mij onvoorbereid trof en ik mij niet kon verdiepen in een uitvoerige analyse, waren er genoeg punten op te sommen.

In het algemeen hebben de oppositiepartijen bereikt dat binnen de gemeenteraad meer discussie plaatsvindt en niet alles wat door het college wordt gepresenteerd, voor zoete koek wordt aangenomen. Hoewel de oppositiepartijen bij menig constructief voorstel een gesloten blok van de coalitiepartijen tegenover zich vinden, is er ook in specifieke zin best het een en ander bereikt. Dat begon in feite al bij de start van de nieuwe raad, toen het banale voorstel om in Birkhoven Noord een aantal commerciële sporthallen te laten bouwen, van tafel werd geveegd. De coalitiepartijen, die tot 2002 de bouwvoorstellen hadden gesteund, waren nog zo geschrokken van de motie van wantrouwen die een groot deel van de kiezers op het adres van de oude en nieuwe coalitiepartijen hadden ingediend, dat een voorstel uit de oppositie een ruime meerderheid kreeg.

Ondanks de regelmatige obstructie van de coalitiepartijen, heeft een aantal moties en initiatiefvoorstellen vanuit de oppositie toch een meerderheid verworven – omdat ze onweerlegbaar en constructief waren. Denk maar aan het voorkomen van de aanleg van een snelbusbaan door het Park Schothorst, het behoud van het Bosbad, een aantal verkeersvoorstellen zoals voor de Stichtse Rotonde, de busbaan in de Stationstraat en het vergunningparkeren, het preventief fouilleren, de discotheek in het Eemcentrum en noem maar op.

Natuurlijk is de lijst van moties en initiatiefvoorstellen vanuit de oppositie die geen meerderheid hebben gekregen, langer. Maar dit uitblijven van steun had niets te maken met gebrek aan kwaliteit of het ontbreken van de intentie om op constructieve wijze het leefklimaat in de stad te verbeteren. Het gebrek aan steun vanuit een of meer coalitiepartijen had vooral te maken met het feit dat het deze partijen maar al te zwaar valt om de oppositiepartijen in hun bemoeiingen om op realistische wijze het leefklimaat in onze stad te verbeteren, te ondersteunen. Liever laten de coalitiepartijen dingen bij het oude, beschermen zij gevestigde machtsstructuren binnen en buiten het stadhuis en houden zij hun eigen, steeds weer falende, wethouders de hand boven het hoofd.

De oppositiepartijen hebben ruimschoots gebruik gemaakt van de middelen om het collegebeleid te controleren, zoals wettelijk en in het reglement van orde is vastgelegd. Denk daarbij maar aan de vele schriftelijke vragen, de interpellaties in de raad en de daar ingediende moties en gestelde mondelinge vragen. Hoewel dat misschien niet voor alle vragen geldt, een groot aantal daarvan heeft de vinger op de zere wond gelegd en aanpassingen in het beleid teweeg gebracht.

De oppositiepartijen hebben de eerste twee jaren ook een nieuwe ambiance in de raad en de commissies bewerkstelligd. Deze nieuwe atmosfeer heeft er toe geleid dat enkele van de zwakke broeders binnen het college het veld hebben moeten ruimen. Dat de coalitiepartijen daarna geschrokken de, eerder bejubelde, duale werkwijze ten graven hebben gedragen, is jammer, maar zegt alles over de doelstellingen van de coalitiepartijen: machtsbehoud, het vasthouden aan overjarige dogma’s, baantjesjagerei. Er is nog genoeg te doen voor de oppositiepartijen in de Amersfoortse gemeenteraad!

Written by raphaelsmit

25/07/2004 at 20:06

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Woensdag 21 juli 2004

Wethouder Van der Weg zoekt op korte termijn contact met zorgverzekeraar Agis en de Stichting Gezondheidscentra Vathorst, dat financieel in de problemen zit. Dat wordt ook wel eens tijd ook! Erger nog: het is verbazingwekkend dat vanuit het stadhuis schijnbaar nu pas wordt gereageerd op de problemen rondom het gezondheidscentrum in Vathorst, want dat er problemen zijn is op z’n minst al een jaar zichtbaar.

En waar bestaat die hulp dan wel uit? Ik citeer de Amersfoortse Courant: ‘Ze wil weten of de gemeente Amersfoort formeel of informeel de financieringsproblemen rondom De Brink opnieuw onder de aandacht moet brengen in Den Haag.’ Dat is op z’n minst een gotspe. Enige tijd geleden konden de dames en heren op het stadhuis al lezen dat het gezondheidscentrum in ons nieuwste stadsdeel een dreigend faillissement staat te wachten. Nadat gisteren in de krant was te lezen dat de zorgverzekeringen het ministerie hebben gevraagd om de rentabiliteitsnormen voor startende gezondheidscentra in vinexwijken te versoepelen, vraagt onze wethouder of zij misschien ook nog iets kan doen, alsjeblieft, dankjewel.

Onze wethouders zijn haast elke week te ontmoeten bij feestelijke openingen, buurtfeesten en andere feestelijke gebeurtenissen in Vathorst waarbij de collegeleden kunnen laten zien hoe zij zich inspannen om achter de A1 een wereld van verschil te laten ontstaan. Over problemen hoor je ze nooit, ik mag er dus als raadslid van uit gaan dat er hard wordt getrokken aan het oplossen van problemen bij de dienstverlening voor onze Vathorster inwoners. Dat valt wat tegen, maar gelukkig gaat de wethouder nu op korte termijn contact zoeken om te kijken of ze nog een goed woordje kan doen in Den Haag. Daar zullen ze op het ministerie van opkijken!

 

Dinsdag 20 juli 2004

Nog maar eens even over het centrum voor moderne kunst dat in het nieuwe gebouw van de rijksdiensten aan het Smallepad tegen duur geld een plekje kan krijgen – althans, dat lijkt het college wel wat. Een vreemde zaak voor een gemeentebestuur dat trots is op de eigen vestiging voor de Armandocollectie en een zich tot volwassen museum ontwikkelend centrum voor moderne kunst in het Mondriaanhuis.

Het centrale centrum voor moderne en nieuwe kunst in onze stad is tot nu toe gevestigd in het Rietveldpaviljoen aan de Zonnehof. Een gebouw dat er mag zijn, gezien zijn architectonische betekenis. Twee problemen dienen zich echter aan: bouwkundig is het Rietveldpaviljoen niet meer van onze tijd en het is te klein om aan de ambities die onze stad heeft met de moderne en nieuwe kunst te kunnen voldoen. Daar is begrip voor op te brengen.

Maar als we dan in onze stad behoefte hebben aan een nieuwe ‘Kunsthal’, moet dat ook een gebouw zijn dat klink als een klok. Een gebouw met een eigen smoel, zoals je dat ook kunt zeggen van het Rietveldpaviljoen. In elk geval geen expositieruimte die ergens is weggemoffeld in een kantorengebouw langs de spoorlijn naar Zwolle.

Het huren van expositieruimte in het zogenaamde ‘Kenniscentrum’ van de Rijksgebouwendienst kost de stad al heel wat extra geld. Als men dat er schijnbaar voor over heeft, laten we dat dan steken in een gebouw dat echt van ‘ons’ is, en niet achter het bureau van Fons Asselbergs en diens opvolgers is weggemoffeld. Het initiatiefvoorstel van Liedeke Willenborg, die het Rietveldpaviljoen wil verplaatsen baar het Eemcentrum, zou een goede eerste stap kunnen zijn, maar het kan ook nog anders. Laten we in elk geval wat meer tijd nemen om ons een goed beeld te vormen van wat we willen met een nieuwe Kunsthal, hoe we het financieren en hoe de eventuele opbrengst van het Rietveldpaviljoen, zo dat niet wordt verplaatst, daarbij zinvol kan worden betrokken.

 

Maandag 19 juli 2004

De Dutch Open, een van de grootste tennisspektakels in ons land, is succesvol afgesloten. Niet alleen sportief, maar ook organisatorisch. Wat vroeger voor elke tennisliefhebber in ons land het Melkhuisje in Hilversum was, is nu Bokkeduinen in Amersfoort. Oké, er zijn mensen die zullen zeggen: nou en? Maar er zijn ook heel wat bewoners in onze stad, en dan bedoel ik niet alleen de duizenden tennisliefhebbers, die er best trots op zijn wanneer het imago van de stad waarin zij wonen op nationaal niveau een duwtje in de rug krijgt. Amersfoort is een stad om trots op te zijn, en dan is enige naamsbekendheid nooit te versmaden.

Het gemeentebestuur heeft de afgelopen jaren al heel wat acties op touw gezet om de stad ‘op de kaart’ te krijgen – soms op een wijze die bijna de reactie opleverde van: schattig, kijk ze nu eens hun best doen. Dat kostte overigens vaak bakken vol geld, waarvoor dure bureau’s werden ingeschakeld en ambtenaren heel wat overuren draaiden. Tegenover een aantal acties in het verleden is de bemoeienis van het gemeentebestuur bij een sportgebeuren als de Dutch Open eerder bescheiden. Het is een vrijwel geheel particulier initiatief, waarvan we mooi kunnen profiteren.

Ik was daarom wat verbaasd over de publicatie vanmorgen in de Amersfoortse Courant, waaruit de sfeer naar voren kwam van: hebben we er wel iets aan, doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Goed, we zijn een provinciestadje, ergens aan de rand van de Veluwe. Dat dwingt ons echter nog niet om ook ons denken tot het provinciale niveau te beperken. Nu we zo’n beetje stad worden, mogen we ook wel een beetje kapsones krijgen, zeker als ons dat verder nauwelijks een cent kost. Ik hoop daarom dat het overleg dat binnenkort plaatsvindt over verlenging van de relatie tussen Amersfoort en de organisatie van de Dutch Open, een goed resultaat oplevert. Overigens: ook ik speel – als recreant – tennis, dus misschien ben ik wel wat te enthousiast. Maar daarin sta ik gelukkig niet alleen.

Written by raphaelsmit

24/07/2004 at 16:20

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zondag 18 juli 2004

 

Er zijn het afgelopen jaar heel wat biografische werken van of over politici (of hun echtgenotes!) verschenen. Ik lees ze vrijwel allemaal, het gaat in heel veel gevallen om ervaringen in het openbaar bestuur die, ook al zijn ze soms enkele tientallen jaren oud, nog altijd praktische waarde hebben. Een van de boeiende in dit genre is het ‘herfstdagboek’ van Willem Aantjes, dat de titel heeft: Maar het meeste van deze is de A. Het boek van Willem Aantjes is geen echte biografie, zoals bijvoorbeeld het bijna gelijktijdig verschenen werk van de totaal andere persoonlijkheid Norbert Schmelzer, maar meer een aantal opstellen met terugblikken op historische gebeurtenissen in de naoorlogse politiek en beschouwingen over actualiteiten gedurende de laatste maanden van het afgelopen jaar 2003.

Ik ga geen beschrijving geven van het boek van Willem Aantjes, voor belangstellenden is het de moeite waard het zelf te kopen. Toch wil ik twee zaken aanstippen, zaken die te maken hebben met de dagelijkse politiek in de Amersfoortse gemeenteraad. Overigens heeft Willem Aantjes een bijzondere band met onze stad. Niet alleen omdat hij jarenlang directeur was van de Kampeerraad, lange tijd gevestigd in het prachtige pand naast het Berghotel, maar vooral omdat hij tientallen jaren bestuurlijk was verbonden aan Zon en Schild.

In een van zijn opstellen, die in de vorm van dagboekaantekeningen zijn geschreven, gaat Willem Aantjes in op het gezag van het parlement. Deze opmerkingen zijn een op een te vertalen naar elk vertegenwoordigend lichaam, ook de gemeenteraad. Dit gezag is sterk afhankelijk van de wijze waarop de regering met het parlement omgaat, stelt hij. Een van de voorwaarden voor het functioneren van ons democratische bestel is dat de regering een bijdrage levert aan het gezag van het parlement. Respect speelt daarbij een belangrijke rol. ‘Of de regering de positie van het parlement respecteert, komt ook tot uitdrukking in de wijze waarop een kabinet met regeringspartijen en oppositiepartijen omgaat,’ aldus Willem Aantjes.

Dat respect is er niet wanneer een kabinet zich inspant voor de coalitiepartijen, maar zich geïrriteerd voelt wanneer oppositiepartijen hun controlerende rol vervullen. Willem Aantjes heeft kritiek op de houding van een regering die er van uit gaat dat ze steun van ‘de’ Kamer heeft indien ze de meerderheid van de coalitie achter zich heeft. Een kabinet is verantwoording schuldig tegenover het gehele parlement, ook de oppositie. Vervang ‘parlement’ door ‘gemeenteraad’ en ‘kabinet’ door ‘college’ en de wijsheid van de intussen tachtigjarige oud-politicus is van toepassing op ons stadhuis.

De tweede gedachte die bij het boek van Willem Aantjes opdoemde, vergt een korte toelichting. Onlangs ontving ik een mail van een interkerkelijke pastor. De mail was gericht aan verschillende Amersfoortse kerken en politieke partijen. Onderwerp was de voorgenomen bouw van een moskee in Liendert. Uit de mail steeg een geur van intolerantie op die ver af staat van wat ik vanuit de hedendaagse christelijke cultuur en hun vertegenwoordigers zou hebben verwacht. Aan de hand van verschillende soera’s uit de Koran en begrippen die in de Islam worden gebezigd (zonder aan te geven of dit algemene begrippen zijn of opvattingen binnen kleine extreme kringen), werd in de brief een sfeer van haat opgewekt ten opzichte van islamitische medeburgers.

Ook Willem Aantjes geeft in zijn boek aan dat binnen islamitische kringen groepen hun geloof belijden op een weinig verdraagzame wijze. Hij stelt daar een aantal uitwassen binnen de christelijke cultuur tegenover. Maar dat is niet het belangrijkste waarom ik de betreffende pastor zou willen aanraden om het boek van Willem Aantjes eens te lezen. Deze vroegere ARP-voorman geeft in veel van zijn opstellen aan dat zijn handelen en zijn sociale opvattingen zijn ingegeven door zijn geloof en datgene wat hij terugvindt in de bijbel. Vanuit de openheid die hij daaruit heeft verworven, beschrijft hij ervaringen met onze allochtone medeburgers die erg leerzaam kunnen zijn voor mijn gelovige stadsgenoot!

Written by raphaelsmit

19/07/2004 at 17:49

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zaterdag 17 juli 2004

 

Woensdagavond heeft de VVD-fractie een extra vergadering gehouden. Wat er besproken is, is op de website van Ruud Schulten terug te vinden. Directe aanleiding voor de vergadering was een afschrift voor de raad van een brief van B en W. Deze brief was twee weken geleden geschreven voor de Rijksgebouwendienst (RGD) en betrof het eventueel huren van 1.500 vierkante meter expositieruimte in het nieuwe kantoorgebouw dat aan het Smallepad wordt gebouwd ten behoeve van de huisvesting van enkele rijksdiensten. Uit deze brief blijkt dat het college de gemeenteraad weer eens op het verkeerde been heeft gezet.

Het huren van ruimte in het nieuwe kantoorgebouw heeft een geschiedenis. Daarvoor moeten we teruggaan naar de jaren 2000 en 2001, toen de RGD kenbaar maakte aan het Smallepad een gebouw te willen ontwikkelen voor de huisvesting van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. In het gebouw zou ook de Rijksdienst voor Oudheidkundig bodemonderzoek een nieuw onderkomen krijgen. De RGD wilde ook een derde rijksdienst naar het Smallepad verhuizen, maar een derde dienst werd niet gevonden.

Het gebouw, waar de RGD een prestigeproject van heeft gemaakt en waarvoor de Spaanse architect Juan Navarro Baldeweg intussen een eerste ontwerp heeft gemaakt, bleek te groot te worden. Daarmee kwam het hele plan op los zand te staan en leek Amersfoort een pretentieus, zij het door velen bekritiseerd, gebouw mis te lopen. En dat in het CSG-gebied, waar de ontwikkeling van kantoorgebouwen sowieso achterloopt bij de gemeentelijke pretenties. Maar ziedaar: het college toonde zich bereid in het nieuwe gebouw 1.500 vierkante meter af te nemen voor een gemeentelijke ‘kunsthal’, ter vervanging van de expositieruimte in het Rietveldpaviljoen aan de Zonnehof. Dat daardoor de gemeentebegroting jaarlijks met enkele tonnen euro’s extra wordt belast, had het college er wel voor over.

Zo niet een deel van de gemeenteraad. Deze eiste begin 2002 – het was nog vóór de verkiezingen – dat er eerst een onderzoek moest plaatsvinden naar mogelijke andere plekken voor de Zonnehofactiviteiten, bij voorbaat tegen lagere kosten. Vooral de VVD, de partij die toen nog in de oppositie zat, uitte grote bezwaren tegen het sinterklazen van met name de PvdA-wethouders. Een lovenswaardige opstelling van de VVD, zeker nu blijkt dat deze partij op dit punt consequent blijft.

Verbazingwekkend was het dat het college afgelopen voorjaar besloot om de directeur WSO te machtigen om de huuronderhandelingen met de RGD voort te zetten. De toezeggingen van twee jaar geleden deden er niet meer aan toe, waardoor de indruk werd bevestigd dat tussen het college en zijn ambtelijke top handjeklap was gepleegd met de RGD. Liedeke Willenborg, die namens de VVD-fractie twee jaar eerder al had geprotesteerd, diende daarom een initiatiefvoorstel in voor een alternatieve oplossing: verplaatsing van het Rietveldpaviljoen naar de nog niet bestemde noordhoek van het Eemcentrum, aan de oever van de Eem.

Dat viel verkeerd bij het college. Dat zegde haastig een onderzoek toe, de raad zal daar in september een uitspraak over kunnen doen. Na vragen uit de raad verklaarde wethouder De Wilde dat er nog geen afspraken met de RGD waren gemaakt, zodat de raad in september alle vrijheid kan beslissen.

Een klein leugentje, zoals onze Jan er wel vaker een pleegt. Er blijkt al een brief aan de RGD te zijn geschreven die niet zonder consequenties is. Na de kanttekening van de raad heeft het college een nieuwe brief aan de RGD gestuurd, waarvan de raad dus een afschrift kreeg. Hierin biedt het college, zo de raad op 29 september ‘onverhoopt’ besluit de 1.500 vierkante meter niet af te nemen, de RGD aan 35.000 euro te betalen in verband met al gemaakte afspraken met deze dienst. Er bestaan dus al verplichtingen, want anders hoef je geen financieel gebaar te maken. En er blijkt ineens tijdsdruk te bestaan, nadat het college eerst twee jaren niets van zich heeft laten horen.

 

Vrijdag 16 juli 2004 

 

‘Ik wil via deze brief alleen laten blijken dat ik het zeer teleurstellend vind dat men blijkbaar het woord van een politiek ambtsdrager niet te zwaar moet laten wegen.’ Een inwoner in onze stad die de raadsleden een dergelijke mededeling doet, heeft zijn sores met het gemeentelijk apparaat wel beleefd!

Het gaat hierbij om een inwoner in Vathorst. De verkeerssituatie in zijn buurt is zorgwekkend: er wordt te hard gereden en verkeersmaatregelen blijven uit. Een eerdere brief hierover heeft hem een gesprek met verkeerswethouder Henk Brink opgeleverd. Daaruit zijn, zo schrijft hij, afspraken voortgekomen die niet worden nagekomen. In plaats van maatregelen heeft de Vathorstbewoner een ambtelijke brief ontvangen waarin de problemen worden gebagatelliseerd. Is dit onmacht van de gemeente, vanwege de macht van het OBV (Ontwikkelings Bedrijf Vathorst), zo vraagt de briefschrijver zich af.

Zijn eerdere brief leverde onder meer schriftelijke vragen op, onder andere van mijn kant. In de antwoorden daarop verklaarde het college dat het weinig kan doen omdat het OBV tot het moment van oplevering van de openbare ruimte verantwoordelijk is voor de verkeerssituatie. Een laf antwoord, want uiteindelijk is het gemeentebestuur verantwoordelijk voor het welzijn van al zijn inwoners. Als een organisatie als het OBV – waarvan de gemeente voor vijftig procent eigenaar is – in haar taak versaagt, dien je als college zo’n organisatie ter verantwoording te roepen.

Blijkbaar dacht de wethouder het anders te kunnen oplossen en heeft hij op grond daarvan toezeggingen gedaan. Het is onaanvaardbaar dat daarna een inwoners van onze stad moet constateren dat deze toezeggingen geen enkele waarde hebben. Blijkens de brief aan deze bewoner verschuilt de wethouder zich vervolgens achter een ambtenaar, in zijn antwoord aan raadsleden verwijst hij naar het OBV. Daarmee lijkt hij zich aan zijn verantwoording te onttrekken, waarna het kan verbazen dat gewekt vertrouwen in het tegendeel omslaat.

 

 

Donderdag 15 juli 2004

 

Toen in 1998 de plannen voor Puntenburg, het te ontwikkelen woon- en werkgebied tussen Soesterkwartier en Eemcentrum, werden gepresenteerd, was niet iedereen laaiend enthousiast. Binnen een beperkt gebied moet een onwaarschijnlijk groot aantal woningen en kantoorruimte worden ontwikkeld. Er werd goed onderbouwde kritiek geuit door de bewoners uit het Soesterkwartier en door de SGLA. Verschillende stedenbouwkundigen, onder meer Riet Bakker, Rein Geurtsen en nu Shyam Khandekar, hielden of houden zich met het plan bezig, echt gelukkig is nog lang niet iedereen.

Wat de maatschappelijke discussie niet teweeg heeft kunnen brengen, is ‘de markt’ wel gelukt. Nu het maar niet wil lukken om de plannen voor Puntenburg binnen de gewenste termijn te ontwikkelen, is het besef doorgebroken dat het plan Puntenburg misschien wel een maatje te grootschalig is voor onze stad. Dat zijn opmerkingen die vijf jaar geleden ook al vanuit het maatschappelijke veld klonken, maar toen was men op het stadhuis te zeer gefixeerd op de huizenhoge ambities, in ontwikkelingskringen ook wel ‘het wethoudersdenken’ genoemd.

Shyam Khandekar, de nieuwe supervisor voor het gebied, is het gelukt om het karakter van Puntenburg op een menselijker schaal te brengen. Een winst, waarvoor hij ook waardering heeft geoogst vanuit de bewoners in het Soesterkwartier en andere belangenorganisaties. Misschien had Marx toch gelijk: het is niet de burger die de overheid stuurt, maar het kapitaal, c.q. de marktomstandigheden!

Written by raphaelsmit

18/07/2004 at 19:51

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Woensdag 14 juli 2004

 

Het rioolstelsel in het Berggebied behoort tot de oudste afvoersystemen in de stad. De afgelopen jaren is een deel daarvan vernieuwd, meestal is daarbij meteen ook de hele laan opgeknapt. Ten zuiden van de lijn Emmalaan-Vondellaan wordt de waterafvoer nog altijd door het oude stelsel verzorgd. Omdat het gebied rijk is aan oude bomen en het materiaal van de riolering ook niet meer van deze tijd is, is de kans op defecten in het afvoersysteem in dit deel van Amersfoort groot. ‘Maar er wordt ook relatief weinig gebruik van gemaakt,’ zou een slimmerik kunnen tegenwerpen. Dat is bij een rioleringssysteem precies het probleem: hoe meer water er door stroomt, zoveel te minder restafval blijft er achter, wat de afvoerkwaliteit ten goede komt.

In de omgeving van de Hugo de Grootlaan doet zich de laatste tijd het vreemde verschijnsel voor dat op volstrekt droge dagen uit de hoger gelegen straatkolken ineens water begint te stromen. Het water is vuil en er slaat damp van af, het is dus verwarmd. Omwonenden vrezen dat de verhoogde watertemperatuur er op duidt dat het water misschien afkomstig is uit het afvoersysteem van het Lichtenbergziekenhuis, Hoe dan ook: het op droge dagen overstromen van de straatkolken is niet normaal.

Net zo min als het normaal is dat in de omgeving van het Borneoplein regelmatig ratten worden geconstateerd, in tuinen en langs de openbare weg. Het riool behoort tot de normale leefomgeving van deze dieren, hun aanwezigheid kan duiden op lekkages in het rioolsysteem. Al met al: het vermoeden ligt voor de hand dat het oude rioolsysteem in het Berggebied aan zijn eind is. Wanneer er lekkages optreden of de vuilwaterafvoer wordt verstoord, vormt dit een gevaar voor de volksgezondheid. Reden genoeg om deze dag hierover schriftelijke vragen te stellen.

 

 

Dinsdag 13 juli 2004

 

Met de bouw van de windmolens langs de A1, tussen het Amersfoortse Nieuwland en Baarn, verstoot de provincie tegen het rijksbeleid, zoals vastgelegd in de nieuwe Nota Ruimte. Dit is de stelling van de stichting Behoud de Eemvallei, zo is de afgelopen dagen uit het dagblad De Gooi- en Eemlander te ontnemen. De stichting heeft verschillende ministers gevraagd om het provinciale bestuur op het matje te roepen.

In de Nota Ruimte wordt het poldergebied Eemland, tussen Huizen en Amersfoort, aangewezen als nationaal landschap. Een harde eis van de minister VROM is dat het extreem open karakter van dit gebied wordt gehandhaafd. De stichting stelt – naar mijn mening meer dan terecht – dat met de bouw van tien windmolens, die met hun wieken de hoogte van de Onze Lieve Vrouwetoren in de Keistad gemakkelijk overtreffen, het door het rijk beschermde open karakter van de Eempolder ernstig wordt aangetast.

Wat de stichting ook schokt is de onverstoorbare houding van het provinciale bestuur. De provincie heeft de duizenden bedenkingen tegen de bouw van de windmolens in het open polderlandschap van de hand gewezen. Maar Gedeputeerde Staten lappen niet alleen alle bezwaren uit hun provincie aan hun laars, maar doen dit ook met het rijksbeleid, aldus de stichting tegenover De Gooi- en Eemlander. De stichting heeft zich voorgenomen met zijn protesten tot het uiterste te gaan, dus tot de Raad van State. Geen slechte zaak, want het hoogste rechtsorgaan op bestuurlijk gebied vergelijkt de besluiten van de lagere overheden met de uitgangspunten van het rijksbeleid. Wat voor ons provinciebestuur raar kan uitpakken!

Written by raphaelsmit

16/07/2004 at 06:54

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Maandag 12 juli 2004

‘De Schammer, het nieuwe recreatiegebied bij Leusden, gaat de overheden handenvol geld kosten.’ Dit is de aanhef van een artikel in de Amersfoortse Courant van deze dag. De Schammer is een gepland recreatiegebied tussen Amersfoort, Stoutenburg en Leusden, ten oosten van de A28. Er moeten een of meer plassen komen, recreatiegebieden, fietspaden en wandelpaden. De Schammerplas moet groeiend Amersfoort nieuwe mogelijkheden voor recreatie bieden.

Het krantenbericht is meer dan opmerkelijk. Ideeën voor een waterplas ten oosten van de snelweg bestaan al langer. Het waterschap juicht dit toe, de plassen langs de Barneveldsebeek en het Valleikanaal moeten een einde maken aan de regelmatig wateroverlast in het weidegebied achter Stoutenburg. Binnen het gemeentehuis van Leusden zijn in de afgelopen jaren tachtig al eens ideeën geopperd. De gemeenteraad van Leusden heeft aan deze plannen nooit een grote prioriteit willen toekennen. Het Schammergebied ligt grotendeels op Leusder grondgebied en deze gemeente wil de tientallen miljoenen euro’s die nodig zijn om het recreatie gebied te ontwikkelen liever voor andere projecten reserveren.

Maar ziedaar. Zonder dat de gemeente Leusden, laat staan het Amersfoortse gemeentebestuur, hierom had gevraagd, kwam het recreatiegebied Schammer in april 2002 plots in het volle schijnwerperlicht te staan. De provincie die, door de verkoop van de Remu-aandelen, ineens over extra geld beschikte, presenteerde haar agenda 2010, met daarin tien sleutelprojecten. Deze ambitieuze projecten moeten het aanzien van de provincie en van het provinciaal bestuur verbeteren. Voorbeelden van de projecten: Hart van de Heuvelrug, het Utrechtse wandelpadennetwerk, een metamorfose van de Stichtse Lustwaranda, Utrecht Culturele Hoofdstad en Utrecht Fietsprovincie. En dus ook het project Groen en blauw rond Amersfoort, met als beeldbepalend element: de Schammerplas.

Er is intussen al heel wat afgepraat over het project. Er zijn informatieavonden georganiseerd, er is een website geopend en er worden publicaties over het Schammergebied uitgegeven.

De twee projectgedeputeerden – de inmiddels vertrokken Marianne Kallen en de nog steeds in functie zijnde Annie Kamp, vooral bekend van de baggerstort – stelden in een fraaie brochure dat het landelijke gebied rond Amersfoort een kwaliteitsimpuls nodig heeft. En daar zou de provincie wel even voor zorgen.

Het nieuwe gebied zou tot 570.000 bezoekers per jaar kunnen ontvangen. Maar nadat de provincie heeft gemerkt dat het omploegen en deels onder water zetten van het Schammergebied veel weerstand bij de bevolking en talloze organisaties teweeg brengt, is besloten om het Schammergebied kleinschaliger te ontwikkelen. Daarbij speelde ongetwijfeld een rol dat de belangstelling bij het bedrijfsleven gering is. Dat had moeten zorgen voor de pannekoekenboerderijen, de fietsverhuur, de verhuur van bootjes en andere recreatieve voorzieningen. Het uitblijven van luid hosannageroep in de richting van het provinciale bestuur heeft de belangstelling in het provinciehuis gedempt. Het ziet er nu naar uit dat de provincie de Amersfoort en Leusden wil laten meebetalen aan de ontwikkeling van het Schammergebied. Meebetalen dus aan een project waar deze gemeenten helemaal niet om hebben gevraagd. Een gospe, noem je zoiets.

Het bijstellen van de plannen en de mogelijkheid dat ze zelfs helemaal worden afgeblazen, brengt nog een andere partij in verlegenheid. De firma Smink heeft in het Schammergebied een aantal landerijen opgekocht. Over een aantal jaren moeten de A28 en de A1 worden verbreed en wordt het kruispunt Hoevelaken ingrijpend veranderd. Daarvoor is veel zand nodig. De firma Smink zou dat kunnen leveren door in het Schammergebied een of meer zandputten te graven. Wat dat betreft kwam het provinciaal plan van 2002 voor de firma Smink als blijde verrassing (of juist niet!). De moeizame weg van ontgrondingsvergunningen voor zandputten zou worden vervangen door de provinciale planvorming. En dat op kosten van de provincie!

Zondag 11 juli 2004

Het is vrijwel iedereen in de Keistad ontgaan, maar het openbaar vervoer vanuit Wageningen naar Amersfoort wordt de komende jaren ingrijpend verbeterd. Dat vindt plaats zonder dat onze gemeente daar een hand voor heeft uitgestoken, de afspraken hierover worden buiten de hoofdstad van het Eemgebied om gemaakt en uitgewerkt. Dat is overigens maar goed ook, want daardoor wordt de stad ook niet gevraagd om financieel deel te nemen. Dat spaart weer wat centen.

De verrassing is de afgelopen dagen aan het licht gekomen door een persbericht van de provincie Gelderland. Daarin wordt aangekondigd dat maandag aanstaande in het gemeentehuis van Barneveld een overeenkomst wordt getekend tussen de provincie Gelderland en de gemeente uit het Valleigebied: Wageningen, Ede, Barneveld en Nijkerk. Deze overheden verplichten zich om met ingang van december 2006 voor minimaal zes jaar het openbaar vervoer tussen Wageningen en Amersfoort een krachtige impuls te geven.

De Gelderse overheden willen op de bestaande spoorlijn door de Gelderse Vallei een light-train laten rijden, een soort veredelde tram. Een dergelijk initiatief biedt mogelijkheden om de vervoersfrequentie tussen de stations Ede-Wageningen en Amersfoort te vergroten en nieuwe stopplaatsen te realiseren. In aansluiting op deze light-train wordt tussen het station Ede-Wageningen en het centrum van Wageningen een hoogwaardige busverbinding gerealiseerd. Op beide trajecten moet met modern en comfortabel materieel worden gereden, aldus de provincie Gelderland.

De kosten worden dus verdeeld. De deelname van Nijkerk biedt perspectief op het openen van een halte in Hoevelaken. Eigenlijk zou het gemeentebestuur van Amersfoort eens moeten informeren bij de Gedeputeerde Marijke van Haaren in Arnhem. Het zou immers een mooie zaak zijn wanneer de light-train ook een halte zou krijgen tussen Rustenburg en het bedrijvengebied De Hoef. Hiermee kan vooral veel werknemers in het bedrijvengebied De Hoef een goede dienst worden bewezen. Enig nadeel: er zal dan wel een bijdrage van onze stad worden verwacht.

Written by raphaelsmit

14/07/2004 at 08:41

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zaterdag 10 juli 2004

De discussie ‘Amersfoort, wat nu?’ blijft voortkabbelen. Gelukkig, want je kunt nooit stoppen met de discussie over de toekomst van onze stad. Vorige week ging Nico Meijer in op de relatie tussen de steden Amersfoort en Utrecht en de rol daarbij van het provinciale bestuur. Kort samengevat: Amersfoort is het afleggertje voor de stad Utrecht, het provinciale bestuur richt zich vooral op de hoofdstad, Amersfoort zou er op vooruit gaan als het in een ander provinciaal verband zou opgaan: Gelderland of Gooi- en Eemland.

Dat klonk allemaal wat negatief. En als er iets negatiefs over onze stad wordt gezegd, staat onze gemeentesecretaris Gerard de Kleijn direct op de barricade. Logisch, want kritiek op de positie van onze stad kan al snel ontaarden in kritiek op ons ijverige college. Kosten noch moeite worden bespaard om de stad ‘op de kaart’ te zetten, bijna dagelijks staan glunderende wethouders hun activiteiten te etaleren – en dan komt daar iemand die zegt dat we het niet zo goed doen. Alle hens aan dek dus, werk voor de secretaris, het enige collegelid dat zich niet aan politieke profilering hoeft te wagen en dus het minste gevaar loopt te worden beschuldigd aan het eigen profiel te werken. Waarbij nog komt dat Gerard de Kleijn een betere pen heeft dan het merendeel van de overige collegeleden.

Amersfoort doet het niet slechter dan Utrecht, aldus Gerard de Kleijn. Vathorst is mooier dan Leidsche Rijn, ons stationsgebied wordt sneller ontwikkeld, je kunt beter een dierenpark hebben dan de FC Utrecht, wij hebben onze festivals. Jammer dat Jon Sistermans naar Utrecht verhuisde, maar we hebben in elk geval een filiaal van het Utrechtse HBO. Over de bagger zijn we in een goed gesprek verwikkeld met de provincie, waarbij Gerard de Kleijn vergeet te vermelden dat de provincie steeds andere conclusies trekt dan Amersfoort, maar dat terzijde. En o ja: elke Chinees weet dat DHV in Amersfoort is gevestigd.

Na het lezen van de bijdrage van onze gemeentesecretaris kan ik maar één conclusie trekken: Nico Meijer had gelijk!

Vrijdag 9 juli 2004

De nieuwste NVM-cijfers bevestigen het beeld dat velen die met de Amersfoortse huizenmarkt hebben te maken, de afgelopen tijd hebben ervaren. De markt is niet meer zo uitbundig, vooral de duurdere woningen staan langer te koop, de prijsstijgingen zijn nog maar gering, er is meer tijd voor oriëntatie. Nog steeds is de provincie Utrecht een van de duurste plekjes in ons land, ook in Amersfoort liggen de prijzen boven het landelijke gemiddelde. Overigens moeten bij de bestudering van de NVM-cijfers niet uit het oog worden verloren dat het hierbij gaat om een groter gebied dan Amersfoort alleen, ook Soest, Baarn, Leusden en Bunschoten wegen mee in de marktbeoordeling.

Voor Amersfoort zelf zijn de cijfers nog aan te vullen met waarnemingen die in de cijfers van de landelijke makelaarsvereniging niet zijn terug te vinden, wat niet meer dan logisch is. Met de verkoop van appartementen gaat het niet zo florissant. Nieuwe projecten, met name in het CSG-gebied, komen daardoor moeizaam tot ontwikkeling of blijven op de plank liggen. Nieuwe woningen in Vathorst doen het goed, mits het om het lagere prijssegment gaat. Duurdere projecten doen het ook in Vathorst minder goed, in die sector is zelfs leegstand te bespeuren. In het duurdere segment van de markt zijn omlooptijden van een half jaar al lang geen uitzondering meer.

Het stagneren van de huizenmarkt zet verschillende stedelijke plannen op de tocht. CSG-Noord wordt steeds meer een zorgenkindje. De vooruitzichten voor nieuwe plannen, onder meer op de binnen enkele jaren vrijkomende ziekenhuisterreinen, zijn momenteel weinig hoopgevend, ambities moeten worden aangepast.

Donderdag 8 juli 2004

De gemeenteraad wacht al langere tijd op een hecht onderbouwd plan voor het Eemcentrum. Over de wensen is iedereen het zo ongeveer eens, ook al blijft de vraag hangen of elk onderdeel van de plannen wensbaar of reëel is. Bij de verhuizing van de bibliotheek zijn vraagtekens te zetten en de plannen voor een megabioscoop – als toevoeging op het Grand Theatre aan de Snouckaertlaan – zijn totaal op los zand gebouwd. Wat bij alle tot nog toe gepresenteerde plannen ontbreekt, is een hechte financiële onderbouwing. Natuurlijk, er zijn miljoenen bij elkaar geharkt voor de bouw van nieuwe vestigingen voor de bibliotheek, de Scholen in de Kunsten en de Popkelder, maar of dat genoeg is, is nog steeds een onbeantwoorde vraag. Net zo goed als ook de vraag over de extra exploitatiekosten, die op de gemeentebegroting gaan drukken, nog steeds niet is beantwoord.

Het scenario dat zich dreigt te gaan afspelen is voorspelbaar. Binnen enige tijd krijgt de raad een verder uitgewerkt stedenbouwkundig plan voorgeschoteld, voorzien van een summiere financiële onderbouwing. Echt zicht op de cijfers blijft ontbreken, maar iedereen jubelt over de pronte ambities waarmee onze stad in de vaart der volkeren omhoog wordt gedreven. Raadsleden die hun bedenkingen blijven behouden, worden uitgemaakt voor zwartkijkers die de cultuur in onze stad een slecht hart toedragen. Over de exploitatiecijfers zal een grote mist hangen, geleverde cijfers zullen globaal zijn, slecht onderbouwd en uitsluitend bestemd om de raadsleden over de streep te helpen. De ware cijfers zijn een zorg voor een volgende generatie bestuurders.

Op basis van gemanipuleerde cijfers zal de raad overstag gaan. Vervolgens ontvouwen zich twee ontwikkelingen. De gemeente begint voortvarend aan de bouw van de culturele gebouwen, terwijl de projectontwikkelaars de kat uit de boom kijken en wachten met bouwen totdat zekerheid bestaat over de afname van hun geplande vierkante meters. Gevolg: tussen de spoorbaan en een zandwoestijn komt een rijtje dure gemeentelijke gebouwen te staan, van een nieuw centrumgebied is nog steeds geen sprake en er treedt een ernstige vorm van stedenbouwkundige verpaupering op.

De tweede ontwikkeling is zo mogelijk nog erger: de bouwkosten bewegen zich niet binnen het gepresenteerde kostenplaatje. Alles wordt te duur en iedereen vraagt zich verbaasd af hoe dat nou mogelijk is. Alsof zoiets uniek is in ons land. Het is het gebruikelijke patroon: ambtenaren en ambitieuze wethouders presenteren de gemeenteraad het meest goedkope en minst realistische kostenplaatje, om in elk geval de benodigde toestemming binnen te halen. In sommige steden treedt dan nog wel eens een wethouder of heel college terug, maar vaak heeft de raad net zoveel boter op het hoofd als de initiatiefnemers.

Een klein voorproefje zou het regionaal historische centrum kunnen zijn, een nieuw begrip waarmee een eerdere wens van het college is opgepoetst. Bij de behandeling van de begroting 2004-2007 kwam het college ineens met een voorstel om 2,5 miljoen te investeren voor een nieuw onderkomen voor de archiefdienst, ergens op de Isselt, zoals het college na de eerste protesten bescheiden opmerkte. In een motie van D66 werd het plan bekritiseerd: onvoldoende onderbouwd, kom eerst maar eens met een echt plan. Door de val van het college is de motie nooit in stemming gekomen.

En ziedaar: ineens verklaart het college dat het Eemcentrum een goede plaats is voor het archief, en dat het een regionaal karakter krijgt (wat het al heeft). De provincie komt daarvoor met een half miljoen over de brug. Mooi, maar het centrum kost intussen wel 3,8 (gemeente) tot 4 (provincie) miljoen euro. Dat is dus alweer een miljoen euro extra. De exploitatiekosten zullen 125.000 euro boven het huidige niveau liggen. Overigens zijn dat dagwaarden, het zal allemaal nog wel wat oplopen. Het financiële gedoe rond het Eemcentrum is van start gegaan!

Woensdag 7 juli 2004

Als oppositieleider hoef je gelukkig niet altijd het zogenaamde politiek correcte gedrag te volgen dat door de bestuursgetrouwe meerderheid wordt beleden. Modegevoelige onderwerpen die tot heilige huisjes zijn verheven blijken vaak de kleren van de keizer te zijn, als kritisch raadslid blijft er dan niet anders over dan te roepen: ‘Maar de keizer heeft geen kleren aan!’ Daaraan moest ik denken toen ik vandaag het nieuwe nummer van het provinciale discussieblad Prov in handen kreeg. Dat de provincie het een ‘discussieblad’ noemt, zegt overigens alles over de bestuurlijke cultuur in ons provinciehuis. Het is een fraai verzorgd blad waarin de provincie zijn nieuwste stokpaardjes aan de man tracht te brengen, van echte discussie is binnen de provincie immers nooit sprake, daarvoor zijn de dames en heren in het provinciehuis te truttig en zelfvoldaan.

De provincie heeft geld over. Dat is mooi voor de ambtenaren en hun bestuurders, want je moet er natuurlijk voor zorgen wat werk om handen hebben, zelfs bij het bestuurlijke slakkentempo dat op het provinciehuis wordt gebezigd. Je status als ambtenaar is sterk afhankelijk van het project waarmee je bezig bent (meer dan één zal het nooit zijn) en de kosten die daaraan zijn verbonden. De maatschappelijke relevantie is niet doorslaggevend, als je maar iets om handen hebt, anders kunnen ze je wel meteen naar huis sturen. Wat voor menigeen in het provinciehuis geen slechte oplossing zal zijn: het is niet voor niets dat de discussie over de relevantie van de provincies in ons land regelmatig aan de orde is. De kiezers hebben dit al lang begrepen, de opkomst voor het provinciale bestuur is bedroevend laag. Wie verbaast zich nog daarover?

De ambtenaren aan de Utrechtse Pythagoraslaan hebben een nieuw speeltje: ecoducten. Ik weet het, kritiek hierop is politiek niet correct, maar ecoducten zijn de nieuwste producten in het kader van bestuurlijke werkverschaffing in ons land. Nu ongeveer alle wegen van geluidsschermen zijn voorzien, gaan we de snelwegen overbruggen met royale groene wandelpaden. Uiteraard, de wegenbouwers en andere bouwondernemingen in ons land zullen niet protesteren, geld moet rollen. Er zijn overigens best enkele plaatsen in ons land waar een ecoduct zinvol is.

Stel, je bent een hert. Je woont ergens op de Leusderhei en wilt je familie achter de Hoge Vuursche bezoeken. Dat gaat niet zonder problemen: de A28, de Amersfoortseweg in Soesterberg, de spoorbaan, noem maar op, de lust tot reizen ontgaat je temet. Terzijde: ik zwijg maar even over de familieleden van het hert die binnen de hekken van de vliegbasis Soesterberg leven. Die kunnen niet eens het terrein af, het lijkt de DDR wel. Toch gedijt de natuur vrijwel nergens zo tierig als in dit door reisbeperkingen geplaagde stukje natuur. Maar dat terzijde, voor de hertenfamilie op de Leusderhei worden alle reisbeperkingen opgelost: er worden ecoducten gebouwd. Uiteraard is er een gedegen onderzoek verricht naar de mate van uithuizigheid onder de herten.

Het gaat bij de aanleg van de ecoducten in onze provincie om meerdere tientallen miljoenen euro’s. Bloeiende bedrijven worden uitgekocht en verplaatst, eigenaren van woningen moeten verhuizen, protesten van betrokkenen worden door de wijsneuzen in het provinciehuis hooghartig terzijde geschoven. Wie het nut van een ecoduct niet inziet, wordt ongeveer gelijkgesteld aan een racist of nog erger. Discriminatie van onze reisluchtige wormen, hazen, egeltjes en een verdwaalde ree, is uit de boze.

Ik vind het schandalig met welk gemak in het blad Prov de beleidsmedewerker van Het Utrechts Landschap, een provinciale fractievoorzitter, de directeur van Landschapbeheer Utrecht, een medewerker van het ministerie LNV, een statenlid en een Soester fractievoorzitter zich inzetten voor het uitgeven van tientallen miljoenen euro’s, in een tijd dat gemeenten de sociaal-maatschappelijk zwakkere burgers door bezuinigingen en minder diensten in hun levenskwaliteit treffen. Maar ja, het is verdomd gemakkelijk overbodige stokpaardjes te bepleiten met andermans geld!

Written by raphaelsmit

11/07/2004 at 10:55

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Dinsdag 6 juli 2004

Wat is het standpunt van Leefbaar Amersfoort over de plannen voor een moskee in Liendert? Deze vraag werd mij vandaag door een journalist gesteld. Voor een antwoord daarop kan ik niet teruggrijpen op een partijprogramma of op uitgebreide debatten in de raad. Toch moet ik een antwoord geven, is het niet namens de partij, dan in elk geval als gekozen volksvertegenwoordiger. Uiteraard zijn de opvattingen die de afgelopen twee jaren binnen mijn fractie over verwante onderwerpen zijn ingenomen, een dankbaar hulpmiddel.

Tegen het plan op zich zijn nauwelijks bezwaren in te brengen. De moskee aan de Soesterweg moet worden verplaatst, wat ligt meer voor de hand dan de nieuwe vestiging te realiseren in het deel van de stad waar de meeste leden van de moskeevereniging wonen. Wanneer de hervormden in Amersfoort-Zuid een huisvestingsprobleem hebben (ik neem maar een willekeurig voorbeeld, ik ken de situatie binnen de protestants-christelijke gemeenschap niet zo goed), ga je toch geen nieuwe kerk voor hen in Nieuwland realiseren. Toch vind ik dat bij de vestiging van de moskee in Liendert wel enkele opmerkingen zijn te maken.

In de eerste plaats: de relatie met de autochtone bewoners in de wijk. Die hebben zich niet allen gecharmeerd getoond met de bouwplannen. Het kan ook niet worden ontkend: de buurt is pas in een laat stadium bij de plannen betrokken. ‘We wilden eerst weten of de financiering rond is,’ is de tegenwerping van het gemeentebestuur. In een normaal geval is dat geen onlogische gedachte, de gang van zaken rondom de bouwplannen voor een moskee aan de Bloemweg hebben dit bevestigd. Toch was te voorzien dat de moskeebouw een gevoelig dossier vormt en dan moet je als gemeentebestuur het verwerven van begrip en draagvlak bij de omwonenden extra aandacht geven. Zoals het nu gegaan is, is er wel wat op af te dingen.

De discussie die nu is ontstaan betreft meer mensen dan alleen de omwonenden. Veel autochtone bewoners in Liendert vragen zich af of met de bouw van een prominente moskee in hun wijk de vervreemding die zij ervaren binnen hun eigen woonomgeving, nog verder wordt gestimuleerd. De moskeebouw zou de wens tot verhuizen bij autochtone bewoners alleen maar verder doen toenemen. Dit zou een verdere islamitisering van Liendert in de hand kunnen werken, iets waar ook de allochtone bewoners geen belang bij hebben.

Ik vind dat je met een besluit tot wel of geen bouw van een moskee onlustgevoelens bij een deel van de bewoners niet kan wegnemen. De aanwezigheid van een goed bestuurde moskee zou zelfs een positieve uitwerking op het leefklimaat in Liendert kunnen hebben, ook voor autochtone bewoners. Om de specifieke problemen in Liendert op te lossen, zijn hele andere maatregelen noodzakelijk. Deze liggen op het gebied van de volkshuisvesting, het onderwijs en het welzijnswerk.

Het begrip ‘portiekenbeleid’ is in ons land niet nieuw, het is een middel om concentratie van uniforme cultuur in en wijk te voorkomen. Voor velen misschien een taboeonderwerp, maar wie hierover niet wil spreken, steekt zijn kop in het zand. Dat zich in Liendert een van de meest zwarte scholen (ik gebruik het oude jargon maar even) in de stad bevindt, geeft te denken. Je bent als gemeente helemaal verkeerd bezig als vervolgens specifieke projecten, zoals taalgroepen voor asielzoekenden, juist in deze school worden gevestigd. Daarmee versterk je een ongewenste ontwikkeling. En we zullen meer geld moeten steken in het welzijnswerk in Liendert en andere soortgelijk wijken. Wie verneemt met welke problemen buurt- en welzijnswerkers in Liendert worden geconfronteerd, verbaast zich nergens meer over. Uiteindelijk gaat het om geld en de mogelijkheid om mensen in te zetten. Daaraan ontbreekt het.

Dat uiteindelijk de vestiging van moskeeën in de stad moet worden gespreid, is iets wat Leefbaar Amersfoort al langer propageert. Wij hebben bijvoorbeeld gepleit voor een moskeereservering in het centrum van Vathorst. Maar daarmee los je het actuele probleem in Liendert niet mee op.

Maandag 5 juli 2004

In de Amersfoortse Courant van vandaag werd een brief afgedrukt van Frouke Vlaskamp, voorzitter van de Amersfoortse PvdA-afdeling. De brief was al eerder opgenomen in de Stad Amersfoort en in Amersfoort Nu, zodat intussen iedereen in de stad er kennis van heeft kunnen nemen. Onderwerp van de brief is de discussie over de aankoop van een woning door wethouder Jan de Wilde, die hiervoor was aangezocht door de Stichting Het Utrechtse Landschap, een stichting waarmee het gemeentebestuur op beleidsmatig en economisch vlak relaties heeft. De SP vroeg zich af of bij deze transactie de wethouder op onaanvaardbare wijze heeft geprofiteerd van zijn positie en of deze transactie het overleg dat de gemeente met de stichting voert op ongewenste wijze beïnvloed. De SP-fractie wilde dit laten onderzoeken, een verzoek dat gesteund werd door de meeste oppositiepartijen. De coalitiepartijen namen de wethouder in bescherming en wezen het verzoek van de SP af.

Frouke Vlaskamp meent dat de oppositiepartijen de wethouder ten onrechte in diskrediet hebben gebracht. Zij beschuldigt de SP en andere partijen er van dat deze maar één doel hadden, namelijk om de wethouder politieke schade toe te brengen. Zij meent dat de oppositiepartijen, indien de onschuld van Jan de Wilde is komen vast te staan, slechts een ding rest: zelf opstappen. Een vreemd verzoek aan een orgaan dat de plicht heeft om te controleren.

Ik geloof niet dat ik aan haar verzoek gehoor zal geven. Allereerst staat er de vraag wie aan wie schade heeft toegebracht. Ik vind dat Jan de Wilde en hij alleen daarvoor alle verantwoording draagt. Binnen het stadsbestuur is hij zo ongeveer diegene met de langste staat van dienst en hij beheerst alle handigheden en kennis die bij het politieke vak behoren. Het grootste probleem waarmee Jan de Wilde heeft te kampen, is het feit dat binnen zijn eigen kring – bij zijn partij, in het college en onder de coalitiepartijen – nog nauwelijks kritiek op zijn handelen wordt geuit. Dit is een gegeven dat de stad vaker heeft beleefd, met name bij PvdA-wethouders die blijkbaar over een sterke drang tot alleenheerschappij beschikken. Je kunt zeggen: vanuit die omstandigheid heeft ook niemand in zijn omgeving kritiek geuit of durven uiten op zijn huisvestingsplannen – maar uiteindelijk had hij zelf het inzicht moeten hebben.

Frouke Vlaskamp verwijt de oppositie dat zij beeldvorming heeft gecreëerd waartegen geen enkel verweer mogelijk is. Nogmaals: de wethouder is zelf aanstichter voor deze beeldvorming, het heeft hem aan de intelligentie ontbroken om dit tijdig te onderkennen. Een onderzoek, zoals door de SP gevraagd, had de door Frouke Vlaskamp ongewenste beeldvorming kunnen bestrijden. Ik vermoed dat zij dat zelf ook inziet, in haar brief spreekt zij zich in elk geval uit vóór een onafhankelijk onderzoek. Met het afwijzen hiervan hebben de coalitiepartijen de beeldvorming rondom Jan de Wilde eerder gestimuleerd dan tegengewerkt. Als dat niet hun bedoeling was, hebben ze dus een onverstandig besluit genomen.

Maar ik begrijp de positie van de coalitiepartijen eigenlijk wel. Ze hebben zich, met een zekere lichtzinnigheid kan je achteraf stellen, achter de wethouder geschaard. Met de instemming van het college bij de gewraakte transactie hebben alle coalitiepartijen zich gecommitteerd. Hun ‘vrijspraak’ voor Jan de Wilde is daardoor een politieke uitspraak geworden, waarbij ratio en feiten niet meer de boventoon hebben kunnen voeren. Natuurlijk roepen zij dat de SP de procedures niet goed heeft gevolgd. Wie inhoudelijk niet sterk staat, zoekt het in de vorm. Het is weer een klassieke gegeven: de bode krijgt de schuld voor de slechte boodschap die hij onder de aandacht heeft gebracht!

Written by raphaelsmit

06/07/2004 at 17:30

Geplaatst in Uncategorized