Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for november 2008

leave a comment »

Problemen woningmarkt risico voor gemeente

Vrijdag 28 november 2008

De Amersfoortse Courant besteedde deze dag aandacht aan het grote aantal woningen dat te koop staat in Vathorst. In Vathorst is sprake van een kopersstaking waardoor het aantal bordjes ‘te koop’met de week toeneemt. Uiteraard is Vathorst hierin niet uniek, het zijn juist de vinexwijken in ons land die met de grootste problemen op de woningmarkt worden geconfronteerd. Indien dit lang aanduurt, blijven de gevolgen voor de gemeente niet uit.

Uiteraard waren mij de afgelopen maanden het toenemend aantal te-koopborden in mijn wijk opgevallen. Gesprekken met makelaars bevestigden het beeld dat ik kreeg: er komen steeds meer woningen in de aanbieding, het aantal verkopen is zeer beperkt. De oorzaak is bekend, men hoeft slechts een blik te slaan op de economische pagina’s van de dagbladen.
Ik ben een nieuwsgierig mens (journalisten-eigen!), dus ben ik deze maand begonnen met het in kaart brengen van de in de verkoop staande woningen, met daarbij de gegevens over de prijzen en eventuele mutaties daarin en de periode van aanbieding. Internet is daarbij een goed hulpmiddel, maar ik zal de komende weken ook enkele vragen die zich bij al die internetgegevens voordoen, beantwoord moeten zien te krijgen. Hoe dan ook, de teller staat momenteel op meer dan 250 woningen die in De Velden, Laak en in de nieuwbouwring rond Hooglanderveen te koop staan.

Een verontrustende marktontwikkeling die twee facetten heeft. Ten eerste zijn er de bewoners die hun woning te koop aanbieden. De aanleiding kan zeer verschillend zijn: een nieuwe baan elders, het wegvallen van inkomsten, familieomstandigheden zoals scheiden en overlijden, de wens om een volgende stap te zetten in een solocarrière en noem maar op. Hoe het ook zij, achter veel van de verkooppogingen verbergen zich kleine familiedrama’s, voor veel mensen wordt het bezit van de huidige woning een last van toenemende omvang.
Een ander probleem ligt bij de ondernemers en overheid. De stagnatie op de woningmarkt leidt er toe dat nieuwe plannen – en dat zijn er nogal wat in Vathorst – even de ijskast ingaan. Verkoopprijzen moeten worden aangepast, ambitieuze plannen moeten worden versoberd. Uiteindelijk gaat dat ten koste van de nagestreefde kwaliteit van de wijk. Indien de huidige situatie nog langere tijd voortduurt, komt het voortbestaan van bedrijven op de tocht te staan. Dat geldt voor ontwikkelaars en bouwers, maar ook voor makelaars en bedrijven die bij de inrichting van de woningen zijn betrokken.
Ook de gemeente krijgt het voor de kiezen. Gemeente-inkomsten worden onder meer beïnvloed door het aantal inwoners in de stad. De meerjarenbegroting van Amersfoort is gebaseerd op een groeiprognose die door het wegvallen van bouwproductie op de tocht komt te staan. Het draagvlak voor kostbare voorzieningen neemt af en de gemeente als partner bij de ontwikkeling van Vathorst (OBV, Podium) wordt met de financiële gevolgen van de productie-uitval of uitstel geconfronteerd.

Alles bij elkaar: de problemen op de woningmarkt raken uiteindelijk alle burgers in onze stad. Gemeentelijke voornemens moeten tegen het licht worden gehouden, de begroting van de gemeente komt onder druk te staan. Uiteraard niet alleen door de stagnerende woningmarkt, maar ook door het inkrimpen van andere inkomstenbronnen, zoals de rijksuitkeringen. De woningmarkt blijkt echter een zorgwekkende indicatie te zijn voor datgene dat ons te wachten staat.

De parkeernorm aangepast

Donderdag 27 november 2008

Het college heeft de parkeernormen in onze stad aangepast. Dat was nodig, allerlei beleidsuitspraken uit het verleden begonnen te samen een bonte deken van bepalingen te vormen, waarvan de doelstelling steeds moeilijker was te vatten en waarvan de toepassing in veel gevallen een behoorlijke wissel trok op het logicagevoel bij inwoners en bedrijven in onze stad.
Uitgangspunt is nu, om het kort samen te vatten: maatwerk, eigen verantwoording en flexibiliteit. Maatwerk: het aantal parkeerplaatsen moet passen bij zijn omgeving. Verantwoording: iedere initiatiefnemer voor een bouwwerk zorgt voor zijn eigen parkeervoorzieningen. Flexibiliteit: de mogelijkheid om af te wijken van de parkeernorm bij voorzieningen wordt beleid.

Mijn bedenkingen richten zich op de plannen voor het parkeren bij woningen. De norm voor het aantal parkeerplaatsen wordt aangepast aan de prijs van de woningen: bij duurdere woningen moeten meer parkeerplaatsen komen. Bij die koppeling zijn echter wel wat vraagtekens te zetten. Dat in de stadsvernieuwingsbuurten met een tamelijk eenzijdige bevolkingsopbouw en overwegend lagere inkomens, het aantal auto’s geringer is, kan nog wel als een redelijke veronderstelling worden gezien.
Maar hoe ligt dit bij nieuwbouwgebieden waar tweederde van de woningen in de koopsector wordt ontwikkeld? Moeten ook in die gebieden bij goedkopere woningen minder parkeerplaatsen worden aangelegd? Dat lijkt mij geen goed uitgangspunt. In de nieuwe stadsdelen woont een relatief jonge bevolking. Er zijn daardoor nogal wat starters op de woningmarkt, die het eerst in de goedkope koopsector terecht komen. Een feit is echter dat veel van de jongere nieuwbouwbewoners hun woonlasten slechts kunnen dragen doordat er meer dan een gezinslid over een inkomen beschikt. Het gevolg daarvan is dat deze gezinnen noodzakelijkerwijze ook over meer dan één auto beschikken. De opvatting: goedkopere woning, dus minder auto’s, gaat dus lang niet altijd op. Er valt dus nog wel wat te corrigeren op het nieuwe parkeerbeleid.

Het Podium als financiële last

Woensdag 26 november 2008

Mijn zorg over de kantorenlocatie Podium blijkt dus terecht! De gemeente is ontwikkelingspartner voor dit kantorengebied ten oosten van het Vathorster station. Het initiatief voor het participeren in deze kantorenontwikkeling werd genomen in een tijd dat de kantorenmarkt booming was – daar wilde de gemeente wel een graantje van meepikken. Maar als er één markt is die heftige schommelingen doormaakt, dan is het wel de kantorenmarkt. Het was, bijna tien jaar geleden, alleen de VVD-fractie die zich tegen de collegeplannen verzette, onder het motto: schoenmaker blijf bij je leest. Ofwel: gemeente, begeef je niet op een terrein waar je geen verstand van hebt, waar je niets hebt te zoeken en waar de risico’s groot zijn.

De meerderheid van de raad (de BPA maakte daar toen nog geen deel van uit en was beslist tegen geweest) steunde de ambities van het college. En moet nu op de blaren zitten. Uiteraard, wanneer er morgen ineens een drom bedrijven langskomt die op korte termijn zo’n 90.000 vierkante meter kantooruimte wil huren, en dat tegen verantwoorde prijzen, dan is er geen vuiltje aan de lucht. Maar het ziet er niet naar uit dat deze situatie spoedig optreedt.
Het College heeft getracht de afgang nog een beetje op te houden: de grondafname is over een langere periode uitgestrekt, in de hoop dat tijdwinst de kosten op de korte termijn drukt en er misschien nog tijdig kan worden aangehaakt aan een opleving in de markt. Daar ziet het voorlopig niet naar uit. En: door de afname van de grond over een langere periode uit te smeren wordt het probleem verlegd naar de leverancier van deze grond: het ontwikkelingsbedrijf Vathorst OBV. Die dreigt daardoor een miljoenentekort op te lopen. Het nare aan de zaak is dat de gemeente binnen de OBV vijftig procent partner is. Dat betekent dus dat bij het beperken van de schade voor de gemeente binnen Podium, het probleem elders weer net zo hard terugkeert, ook ten koste van de gemeente. En voor een deel ten koste van andere partners, dat wel.

De Kersenbaan: elke keuze leidt tot vreugde en leed

Dinsdag 25 november 2008

Deze dag vond in de raadszaal opnieuw een discussie plaats over de Kersenbaan, en dan met name over het zogenaamde Roethofkruispunt. Een onoverzichtelijk kruispunt dat de komende jaren op de schop moet in verband met de aanleg van de Kersenbaan, de verbinding tussen de A28 en het kantorengebied rondom de Stationsstraat. Het Roethofkruispunt vormt een schakel in de binnenring rondom de stad, zodat twee belangrijke verkeersaders elkaar op dit punt ontmoeten.

Uiteraard zijn omwonenden zeer betrokken bij de plannen voor dit kruispunt. Nu al bestaan er klachten over de verkeersveiligheid en de groeiende stroom auto’s die via de binnenring het leefmilieu in woonbuurten belast. Bij de ontwikkeling van de plannen voor de rotonde, die het huidige kruispunt moet vervangen, zijn verschuillende buurtgroepen betrokken geweest. Een van de belangrijkste punten die zij hebben gemaakt is de aanleg van een ongelijkvloerse kruising. De vraag die nu leeft is: moet de nieuwe rotonde in de binnenring worden aangesloten op de nieuwe Kersenbaan.
Neen, roepen alle omwonenden, want dat leidt tot nog meer verkeer in onze straten. De omwonenden hebben de planontwikkeling opgevat als een kans om met de aanleg van de Kersenbaan ook meteen een aantal lang sluimerende wensen in daden om te zetten. Daarbij gaat het om het afsluiten van wegen, het instellen van eenrichtingverkeer op verschillende plekken en het aanbrengen van verkeersdrempels op de binnenring.

Het presenteren van de plannen voor de Kersenbaan, inclusief de vele extra verkeersmaatregelen, heeft niet alleen vreugde maar ook beroering opgewekt. Door de voorgestelde verkeersmaatregelen dreigen nu elders in Amersfoort-Zuid, van Bosweg tot Julianaplein, problemen te ontstaan. Verkeer is als water: je kunt wel ergens een dam aanleggen, maar dan zoekt het water een ander stroomgebied. Als gemeenteraadslid wordt je dus voor de vraag gesteld: wat los je op met de gepresenteerde plannen indien problemen zich daardoor alleen maar verplaatsen. Dat er door de gepresenteerde plannen minder auto gaan rijden, is in elk geval een utopie.
Het probleem is: bij de discussie over het nieuwe kruispunt hebben in eerste instantie vooral mensen uit de aansluitende buurten deelgenomen. Mensen die in Dorrestein wonen, langs de Bosweg of rond het Julianaplein, zullen gedacht hebben: dat ligt ver van mijn buurt, ik kan mijn tijd wel beter besteden. Nu het blijkt dat de er wordt ‘afgedamd’ en het ‘water’ elders komt te stromen, is Leiden in last. Uiteraard!

De gemeenteraad moet 9 december met een goede oplossing komen. Welk besluit er ook valt, er zullen altijd mensen uiterst ongelukkig zijn. Maar er moét een besluit worden genomen, de zaak loopt al te lang. Binnen mijn fractie is nog discussie gaande, maar ik vind in elk geval dat het instellen van eenrichtingverkeer in Dorrestein en richting Julianaplein te veel belangen schaadt. Dat de Arnhemseweg ten zuiden van het omstreden kruispunt alsnog wordt afgesloten, daarin kan ik mij wel vinden. Maar om verplaatsing van verkeer naar de buurten achter de Arnhemseweg te voorkomen, lijkt het mij noodzakelijk om de nieuwe rotonde in zuidelijke richting met de Kersenbaan te verbinden.
De praktijk zal moeten uitwijzen of de beknotte aansluiting van de Kersenbaan op de nieuwe rotonde al dan niet leidt tot ongewenste situaties in Dorrestein, langs de Bosweg en rondom het Julianaplein. Het verkeer op de Kersenbaan, komende vanaf de A28, zal toch ergens de stad in moeten rijden. Ik sluit daarom niet uit dat we enkele jaren na het openstellen van de Kersenbaan opnieuw een pittige discussie moeten voeren. Het zij zo!

Met goed nieuws problemen verdoezelen

Maandag 24 november 2008

Communicatieadviseurs zijn soms net balletje-balletjespelers. Door handig te schuiven proberen zij de aandacht van een probleem af te leiden. Op de korte termijn kan daarmee worden gescoord, op de langere termijn wordt de rekening des te nadrukkelijker gepresenteerd.

Daaraan moest ik denken toen ik het persbericht over de voortgang van het Eemplein las. Half Amersfoort realiseert zich al langere tijd dat het rondom de ontwikkeling van het Eemplein niet zo soepeltjes loopt. Dat gevoel werd overigens niet veroorzaakt doordat het College regelmatig verslag deed over de voortgang, integendeel. Door middel van schriftelijke vragen kon ik af en toe nog enige informatie van het College loskrijgen, hoewel ook op zulke momenten het gebruikelijke gedraaikont niet van de lucht was.
En dat blijkt dan ook weer wanneer het College ten langen leste – na een reeks vragen vanuit de BPA-fractie – met de billen bloot moet. De ontwikkelaar voor het Eemplein maakt voorlopig pas op de plaats. Wie kan dat verbazen? Maar toegeven op dat punt is niet de sterkste eigenschap van het College. Dus werd er een persbericht uitgebracht met de enthousiaste titel: ‘Aanbesteding Eemhuis van start’. Het balletje-balletjespel was begonnen!
Overigens was het niet alleen het persbericht dat probeerde met een positief bericht de aandacht af te leiden van een huizenhoog probleem waarmee de stad is opgezadeld.. De raadsleden ontvingen bijna gelijktijdig een zogenaamde Raadsinformatiebrief met als titel: ‘Vaststellen definitief ontwerp Eemhuis en voortgang Eemplein’.De Kernboodschap in de brief omvatte enkele zinnen over het overleg met de ontwikkelaar over de voortgang van het Eemplein, maar voor de rest ging het vooral om het gereedkomen van het Voorlopig Ontwerp, de voorgenomen aanbesteding en de mededeling dat er naar wordt gestreefd om in september 2009 met de bouw van het Eemhuis te beginnen.

De volgende fase van de discussie laat zich bijna raden. Het mag – voorzichtig gesteld – niet worden uitgesloten dat het komende voorjaar de ontwikkelaar van het Eemplein nog steeds problemen heeft, veroorzaakt door de financieringscrisis en de dreigende recessie. De aanbesteding is dan intussen zover gevorderd dat het College nauwelijks de neiging zal kunnen weerstaan om de eerste paal voor de Eemhuis de grond in te laten rammen, ook al bestaat over de realisatie van de rest van het Eemplein nog steeds geen duidelijkheid. Eind 2009 zijn er verkiezingen in zicht, dus een feestelijke eerste paal, omringd met veel hoerageroep, kan dan nooit kwaad.
Ik ben nieuwsgierig hoe vastberaden de gemeenteraad op zo’n moment is. In het verleden is nadrukkelijk gesteld dat het gehele Eemplein in één keer moet worden ontwikkeld. Alleen voor de kantoortoren mag een uitzondering worden gemaakt. Met dit besluit wilde de raad voorkomen dat er een Eemhuis wordt gebouwd dat voorlopig aan de rand van een zandwoestijn staat. Met als bijkomend risico dat na voltooiing van het Eemhuis en na het vinden van een willige ontwikkelaar, het nieuwe Eemhuis ineens jaren wordt omsloten door een forse bouwplaats. Voorspelling dus voor het komende voorjaar: balletje-balletje!

Written by raphaelsmit

30/11/2008 at 17:49

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De onzin van de waterschapverkiezingen

Vrijdag 14 november 2008

Vandaag ontving ik mijn stembiljet voor de waterschapsverkiezingen. Politieke partijen die zich verdingen om in het bestuur van het waterschap zitting te mogen nemen. Dat is net zoiets als de GGD die zich meld om een stoeptegel recht te leggen.

Voor mij is het waterschap op de eerste plaats een technisch beheersapparaat. Wat moet ik mij er bij voorstellen wanneer politieke partijen zich met de waterschapszaken gaan bemoeien? Gaat de PvdA zich inzetten voor uitbreiden van de waterschapstaken? Of gaat de VVD pleiten voor verregaande deregulering binnen het waterschapsgebeuren? Mag er van de CU en de SGP op zondag niet meer worden gemalen? En gaat Water Natuurlijk – waarbinnen ik enkele GL- en D66-leden ontwaar – zich inzetten voor een gekozen Dijkgraaf?
Ik heb in principe niets tegen een gedemocratiseerde vorm van organen die het publieke domein raken. Maar laten we ons dan eerst eens druk gaan maken over het kiezen van de burgemeesters en de provinciale Commissarissen. Of laten we eens een discussie openen waarom de leden van de Eerste Kamer op getrapte wijze moeten worden benoemd. Het waterschap mag wat mij betreft net zo goed worden aangestuurd vanuit Rijkswaterstaat. Politieke beslissingen, zoals het vaststellen van de waterschapsbelasting, zou een taak kunnen worden van een van de bestaande politieke vertegenwoordigingen.

Sommigen mensen bepleiten de waterschappen onder te brengen binnen de provinciale organisatie. Op zich geen slecht idee, ware het niet dat het provinciaal bestuur ook een fossiele organisatie is dat nog nauwelijks enige maatschappelijke steun of aandacht geniet. Typerend in dat licht is het interview in de Volkskrant deze week met het Utrechtse statenlid Bas Nugteren, fractievoorzitter van Groen Links.
Over de rol van de gekozen staten merkt hij onder meer op: ‘Wij als Provinciale Staten werden met voldongen feiten geconfronteerd: we hadden geen zeggenschap. De openbare controle is verschrikkelijk weggeorganiseerd door deze manier van besturen.’ en ‘Voor de partijen van de eeuwige coalitie, de PvdA, het CDA en de VVD, beperkte die politieke taak zich veelal tot het af en toe een beleefde vraag stellen.’. Of, bij grote vraagstukken zoals de kwaliteit van het Groene Hart: ‘De democratische controle is nul komma nul. We worden twee keer per jaar over de stand van zaken van het urgentieprogramma geïnformeerd. Ambtelijk is alles dan al lang beklonken.’
Ik vermoed dat het met de zogenaamde democratie binnen het waterschapbestuur niet veel beter zal gaan.

Het College durft de waarheid niet te vertellen

Donderdag 13 november 2008

Het is alweer zo’n vijf weken geleden dat ik schriftelijke vragen stelde over de voortgang van de ontwikkeling van het Eemplein. De termijn waarbinnen deze vragen moesten worden beantwoord is intussen al ruimschoots verstreken, maar enig antwoord is nog niet in zicht.

Eigenlijk verbaasd mij dat niet, want een eerlijk antwoord op mijn vragen zal tevens het demasqué vormen voor de ambities die het gemeentebestuur met het Eemplein heeft. Het gaat er steeds meer naar uitzien dat de realisering van het Eemplein voorlopig in de ijskast is beland. Via bronnen buiten het stadhuis heb ik te horen gekregen dat de private ontwikkelaar voor het Eemplein is geconfronteerd met een investeringsstop. De oorzaak laat zich raden: de sombere economische vooruitzichten en de problemen binnen de financiële markten.
Er ontstaat daardoor een probleem voor het Eemhuis, het gemeentelijke aandeel in de ontwikkeling van het Eemplein. Voor de gemeente is de financiering van dit deel nog wel te organiseren, maar het Eemhuis is nauw verweven met de ontwikkeling van de rest van het Eemplein. Niet voor niets heeft de gemeenteraad in het verleden als eis gesteld dat de ontwikkeling van het gemeentelijke deel en van het commerciële deel van het Eemplein gelijktijdig moet plaatsvinden. Hiermee moet worden voorkomen dat het Eemhuis midden in een zandvlakte komt te staan, het pretentievolle plein waaraan het zou komen te liggen niet kan worden aangelegd en het Eemhuis over een aantal jaren onbereikbaar wordt door de in de toekomst toch nog wel te verwachten bouwactiviteiten in dat gebied.

Er zijn meer vragen die ik heb gesteld en waarmee het College het moeilijk blijkt te hebben. Neem de vragen over de ontwikkeling van het kantorenpark Podium bij het Vathorster station. Er staat tot nog toe één kantoorgebouw, maar de ontwikkeling van dit gebied had al voor meer dan de helft in volle gang moeten zijn. Het probleem is dat de ontwikkeling van Podium een samenwerkingsconstructie is waarbinnen de gemeente risicodragende partner is. Het moment waarop de door de gemeente gecalculeerde winst is opgesoupeerd door de oplopende renteverliezen nadert met forse schreden. Daarover wilde ik met mijn vragen gedetailleerde helderheid krijgen (de raad is het controlerend orgaan van het College), maar het verbaast mij niet dat de beantwoording zolang uitblijft.
Toch zal het College spoedig met de antwoorden over de brug moeten komen. Het zal wel weer zo gaan als vaker: eerst belegt het college een persbijeenkomst waarin het nodige wordt verricht voor het oppoetsen van het eigen imago, uiteraard zonder de aanleiding (de schriftelijke vragen) te vermelden. Om vervolgens de vragen op ontwijkende en onvolledige wijze af te doen.

Een derde zaak die al veel te lang ligt, betreft de schriftelijke vragen over hondenkennel bij Zielhorst. Drie jaar lang gedoogt het College stilzwijgend een hondenkennel in een voor kantorenbouw bestemd gebied. Klachten van omwonenden worden niet beantwoord of gefrustreerd. Dat de clandestiene kennel op een terrein ligt dat toebehoord aan de firma Smink, mag hieraan niet vreemd zijn (zie ook het gedoe rondom de manege aan de Bunscheterstraat).
In mijn vragen vroeg ik om opheldering en maatregelen tegen het clandestien gebruik van het terrein. In plaats van het geven van antwoorden, heeft het College een procedure in gang gezet om de jarenlange wetsovertreding alsnog te legaliseren.
Het is in onze stad altijd het zelfde liedje: daar waar de firma Smink in het geding is, trekt de burger altijd aan het kortste einde. Ik wacht op de klokkenluider die mij dat eens nader kan verklaren.

Written by raphaelsmit

16/11/2008 at 11:54

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Het vertrouwen verloren

Woensdag 12 november 2008

Toen ik vanmorgen wakker werd, wist ik het zeker. Het college, en wethouder Jelle Hekman op de eerste plaats, heeft de raad bedonderd. In het verhaal dat Hekman en zijn collega’s dinsdagavond tijdens de raadsvergadering hebben verteld, schuilt een aantal onwaarschijnlijkheden waarbij elke grens van geloofwaardigheid wordt overschreden.

Vanuit de raad werd de vraag gesteld of de overige collegeleden, naast Hekman, de afgelopen jaren kennis hadden van het evaluatierapport waarin de flagrante wetsovertredingen waarvoor Hekman de eerste verantwoording draagt werd geconstateerd, en of daarover binnen het College overleg is gevoerd. Zowel Hekman als zijn collega Luchtenveld maakten de raad wijs dat het College pas op de ochtend van de dag waarop de raad over het rapport ging spreken, met de inhoud van de nota kennis heeft gemaakt. Wethouder Hekman merkte op dat er wel eerder over enkele aanbevelingen was gesproken.
Wat krijgen we nou? Een wethouder vertelt iets over enkele aanbevelingen uit een rapport, en geen van zijn collega’s vraagt hem om het rapport zelf op tafel te leggen? Als dat zo is, hebben we binnen het college te maken met een aantal politieke autisten. Wat elk normaal mens in zo’n geval zal opmerken (‘Welk rapport bedoel je, Jelle? Mogen wij dat ook eens inzien? Waar ging het precies over en wat waren de bevindingen?’), is niet in de bij onze collegeleden – het politieke puikje van onze stad, zou je denken – opgekomen.
Onzin natuurlijk! Ze hebben er van geweten. En als Hekman dat niet spontaan had verteld, dan had de voorzitter van het College, door onze Koningin aangesteld om het recht te beschermen, moeten ingrijpen. Maar deze week weten de collegeleden ineens van niets: we hebben er pas vanmorgen over gesproken. Op deze wijze proberen zij zich aan hun verantwoording te ontrekken. Een bestuurlijke manoeuvre die meer dan ongeloofwaardig is.

Wethouder Hekman heeft kort na de presentatie tegenover verschillende journalisten verklaard dat hij op de hoogte was van de actie van een van zijn ambtenaren, de man die de projectontwikkelaars informeerde over het geheime Wvg-besluit van het College. Sorry, ik had mij vergist, waren ongeveer de woorden die hij dinsdagavond over zijn lippen bracht. Ik heb het bij enkele journalisten nagetrokken, maar de uitspraken zijn inderdaad gedaan. Pas toen het de wethouder duidelijk werd dat hij daardoor de wet overtrad en strafbaar was, werden alle voorgaande opmerkingen ingeslikt en moest een ambtenaar hangen. Wat overigens niets afdoet van zijn politieke verantwoordelijkheid, iets waarvoor hij zich op laffe wijze heeft gedrukt.
Je kunt je natuurlijk wel eens ’n keer vergissen. Maar met volle overtuiging tegenover verschillende mensen iets beweren waarvan je later zegt dat het toch niet zo was, is meer dan ongerijmd. Zeker voor iemand die beweert in 2006 van deze zaak een dagboek te hebben bijgehouden. De zaak ligt natuurlijk anders: zijn communicatieadviseurs hebben hem gezegd: ‘Geef maar toe dat je het betreurt dat je de raad niet eerder hebt geïnformeerd, want dat is niet strafbaar. Maar zeg maar dat je over de informatie aan de ontwikkelaars niets wist en pas later bent geïnformeerd. Schuif alle verantwoording daarvoor maar naar een ambtenaar die toch niet meer in gemeentedienst is.’

De hele presentatie van de wethouder was te gelikt. Dat hij in 2006 een dagboek heeft bijgehouden, vind ik ongeloofwaardig (hetzij dat je weet dat er iets hopeloos fout dreigt te gaan). Als dat dagboek al bestaat, dan heeft hij dat – lijkt mij – op advies van zijn communicatiemensen afgelopen week geschreven. Dat communicatieadviseurs – en misschien ook juristen – bij de verdediging van Hekman een grote rol hebben gespeeld, is zonneklaar: de gelikte powerpointpresentatie, de voorlichtster die een dag van te voren een krant belt met de mededeling dat alle beweringen die de wethouder eerder heeft gedaan, op een vergissing berusten, de vrijwel uniforme vragen van de coalitiepartijen waar de presentatie van de wethouder naadloos op aansloot: daar is over nagedacht: hoe halen we de wethouder uit de wind.

Ik vond Jelle Hekman altijd een integere en toegewijde politicus. Toen ik vanmorgen wakker werd wist ik beter: Jelle is gewoon een wethouder die geen middel schuwt om zijn blazoen te reinigen (ten laste van een ambtenaar die zich niet kan verdedigen). Voor mij heeft hij het vertrouwen verloren.

De Amersfoortse politieke mores

Dinsdag 11 november 2008

De parlementaire geschiedenis in ons land kent een groot aantal ministers die zijn afgetreden omdat zij hun politieke verantwoordelijkheid namen. Enkele namen die mij spontaan te binnen schieten: Van Thijn, Sorgdrager, Hirsch Ballin. Zij traden af nadat bleek dat ambtenaren waarvoor zij verantwoordelijk waren, nalatig waren geweest. Goede ministers die op het moment van hun aftreden belangrijke onderwerpen in behandeling hadden. Maar zij kozen voor de politieke zuiverheid.

Heel anders is dat in onze stad Amersfoort. Daar kan een wethouder blijven zitten, ook al blijkt uit een serieus rapport dat onder zijn verantwoordelijkheid de wet is overtreden en er belangrijke schade is ontstaan voor de stad. Daarbij gaat het niet eens om de vraag of een ambtenaar heeft gefaald zonder dat de wethouder van diens daden op de hoogte was of dat de betreffende ambtenaar handelde in opdracht van de wethouder of met diens medeweten.

Burgers in onze stad kunnen vanaf deze dag constateren dat wethouders het niet zo nauw nemen met de wet, indien dat tot gevolg heeft dat hun eigen positie in het geding komt. Het feit dat coalitiepartijen dat sanctioneren door te laten blijken dat zij alle vertrouwen in de betreffende wetsovertreder hebben, maakt de zaak alleen maar erger.
Het feit dat, nadat een onderzoek heeft plaatsgevonden, er door de eerstverantwoordelijke wethouder of door andere collegeleden die kennis van het evaluatierapport hadden, geen strafrechtelijke procedure is geopend, maakt deze bestuurders medeschuldig. Dat geldt ook voor de raadsleden die zich, door een hoofdelijke stemming, solidair met de wethouder hebben verklaard. Overigens: bij een rechtsprocedure was helder naar voren gekomen in hoeverre het bestuur weet had van de handelingen van de ambtenaar.
Deze avond is gebleken dat een aantal politici in onze stad hun eigen positie belangrijker vinden dan dat te doen wat burgers in onze stad van hen verwachten, namelijk: de wet uitvoeren!

Prestigeslag rond een pannaveldje

Maandag 10 november 2008

Mijn fractiegenoot Ruud Schulten houdt zich met een vreemde zaak bezig. Het gaat om een pannaveldje (minivoetbalplek) in Nieuwland. Ambtenaren hebben het pannaveldje tot een prestigezaak gemaakt, bewoners in Nieuwland en vrijwilligers van een sportvereniging hebben het nakijken.
Pannaveldjes zijn helemaal in. Misschien niet meer bij de jeugd, want die is – terecht – zeer flexibel bij het cultiveren van activiteiten die gedurende een beperkte tijd ‘in’ zijn. Maar wel bij ambtenaren die aan het creëren van deze voorzieningen persoonlijk aanzien hopen te verwerven, om het even of voor deze voorzieningen voldoende draagvlak bestaat.

Natuurlijk is er in Nieuwland behoefte aan voorzieningen voor de jeugd. Het is een jonge wijk, dus aandacht voor de jongeren is meer dan noodzakelijk. Dat vinden ook het bestuur en tientallen vrijwilligers van de sportvereniging Nieuwland. Deze vereniging wil meer zijn dan een voetbalclub, de vereniging voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn in Nieuwland, niet allen voor de georganiseerde voetbaljeugd, maar ook voor de niet georganiseerde jeugd. Om de jeugd in de wijk op een gezonde wijze te activeren, beperkt de sportvereniging Nieuwland zich niet tot het voetballen, maar wilt ze de jeugd uit de buurt veel meer bieden.

En daarnaast bestaat er dus een bureaucratie op het stadhuis die in Nieuwland een pannaveldje wil droppen. Daar is op zich niets mis mee, zij het dat de daarvoor gekozen plek op weerstand van buurtbewoners stuit. Die weerstand blijkt weinig uit te halen, want wat bij sommige (ik wil zeker niet generaliseren) ambtenaren in de kop zit, is er door geen bewonersweerstand uit te halen. En ik spreek daarbij uit ervaring!
Om dit probleem op te lossen, heeft de sportvereniging Nieuwland aangeboden het pannaveldje op haar sportterrein aan te leggen. Het past in concept van deze vereniging, die een gevarieerd aanbod voor alle jeugd in Nieuwland tot stand wil brengen. Maar iedereen die het stadhuis een beetje kent, weet al wat het resultaat is: van het aanbod wordt geen gebruik gemaakt. Befehl ist Befehl, alternatief hier, alternatief daar: de bewoners hebben maar te accepteren wat achter stadhuisbureau’s is uitgedacht. Bewoners staan in de kou, positief denkende vrijwilligers bij een sportvereniging zijn gefrustreerd, maar dat doet er verder niet aan toe! Of toch?

Natuur is belangrijker dan nieuwe snelwegen

Vrijdag 7 november 2008

De verkeerssituatie rondom het verkeersknooppunt Hoevelaken staat weer eens in de belangstelling. Als bewoner van Vathorst en daarmee regelmatig passant van dit kruispunt, weet ik uit ervaring dat het rond het knooppunt Hoevelaken regelmatig hommeles is.
Een groep ondernemers heeft voorgesteld om een bypass tot stand te brengen door een nieuwe verkeersverbinding te maken vanaf de aansluiting van de A30 en A1, noordelijk langs Hoevelaken, naar de plek waar de Bunschoterstraat de A1 kruist. Zij zijn niet de enige die over dit probleem nadenken, ik zag de afgelopen weken wat e-mails langskomen met allerlei variaties op het ondernemersvoorstel.

Wat bij al deze voorstellen over het hoofd wordt gezien is het feit dat ons land niet alleen uit wegen bestaat, maar ook uit natuur. Ten noorden van Vathorst ligt de Arkemheense Polder, een internationaal natuurgebied. Daar moet je natuurlijk geen nieuwe snelweg door of vlak langs aanleggen. En zou de weg toch worden aangelegd, dan wordt de ruimte tussen de nieuwe snelweg en de Laak mogelijkerwijze spoedig aangewezen als nieuwe bouwlocatie. Wel of geen bouwlocatie, het geplande groengebied voor de Vathorstbewoners, ten noorden van de Laak, mag je bij nieuwe wegaanleg ten noorden van Vathorst vergeten.

De oplossing is feitelijk heel simpeler. Laat Rijkswaterstaat eindelijk eens beginnen met de herstructurering van het knooppunt Hoevelaken. De plannen voorzien in een zogenaamde Turbo-90-oplossing. Hierbij hoeft het afslaande verkeer slechts een hoek van ongeveer 90 graden te draaien, in plaats van de 270 graden die eigen zijn aan een klaverblad. Dat betekent: het verkeer – ook vrachtauto’s – kan sneller en op overzichtelijke wijze, zonder allerlei weefvlakken, zijn weg vinden. Er ontstaat een kruispunt dat vergelijkbaar is met het Prins Clausplein bij Den Haag.
Een vlotte verkeersafwikkeling bij het knooppunt Hoevelaken voorkomt filevorming en maakt de aanleg van een nieuwe weg door kostbare natuurgebieden overbodig.

Burgerplicht en ambtelijke reactie

Donderdag 6 november 2008

Laatst schreef ik op deze plaats iets over de problemen waarmee Amersfoort kan worden geconfronteerd op het moment dat op Europees niveau een uitspraak wordt gedaan over het mogelijk overtreden van de Europese regelgeving bij de vergave van werkzaamheden in Vathorst. We spreken dan over miljoenenbedragen. Wat de precieze consequenties zijn van een uitspraak in Brussel of Luxemburg (Europees Hof), is nog niet te voorzien.
Naar aanleiding van mijn opmerking ontving ik een mail van een van onze ambtenaren. Weet wel, zo merkte hij op, dat het de fractievoorzitter van de BPA is die de hele aanbestedingszaak rondom Vathorst bij de Europese overheid onder de aandacht heeft gebracht. Met andere woorden: als er schade ontstaat, is het de schuld van de BPA-voorzitter.

Een vreemde kronkel, als ik het zo mag opmerken. Een jurist ten stadhuize beschuldigt een bewoner in onze stad er van dat deze aangifte heeft gedaan van een zaak die mogelijk tegen de wetgeving indruist. Burgerplicht, zou je zo denken.
Indien een burger in onze stad – of het mijn fractievoorzitter is of wie dan ook – een overtreding of strafbare handeling constateert, heeft hij de plicht om daarvan aangifte te doen. Doet hij dat niet, dan is hij feitelijk medeschuldig aan de overtreding, immers, hij sancioneert deze door zijn zwijgen.

Met de opmerking van de ambtenaar treedt een bekend verschijnsel op: men probeert de boodschapper te straffen en laat de veroorzaker lopen. Eigenlijk vind ik dat iedereen op het stadhuis – zeker onze stedelijke juristen – blij moet zijn wanneer een burger in onze stad zijn plicht doet, zonder dat te laten afhangen van het feit dat iemand daarvan schade ondervind ten gevolge van de boete die nu eenmaal bij een vergrijp behoort. Het recht moet zegevieren!

Written by raphaelsmit

13/11/2008 at 00:15

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Een ontluisterend rapport

woensdag 5 november 2008

Door loslippigheid vanuit het stadhuis dreigt de gemeente Amersfoort in Vathorst-West een strop op te lopen van tenminste 12 miljoen euro. Dit bedrag kan nog verder oplopen. Oorzaak is het voortijdig bekend worden van plannen van de gemeente voor het aankopen van grond. Een blunder van de eerste orde, zo mag worden gesteld. Een blunder waarvoor het College van B en W rechtstreeks aansprakelijk is. Dit blijkt uit een onderzoeksrapport dat vandaag is gepresenteerd. Een rapport met een aantal verrassende feiten, maar ook een rapport dat talloze vragen oproept en waarvan kan worden gezegd dat op verschillende punten het niet-geschrevene net zo zwaarwegend is als het gepubliceerde.

De feiten: Om de schadevergoeding ‘baggerstort’ aan Smink te kunnen bekostigen, besluit de gemeenteraad begin 2006 dat in Vathorst-West maximaal 3.000 woningen extra gebouwd moeten worden. Op 25 april 2006 besloot het College gebruik te maken van de wet Voorkeursrecht, waardoor grondspeculatie en het innemen van grondposities door niet gewenste ontwikkelaars kon worden voorkomen. Op 27 april wordt het besluit gepubliceerd in de Staatscourant, het voorkeursrecht krijgt vrijwel direct daarna rechtskracht.
In de twee dagen tussen het – geheime – collegebesluit en de publicatie wisselt 33 ha grond in Vathorst-West van eigenaar. Vathorst Beheer, waarin de private partners van het OBV zijn vertegenwoordigd, koopt 23 ha, de overige 10 ha worden gekocht door het Amersfoortse bouwbedrijf Schoonderbeek. De prijzen die bij deze transacties worden gehanteerd zijn dubbel zo hoog als door het gemeentebestuur werd beoogd.

Tussen het gemeentebestuur en Vathorst Beheer bestaan al sinds 1998, bij de start van de ontwikkeling van Vathorst, een goede relatie. Jaarlijks gaan collegeleden, ambtenaren en ontwikkelaars op pad om zich in aantrekkelijke steden – zoals Venetië – te oriënteren. Feitelijk zijn de verhoudingen tussen het gemeentebestuur en de groep ontwikkelaars innig te noemen. Beide partijen ontmoeten elkaar regelmatig binnen OBV-verband, gemeente en ontwikkelaars participeren elk voor vijftig procent in dit ontwikkelingsbedrijf.
Maar het zijn en blijven twee culturen: de gemeentelijke overheid en de commerciële partijen. Op het moment dat het om geld en continuïteit in opdrachten gaat, neemt vriendschap een zwakkere plaats in. Dat is logisch: bedrijven moeten zich inzetten voor rendement en moeten hun eigen geld verdienen, ambtenaren zijn meer beleidsgericht, het geld waarover zij beschikken komt niet uit eigen beurs maar is gemeenschapsgeld.
Het feit dat op 25 april, direct na het collegebesluit, de directie van het OBV werd geïnformeerd, is een gotspe en hangt nauw samen met een gemis aan inzicht binnen het stadhuis in de cultuur van de zakelijke partner. Over het toeval waarop de firma Schoonderbeek stuit, wil ik nog niet veel zeggen: drie jaar op zoek naar grond en op het moment dat het gemeentebestuur een belangrijk besluit neemt – waardoor het vrijwel zeker is dat er ook daadwerkelijk kan worden ontwikkeld – juist een aankoopcontract ondertekenen: dat zal toeval zijn?

Uit het onderzoeksrapport blijkt dat het college en de betrokken ambtenaren zich gepasseerd voelden omdat de directie van het OBV, na getipt te zijn vanuit het stadhuis, de ontwikkelaars attendeerde op het genomen besluit en aanzette tot haastige verwerving. Deze teleurstelling op het stadhuis wijst opnieuw op het onderschatten van de werkelijkheid. De gemeenteraad had na de Smink-deal laten blijken alle mogelijkheden voor ontwikkeling te willen openhouden. Voortgaande samenwerking binnen het OBV mag geen vanzelfsprekendheid zijn, zo werd gesteld. Feitelijk blijft een directie, wettelijk verplicht om zich in te zetten voor de belangen van de vennootschap, dan weinig anders over dan zich te richten tot de aandeelhouders die bereid zijn de continuïteit van het bedrijf te waarborgen.

Ik heb het rapport van tientallen kanttekeningen voorzien, teveel om op beperkte ruimte weer te geven. Ze komen aan bod tijdens de behandeling van het onderzoeksrapport in de raad. Toch nog één opmerking. Nadat de raad de Smink-deal had goedgekeurd en de dekking daarvan door woningbouw in Vathorst-West had gesanctioneerd, had het college direct actief kunnen starten met grondverwerving. Feitelijk was een besluit tot het vestigen van het voorkeursrecht al vanaf december 2005 mogelijk. Dat heeft het college nagelaten, onder het motto: daar moet na de verkiezingen een nieuw college maar over beslissen. Een blunder, want daardoor werd alle ruimte gegeven aan anderen om grond te verwerven. En daar waren ze ook mee bezig, ze moesten zich alleen even haasten toen ze getipt werden over het collegebesluit van 25 april 2006.
En bij dat alles blijf ik van mening dat ik me in de periode 2005-2006 terecht heb verzet tegen de Smink-deal en het ontwikkelingsbesluit voor Hoogland-West.

De gemeente en creditcardfinanciering

Dinsdag 4 november 2008

Amersfoort is geen slachtoffer geworden van bankproblemen in IJsland en de VS. Dat is te danken van een specifiek financieringsmodel dat onze stad hanteert en waardoor we geen geld hebben dat ongebruikt op spaarrekeningen hebben opgepot. Alle liquide middelen waarover Amersfoort zou kunnen beschikken, zijn belegd in stedelijke projecten, in stenen, bomen en noem maar op. Geld dat binnenkomt, wordt zo snel mogelijk ‘belegd’ in het op peil houden van de kwaliteit en de leefbaarheid van de stad.

Om toch normaal te kunnen functioneren heeft Amersfoort een rekening-courantverhouding met de Bank Nederlandse Gemeenten. De precieze omvang heb ik niet paraat, maar laten we zeggen dat onze stad ongeveer 30 miljoen kredietruimte heeft. Hiervan is momenteel zo’n tweederde aangesproken. Voor echt grote uitgaven die niet uit deze rekening-courantpositie kunnen worden gefinancierd, worden aparte leningen aangegaan.
Dat betekent dus dat alle bedragen aan bedrijfsreserves en voorzieningen die in de begroting staan, niet in geld aanwezig zijn. Ze zijn geïnvesteerd. Feitelijk beschikt de stad dus over een creditcard, uitgegeven door de Bank Nederlandse Gemeente. En net als elke doorsnee USA-burger staat de stad continue rood op zijn creditcard. Het verschil met heel veel USA-burgers is dat de gemeente een betrouwbare debiteur is voor de bank en dat de bank meer dan solide is.

Ik kan me wel vinden in deze financieringspositie. Maar toch heb ik zorgen. Het gemeentebestuur heeft uitgerekend hoeveel risico’s het loopt op allerlei projecten, Van Podium tot stadsvernieuwing en van Eemplein tot Vathorst. Het totale risicobedrag is zo’n dertig miljoen euro, maar er wordt vanuit gegaan dat nooit alle risico’s gelijktijdig opduiken.
Maar ik vraag mij af of alle risico’s niet teveel zijn berekend vanuit de economisch solide situatie waarin we de afgelopen jaren verkeerden. Wat gebeurt er wanneer door recessie en andere tegenvallers ineens een groot aantal risico’s realiteiten worden. Onze reserves steken feitelijk in stenen en bomen, dus wij moeten dan voor extra aankloppen bij onze kredietverstrekker. Daardoor raakt onze rekening-courantpositie snel uitgeput en kunnen rentetegenvallers ineens snel oplopen. Voorzichtigheid is dus geboden, al te veel zelfgenoegzaamheid kan fataal worden.

Een boeiend gebouw op een verkeerde plek

Maandag 3 november 2008

Vandaag was er de mogelijkheid om de nieuwbouw van de RACM aan het Smallepad te bezoeken. De architect, Juan Navarro Baldeweg, verzorgde een uitgebreide toelichting en in de intussen invallende schemering kon door het gebouw worden gewandeld. In februari moet het nieuwe gebouw worden opgeleverd, tot die tijd is nog heel wat te doen.

Ik ben in het bezit van een omvangrijke overzicht van al het werk van Baldeweg. Uit dit fraai geïllustreerde boek is op te maken dat Baldeweg gebouwen maakt die niet alleen een opvallende exterieur bezitten, maar dat vooral zijn interieurs meer dan boeiend zijn. Zo ook het gebouw van de RACM. Sommige doorkijken leveren een bijna kathedraalachtige impressie op en met name de als openbare ruimte geplande delen van het gebouw imponeren.
En toch, bij al het ontzag dat deze nieuwbouw kan opwekken, blijf ik van mening dat het omvangrijke gebouw op de verkeerde plaats staat. Een drukke boulevard, een ruim plein aan de frontzijde en veel – verraste – voorbijgangers, dat is het wat dit gebouw verdiend. Nu staat het weggedoken achter het stadhuis, vis-à-vis met een appartementengebouw (dat ook na vervangende nieuwbouw niet imposanter zal worden) en wordt het zicht op het gebouw in belangrijke mate ontnomen door prachtige bomen – die ondanks alles natuurlijk moeten blijven staan. De schepping van Baldeweg had een waardiger plek verdiend.

Written by raphaelsmit

05/11/2008 at 16:49

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Daar zijn ze: de meerpalen

Vrijdag 31 oktober 2008

Het is weer enkele jaren geleden dat een aantal collegeleden en ambtenaren samen met een projectontwikkelaars op reis gingen naar Venetië. Dat leverde in die tijd nogal wat commentaar op, maar intussen is dit oud bier dus daarover wil ik het niet meer hebben. Na dit snoepreisje maakte een van de meegereisde ambtenaren – geheel volgens de regels – een verslag. Ik kan mij niets meer uit dat verslag herinneren, alleen maar dat niemand er van onder de indruk was. Wat in die tijd als belangrijkste resultaat uit de reis naar voren kwam was de vaststelling dat de prachtige, gekleurde meerpalen in de Venetiaanse kanalen het prachtig zouden doen in de grachten in Vathorst-Laak.

Intussen woon ik zelf in Lak. Tijdens mijn wandelingen door mijn woonomgeving heb ik nog fraaie Venetiaanse meerpalen kunnen ontdekken. Zelfs dat niet, was mijn conclusie. Wat ik niet wist, was dat de bouwers van Vathorst een aardige verrassing voor mij in petto hadden. Onbewust en onbedoeld, naar ik aanneem, maar daarom niet minder attent.
Ik woon aan de Genemuidengracht. Het woord ‘gracht’ is tot nog toe wat hoog gegrepen: er was wel een net nog zichtbare kademuur, maar de gracht was gedempt en diende als bouwterrein voor de woningen die rondom de woontoren De Pyloon worden gebouwd. Twee weken geleden werd er echter zwaar materiaal aangereden en werd begonnen met het ontgraven van de Genemuidengracht. Na het graafwerk verschenen de mensen die bij een aantal nog in aanbouw zijnde, aan het water staande, woningen steigers gingen bouwen. Het ziet er steeds aantrekkelijker uit!

En vandaag was het zover: vóór de steigers werden meerpalen neergezet, beschilderd met blauwwitte banen, zoals je je dat bij een Venetiaans kanaal kunt voorstellen. Kan het eigenlijk wel toeval zijn dat de eerste resultaten van de bespotte snoepreis naar Venetië precies tegenover de woning van een van de grootste criticasters bij deze reis in de bodem worden geramd?
Het wachten is op het water en de Vathorstsloepen, waarmee het beeld compleet kan worden gemaakt!

Woningbouw aan het Eemplein

Donderdag 30 oktober 2008

Enkele weken geleden stelde ik schriftelijke vragen over de voortgang bij de bouw van het Eemplein. Het laatste bouwschema dat in mijn bezit is, vermeldt een eerste paal op 21 februari 2007, de fase van afwerking had nu dus ongeveer moeten beginnen. Maar intussen is de start van het realiseren van het Eemplein al verschillende keren uitgesteld. Het college en de ontwikkelaar durven nu helemaal geen datum meer te noemen, maar wanneer op 21 februari 2009 met de bouw is begonnen, mogen we blij zijn, vermoed ik.

Aan de vragen is al aandacht besteed. Het gaat planning, de lang verwachte en intussen meer dan noodzakelijk verhuizing van culturele instellingen, contracten met exploitanten van horeca en bioscopen, de schijnbare aanpassing van de parkeergarage met het daarmee samenhangende gevaar van onnodige parkeeroverlast, het geschuif met grondkosten en noem maar op.
Een van de vragen betrof het tijdstip waarpop de ongeveer 140 woningen die in het Eemplein zijn gepland, in de verkoop komen. ‘Wil je er wonen?’ was een van de reacties uit mijn omgeving. Nou ja, uitsluiten doe ik niets, maar ik woon op dit moment prima naar mijn zin. De vraag had een geheel andere achtergrond. De ontwikkelaar heeft de afgelopen maand opgemerkt dat de bouw van het Eemplein natuurlijk wel financieel-economisch verantwoord moet zijn. In de praktijk houdt dat in dat er voor een aanzienlijk deel van de te bouwen ruimten – winkels, kantoren, woningen – betalende gebruikers aanwezig moeten zijn.
Hoe het zit met de commerciële ruimten, weet ik niet. Er zijn een supergrote AH-winkel en een filiaal van Mediamarkt gepland. Laten we hopen dat de actuele economische problemen de realisatie van deze winkels en van de overige winkelruimte niet in de weg staat. De kantoortoren werd enkele jaren geleden al als een probleem gezien, mogelijkerwijze wordt die later gebouwd – gezien de ontwikkelingen op de kantorenmarkt kan dat zelfs veel later worden.

Maar de 140 woningen, grotendeels appartementen, kunnen wel eens een probleem vormen. Appartementen in Amersfoort doen het niet zo goed, althans in de middendure en dure koopsector. En er is in Amersfoort nogal wat in de aanbieding. De actuele berichten over de afzet van appartementen in Puntenburg, het gebied tegenover het Eemplein, zijn weinig hoopgevend. En er staan nogal wat projecten op het programma, in Vathorst, in de stadsvernieuwingswijken en op of nabij de ziekenhuisterreinen, om maar eens enkele voorbeelden te noemen.
Daarom kijk ik met enige spanning uit naar het moment waarop de 140 woningen van het Eemplein in de aanbieding komen. Pas als dat gebeurt en de afzet daarvan succesvol verloopt, kan er sprake zijn van een financieel-economisch verantwoord plan. De opmerkingen van de ontwikkelaar op dit punt moeten meer dan serieus worden genomen!

Written by raphaelsmit

02/11/2008 at 16:37

Geplaatst in Uncategorized