Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for maart 2007

leave a comment »

Een nieuwe vorm van debat

Zondag 25 maart 2007

Een nieuw fenomeen in de vergaderorde van de gemeenteraad biedt zich aan. Sinds enkele jaren bespreken we voorstellen van het college in De Ronde. Indien daar vragen worden gesteld die de dossierkennis van de wethouder te boven gaan, dan vindt nog een schriftelijke toelichting plaats – kan gebeuren, is niks mis mee. Daarna kan er, al dan niet met discussie, besluitvorming in Het Besluit, zeg maar: de raadsvergadering, plaatsvinden.

Zo ging het ook met het punt ‘Verordening Wet Inburgering 2007’, gepresenteerd onder de verantwoordelijkheid van wethouder Eerdmans. Maar de griffie kwam net voor dit weekend met een nader voorstel. Misschien was wethouder Eerdmans toch niet zo duidelijk geweest in de schriftelijke beantwoording. Dus wordt er in De Ronde van 27 maart nog eens een extra gespreksronde ingelast. Toelichtende vragen hoeven dan het debat in Het Besluit niet te belasten, aldus de toelichting.
Dat is een toelichting. Het gangbare optreden van wethouder Eerdmans beoordelend, bekruipt mij echter het gevoel dat ze al te moeilijke discussies tijdens het debat in Het Besluit tracht te vermijden door het inlassen van nog een extra gesprekje met de raadsleden. Ik hoop niet dat dit een nieuw gebruik gaat worden. Overigens: ik heb geen aanvullende vragen, of het moet zo zijn dat mijn fractiegenoten nog iets hebben ontdekt.

Communicatie, het blijft een probleem

Zaterdag 24 maart 2007

‘Wethouder Luchtenveld gaf toe dat enige communicatie wel op zijn plaats zou zijn geweest’ lees ik vandaag in de Amersfoortse Courant. Wat nu, gaat Ruud Luchtenveld communiceren? Overwint hij zijn angst voor insprekers en andere mensen die zich kritisch uitlaten over zijn beleid? Is hij bereid de beschermende kring van ambtelijke adviseurs te verlaten?
De aanleiding voor de AC-mededeling was al erg genoeg en tekenend voor de normale gang van zaken in onze stad. In Schothorst werd gewerkt aan de openbare weg, vooral rondom het winkelcentrum. Het duurde weer eens langer dan toegezegd, de informatie liet meer dan te wensen over en de middenstand mag de economische gevolgen van bureaucratisch gestuntel weer voor zijn rekening nemen. De gemeente erkent dat er fouten zijn gemaakt – dat is in elk geval een nieuwtje, meestal kost het heel wat moeite voordat zoiets boven tafel komt.

Vahstal en ondubbelzinnige contracten

Vrijdag 23 maart 2007

De BPA heeft schriftelijke vragen gesteld over het gedoe tussen de gemeente en de firma Vahstal. Sinds de presentatie van de CSG-plannen, zo’n twintig jaar geleden, botert het niet tussen de gemeente en Vahstal. Er is al verschillende keren iets op papier gezet, maar het lijkt er op dat men op het stadhuis, telkens nadat de inkt van de handtekeningen is opgedroogd, schrikt van de afspraken. Dat is dan jammer, maar er zit dan niet veel anders op dan de overeenkomsten na te komen en geen truckjes of spelbederf toe te passen. Al het gedoe tussen de gemeente en Vahstal heeft ons tot nog toe alleen maar geld gekost.

Tien dagen geleden stelde ik tijdens De Ronde mondelinge vragen over de nieuwe problemen tussen de gemeente en Vahstal. Mag Vahstal nu wel of geen bedrijfsgebouw voor detailhandel neerzetten in de oksel van het bedrijvengebied Vathorst, op een zichtlocatie? Nee hoor, aldus wethouder Van ’t Veld die namens het college antwoordde. Onze huisadvocaat heeft het uitgezocht, de afspraken op dat punt zijn duidelijk.
Aanleiding genoeg om de tekst van de afspraken uit 1998 nog maar eens in te zien. Het college heeft nog nooit gezegd dat deze niet meer gelden (Vahstal zou gek zijn om daar mee in te stemmen!). Tja, het staat er toch duidelijk: daar waar in de overeenkomst over bedrijfsruimte wordt gesproken, gaat het behalve over kantoren en bedrijfsmatige activiteiten ook over ruimte voor groot- en kleinschalige detailhandel. En in de overeenkomst wordt de 3.000 m2 bedrijfsruimte op de omstreden plek in Vathorst zwart op wit toegezegd. Dus ergens klopt iets niet!

Ik herinner mij – ook uit mijn SGLA-tijd – dat de huisadvocaat van de gemeente wel eens vaker iets te kort door de bocht is gegaan. Zal dat nu weer zo zijn? Via schriftelijke vragen heb ik het college verzocht of de, op zich overduidelijke, afspraken uit 1998 nog gelden en of we als raadsleden het advies van de huisadvocaat eens mogen inzien. Er is binnen dit dossier al zoveel gebeurd dat je je als raadslid maar beter wat extra kunt informeren. Tenslotte is het onze taak om het college in de uitvoering van zijn werk te controleren, zeker indien er iets fout dreigt te gaan!

Vaarwel, geliefde pluriforme pers

Donderdag 22 maart 2007

Maurice Koopman gaat onderzoeken of het mogelijk is dat Omroep Amersfoort, RTV Utrecht en de Amersfoortse Courant nauw gaan samenwerken. In elk geval op redactioneel gebied, zo maak ik op uit krantenberichten en een brief van de voorzitter van onze plaatselijke omroep. Een goed getimed bericht, zo kort voor het raadsdebat over de zendmachtiging.

Ik ken Maurice Koopman als een creatieve ideeënman, tientallen jaren actief binnen de omroepwereld. Dus ben ik nieuwsgierig naar zijn bevindingen. Omdat verschillende vormen van samenwerking vanuit Omroep Amersfoort al eerder aan de orde zijn geweest, ook in de tijd dat ik zelf voorzitter van deze vereniging was, heb ik zo mijn ervaringen. En ook mijn reserves, zowel op juridisch als financieel gebied.
Maar in mijn ogen speelt er nog iets heel anders. In het verleden, toen ik actief was binnen de NVJ, heb ik altijd gestreden voor een zo groot mogelijke pluriformiteit binnen de pers, juist op lokaal gebied. Redactionele samenwerking tussen de Amersfoortse Courant, RTV Utrecht en Omroep Amersfoort lijkt mij funest voor de pluriformiteit binnen ons plaatselijke perswereldje. Ik zit niet op dergelijke vormen van verdere journalistieke verloedering te wachten.

Maar zoals een van de grootste filosofen van ons land al eerder heeft gezegd: elk nadeel heeft een voordeel. Als de samenwerking echt tot stand komt, dan heb ik genoeg aan Omroep Amersfoort, RTV Utrecht en De Stad Amersfoort. Dat scheelt mij weer enkele tientjes per maand!

Een toezegging voor La Venus du Canal

Woensdag 21 maart 2007

Onlangs dwarrelde op mijn bureau een kopie van een brief die ons college op 8 februari 1994 schreef aan de woningcorporatie SCW. De SCW heet intussen De Alliantie, maar dat doet aan de inhoud van de brief verder niets af. Het college deed een toezegging die ze tot nog toe nog steeds niet is nagekomen. Dat weet ik zeker, want ik – en met mij iedereen in onze stad – had het moeten zien.

Aanleiding voor de brief van ons college was een plan van de SCW voor de bouw van een bijzonder woongebouw: La Venus du Canal. Een ongeveer twintig verdiepingen hoog gebouw langs het Valleikanaal, op de plaats waar nu de zogenaamde Vuurtoren staat. La Venus du Canal was een bijzonder ontwerp, een sculptuur in de vorm van de Venus van Milo, een van de bekendste beeldhouwwerken uit de klassieke oudheid. Het gebouw zou op basis van een staalskelet worden opgetrokken en werd al genoemd als winnaar van een jaarlijkse nationale staalprijs.
Zover is het nooit gekomen. Juist de staalconstructie leidde er toe dat er akoestische problemen ontstonden, bij de drukbereden bocht van de binnenring. Er waren allerlei ontheffingen nodig op basis van de Wet Geluidshinder, en daar voelde het college niet veel voor. Maar het gebouw zelf: daar zag het wel wat in. Het zou Amersfoort, als nationale architectuurstad (Kattenbroek was in die tijd veelbesproken) verder op de kaart zetten. Dus schreef het college aan de SCW: ‘Wij zullen ernaar streven een geschikte locatie te vinden voor het Venus-concept. We zullen ons daartoe inspannen en met u in overleg treden.’

Dat is nog niet echt gebeurd. Maar binnen De Alliantie is men nog steeds bereid om het plan, met enkele kleine aanpassingen, uit te voeren. Het wachten is op ons college!

Written by raphaelsmit

26/03/2007 at 15:57

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Het bedrijventerrein in Vathorst

Dinsdag 20 maart 2007

In het Bodyfasion Center in Vathorst vond een bijeenkomst plaats over de ontwikkeling van het bedrijventerrein langs de A1 en, met name, de architectonische kwaliteit daarvan. Aanleiding vormden de vragen die Fethi Killi enkele maanden geleden stelde over de gebouwen die tot nog toe tussen snelweg en Valutaboulevard zijn neergezet, waaronder Ikea en Karwei. Zij bezwaar: het zijn geen mooie gebouwen en de mensen die er tegenover komen te wonen kijken tegen lelijke doosachtige bouwsels aan.

Uit de uiteenzetting die werd gegeven (en ook enkele jaren terug al eens binnen de raad aan de orde kwam) bleek dat er een pakket van eisen wordt gesteld aan de bedrijven die zich op het bedrijventerrein Vathorst vestigen. Amersfoort onderscheidt zich, zo meldden enkele externe deskundigen, daarin duidelijk van de meeste andere bedrijventerreinen in ons land. Desondanks blijven het bedrijfsgebouwen en het spreekwoord zegt: al draagt een aap een mooie ring, het is en blijft een lelijk ding.
Belangrijk voor de toekomstige buren is vooral de Valutaboulevard zelf: een 35 meter brede verkeersstrook met aparte busbaan en parallelwegen. Langs deze boulevard zijn onder meer vier boomsingels ontworpen die het uitzicht vanuit de nog te bouwen woningen in belangrijke mate gaan beïnvloeden. Het probleem is natuurlijk: de bomen staan er nog niet en het duurt een aantal jaren voordat ze voldoende body hebben om als groenscherm te functioneren.
Naar mijn mening – en ik bracht hem uiteraard ook naar voren – moeten gemeente en OBV niet wachten met het inrichten van de openbare ruimte tot het moment waarop alle woningen zijn verkocht. Boomschermen, zoals langs de Valutaboulevard, zouden al geplant moeten worden nog voor überhaupt met de eerste voorbereidingen voor de woningen wordt begonnen.
Een mooi voorbeeld vind ik nog altijd de Avenue Ceramique, de hoofdas van het uitgebreide nieuwbouwgebied langs de Maastrichtse Maasoever. Nog voordat hier met de woningbouw werd begonnen, lag er al een kant en klare avenue met bomen, fiets- en voetpaden. Je voelde de allure van het gebied al voordat er ook maar één woning in de verkoop kwam. Het kwam de marktpositie van de woningen ongetwijfeld ten goede. Er zijn overigens wel meer voorbeelden, ze hebben allen een ding gemeen: terwille van het toekomstige woonklimaat hebben ontwikkelaars de moed gehad om vooraf te investeren in de openbare ruimte. Niet alleen in de vorm van bouwwegen en noodzakelijke kabels en leidingen, maar vooral in kwaliteit. Doe moed ontbrak bij de OBV – de woningen verkochten zich toch al.

De provincie als ongewenste keffer

Maandag 19 maart 2007

‘Het opgeblazen bestuur’. Dat is de titel van de studie van de bestuurskundige Klaartje Peters dat onlangs verscheen. Ze rekende in haar studie ongenadig af met het provinciaal bestuur dat zich zelf op allerlei wijze belangrijk probeert te maken, maar dat eigenlijk helemaal niet is. De provincies ontwikkelen daarbij – grotendeels ongevraagd en overbodig – initiatieven die op het terrein van het Rijk en, vooral, de gemeenten liggen. Ze profiteren daarbij van royale geldstromen, onder andere door de opcenten op de motorrijtuigenbelasting , en de intussen miljardengrote, opgepotte reserves.

Om te bewijzen dat ze, tegen de algemene opvattingen in, heel belangrijk zijn, wordt er door de provincies ijverig met geld gestrooid. Amersfoortse voorbeelden die mij spontaan te binnen schieten zijn de Schammerplas en de proef met de gratis winkelbus vanuit Nieuwland. Talloos zijn allerlei subsidies die worden verstrekt, los van het gemeentelijk beleid.
Op zich zou dat zijn toe te juichen – hoewel de provincie ook de motorrijtuigenbelasting goedkoper zou kunnen maken zodat vrijwel elke inwoner in onze provincie daar iets aan heeft. Het probleem bij de provincies is dat veel van dat extra geld projectmatig wordt verdeeld. Dat betekent dus: de provincie start een proef of een pilot, maar voor de vervolgkosten mogen de gemeenten opdraaien. Of ze krijgen de Zwarte Piet in handen als daarvoor de middelen ontbreken. Gedeputeerden (de wethouders van de provincie) en hun ambtenaren lopen korte tijd trots, als een aap met vijf lullen, rond om vervolgens hun keutel achter te laten op het bordje van de gemeenten.
Voor mij was de studie van Klaartje Peters aanleiding om aan het college te vragen in hoeveel van die provinciale projecten de gemeente is verstrikt. Ik vind dat belangrijk omdat door de projectsubsidies van de provincie de gemeenteraad vrijwel geheel buiten spel staat.
Een mooi voorbeeld is de Schammerplas, een project waar noch de gemeenteraad van Leusden, noch die van Amersfoort om hadden gevraagd. De provincie wilde extra geld verdelen over tien projecten in de provincie ter eigen eer en glorie. Maar intussen moest de gemeenteraad instemmen met een gemeentelijke investering voor een nieuwe fietstunnel naar het Schammergebied. Tevens worden de Amersfoortse gemeenteraadsleden geconfronteerd met woedende burgers uit Rustenburg die dat nieuwe fietspad helemaal niet voor hun deur willen hebben. Maar over enkele tijd zal het wel de Gedeputeerde zijn die vol trots en uiteindelijk met ons geld de eerste spade in de grond steekt voor het ongevraagde Schammerproject!

Het groene schaamlapje in Hooglanderveen

Zaterdag 17 maart 2007

De fractiewoordvoerders voor het bestemmingsplan Vathorst en Hooglanderveen ontvingen deze dagen ‘Vathorst, uitwerkingsplan De Velden 3def, 2007’. Achter deze ambtelijke omschrijving gaat de vormgeving schuil van het omstreden gebied dat ooit de Groene Zoom rond Hooglanderveen werd genoemd. ‘In de planvorming wordt volledig tegemoet gekomen aan de door u aangenomen moties van oktober en december’, aldus het begeleidend briefje.

Dat zal wel. Het college – naar ik aanneem als spraakroer van het OBV – verklaarde het afgelopen najaar dat er bij het verbeteren van de vrijwel verdwenen groene zone rondom Hooglanderveen niet meer inzat dan het schuiven met enkele woningen. Het resultaat is een ongeveer zes meter brede siersloot met aan één kant een groene strook die op het gunstigste punt veertig meter breed is, maar op de meeste plaatsen zelfs veel smaller is, tot nauwelijks twee meter. Over enige afstand is deze openbare groenstrook zelfs onderbroken door een aantal particuliere tuinen. Alleen in het meest uiterlijke puntje van het bestemmingsgebied, tegenover de voetbalvelden van Hooglanderveen, komt een iets royalere vijver, de noodzakelijke waterberging bij overvloedige regenbuien.
Ik voel me wederom in de maling genomen, en – naar ik aanneem – met mij de bewoners van Hooglanderveen. Maar feitelijk kan ik niet meer doen dan te constateren dat al mijn jarenlange opmerkingen en waarschuwingen over de Groene Zoom, gemaakt nog voordat zelfs Groen Links in de gaten had wat er gebeurde, zich hebben bewaarheid. Uiteindelijk zijn het de cijfers van de grondexploitatie die het beeld dat de bewoners uit het dorp oorspronkelijk hadden, om zeep heeft geholpen.

En daarin ligt meteen mijn probleem, en naar ik aanneem ook dat van mijn collega-raadsleden. We kunnen nog eens te hoop lopen tegen het uitwerkingsplan dat nu op tafel ligt, maar verdere veranderingen kosten bedragen die tot miljoenen euro’s kunnen oplopen. Wanneer de raad nog verdere wijzigingen voorstelt, zal binnen het OBV de rekening op het bordje van de gemeente worden gelegd. Verdere wijzigingen zouden daardoor ten koste gaan van talloze andere voorzieningen in de stad en ook van noodzakelijke voorzieningen elders in Vathorst. Ik vermoed dat een meerderheid in de raad daar weinig tot niets voor voelt en genoegen neemt met het briefje: ‘In de planvorming wordt volledig tegemoet gekomen…..enzovoort’.

Speculeren op een onmogelijke geldstroom

Vrijdag 16 maart 2007

Het college heeft besloten om het Commissariaat voor de Media te adviseren voor de periode 2007-2011 de zendmachtiging voor de lokale omroep aan Omroep Amersfoort te verstrekken. Uiteindelijk moet de gemeenteraad daar de komende weken over beslissen, binnen mijn fractie is Pim van den Berg woordvoerder op dit punt.

Toch heb ik bij het collegebesluit tenminste één kanttekening. De Amersfoortse Courant citeerde vandaag wethouder Kruyt, die verklaarde dat Omroep Amersfoort net zoals de lokale omroep van de stad Utrecht moet gaan samenwerken met de provinciale zender RTV Utrecht en moet meeprofiteren van de provinciale geldstroom in de richting van RTV Utrecht. De gedachte is misschien zo gek nog niet, maar er zijn enkele simpele problemen.
Een belangrijk probleem schuilt waarschijnlijk in het wettelijke. Er zijn binnen de omroepwet ‘schotten’ geplaatst tussen verschillende geldstromen. De provinciale subsidie mag niet rechtstreeks ten goede komen aan de lokale omroepen in de provincie. Dat heeft onder meer te maken met de koppeling tussen subsidie en programmatoezicht.
Een oplossing – en hier wordt door sommigen serieus over gedacht – is de oprichting van een gezamenlijk facilitair bedrijf, een soort provinciale NOB. Dat bedrijf zou, uiteraard tegen gefactureerde bedragen, programma’s en andere diensten voor Omroep Amersfoort, RTV Utrecht en anderen kunnen leveren. Dan ontstaat echter een probleem dat al zeven jaar eerder, toen een soortgelijke discussie speelde, aan de orde kwam. RTV Utrecht, van een ruime subsidiestroom voorzien, werkt vrijwel uitsluitend met professionals. Omroep Amersfoort weet het met pijn en moeite financieel te redden door de inzet van vele vrijwilligers.
Dat houdt dus in dat de diensten van het facilitaire bedrijf op RTV Utrecht-niveau moeten komen te liggen en daarmee voor Omroep Amersfoort vrijwel onbetaalbaar zijn. Hetzij dat de gemeenteraad instemt met een zeer forse subsidieverhoging, op z’n minst naar het niveau van de stad Utrecht in de richting van haar lokale omroep. En dan praat je over geheel andere bedragen dan wij in onze stad gewend zijn. Ik voorzie daarbij problemen!

Ons nieuwe poppodium aan het Eemplein

Donderdag 15 maart 2007

In de culturele bijlage van de Volkskrant van vandaag wordt over vier pagina’s aandacht besteed aan de poppodia in ons land. Uit het artikel is op te maken dat het met heel veel poppodia niet zo goed gaat. Veel van de podia’s zijn in de problemen gekomen doordat aan de professionalisering en de programmering eisen worden gesteld waaraan deze podia niet kunnen voldoen. Dat geldt vooral in de steden waar ‘underground’-initiatieven zich hebben ontwikkeld tot prestigevolle centra in nieuwe, goedgeoutilleerde gebouwen.

Deze constatering is verontrustend omdat we in Amersfoort een soortgelijke weg bewandelen. De popkelder die tot voor kort onder het OLV-theater was gevestigd, verhuist rond 2010 naar het Eemcentrum. Daar krijgt het de beschikking over een nieuw gebouw waar vele keren meer bezoekers kunnen worden verwelkomd. Dat vergt een andere exploitatie en, ongetwijfeld, ook een andere programmering. Er zullen meer bezoekers moeten komen gedurende meer avonden, de oude formule uit de binnenstad kan dan over enkele jaren grotendeels bij het grof vuil worden neergezet.
Ik vrees dat zelfs de interim-periode, die over een maandje begint, onvoldoende soulaas biedt. De popkelder verhuist tijdelijk naar een oude fabriekslocatie aan de Kleine Koppel, qua ruimte en uitrusting nog altijd onvergelijkbaar met wat er aan het Eemplein komt. Voor de tijdelijke verhuizing naar de Kleine Koppel moest de raad al een bedrag extra beschikbaar stellen dat uit de exploitatie van het popcentrum niet is op te brengen.

Al met al: voor mij aanleiding genoeg om aan het college te vragen welke lering het trekt uit de ervaringen elders in ons land. Wie voorbij gaat aan de problemen in andere steden of deze slechts bagatelliseert, werkt er misschien aan mee dat de gemeenteraad na 2010 extra bedragen beschikbaar moet stellen die van behoorlijke omvang kunnen zijn.

Nieuw conflict met Vahstal

Woensdag 14 maart 2007

Misschien ben ik een onnodige zwartkijker, het zij zo. Ik blijf mijn zorgen hebben over de problemen die opnieuw zijn gerezen tussen de gemeente en Vahstal. We dachten er twee jaar geleden, geholpen door enkele miljoenen euro’s als pijnstiller, vanaf te zijn, maar het steekt weer zijn kop op. Vahstal beschuldigt de gemeente er van oude beloften te verbreken. Het draait daarbij om de wens van Vahstal om in het bedrijvengebied Vathorst, op een zogenaamde ‘zichtlocatie’, een winkelvoorziening van zo’n 3.000 vierkante meter te mogen ontwikkelen.

Vahstal beroept zich op afspraken die al in april 1998 zijn gemaakt. Volgens deze afspraken, waarmee de problemen rondom het Freedeterrein aan de Stationsweg werden opgelost, zou Vahstal recht hebben op een zichtlocatie in Vathorst. Tijdens het mondelinge vragenuurtje van de raad, dinsdagavond, vroeg ik het college wat er nu weer aan de hand is en of de publicaties over het nieuwe conflict met Vahstal een nieuw probleem blootleggen. Niets aan de hand, aldus wethouder Mirjam van ’t Veld, onze huisadvocaat heeft het allemaal nagekeken, Vahstal mag op de zichtlocatie in Vathorst geen winkel bouwen.
Het moet mij van het hart: een advies van de huisadvocaat sust mij niet in slaap. De gemeente heeft al vaker in het zand moeten bijten nadat de huisadvocaat in eerste instantie een geruststellend advies had gegeven. In artikel III, sub 1 van de overeenkomst van 1998 met Vahstal staat dat de gemeente onder het begrip ‘bedrijfsruimte’ verstaat: kantoren, groot- en kleinschalige detailhandel alsmede ruimten waarin bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend. In de uitwerking van deze begripsbepaling staat onder B1 dat Vahstal 3.000 bedrijfsruimte in de oksel op een zichtlocatie in Vathorst mag ontwikkelen.

Ik ben geen jurist, maar ik ben nieuwsgierig hoe huisadvocaat van de gemeente hier een speld tussen heeft kunnen krijgen. Ik vrees dat we nog lang niet van de discussie tussen de gemeente en de firma Vahstal af zijn.

Motie van het CDA afgewezen

Dinsdag 13 maart 2007

De gemeenteraad heeft een motie van de CDA-fractie afgewezen. Onderwerp was de zoektocht naar geschikte locaties voor de opvang van verslaafden en daklozen en voor het huisvesten van probleemgezinnen. De komende maanden start hierover een stadsbrede discussie. Eventuele geschikte locaties moeten aan een achttal voorwaarden voldoen. Het CDA stelde voor dat locaties aan tenminste zes van de acht voorwaarden moeten voldoen.

Ik, en met mij schijnbaar alle andere fracties buiten het CDA, zag daar niet zoveel in. De acht voorwaarden zijn in zwaarte nogal verschillend. Ik voorzie, wanneer de wens van het CDA zou worden uitgevoerd, grote problemen indien een locatie aan zes voorwaarden voldoet maar aan twee zeer belangrijke, bijvoorbeeld sociale inpassing en veiligheid, niet voldoet. Einde oefening, zou je dan denken, maar de daarop volgende problemen zijn naar mijn mening niet te beschrijven.
Er zou nog iets voor de CDA-gedachte zijn te zeggen wanneer alle voorwaarden een bepaalde zwaarte zouden krijgen, bijvoorbeeld uitgedrukt in punten. Je zou dan kunnen zeggen dat een locatie bijvoorbeeld tenminste 90 procent van de punten moet scoren. Maar ja, dat stond dus niet in de CDA-motie. En het waarderen van de voorwaarden naar zwaarte vergt op zich al een discussie van bloedstollende omvang.

Ik vind de acht criteria een goed uitgangspunt. Indien nodig, kan de raad op basis van heldere argumenten altijd nog een relativering aan een van de criteria aanbrengen, maar dan aan de hand van een specifieke locatie en op basis van duidelijke, openbaar beargumenteerde overwegingen. Voor het overige deel ik de mening van de CDA-fractie dat de zoektocht naar geschikte locaties heftige discussie kan oproepen. Maar we moeten wel een maatschappelijk probleem oplossen.

Een reisje naar Parijs

Maandag 12 maart 2007

Wethouder Hans van Daalen heeft in november 2006 een werkbezoek gebracht aan Parijs. Het bezoek moest inspiratie leveren voor de verdere uitwerking van de groenblauwe structuur in onze stad. Ik ken Hans van Daalen als een zeer serieuze wethouder die het werkbezoek aan Parijs beslist niet heeft gebruikt om even lekker de bloemetjes buiten te zetten. En als de bloemetjes alleen heeft bekeken, dan bedoel ik dat letterlijk, overeenkomstig het doel van het werkbezoek.

Maar hoe dan ook: er is een regel dat van een werkbezoek een verslag wordt gemaakt, al is het maar dat daardoor ook anderen hun voordeel van het werkbezoek kunnen opdoen. Vooral de snoepreisjes zoals die naar Venetië, waar de burgemeester samen met enkele wethouder met opgewonden opgetogenheid naar in verschillende kleuren uitgevoerde meerpalen langs de kanalen van de Dogestad hebben gekeken, hebben er toe geleid dat de raad wat strikter wil kijken naar de verslagen van de buitenlandse werkbezoeken.
Raadsinformatiebrief 2007-28 betrof het ‘verslag werkbezoek aan Parijs 2006’. Het verslag was, na aftrek van de vaste koppen en ondertekening door de burgemeester en de gemeentesecretaris, nauwelijks vijftien regels lang. De belangrijkste zin betrof de constatering dat het werkbezoek inspiratie heeft opgeleverd voor de realisatie van de beleidsvisie Groenblauwe structuur. Nou ja, daarvoor kan je ook naar de Westfriese bloemenshow gaan. Van een verslag kan geen sprake zijn. Terecht dat enkele van mijn raadscollega’s aan de bel hebben getrokken en naar voren hebben gebracht dat het zogenaamde verslag echt nergens op slaat.
Ik ben nieuwsgierig naar het vervolg. Ik zou wel eens willen weten wát Hans van Daalen heeft gezien en wat daaraan zo inspirerend was. Op z’n minst geeft mij dat de gelegenheid om bij een bezoek eigen aan Parijs gelijke ervaringen op te doen en de gelijke wijsheid te ontvangen die over de wethouder is neergedaald (hoewel deze laatste bewoording op het nieuwe testament is gebaseerd en onze CU-wethouder waarschijnlijk meer oudtestamentarisch is).

Written by raphaelsmit

22/03/2007 at 10:40

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Nieuwe plannen voor de Isselt

Zaterdag 10 maart 2007

Op 23 januari werd in De Ronde gesproken over de ontwikkeling van de kop van Isselt, globaal genomen het gebied tussen de Brabantsestraat en de Industrieweg. Plannen hiervoor zijn nodig nu is besloten om de Rova te verplaatsen, waardoor een bouwlocatie ontstaat die zich leent voor aantrekkelijke woningbouw langs de oever van de Eem. Overigens hebben verschillende raadsleden, waaronder ik, er voor gepleit om de bedrijfspanden in dit gebied die nu worden gebruikt door een tiental kunstenaars zo veel als mogelijk te handhaven. Cultuur en creativiteit moeten in onze stad voldoende betaalbare ruimte behouden.

Afgelopen dagen stuitte ik op een publicatie waarin het herontwikkelen van oude bedrijfsterreinen centraal stond. Het ministerie van EZ besteedt hieraan veel aandacht en schreef vorig jaar een prijsvraag uit over dit thema. Een van de bekroonde plannen stamde van de bureau’s IMOSS en Meedenken & Doen. Het ministerie gaf een publicatie uit over de prijsgekroonde plannen van deze bureau’s en enkele andere plannen. Onderwerp van de plannen van IMOSS en Meedenken & Doen: het bedrijventerrein de Isselt in onze stad, met name het gebied tussen de Industrieweg en de lijn Vanadiumweg-Magnesiumweg, tussen Eem en Amsterdamseweg en inclusief de haven en de daaraan liggende betonbedrijven.
Boeiende plannen. Het gebied zou voor eenderde bestemd moeten worden voor (bestaande) bedrijven, tweederde zou herontwikkeld moeten worden voor een combinatie van woningen, winkels en kantoren. Op de tekeningen is een groene zoom langs de Eem herkenbaar en zijn ook de nieuwe gebouwen tussen haven en Eem door groen omgeven. Overigens: met deze plannen zou het nieuwe ziekenhuis aan de Maatweg minder last hebben van milieuoverlast, wat vooral bij toekomstige uitbreidingen van belang kan zijn.

Hoewel de prijsvraag al ongeveer een jaar geleden werd uitgeschreven en het ministerie EZ het afgelopen najaar een publicatie daarover verzorgde (gratis te bestellen), vernamen de raadsleden op 23 januari niets over de plannen van IMOSS en Meedenken & Doen. Dat meedenken is dus ook maar een relatief begrip!
Er zijn twee mogelijkheden. Het college wist van de plannen – hoe informeel misschien ook – maar nam niet de moeite om de raadsleden hierover te informeren. Dat is kwalijk, want nu moest ik het via de vakpers vernemen. Het kan echter ook zijn dat het college zelf van niets wist. Ook dat is kwalijk, want dat betekent dat men binnen ons stadhuis onvoldoende op de hoogte is over wat op Haags niveau voor onze stad wordt uitgevogeld of zich niet via (Rijks)publicaties informeert over plannen die stedenbouwkundige bureau’s voor delen van onze stad ontwikkelen, ongeacht wat de status daarvan is. Overigens ga ik er van uit dat stedenbouwkundige bureau’s nooit prijsvragen betreffende de toekomst van onze stad kunnen winnen, indien zij vanuit ons stadhuis geen materiaal of wat dan ook hebben ontvangen.

Extra kosten voor de Laak

Vrijdag 9 maart 2007

Ik heb mij deze dagen eens verdiept in het rapport dat het bureau ‘Landschappartners’ heeft opgesteld over de ontwikkeling van de Laakzone. Het rapport stamt weliswaar uit juni vorig jaar, maar het was afgelopen week pas beschikbaar voor de raadsleden, als achtergrondinformatie bij een raadsinformatiebrief van het college. Aan het rapport was een ‘schetsboek’ toegevoegd waarin de visie uit het rapport in meer concrete plannen werd uitgewerkt.

Het rapport gaat niet over het gebied Vathorst-Noord. ‘Landschappartners’ heeft zich in opdracht van de gemeenten Bunschoten, Nijkerk en Amersfoort gebogen over de Laak buiten het bestemmingsplan Vathorst, dus de verbinding met de randmeren. Daarbij werd ook de mogelijkheid onderzocht om een verbinding aan te leggen tussen de waterloop de Laak en het grachtenstelsel in Bunschoten, wat een verrijking kan zijn van de recreatieve waarde van de Laak.
Wat mij, naast de inhoud van de ideeën, ook interesseerde, waren de kosten. Voor de ontwikkeling van Vathorst-Noord tot aangeharkt groengebied heeft het college kosten berekend die zo rond de zestig miljoen euro liggen. Dit komt vooral doordat partners van de OBV en enkele andere ontwikkelaars in Vathorst-Noord strategische grondposities hebben ingenomen. Zij gingen er in het verleden van uit dat Vathorst-Noord tot woongebied zou worden ontwikkeld, een idee dat zo’n acht jaar geleden niet eens zo vreemd was. Het probleem was alleen dat de gemeenteraad zich pas in 1998 over Vathorst-Noord uitsprak – indirect door te verklaren dat na de ontwikkeling van Vathorst geen verdere stadsuitbreidingen zouden plaatsvinden. En daar zit je dan, als ontwikkelaar, met je dure grond en met als enige hoop dat de gemeente deze te dure grond toch nog overneemt.

De ontwikkeling van de Laakzone buiten Vathorst-Noord viel buiten de op zich al forse begroting. Verschillende raadsleden – waaronder ik – hebben zich in het verleden al afgevraagd wat het verbinden van de Laak richting randmeren zou gaan kosten. Met het rapport van Landschappartners hebben we nu een indicatie: 9,7 tot 15,4 miljoen. Dat hoeft Amersfoort niet alleen op te brengen, ook Bunschoten en Nijkerk zijn er bij betrokken en we kunnen misschien, wie weet, ook een beroep doen op het waterschap en de provincie. Maar ik schat dat onze stad toch wel voor zo’n vijf miljoen of meer moet bijdragen. Ik ben nieuwsgierig waar we dat weer vandaan gaan halen!

Alternatieven voor de disco

Donderdag 8 maart 2007

Over de disco aan de Westsingel hebben we al lange tijd niets meer gehoord. Dat is vreemd, want volgens het door de SOB-afdeling binnen het stadhuis gehanteerde tijdschema zou begin 2006 de artikel 19-procedure afgerond moeten zijn waarna in de zomer van dat jaar de bouwvergunning kon worden verstrekt en nog voor het einde van 2006 met de sloop van de oude Corsobioscoop kon worden begonnen.
Gelijktijdig wordt er ook hard gewerkt aan de ontwikkeling van een disco – ouderwets woord, tegenwoordig zeggen we ‘dansgelegenheid’- op het Eemplein. Er ligt een mooi ontwerp van het architectenbureau K. van Velzen, met verschillende ruimten voor uiteenlopende danssoorten. Het voorlopig ontwerp heeft intussen zo ongeveer alle instanties doorlopen. Wanneer men op het stadhuis de handen uit de mouwen steekt, kan in de loop van dit jaar een bouwaanvraag ter inzage worden gelegd en kan een bouwvergunning worden vertrekt.

Hé, zou men kunnen zeggen, twee plannen die vrijwel gelijktijdig de eindstreep halen! En dat niet alleen; voor beide dansgelegenheden staat dezelfde exploitant in de startblokken. Voor deze exploitant (Krijco) is de dansgelegenheid aan het Eemplein, op de hoek van de Kleine Koppel, zelfs een minder zorgwekkend project. Voor de Westsingel moet een reeks van maatregelen worden genomen om geluidsoverlast voor de buren te beperken, tot het zelf organiseren van toezicht in de omgeving toe. Aan de Kleine Koppel ligt dat allemaal wat eenvoudiger.
Voor Krijco zijn er twee mogelijkheden. Of ze opent zo snel mogelijk de disco aan de Westsingel en neemt alle sores met omwonenden voor lief, maar ziet binnen korte tijd een deel van de bezoekers vertrekken naar de Kleine Koppel. Of Krijco zet, samen met de gemeente, haast achter de plannen aan het Eemplein en kijkt eerst eens hoe een dansgelegenheid in onze stad aanslaat alvorens het mijnenveld te betreden dat aan de Westsingel ligt te wachten.

Voor de binnenstadbewoners zou ik willen zeggen: zet alle kaarten op de Kleine Koppel. Nu beide dansgelegenheden, na zo’n twintig jaar wachten, bijna gelijktijdig beschikbaar komen, maakt dat voor de jeugd niet veel meer uit – voor het leefklimaat in de binnenstad des te meer!

Written by raphaelsmit

11/03/2007 at 18:08

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Na de statenverkiezingen

Woensdag 7 maart 2007

Mooi Utrecht heeft een plaats verworven binnen de Provinciale Staten. Nog geen twee maanden geleden opgericht, wisten we als nieuwe partij 2,1 procent van de stemmen te vergaren. Dat had best meer mogen zijn en in potentie had dat er waarschijnlijk ook wil ingezeten. Maar de tijd om duidelijk profiel te winnen, was tekort. Zeker op het niveau van het provinciaal bestuur dat sowieso weinig leeft bij de mensen.

In Amersfoort behaalden we 1,9 procent. Dat is bijna een half procent meer dan in de stad Utrecht, maar ook hier geldt: het had wel iets meer mogen zijn. Toch viel het Kees Kraanen, Hans van Wegen en mij niet tegen, we wilden ergens bij de twee procent uitkomen en daarin zijn we redelijk geslaagd. Een hogere doelstelling binnen een termijn van nauwelijks meer dan een maand konden we ons niet stellen. De kiezersachterban van lokale partijen bestaat grotendeels uit zwevende kiezers die ons vooral hebben gekozen op basis van plaatselijke items, items waarop je je als raadslid duidelijk kunt profileren. Lokale stemmers hebben daarentegen weinig op met de provincie.
Toch zijn we over het initiatief van Mooi Utrecht niet ontevreden. We hebben de afgelopen vijf jaren gemerkt dat je als stadsbestuur op een aantal punten behoorlijk last kunt hebben van de provincie. De baggerstort bij Vathorst en het Schammergebied (de recreatieplas die op initiatief van de provincie wordt aangelegd maar waaraan de gemeente wel een bijdrage moest leveren) zijn twee duidelijke voorbeelden. Omdat de provincie, door haar onbelangrijkheid binnen het openbaar bestuur maar van een royaal budget van belastingcenten voorzien, voortdurend op zoek is naar profileringmogelijkheden, kunnen we in Amersfoort nog voor onverwachte verrassingen komen te staan.

De traditionele partijen binnen de raad hebben weliswaar partijgenoten binnen de Provinciale Staten zitten, maar die zie je vrijwel nooit en die zijn, vanuit hun Utrechtse statenzaal, ook nauwelijks bereid om de discussie aan te gaan met de burgers in onze stad. Op dat punt wilt Mooi Utrecht anders functioneren. Dat kan ze ook omdat de achterban van onze minifractie in de staten niet bestaat uit partijtijgers maar uit lokalo’s die vooral vanuit de belangen van de gemeenten politiek bedrijven en daarbij sterk verbonden zijn met plaatselijke bewonersgroepen. Die lijn gaan Kees, Hans en ik de komende vier jaren uitbuiten, over vier jaar zal Mooi Utrecht een begrip zijn, niet alleen met een voet tussen de deur maar met een duidelijk aansprekend profiel. In het belang van onze stad!

Het demasqué van Amant

Dinsdag 6 maart 2007

Vandaag meldt de Amersfoortse Courant dat bestuursvoorzitter Siety de Jager van Amant haar functie neerlegt. Ik juich dat toe. Ik voel mij (en ik vermoed: nog enkele raadsleden met mij) door haar optreden behoorlijk gepiepeld.

Enkele maanden geleden, op 1 november, was een aantal raadsleden uitgenodigd op het kantoor van Amant. Amant was in het nieuws gekomen door budgetproblemen en daardoor oplopende wachtlijsten – de SP had hierover juist schriftelijke vragen gesteld. Siety de Jager voelde zich daarom geroepen de raadsleden te informeren over het reilen en zeilen binnen haar organisatie. Uitgebreide inleidingen en een koffertje vol informatie moesten de stemming onder de raadsleden verbeteren.
Ons werd een gezonde, enerverende en ervaren organisatie voorgeschoteld met 45.000 leden en een omzet van bijna zeventig miljoen euro in 2005. ‘We hebben alles in huis voor goede zorg!’ was de slogan. Het marktaandeel in onze stad was 76 procent, het waarderingcijfer van de cliënten 8,3. Amant had door de Wmo-aanbestedingen een onzekere periode achter de rug, maar de toekomst was rooskleurig, de organisatie had het aanbestedingenproject goed doorlopen en haar werkgebied zelfs kunnen uitbreiden. Om de lokale binding te versterken werd gewerkt aan een fusie met Laak en Eemhoven.

Die fusie is nu een feit. Maar de werkelijke rede van deze fusie, die ligt in de financiële problemen die binnen Amant waren ontstaan, kwam op 1 november niet aan de orde. De raadsleden werden getrakteerd op een goed-weerverhaal in de sfeer van: gaat u rustig slapen, wij zorgen voor u. Dat dat binnen enkele maanden allemaal anders blijkt te zijn en we via de media moeten vernemen dat het bij Amant helemaal niet zo vlekkeloos liep, was iets dat ons enkele maanden geleden werd vooronthouden. En dat neem ik mevrouw De Jager kwalijk. Vertel het juiste verhaal of, als de wil daartoe niet voorhanden is, nodig geen raadsleden uit voor een onvolledige stand van zaken.

Cowboy Balkenende en Alem

Maandag 5 maart 2007

Alem moet oprotten. Dat was zo ongeveer de krachtige boodschap die premier Balkenende dit weekend uitte tijdens zijn bezoek aan onze stad. Alsof Alem ons grootste probleem is! En alsof onze premier de superburgemeester is van onze stad. Gelukkig niet.

Natuurlijk zijn er vraagtekens te zetten bij de locatie van Alem, pal tegenover de Jorisschoool. Maar daar heeft de Amersfoortse gemeenteraad zich een half jaar geleden over gebogen, met als eindconclusie dat een gedwongen verplaatsing op dit moment niet aan de orde is. Zo’n uitspraak van de raad betekent uiteraard niet dat daarmee de discussie voorgoed is beëindigd, maar die moet wel op de plaats worden gevoerd waar die thuishoort en door de mensen die daarvoor verantwoordelijk zijn. Dat is de raadzaal en dat zijn de raadsleden.
Indien onze premier, als gast in onze stad en als burger van ons land, daar anders over denkt dan ligt er voor hem eigenlijk maar één oplossing voor de hand: een briefje aan onze burgemeester met de vraag hoe het precies zit met Alem, gezien vanuit de regels die we daarover in onze stad – en binnen de wettelijke kaders – hebben opgesteld. Wanneer onze burgemeester daarop geen goed verhaal weet af te geven, dan zijn er verschillende mogelijkheden voor het Kabinet, en dan primair via de minister voor Justitie, om volgende stappen te nemen.

Voor de goede orde: ik heb ook grote bedenkingen tegen de plek waar Alem zit. Maar als raadslid kan ik daar weinig tegen doen indien alle regels correct worden uitgevoerd. De voor de hand liggende weg is dat een raadsmeerderheid besluit de regels te wijzigen. Maar het probleem oplossen omdat een minister-president in verkiezingstijd zo nodig stoere cowboytaal moet uitslaan, lijkt mij niet de goede weg. Dan ben ik nog eerder bereid om te zeggen: Alem, blijf nog even zitten!

Written by raphaelsmit

08/03/2007 at 06:43

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Je hebt bomen en bomen

Zondag 4 maart 2007

Op 9 maart wordt begonnen met het planten van beuken bij de ingang van het stadhuis. Vorige maand zijn de daar aanwezige bomen verwijderd, al weken wordt er met man en macht gewerkt aan het voorbereiden voor de nieuwe aanplant. Kosten noch moeite zijn gespaard om het Stadhuisplein weer een groen aanzien te geven.

Dat is mooi. Maar ik ken nog talloze andere plekken in de stad waar beeldbepalende bomen de afgelopen maanden zijn verdwenen, met de belofte dat er vervangende bomen voor in de plaats komen. Het kappen van de bomen gaat daarbij in het algemeen sneller dan bij het stadhuis, maar het kan zijn dat de groenwerkers zich aanpassen aan hun omgeving. Het voorbereidend werk voor de vervangende bomen elders is in het algemeen minder omvangrijk dan we de afgelopen weken bij het stadhuis hebben mogen aanschouwen. En elders vergt het nogal wat tijd voordat de vervangende boompjes worden gepland.
De afgelopen twee maanden is er in de stad, net als op het Stadhuisplein, nogal wat noodkap gepleegd. Het zou ons gemeentebestuur sieren wanneer in de gevallen waar beeldbepalend groen is verdwenen, de vervanging met even veel voortvarendheid wordt aangepakt als bij de voordeur van ons stadhuis.

De overbodigheid van de provincies

Zaterdag 3 maart 2007

Vandaag besteedde het NRC uitgebreid aandacht aan het onderzoeksrapport van Klaartje Peters. Gisteren las ik al beschouwingen over dit rapport in de Amersfoortse Courant en de Volkskrant, ook Elsevier deed een duit in het zakje. In het rapport, dat de naam draagt ‘Het opgeblazen bestuur’ rekent Klaartje Peters af met onze provinciale bestuurders die voortdurend pogingen ondernemen om te bewijzen dat zij een noodzakelijke functie vervullen. Een poging waarin zij – logischerwijze – nauwelijks slagen maar die de belastingbetalers in ons land heel wat overbodig uitgegeven geld kost.

Het rapport van Klaartje Peters is mij uit het hart gegrepen. Het provinciale bestuur voegt nauwelijks iets toe, het wordt gekenmerkt door een traagheid en maatschappelijke irrealiteit die zijn weerga niet kent en het gedraagt zich met een dédain en gewichtigdoenerij die omgekeerd evenredig is aan de relevantie van al het provinciaal gedoe.
Klaartje Peters constateert wat ik de afgelopen weken tijdens provinciale verkiezingsbijeenkomsten steeds constateer: gedeputeerde en statenleden proberen zich enig politiek profiel toe te eigenen door werkzaamheden en taken naar voren te schuiven die bij gemeenten en het Rijk beter tot hun recht komen. Het provinciaal bestuur gedraagt zich in het algemeen als een domme tante die zich zonder uitnodiging en met het verkeerde cadeau indringt bij een feestje dat niet voor haar is bestemd. Feitelijk vormen de Gedeputeerden, de statenleden en het bijbehorende apparaat het bestuurlijk risee binnen onze samenleving.

Kostbaar luchtfietsen door onze burgemeester

Vrijdag 2 maart 2007

‘Dagdromen over Remu-miljoenen’ Onder die kop doet de Amersfoortse Courant verslag van een brief die burgemeesters uit het Eemland aan de provincie hebben verstuurd. Daarin is een aantal wensen neergelegd die door de provincie betaald zouden kunnen worden op het moment dat de reserves van de provincie worden aangevuld met de opbrengst uit de verkoop van Remu-aandelen. Bij het initiatief van de burgemeesters – onze eigen burgemeester neemt in dit geheel een prominente plaats in – zijn op z’n minst twee kantekeningen te zetten.

Uit onderzoek dat deze week is gepubliceerd blijkt dat de provincies in ons land ruim 6,4 miljard euro aan stille reserves bezitten. Een van de suggesties van de onderzoekers is om elke inwoner in de provincies hieruit duizend euro te schenken. Daar ben ik het geheel mee eens, de rijkdom van de provincies is immers grotendeels vergaart uit de zakken van de burgers, bijvoorbeeld door de opcenten op de motorrijtuigenbelasting. En met dat geld, ons geld dus, proberen de provinciale bestuurders mooi weer te spelen.
En onze burgemeester doet daar nu dus aan mee. Want in plaats van het geld terug te eisen voor haar stadgenoten, komt zij met een aantal zogenaamde ‘vergezichten’ waar eigenlijk niemand echt op zit te wachten, zeker niet als we ons realiseren dat we het als burgers uiteindelijk zelf moeten betalen. Neem het idee van een skihal, in combinatie met de door de raad gewenste overdekte kunstijsbaan. We praten de hele dag over het opwarmen van de aarde, de noodzakelijk maatregelen voor een beter milieu, we moeten onze peertjes weggooien en de auto thuis laten staan – en onze burgemeester stelt een van de meest overbodige vormen van energieverspilling voor: een overdekte skipiste vanaf het topje van de vuilstort van Smink!

Is het de taak van de burgemeester om – naar ik aanneem niet namens zichzelf – ineens met plannen voor een Snowworldformule, een University College of een Transferium boven het knooppunt Hoevelaken te komen? Straks mag de gemeenteraad alleen nog ‘ja’ knikken omdat de provincie zich in de voorstellen van onze burgemeester heeft vastgebeten. En we weten, als de provincie eenmaal een prestigeobject in handen heeft, dan staat elke gemeenteraad buiten spel. In de notulen van het college, die ik deze ochtend onder ogen kreeg, stond dat de raadsleden tijdens de pauze van de raad, afgelopen dinsdag om 21.10 uur, mondeling zouden worden geïnformeerd. Ik weet van niets, heb niets gehoord en moet ook opmerken dat dit de meest arrogante vorm van het informeren van de raad is.

Een overbodig bezoek aan een goed hotel

Donderdag 1 maart 2007

‘Zicht op wonen’ heette de bijeenkomst die de provincie – het is verkiezingstijd! – vandaag organiseerde in Hotel Figi in Zeist. De bijeenkomst was bestemd voor raadsleden uit de provincie, zo’n tachtig van hen kwamen opdraven, waaronder ik. In drie workshopachtige bijeenkomsten zouden we worden geïnformeerd over allerlei volkshuisvestelijke zaken.

Na twee van de drie workshops had ik het wel gezien en begaf ik mij spoorslags naar de uitgang. Eerst had een vertegenwoordiger van een vooraanstaande bank mij vergast op een uiteenzetting over grondbeleid. Dit beleid is overigens bij voorbaat een gemeentelijke aangelegenheid, dat de provincie iemand van buiten haar kring had ingehuurd was dus niet verbazingwekkend. Ik hoorde niets nieuws. Dat gold ook voor de tweede workshop over sociale woningbouw. Twee, op zich zeer deskundige, medewerkers van het Ontwikkelingsbedrijf van de gemeente Amsterdam verzorgde een tour-d’horizont over het sociale huisvestingsbeleid in de hoofdstad – onvergelijkbaar met de problemen waarmee de meeste aanwezigen uit kleinere gemeenten hebben te maken. Ook hier niets nieuws.
Het drukwerk zag er goed uit, de hand-outs zijn misschien als documentatiemateriaal nog eens nuttig en het eten was goed verzorgd. Maar voor de rest was het een wat overbodig initiatief van ons provinciaal bestuur.

Het college en het Nederberggebied

Woensdag 28 februari 2007

De bijeenkomst in het Rietveldpaviljoen over de toekomst van het Nederberggebied, en met name de Zonnehof, was voor de organisatoren een succes. Zo’n 150 mensen bleken belangstelling te hebben voor dit onderwerp en lieten zich niet afhouden door de dreigende stortregens. Voor de aanwezige raadsleden – maar dat waren er maar vier – was het ook een verhelderende avond, zeker na de wekendurende discussie die via artikelen en ingezonden brieven in de plaatselijke media werd gevoerd. Overigens: veel van de creatieve ideeën die door tientallen mensen op papier waren gezet, sneuvelden deze avond. En voor de raadsleden was de avond meer dan verrassend.

Wethouder Luchteveld was duidelijk: het college ziet niets in het verplaatsen van het Rietveldpaviljoen. De door het college ingehuurde stedenbouwkundige Hans Ruijssenaars had zich ook keurig aan dit uitgangspunt gehouden, evenals aan een aantal andere randvoorwaarden die het college had gesteld en die er in feite op neerkwamen dat aan de bestaande bebouwing rond de Zonnehof nauwelijks iets wordt gewijzigd. Hans Ruijssenaars had ondanks dat toch een plan met een eigen stempel ontwikkeld: de lengterichting van het plein draait negentig graden en de binnenruimte van het plein wordt afgeschermd door een metershoge staalconstructie, een grens tussen de gewenste openbare ruimte en de wat onsamenhangende omringende bebouwing rond het plein.
Wat was er zo verrassend voor de raadsleden? Met uitzondering van het plan voor een ondergrondse garage – een oude wens vanuit de raad – bijna alles. De raad heeft nog niet zolang geleden over de Zonnehof en het overige Nederberggebied gesproken. Randvoorwaarden voor een stedenbouwkundig idee kwamen toen nauwelijks aan de orde, het college hield hierover de kiezen stevig op elkaar. En desondanks is er binnen korte tijd na de discussie in de raad een zwaar stedenbouwkundig plan gepubliceerd op basis van een programma van eisen dat het college aan Hans Ruijssenaars heeft meegeven, zonder de raad op het moment dat dat mogelijk was er deelgenoot van te maken.

Het plan gaat nu de inspraak in. De Komende gemeentelijke informatieavond over de herstructurering van de Nederberg is op de gelijke avond gepland waarop alle raadsleden zijn uitgenodigd om over financiële heroverwegingen voor de komende jaren te praten, een bijeenkomst waar feitelijk geen raadslid weg kan blijven. Over enkele maanden worden we dus geconfronteerd met de resultaten van een proces waarvoor de raad de uitgangspunten niet met goed fatsoen heeft kunnen vaststellen, zoals het hoort. Wanneer we het dan niet eens zijn met de ideeën zoals het college die nu heeft ingestoken, dan zijn voor de tot dan participerende burgers de raadsleden de gebeten hond!

Nog een keer de Van Tuijllstraat?

Dinsdag 27 februari 2007

Over het besluit van de coalitiepartijen om de Van Tuijllstraat, de belangrijkste verbindingsweg naar Hooglanderveen, vier maanden lang af te sluiten, is niet veel meer te zeggen. De bewoners van Hooglanderveen voelen zich voor de zoveelste keer gepiepeld, de bureaucratie heeft het weer gewonnen van de burgers in onze stad en de coalitiepartijen hebben, na het plengen van enige liters krokodillentranen, bewezen dat zij een nomenklatoera vormen die ver van de kiezers vandaan staat.

Er blijven natuurlijk nog wel wat vragen open. De belangrijkste is: wordt de belofte van maximaal vier maanden sluiting gehaald. Ook de vraag of de omleidingroute’s functioneren is nog te beantwoorden. En als de tunnel op 1 september weer open is, zal pas echt blijken hoeveel extra sluipverkeer dat oplevert: wie uit het oosten van het land komt, belandt het snelst via het dorp op de boulevard van Vathorst.
Nu er besloten is zoals er is besloten, kan ik slechts hopen dat alles zich volgens de toezeggingen ontwikkelt. Als dat niet zo is, dan hebben enkele mensen binnen het stadhuis een probleem, wethouder Luchtenveld voorop.

Een bizarre VNG-avond

Maandag 26 februari 2007

Deze dag maakte ik een van de meest bizarre bijeenkomsten uit deze periode mee. De provinciale afdeling van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) organiseerde in Driebergen een lijsttrekkersdebat voor de statenverkiezingen. Alle burgemeesters, wethouders en raadsleden in de provincie waren uitgenodigd, nauwelijks vijftig van hen gaven aan de uitnodiging gehoor, waaronder vijf van onze Amersfoortse wethouders.

Een bizarre bijeenkomst omdat alle genodigden een functie hebben op basis van hun politieke voorkeur. In dat opzicht was er voor de lijsttrekkers, die allen aanwezig waren, niets te verdienen. En omdat het provinciaal beleid inhoudelijk ook nauwelijks wat voorstelt, was de materie die aan de orde kwam ook niet boeiend te noemen. De discussie leverde dus geen enkele verrassing op, je kunt je afvragen wat de meerwaarde was voor de aanwezigen die elkaar ongetwijfeld ook elders regelmatig tegenkomen.
En o ja, waarom was ik dan naar deze voorspelbare overbodigheid gegaan. Ik sta op de kandidatenlijst van Mooi Utrecht en hoopte door mijn aanwezigheid mijn lijsttrekker enige morele steun te kunnen geven. In elk geval worden de contouren steeds duidelijker: als Mooi Utrecht in de staten een plekje krijgt – en al is het er maar één – dan is het in elk geval onze taak om in de kring van provinciale zelfingenomenheid en overbodigheid wat roering te brengen. Uiteindelijk mag men de provincie wat mij betreft opheffen, het liefst zo snel mogelijk!

Written by raphaelsmit

04/03/2007 at 18:30

Geplaatst in Uncategorized