Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for december 2007

leave a comment »

Een hoofdredacteur die de aansluiting heeft gemist

Zaterdag 22 december 2007

AC-hoofdredacteur Arjeh Kalmann heeft vandaag de bocht wel heel kort genomen. In een hoofdredactionele bijdrage roemt hij de daadkracht van wethouder Jelle Hekman en veroordeelt het feit dat de raad de wethouder heeft gedwongen zich aan afspraken te houden. Het gaat daarbij om de Hogewegzone. Ik heb de indruk dat Arjeh Kalmann zich te weinig in de zaak heeft verdiept en wat al te gemakkelijk partij heeft gekozen voor het politieke establishment.

De feiten. Het gebied rondom de Hogeweg, tussen Liendert en Schuilenburg, moet worden herontwikkeld. Een aantal bedrijven moet verdwijnen en er worden honderden woningen gesloopt. Een sensibel proces, waarbij maatschappelijk draagvlak alleen maar tot stand kan komen door het maken van goede afspraken. Hieraan is de afgelopen anderhalf jaar veel aandacht besteed, ook mede dankzij de inzet van Jelle Hekman.
Afspraak was dat een werkgroep waarin bewoners en belangengroepen zijn vertegenwoordigd, samen met een daarvoor aangetrokken architectenbureau een tweetal alternatieven zou uitwerken. Dat is ook gedaan en dat proces is vrijwel afgerond – de raad zou deze maand al het resultaat van deze vorm van participatie gepresenteerd krijgen. Het is, overeenkomstig de afspraken met de bewoners en andere betrokkenen, de bedoeling dat de raad vervolgens een keuze uit de twee alternatieven maakt, uiteraard op basis van adviezen zowel van de werkgroep als vanuit het college, c.q. de wethouder.

De presentatie is echter uitgesteld en in plaats daarvan heeft Jelle Hekman aan de werkgroep meegedeeld dat hij een eigen keuze heeft gemaakt en slechts één van de twee alternatieven verder ter discussie wil stellen. Daarbij gelden vooral financiële uitgangspunten. De bewoners en belangengroeperingen die heel wat tijd en kennis in het proces hebben gestoken en tegenover hun achterban ook hun nek hebben uitgestoken, voelden zich door deze move van de wethouder gepasseerd: het optreden van de wethouder is tegen de afspraken en in feite heeft de wethouder tijdens het spel de spelregels veranderd.
Niet alleen de leden van de werkgroep, ook de gemeenteraad vindt dat je zo niet met afspraken om kunt gaan. Daar komt bij – ik heb dat tijdens de discussie in de raad benadrukt – dat het hele stadsvernieuwingsproces een uiterst gevoelig proces is. Medewerking vanuit de betrokken buurten, met name ook van de 850 gezinnen die wegens sloop hun woningen moeten verlaten, staat en valt bij de betrouwbaarheid van het gemeentebestuur en het nakomen van gezamenlijk gemaakte afspraken. Het optreden van Jelle Hekman heeft deze betrouwbaarheid ernstig op de proef gesteld en daarmee het stadsvernieuwingsproces – dat tot nog toe goed is geland bij vrijwel alle betrokkenen – in gevaar gebracht. Terecht heeft de gemeenteraad de wethouder teruggefloten.

Arjeh Kalmann heeft dat niet begrepen of miste gewoon de achterliggende kennis. Hij verwijt de raad dat die niet weet wat inspraak inhoudt. Daarbij geeft hij een mening weer die niet meer van deze tijd is: de overheid stelt een plan op, met inspraak krijgt de burger de kans om te reageren op een gemeentelijk besluit, inspraak komt ná de bestuurlijke keuze.
De gemeenteraad heeft er voor gekozen bewoners nauwer te betrekken bij het maken van plannen die hun woonsituatie ingrijpend wijzigen. Het stadsvernieuwingsproces moet een gezamenlijke actie zijn van het gemeentebestuur en zijn burgers. Burgers moeten daardoor de zekerheid hebben dat het gemeentebestuur serieus rekening houdt met de belangen die spelen bij ingrijpende processen zoals sloop en renovatie van woningen. De corporaties hebben dit goed begrepen, zij werken met volle inzet mee aan deze werkwijze en tonen zich zelfs bereid om, als dat noodzakelijk is, daarin het voortouw te nemen.

De bewoners in de Amersfoortse stadsvernieuwingsbuurten mogen blij zijn dat Arjeh Kalmann – bij wie op sommige punten de tijd schijnbaar stil is blijven staan – geen lid is van het stadsbestuur. Als hoofdredacteur is zijn mening uiteraard van waarde, zeker wanneer hij daarbij ook het gevoelen van grote groepen lezers weet te vertolken. Deze zaterdag zat hij er echter naast!

Written by raphaelsmit

22/12/2007 at 19:20

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

D66 in wederopstanding?

Vrijdag 21 december 2007

Het ziet er naar uit dat Jouw Amersfoort in 2010 onder de vlag van D66 aan de verkiezingen gaat deelnemen. Die conclusie trek ik in elk geval uit enkele waarnemingen gedurende de afgelopen 30 uur.

‘Goh,’, merkte ik afgelopen dagen tegenover een lid van de innercircle van JA op, ‘Ik wist helemaal niet dat jullie een achterban hebben!’ Aanleiding was het persbericht dat JA begin deze week naar de media verstuurde. Daarin werd gewag gemaakt van een bijeenkomst van Stuurgroep, fractie en achterban, die op 12 december heeft plaatsgevonden. Overigens kan terzijde worden opgemerkt dat mijn vertrek bij JA in elk geval tot gevolg heeft gehad dat het bestuur van JA (dat zich nu stuurgroep noemt) na meer dan anderhalf jaar weer eens bijeen is gekomen.
Wat ik uit de reactie op mijn opmerking begreep, waren voor 12 december enkele mensen uitgenodigd die in maart 2006 kandidaat stonden voor JA. Ik heb maar eens enkele ex-leden van Leefbaar Amersfoort die op de lijst stonden gebeld en gevraagd of zij ook waren uitgenodigd. Niet dus. De bijeenkomst op 12 december had dus een sterk D66-karakter. Moet kunnen, zou ik zo zeggen, maar het is aardig om te weten.

En vandaag ontving ik ook de nieuwe gemeentegids 2008. Keurig bijgewerkt, ook op het punt van de laatste mutaties die op 1 november binnen de gemeenteraad hebben plaatsgevonden. Ik bladerde even naar pagina 99 waar een overzicht van de politieke organisaties is te vinden. Ook D66 staat in het rijtje. Het inlichtingenadres voor deze partij is, aldus de gemeentegids, mw.M.Barendregt, per e-mail te bereken onder het adres: welkom@jouwamersfoort.nl!

Eigenlijk vind ik dat alles niet zo onlogisch. JA heeft zich, zoals ik al eerder betoogde, ontpopt als een mislukt experiment. Het beste besluit dat 12 december genomen had kunnen worden, zou de opheffing van deze vereniging zijn geweest. Maar dat zou mijn gelijk hebben bevestigd, en dat kan ik natuurlijk niet van de directbetrokkenen verwachten.
Toch verwacht ik dat over circa een jaar de wissels zullen worden omgezet. Al is het maar omdat het voor de Eemlandse D66-afdeling moeilijk zal zijn om – na alle ervaringen tot nog toe – opnieuw toestemming van haar landelijk bestuur te krijgen om wederom in een afwijkende presentatie aan de komende raadsverkiezingen deel te nemen. In elk geval hebben enkele D66-ers binnen mijn bekendenkring (jawel, ik heb ook vrienden binnen D66) geuit dat wat hen betreft hun partij – die het in de landelijke peilingen weer wat beter doet – onder eigen vlag aan de verkiezingen in 2010 deelneemt. We wachten af!

Wethouder Van ’t Veld heeft voorstel Vathorst-West teruggenomen

Donderdag 20 december 2007

Het parallel vergaderen tijdens De Ronde is al menig keer bekritiseerd. Het leidt er niet alleen toe dat raadsleden soms op twee plekken gelijktijdig aanwezig zouden moeten zijn. Ook de verslaggevers van de media in onze Keistad zijn door dit dubbel vergaderen niet in staat om overal bij te zijn. Hierdoor kunnen de media moeilijk aandacht besteden aan alle gebeurtenissen die zich op dinsdagavonden in de vergaderzalen van het stadhuis voordoen.

Dat was ook deze week het geval. In De Ronde werd de startnotitie Vathorst West en Noord besproken. Een tweede bespreking, want in juni hadden raadsleden al hun eerste mening gegeven. Ondanks toezeggingen die toen werden gedaan, was er in het raadsvoorstel dat deze week op tafel lag, weinig veranderd. Wel was een notitie toegevoegd waarin een groot aantal ambities werd opgesomd zoals die afgelopen maand zijn geuit, ook door de raad.
De raadsleden deden dat op 20 november tijdens een soort van workshop, georganiseerd door een extern ingehuurd bureau. En zoals vaker met externe bureau’s: de indruk werd gewekt dat er op unieke wijze creativiteit werd georganiseerd, maar zoals al veel vaker het geval is liepen raadsleden weer eens gele briefjes met persoonlijke wensen op enkele panelen te plakken. Ik deed daar overigens niet aan mee, de zin ontging mij, vooral omdat van enige voorafgaande inhoudelijke discussie geen sprake was geweest. Het was een soort ‘roept u maar’-bijeenkomst.

Mijn raadscollega Van Ravenzwaaij van de VVD-fractie verwoorde zijn gevoel, dat ook bij andere leefde, op duidelijke wijze. ‘Ik heb tijdens de workshop al meegedeeld dat mijn suggesties er alleen maar zijn als bijdrage aan de discussie van de avond. Nu zie ik ze toch als resultaten van de bijeenkomst met de raad gepubliceerd, dat was niet de afspraak!’ En zo was het maar net. Er was vorige maand geen enkele afweging gemaakt, iedereen schreef een aantal kreten op, groen en rijp, in de verwachting dat na discussie de meest bruikbare over zouden blijven.
En daar stond het dan, in een officieel stuk van de raad: Vathorst-West zou een voorbeeld voor bijzondere bouwwerken in Europa moeten worden; grootstedelijk; veel groen; bewoners die op eigen kavels hun woonwensen kunnen vervullen; een wijk met hoogbouw; een waterrijke wijk – en ga zo maar door. Een groot aantal kreten die vaak tegengesteld waren ten opzichte van elkaar. En met deze tegenstrijdige ambities zouden de stedenbouwkundigen dus aan de slag moeten gaan.
En niet allen de ambities waren onwerkzaam. Door het college werd een aantal ruimtelijke en financiële kaders opgesomd, die uitblinken in algemeenheden en geen enkele duidelijkheid verschafte in wat er nou eigenlijk voor Vathorst-West op typische wijze wordt beoogd. Er bleef wethouder Mirjam van ’t Veld dus niets anders over dan het voorstel aan de raad terug te nemen, met de toezegging dat er wat duidelijker kaders worden geformuleerd. De raad heeft dan nog altijd de mogelijkheid om die te amenderen. Ik ga er van uit dat de notitie met onverbindelijke en grotendeels tegenstrijdige ambities helemaal van tafel is.

Een nauwelijks origineel persbericht

Woensdag 19 december 2007

Hoewel ik deze week grotendeels in bed heb doorgebracht (niets schokkends, een griepje), heb ik wel de telefoon steeds opgenomen. Daardoor wist de redactie van de Amersfoortse Courant mij met een vraag te overvallen. ‘Hoe is jouw reactie op het persbericht van Jouw Amersfoort?’ ‘Welk persbericht? Gaat het over mij? Ik weet van niets!’ Toch even mijn bed uitgekomen en mijn mailbox bestudeerd. Niente! Gelukkig was de AC-redacteur zo vriendelijk mij het persbericht door te sturen.

Ik moet dus mijn zetel inleveren bij de stuurgroep van JA. Dat is een mondelinge toezegging, gedaan bij de kandidaatstelling: wie de fractie verlaat, verlaat ook de raad. Aldus het persbericht.
Tot aan de verkiezingen was ik lid van het JA-bestuur. Ik kan mij nog het voorstel van D66-voorzitter Leonard de Wit herinneren: binnen zijn partij was het gebruikelijk dat kandidaten een verklaring tekenden over de afgave van een zetel. Zijn voorstel bevindt zich nog in mijn JA-archief. Zijn voorstel werd afgewezen (en is dus ook nooit uitgevoerd), het JA-bestuur was van mening dat je zoiets wel op papier kunt zetten en laten tekenen, maar als puntje bij paaltje komt is niemand er aan gehouden en zal zo’n afspraak dus van nul en gene waarde zijn. De praktijk heeft dit bevestigd. Mij is niet bekend dat er is gezegd: oké, dan niet schriftelijk, maar mondeling! Wanneer je een schriftelijke verklaring al niet als bindend ziet, dan is een mondelinge toezegging helemaal zinloos. En die is dus niet gemaakt!

Het persbericht meldt dat Patrick Nederkoorn mijn plaats zal innemen. Allereerst: zijn intrede zou een aanwinst voor de raad zijn. Maar Patrick volgt een studie die zich – qua tijdsbeslag – niet met het raadswerk laat combineren. Natuurlijk zou hij kunnen zeggen: de raadsvergoeding is voor mij, als arme student, een uitkomst. Maar voor een dergelijke gedachte is hij eenvoudigweg te integer. Zou hij in de raad komen, dan besteedt hij alle noodzakelijk benodigde tijd (wat al gauw twintig uur per week is) die voor het serieus uitvoeren van deze taak wordt gevergd, aan dit werk – zo ken ik hem. Maar dat zou tevens het einde van zijn studie betekenen waardoor een veelbelovend theatertalent verloren zou gaan!
Ik ga er van uit dat de opvolging dus anders wordt geregeld, door een van de D66-kandidaten die voor en achter Patrick op de lijst staan.

Toch knap om in één persbericht twee zaken op te schrijven die aan de realiteit voorbij gaan! Voor de rest lijkt het persbericht meer op van een rituele dans. Dat kan ook niet anders: ik verwacht geen persbericht met de mededeling dat men bijzonder verheugd is met mijn vertrek, mijn conclusies over het debacle van JA bevestigt en mij voor de rest veel succes toewenst binnen mijn nieuwe omgeving. Het zou wel origineel zijn geweest!

Het korte lontje van onze sportwethouder

Dinsdag 18 december 2007

Wethouder Arriën Kruijt is een enthousiaste politicus. Hij gaat voor zijn zaak en straalt een ijver uit die je enkele andere leden binnen het college van harte zou toewensen. Als het even kan probeert hij alles naar zijn hand te zetten, maar zo zijn er wel meer binnen het college van B en W.

Het probleem is dat hij een lontje heeft dat past bij zijn postuur: kort dus. Als zaken niet lopen zoals hem dat voor de geest staat, is hij snel geneigd om te ontploffen en ziet hij er geen probleem in om zijn gesprekspartner(s) te bruuskeren. Een treffend voorbeeld maakten we ongeveer een jaar geleden mee tijdens een bijeenkomst van de Amersfoortse creatieve sector, georganiseerd in de ruimte van d’Amor. Vermakelijk om te zien hoe hij zich steeds meer zat op te winden, na enige tijd enkele aanwezigen afkafferde om vervolgens briesend met grote passen de zaal te verlaten. Weg was de goodwill die hij de voorafgaande maanden met veel tijd en aandacht bij een grote groep mensen uit de creatieve sector had opgebouwd. Het zal wel weer zijn goedgekomen, maar toch.
Zelfbeheersing is dus niet de belangrijkste eigenschap van Arriën Kruijt. En dat bleek deze avond ook weer eens. Mijn fractiegenoot Ruud Schulten had een voorstel voor een reiskostenregeling voor de wethouders eens uitgebreid onder de loep genomen. Oké, in het huidige college bespeur ik geen profiteurs, maar zo’n regeling is voor langere tijd bestemd en kan door nieuwe collegeleden ruimhartiger worden uitgelegd dan binnen het huidige college het geval is. Het is dus goed de dingen nauwgezet vast te leggen, los van de mensen die er op dit moment al dan niet gebruik van kunnen maken.

Arriën Kruijt zag de opmerkingen van Ruud schijnbaar als een persoonlijke aanval – op andere wijze kan je zijn optreden niet duiden. Briesend stond hij achter de microfoon, hij voelde ongetwijfeld het gemis aan een passend wapen om onze Ruud voor eeuwig monddood te maken. Zelfs opmerkingen uit andere fracties waarin de wethouder werd gemaand om met iets meer respect en zelfbeheersing de discussie te voeren, konden het driftig gemoed van de wethouder nauwelijks tot bedaren brengen.
Opvallend, zelfs toen de wethouder Ruud beschuldigde van malafide optreden, greep de voorzitter van de raad niet in. En het was juist zij die haar collegegenoot nog bij zinnen had kunnen brengen. Ik had de indruk dat zij even vergat dat zij deze avond als voorzitter van de gemeenteraad, en niet als (heimelijk instemmende) collega van een uit het roer gelopen collegelid aanwezig was.

Maar ach, enige roering in de raad is misschien ook wel eens charmant. Nog even en collegeleden en leden van de raad gaan elkaar te lijf op een wijze die we tot nog toe alleen maar kennen uit Zuid-Europa of sommige Aziatische parlementen. Maar tegen onze wethouder voor de Sport zou ik hebben gezegd: heer Kruijt, een rode kaart en nu snel wegwezen!

Een gemiste kans binnen Utrechts samenwerkingsverband

Maandag 17 december 2007

Het gewest Eemland en de stad Amersfoort werken mee binnen ‘Verder, mobiliteit in Midden-Nederland’. Andere deelnemers zijn onder meer de stad en het provinciebestuur Utrecht, de BRU, het Gewest Gooi- en Vechtstreek en Hilversum. De naam waaronder dit samenwerkingsverband zich presenteert, is ‘Verder.’ Doel van Verder is om de doorstroming en bereikbaarheid van Midden-Nederland te bevorderen. Een mooi streven!

Vandaag stuurde Verder een brief aan minister Eurlings. De brief werd begeleid door een uitvoerig persbericht dat de verhelderende titel droeg: Verbetering bereikbaarheid Midden-Nederland op een breed front vanaf 2008. Dat belooft wat! Ik ga niet opsommen wat allemaal voor maatregelen werden gepresenteerd, ik beperk mij op datgene wat ik in de presentatie aan de minister miste.
In de hele presentatie komt Amersfoort niet of nauwelijks aan de orde. Pagina’s lang wordt aandacht besteed aan de problemen die zich rondom de stad Utrecht voordoen en de gewenste oplossingen voor dat gebied. Eigenlijk wordt Amersfoort alleen terzijde genoemd waar het gaat om het belang van meer treinen voor het Randstadspoor en de opening van het station Amersfoort-Vathorst wordt gememoreerd. De Randstadtreinen vanuit de regio Utrecht zouden vier keer per uur moeten doorrijden tot Hardewijk.

Ons college en enkele ambtenaren steken veel tijd in Verder. Desondanks werd er in de presentatie aan de minister niets opgemerkt over de ooit toegezegde verbreding van de A1 en de A28, de reconstructie van het kruispunt Hoevelaken, de verbeteringen per openbaar vervoer tussen Amersfoort en Almere, een station tussen de Bernhardkazerne en de Dierentuin, een haalbaarheidsstudie voor de verbinding Amersfoort-Veenendaal en noem maar op. Een gemiste kans dus.

Written by raphaelsmit

21/12/2007 at 20:07

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Meten met twee maten en de visie van Jan de Wilde

Donderdag 13 december 2007

Je kunt je als burger in deze stad vaak hogelijk verbazen. Gemeentelijke inspecteurs presteren het om een ondernemer in de Krommestraat aan te schrijven dat hij twee stickers van zijn ramen moet verwijderen, dit onder dreiging van boetes van duizenden euro’s.
Maar een oud-wethouder die tegen alle regels in zijn schuur grondig verbouwd en er, evenzo tegen alle regels in, commerciële activiteiten ontwikkelt, ziet geen inspecteur langskomen. Pas wanneer mijn fractiegenoot Ruud Schulten hierover vragen stelt, wordt er ineens actie ondernomen. Maar – uiteraard, want ons kent ons – niet in de vorm van dreigen met boetes, maar door de toezegging dat de regels dusdanig zullen worden aangepast dat de oud-wethouder ondanks zijn overtredingen vrijuit kan gaan.

Interessant waren overigens de opmerkingen die Oud-wethouder en thans Gedeputeerde Jan de Wilde op de dag van zijn afscheid uit het college door de Amersfoortse Courant (14 februari 2006) liet optekenen. Hij maakte zich zorgen over de toekomst van de buitengebieden – waar hij zelf dus zijn woon- en bedrijfspanden heeft staan – en vreesde dat het groen rondom de stad door ‘incidentenpolitiek’ zou sneuvelen. De uitdrukking ‘incidentenpolitiek’ voor het buitengebied roept wel bijzondere gevoelens op na het vlegelachtige optreden van deze oud-wethouder.
In het zelfde artikel merkte Jan de Wilde op dat er te weinig visie herkenbaar is in beleid ten aanzien van het bouwen in het buitengebied. Bij de bedreigde locaties somde hij ook Stoutenburg op. De vraag is welke visie Jan de Wilde, als startende ondernemer in het Stoutenburggebied, op dat moment zelf voor ogen stond.

Steen voor steen afbreken

Woensdag 12 december 2007

Guido de Wijs sloeg hem raak, vandaag in de Amersfoortse Courant. ‘Kan het gebouw van Baldeweg nog weg?’ vroeg hij zich af. En inderdaad, naast de Koppelpoort – voor zover nog zichtbaar – is een gebouw ontstaan van imposante afmetingen. Guido de Wijs zet terecht vraagtekens bij de opvatting van de architect over de historische context waarin gebouwd zou worden. Op een delicate plek is een gebouw verrezen dat in elk nieuw gebied rondom de stad een pareltje had kunnen zijn, maar dat nu dus op de verkeerde plaats staat.

Ik ben nieuwsgierig hoe mijn raadscollega’s op de opmerkingen van Guido de Wijs reageren – er vanuit gaande dat zij het opbrengen om kritische columns tot zich te nemen. Jaren geleden, eerst als vice-voorzitter van de SGLA en daarna als fractievoorzitter van Leefbaar Amersfoort, verzette ik mij al tegen de plannen van de Rijksgebouwendienst. Maar mijn collega-raadsleden, met uitzondering van de Burger Partij Amersfoort en de SP, keken mij daarbij schaapachtig aan: waar heeft die het over, was zo’n beetje de algemene reactie, we krijgen toch een mooi gebouw van een wereldarchitect?
Het mocht dus niets baten, alle plannen zijn doorgegaan. Wel zijn er enkele wijzigingen in het oorspronkelijke plan aangebracht, maar aan de massa en omvang doen die niets af. Maar ja, gedane zaken nemen geen keer. En zo heb ik het afgelopen jaar vanuit mijn woonkamer dagelijks kunnen zien hoe het nieuwe pand aan het Smallepad groeide en groeide en groeide. De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik het verrijzen van zo’n gebouw een machtig schouwspel vind, los van de kanttekeningen die ik er bij heb.

Sinds een week is het gebouw ‘op hoogte’. Dat is best interessant, want de maten van het nieuwe gebouw aan het Smallepad zeggen ook iets over de plannen voor het Eemplein. De meeste gebouwen die het Eemplein vanaf 2010 omgrenzen, zijn van ongeveer gelijke hoogte als het gebouw dat nu aan het Smallepad staat. Het ‘Cultuurhuis’ waarin de bibliotheek, de scholen in de kunst, het regionale archief en de popkelder een plaats krijgen, krijgt ongeveer een gelijke massaliteit als het nu gebouwde pand aan de tegenoverliggende zijde van de spoorbaan. Het pand aan de Amsterdamseweg, de megabioscoop en de appartementen die naast Zandfoort aan de Eem wordt gebouwd, worden ongeveer even hoog, vlak naast de tunnel van de Amsterdamseweg komt een nog hogere kantoortoren.
Al met al: Amersfoort zal moeten wennen aan nieuwe maten. Guido de Wijs lanceert vandaag in zijn column de suggestie om het gebouw aan het Smallepad vanaf vandaag steen voor steen weer af te breken. Afgezien van het feit dat er tot nog toe nog nauwelijks een steen aan te pas is gekomen (staal en beton vormen tot nog toe de belangrijkste bouwelementen), vrees ik dat zijn verzuchting niet meer is als de uiting van een gevoelen. Het is jammer dat er zeven jaar geleden, toen dat gevoelen al bij een kleine groep raadsleden, heemkundigen en actiegroepen leefde, geen bredere steun was voor een dergelijke opvatting.

Hallo, zijn we al in de lucht?

Dinsdag 11 december 2007

Vanaf deze dag zijn de vergaderingen van de raad via internet te volgen. Laat ik eerlijk zijn: er zijn boeiender mogelijkheden om de avond door te brengen. Desondanks vind ik het een uitstekend initiatief om de vergaderingen van de raad meer openbaar te maken. In elk geval kan iedereen die als belanghebbende bij een raadsbesluit is betrokken, de discussie daarover vanuit zijn eigen leunstoel vervolgen. Maar ik vermoed dat de kijkdichtheid van een dusdanige omvang zal zijn, dat deze nauwelijks is te meten!

Ik heb geconstateerd dat er binnen de raad nauwelijks iemand zich bewust was van het feit dat het aantal toehoorders misschien iets groter was dan het aantal mensen dat de publieke tribune bevolkte Maar binnen het college is het internetinitiatief schijnbaar intensief besproken en is met vochtige knuisten het moment afgewacht waarop alle Amersfoortse burgers met rode konen aan hun scherm gekluisterd de flitsende discussies en gepassioneerde bijdragen in de raadszaal volgen.
Klein probleempje: de vier camera’s in de raadszaal pikken in het algemeen alleen maar de beelden op van de mensen die aan het woord zijn. Er is geen centrale regiekamer waar een bezeten regisseur zijn cameramensen aanvuurt pakkende beelden op te pikken en markante koppen van nietsvermoedende politici als tussenshot in beeld te brengen. Wil je bij de mensen thuis in beeld komen, dan moet je je mond opendoen.
Het is een logische zaak en ook regel dat indien de raad een kwestie bespreekt, het college alleen maar toehoort. En als je als collegelid de pech hebt dat er geen zaak uit je eigen portefeuille ter discussie komt, dan dreig je als wethouder dus in de vergetelheid te verzinken. Dus mochten we het vanavond meemaken dat, terwijl raadsleden aan het woord waren, zij ineens werden onderbroken door personen die achter de collegetafel zaten.
Hier ligt dus een schone taak voor de voorzitter van de raad, die er vanavond op dit punt overigens het zwijgen toedeed. Oké, ze is – dubbele petten! – ook voorzitter van het college, maar die rol zal ze tijdens vergaderingen van de raad toch even moeten vergeten. Dat moet toch kunnen, lijkt mij!

Aandacht voor de Amersfoortse meesters

Maandag 10 december 2007

Het is eigenlijk jammer dat de staf van Amersfoort in C de komende tijd de handen vol heeft met het oplossen van de problemen die zijn ontstaan door de tijdelijke sluiting van Flehite en de brand in het Armandomuseum. Daardoor zal het hen, naar ik vrees, aan tijd ontbreken om een mooi initiatief voor het 750-jarig jubileum van onze stad te ontwikkelen. Ik bedoel daarmee: een feestelijke tentoonstelling van Amersfoortse meesters uit de Renaissance.

Ik kwam op die gedachte toen ik afgelopen week in de Amersfoortse Courant een artikel las over onze stadgenoot Bart van Steenbergen. Hij heeft een passie die ik graag met hem zou delen (maar mij ontbreekt tijd en deskundigheid): hij verdiept zich in het oeuvre van een bekende Amersfoorter die een aantal eeuwen geleden wereldfaam verwierf door zijn schilderijen. Oké, wereldfaam, maar in zijn geboortestad hoor je vrijwel niets over hem. Ik bedoel Caspar van Wittel (1652-1736).
Bart van Steenbergen verdiept zich in deze stadsgenoot die vooral bekendheid kreeg door zijn prachtige stadsgezichten van Italiaanse steden. Zes weken geleden was ik enige tijd in Rome en ook toen werd ik weer gegrepen door het werk van Caspar van Wittel. Alleen al in het Palazzo dei Conservatori, onderdeel van de Capitolijnse Musea, hangen acht imposante stadsgezichten van Caspar van Wittel. Maar ook elders in Rome – de stad met wel honderd collecties – is werk van Caspar van Wittel terug te vinden, bij voorbeeld in het prachtige Palazzo Barberini.
Ik noem het Palazzo Barberini omdat ik daar vorig jaar zomer op een doek stuitte van een andere Amersfoortse schilder die buiten zijn geboortestad meer roem heeft vergaard dan in de stad waar zijn wieg heeft gestaan: Matthias Stom (ca. 1600-1650). Toen ik eenmaal op deze beroemde stadgenoot was gestuit, kwam ik in talloze musea werk van hem tegen. Hier in Nederland bijvoorbeeld in het Haagse Brediusmeseum (een bezoek waard!), maar ook in de Neue Nationalgalerie in Berlijn blijken verschillende van zijn werken te hangen. Een artikel over Matthias Stom in de Amersfoortse Courant leverde nog veel meer informatie op.

Wat zou het mooi zijn om in 2009 een expositie te wijden aan de binnen hun geboortestad vrijwel vergeten kunstschilders die gedurende de Renaissance roem verwierven, met werken van Caspar van Wittel en Matthias Stom als hoogtepunten. De Sint Joriskerk aan de Hof zou daarvoor een prachtig decor zijn – veel anders hebben we op dit moment ook niet te bieden. Maar ja, het voorbereiden van zo’n expositie vergt veel tijd en veel inzet. Wat de tijd betreft zijn we misschien al te laat, wat de inzet betreft liggen – na de rampen die onze musea afgelopen jaar troffen – de prioriteiten ongetwijfeld en noodgedwongen elders. Toch jammer!

Written by raphaelsmit

14/12/2007 at 13:45

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Jammer, Gerry Zwier verlaat de stadsvernieuwing

Vrijdag 30 november 2007

Deze week is het zesde nummer verschenen van de wijkkrant die in het kader van Amersfoort Vernieuwd wordt uitgegeven in Randenbroek-Schuilenburg. Ik lees deze wijkkranten altijd met belangstelling (niet alles natuurlijk) omdat het een aardig beeld geeft van de voortgang van de stadsvernieuwing. Of van de voortgang zoals de gemeente dat graag ziet, maar tussen deze twee mogelijkheden zit gelukkig niet veel licht.

Een bericht trok mijn speciale belangstelling. Gerry Zwier is teruggetreden als wijkmanager voor de stadsvernieuwing in Randenbroek-Schuilenburg. Zij wordt projectmanager bij de afdeling Economische Ontwikkeling. Vanuit haar nieuwe functie zal ze ook wel met de stadsvernieuwing te maken krijgen, maar de afgelopen tijd was zij een van de meest boeiende functionarissen binnen het stadsvernieuwingsproces, dus is haar vertrek verschrikkelijk jammer.
Alle bewoners in Randenbroek-Schuilenburg die zich het afgelopen jaar betrokken hebben gevoeld bij de vernieuwingsplannen die in hun wijk gaan plaatsvinden, kennen – neem ik aan – Gerry Zwier. Als een blondgelokte locomotief, vol onder stoom, wist ze vrijwel iedereen enthousiast te maken voor de plannen die de komende jaren moeten worden uitgevoerd. Het vertrouwen dat veel bewoners in de stadsvernieuwing hebben gekregen, is voor een belangrijk deel door haar enthousiasme en overtuigingskracht tot stand gekomen.
Ook de raadsleden kregen regelmatig met haar te maken. Als raadslid heb ik een reeks bijeenkomsten in de stadsvernieuwingsbuurten meegemaakt en gemerkt hoe belangrijk het is als een functionaris mensen enthousiast weet te maken en geloof in de zaak uitstraalt.

Bovenstaande lijkt bijna op een necrologie, maar dat is het gelukkig niet. Ik wens Gerry Zwier veel geluk in haar nieuwe functie. En bij haar nieuwe collega’s zal haar aanwezigheid ongetwijfeld niet ongemerkt voorbijgaan!

Het leugentje van een Gedeputeerde

Donderdag 29 november 2007

Mijn fractiegenoot Ruud Schulten heeft antwoord gekregen op zijn vragen over het bouwen zonder vergunning door de provinciale Gedeputeerde Jan de Wilde. Ik wil er niet te veel over opmerken, hooguit dat op basis van het gelijkheidsbeginsel heel wat stadgenoten de komende tijd bij overtredingen van de bouwverordening zullen wijzen op de wel zeer coulante wijze waarop wordt gereageerd als een Gedeputeerde en oud-wethouder regels aan zijn laars lapt. En iedereen die dat doet, heeft in feite gelijk.

Een opmerking wil ik echter wel kwijt. Het college heeft in zijn antwoord op de vragen van Ruud opgemerkt dat het overtreden van de bestemmingsregels – het commercieel verhuren van de zonder vergunning verbouwde schuur – slechts in incidentele gevallen plaatsvond. Dat is een vorm van onkunde of het is een leugen. Jan de Wilde had op zijn minst twee verhuurovereenkomsten voor oneigenlijk gebruik: een wekelijkse workshop voor beeldhouwers en beeldhouwstudenten, en een gymnastiekclubje. Beide verhuringen zijn twee weken geleden in grote haast opgezegd.
De dames die mij – zonder zich te realiseren dat ik gemeenteraadslid ben – deze informatie verstrekten, willen er niet mee in de openbaarheid komen, ze wensen niet meegetrokken te worden in al het gedoe rondom een sjoemelende bestuurder. Ik laat het daarom verder bij deze opmerking, uiteraard met de constatering dat Jan de Wilde zich schijnbaar niet zo gemakkelijk verslikt in een leugentje!

De Bron is niet zo’n geslaagd plan

Woensdag 28 november 2007

De gemeenteraad heeft deze week, tijdens een vergadering in De Ronde, het stedenbouwkundig plan voor De Bron besproken. De Bron is het nieuwe woongebied dat in het midden van Vathorst gerealiseerd gaat worden. Vanaf eind volgend jaar worden in De Bron zo’n 1570 woningen gebouwd.

De BPA heeft nogal wat kanttekeningen bij het stedenbouwkundig plan. Kleine puntjes en enkele meer principiële zaken. Het stedenbouwkundig plan werd enkele weken geleden met veel superlatieven gepresenteerd door de ontwerpers van Kuiper Compagnons, maar als je het ontwerp wat nuchter bekijkt, stijgt het niet uit boven het niveau van de doorsnee vinexlocatie in ons land. Enige opvallende punt is de grote vijver in het midden van het plan en de vier eilandjes met woningen die daarop aansluiten. Veel water dus, maar dat is nodig in een gebied met veel kwelwater. Een ander opvallend punt is dat er wel erg veel woningen moeten worden ondergebracht op het ongeveer 50 hectare grote gebied, wat dus opvallend kleine perceeltjes voor de meeste woningen oplevert.
Eerder dit jaar kregen de raadsleden al eens een presentatie van de plannen voor De Bron die toen nog in voorbereiding waren. Ook toen speelde de vijver een grote rol. In de vijver zou een opvallend manifestatieterrein komen. Bewoners konden hier zomers picknicken, er zouden concerten en openluchtfilmvoorstellingen georganiseerd kunnen worden en nog veel meer. Dat manifestatieterrein is in de uiteindelijke plannen gedegradeerd tot een strookje grond aan de noordzijde van de vijver, grotendeels nog geen twintig meter breed. Aan de rand is een klein strandje ingetekend, maar uit de tekst bij het plan is op te maken dat de aanleg daarvan nog lang niet zeker is.
Opvallend is dat dit manifestatieveldje direct aansluit op enkele appartementengebouwen van zeven verdiepingen hoog. Wie in De Bron woont, moet van drukte houden, merkte ontwerper Ashok Bhalotra bij de presentatie van de plannen op. Dat mag je wel zeggen! Opvallend is ook dat het enige speelterreintje voor de jeugd van 13 tot 18 jaar in dit manifestatieterrein is geprojecteerd, recht voor de balkonnetjes van het aansluitende appartementengebouw. Gezien de ervaringen elders in de stad, is dat vragen om problemen. De BPA heeft bij de bespreking van het plan in De Ronde daarom gesteld dat dit speelterreintje elders in het plan, in een minder compacte woonomgeving, moet worden geprojecteerd.

In zo’n plan is uiteraard weinig openbare ruimte. Er wordt uitgegaan van een parkeernorm van 1,6 tot 1,9 auto per woning. Om dat te bereiken, is bij 70 procent van de woningen een parkeerplek op eigen terrein gepland. Dat is veel. Ervaringen elders in Vathorst hebben duidelijk gemaakt dat veel mensen, ondanks de opvattingen van de ontwerpers, hun auto niet graag op eigen terrein zetten. Is dat gek bij zulke kleine perceeltjes! Het gevolg is dat op veel plaatsen in Vathorst nu al een parkeerprobleem is ontstaan. Om herhaling hiervan te voorkomen, vindt de BPA het noodzakelijk dat op plekken waar een parkeerplaats op eigen terrein is gepland, er bij oplevering ook een echte parkeerplaats aanwezig is, in de vorm van een carport of iets dergelijks. Daarmee verleidt je mensen er toe om hun auto inderdaad op eigen terrein neer te zetten. Doe je dat niet, dan ontstaat er een onoplosbaar parkeerprobleem op de openbare weg.
En over parkeren gesproken. De meeste parkeerplaatsen voor de twee scholen liggen op z’n 150 meter afstand van de scholen, achter een appartementengebouw. We weten intussen uit ervaringen in bijvoorbeeld Nieuwland wat voor problemen er kunnen ontstaan wanneer ouders aan het begin of einde van de schooldag hun kinderen per auto brengen of halen. De BPA vindt dat je uit die ervaringen moet leren en dat daarom dicht bij de school parkeerruimte voor halers en brengers moet worden gecreëerd.
En een vierde punt: het grootste deel van de woningen in De Bron ligt op meer dan 400 meter afstand van de bushalten die langs de Vathorster Boulevard zijn geprojecteerd. Het college oppert dat door De Bron misschien met kleine busjes voor aanvullend vervoer moet worden gezorgd. Maar dat kost tonnen extra, dus moet je je afvragen of dat reëel is. Een betere oplossing is dat een van de buslijnen die Vathorst aandoet, via De Bron van de ene kant van de ringboulevard naar de andere kant rijdt. Maar dan moet je, aldus de BPA tijdens De Ronde, wel zorgen dat het stratenpatroon in De Bron hierop is aangepast.

Genante discussies in de raad

Dinsdag 27 november 2007

De gemeenteraad besprak deze dag tijdens zijn plenaire zitting (Het Besluit) twee belangrijke punten: de locaties voor de opvang van daklozen, drugsverslaafden en noem maar op, en de brand in het Armandomuseum. Wie als toeschouwer beide debatten meemaakte, is er ongetwijfeld niet vrolijker op geworden. De discussie verliep rommelig, de regie was gebrekkig en het optreden van het college was weinig overtuigend.

Bij de bespreking van de opvanglocaties draaide een belangrijk deel van de discussie zich om de geplande locatie aan de Kerkstraat. Is deze locatie wel of niet bereikbaar voor de brandweer en andere hulpdiensten? Ja, zo sprak wethouder Van Daalen, want de brandweer heeft alle mogelijke locaties beoordeeld. Neen, zei een groot deel van de raad, want bewoners hebben het uitgezocht en hebben ook foto’s gemaakt van mislukte pogingen van de brandweer om met een bluswagen de bocht te nemen, wat niet lukte omdat de straatjes bij de Kerkstraat te smal zijn.
Dat de bewoners deze ervaringen bij de raadsleden onder de aandacht zouden brengen, was al dagen vooraf bekend. De wethouder had zich dus kunnen indekken of ruiterlijk kunnen toegeven dat er inderdaad een probleem was. Hij had de brandweer al ruimschoots voorafgaand aan de vergadering om nadere informatie kunnen vragen. Maar dat was niet, of in onvoldoende mate, gebeurd. Dus werd tijdens het debat door middel van briefjes vanuit het college gecommuniceerd en moest er zelfs enige tijd worden geschorst om het college van aanvullende informatie te voorzien.
Een belabberde situatie die er in elk geval toe leidde dat de raad in meerderheid de locatie aan de Kerkstraat van de shortlist haalde. Door al de commotie over deze locatie, werd er nauwelijks enige aandacht besteed aan de andere locaties. Die werden dus zonder veel discussie op de shortlist gehandhaafd. Wel met de opmerking vanuit verschillende fracties dat hiermee nog geen uiteindelijk fiat werd gegeven, die volgt pas na de volgende inspraakronde. Naar mijn mening moeten er dan nog een aantal locaties sneuvelen, maar of de meerderheid van de raad er dan nog de moed toe heeft, waag ik te betwijfelen.

De discussie rondom de brand in het Armandomuseum verliep niet minder chaotisch. Tegen de regels in kreeg eerst de burgemeester het woord (die had na al haar missers ook wel wat uit te leggen!), waardoor een discussie ontstond die door onduidelijkheid en halfslachtigheid werd gekenmerkt. Een van de slachtoffers daarbij was mijn fractiegenoot Kees Kraanen, die de discussie zou starten met een aantal stellingen en daarbij moties zou indienen. In elk geval wilde hij pleiten voor een terdege aanvullend onderzoek. Door de vlucht vooruit van de burgemeester liep alles net iets anders.
De burgemeester kondigde aan dat het Openbaar Ministerie een aanvullend onderzoek opent. Dat klonk mooi, maar daarmee nam zij de wind uit de zeilen bij iedereen die een breed onderzoek wenst. De gemeenteraad heeft geen enkele invloed op datgene wat het O.M. gaat onderzoeken. Het is zelfs de vraag of het O.M. zijn onderzoek aan de openbaarheid prijs geeft, daar heeft zelfs de burgemeester geen invloed op. Of zo’n onderzoek van het O.M. het gevoel wegneemt dat velen hebben, namelijk dat er het een en ander in de doofpot verdwijnt, is dus nog maar de vraag.
Uiteraard kan de raad, nadat het O.M. zijn onderzoek heeft afgerond, alsnog tot een onderzoek in eigen opdracht besluiten. Maar dan is er weer heel wat tijd verstreken en bestaat de kans dat het vertrouwen onder de burgers in hun openbaar bestuur (dat door het optreden tot nog toe al heel wat deuken heeft opgelopen) nog verder is gedaald.
Kortweg gesteld: doordat de burgemeester hoe dan ook voorafgaand aan de discussie haar omstreden positie wilde veilig stellen, is de raad niet toegekomen aan een complete discussie over maatregelen waardoor de onderste steen boven kan komen. Ik vond het een genante vertoning!

Written by raphaelsmit

01/12/2007 at 08:45

Geplaatst in Uncategorized