Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for februari 2006

leave a comment »

Brug gepland – sorry, foutje!

Zondag 26 februari 2006

In de Stad Amersfoort stond deze week een ingezonden brief van mijn buurtgenoot Hein van Wegen. Onderwerp was de geplande brug voor het langzame verkeer tussen de Grote Koppel en de Kleine Koppel, naast de plek waar Het Spijkertje stond. Hein constateerde een opvallend feit, een situatie die nauwelijks mogelijk lijkt als je er niet zelf getuige van bent. Ik ben een van die getuigen.

Tijdens de bestratingwerkzaamheden aan de Grote Koppel is, vlak bij de Gildeplaats, een deel niet bestraat. Het gaat om een vierkant stuk grond dat met granietbanden is afgezet. ‘Waarom bestraat u dit stuk grond niet?’ vroeg ik enkele maanden geleden aan de stratenmakers die rond deze plek aan de slag waren. ‘Op deze plaats komt de brug te liggen,’ was hun antwoord. Dat werd later nog duidelijker: bij het aanbrengen van de granieten kaderand werd op deze plek, evenals aan de overzijde aan de Kleine Koppel, geen granietband aangebracht. Logisch, want de band zou dan onder het brugdek verdwijnen.
Enkele weken geleden dreef de kraaninstallatie in de Eem die de damwanden plaatste voor de twee pilons die de brug moeten dragen. Dat gebeurde niet op de plek die voor de brug was gereserveerd, maar zo’n tien meter oostelijk daarvan. Gelijktijdig werd op deze plek een deel van het straatwerk weer verwijderd. Binnenkort zullen ongetwijfeld ook de granieten banden die de oude aanlandingsplek markeren, wel worden verplaatst.
Iets wat men bij onze oosterburen een ‘Bubenstreich’ zou noemen. Alles werd in gereedheid gebracht voor de te bouwen brug: aangepaste bestrating, een kostbare markering, een achterwege gelaten kaderand. En dan blijkt de brug toch op een andere plek te komen. Het verschil in meters is niet zo groot, maar er is wel een heleboel werk verricht dat achterwege gelaten had kunnen worden. Heeft de projectleider geslapen? Heeft het gemeentelijke toezicht op het werk gefaald? Heeft een ambtenaar achter zijn bureau op het stadhuis ineens gedacht: ach, ietsjes verder is toch wel mooier!

Ik mag al driekwart jaar vervolgen hoe het werk aan de Eemkades wordt uitgevoerd. Drie kwart jaar opgebroken wegen, modder, omleidingen, hekken voor de deur en noem maar op. Zo’n een tweederde van deze tijd gebeurde er niets hoegenaamd niets. Oké, twee stratenmakers zijn bijna twee maanden bezig geweest met het straatwerk tussen de spoorlijn en Het Spijkertje. Had de aannemer er een wat grotere ploeg op gezet, dan was dat werk in enkele weken gepiept geweest. De laatste twee maanden bestond het enige werk uit het plaatsen van enkele banken en het planten van de bomen, alles bij elkaar een paar dagen werk. Voor het overige: silentio.
Dat al dat stilliggende werk wel tot overlast voor de omwonenden leidt, is waarschijnlijk niet doorgedrongen tot de opdrachtgever van dit werk: de gemeente. Dat al het werk meer dan een jaar duurt (in mei 2005 begonnen, oplevering is voor juni 2006 toegezegd) is een schandaal. Iets meer planning en aandacht had er toe kunnen leiden dat aan de Grote Koppel, de toegang tot een woongebied en de loop- en fietsroute tussen het centrum en de wijken Koppel en een deel van Zielhorst, het werk in enkele maanden was geklaard. Er heeft, in tegenstelling tot de Kleine Koppel, geen ingrijpend werk aan kabels en leidingen plaatsgevonden, dus daaraan kan het niet liggen.

Eigenlijk zou bij elk raadslid in de straat eens een dergelijk werk moeten worden uitgevoerd. Dan weet in elk geval iedereen dat op het stadhuis inefficiëntie hoogtij viert, goede afspraken met aannemers niet tot de cultuur behoren en met het woongenot van inwoners in deze stad op onnodige wijze wordt gesold. De ervaringen die ik een jaar lang voor mijn huisdeur mag aanschouwen, hebben mij duidelijk gemaakt dat er met gemeentelijke middelen wordt geprutst. Een goed aanknopingspunt bij de komende begrotingsbehandeling.

Een verrassende prognose

Zaterdag 25 februari 2006

De verkiezingsprognose die vandaag in de Amersfoortse Courant werd gepubliceerd, was op een aantal punten verrassend. Dat de Christen Unie en de SP een zetel winst krijgen geprognosticeerd, was uit verschillende overwegingen te verwachten. Het verlies van Groen Links/Ozcan is niet meer dan terecht, deze partij heeft met een deeltijdwethouder en een kleurloze en onsamenhangende fractie nauwelijks iets gepresteerd.
Bij de VVD, PvdA en het CDA mag je spreken over de invloed van de landelijke trend. Alleen voor de VVD kan worden gezegd dat het behoud van het huidige aantal zetels aan het werk van de fractie is te danken. Wanneer de VVD op de activiteiten van zijn plaatselijke wethouders was afgerekend, zouden de prognoses voor deze partij duidelijk minder gunstig zijn geweest. De teruggang van het CDA is verdiend, om meer dan een reden. De belangrijkste daarvan is misschien wel dat deze partij een kundige beleidsambtenaar in het college heeft afgevaardigd, maar als politiek bestuur heeft gefaald, wat onder meer bleek uit het totaal ignoreren van de basisverwachtingen op het gebied van eerlijke communicatie met de bevolking in onze stad.

De tien zetels die de PvdA worden voorspeld, heb ik in een eerste reactie omschreven als het meeliften op de bibs van Wouter Bos. Net als in Den Haag kenmerkt zich het werk van de sociaal-democraten in onze stad door het stilzitten, het verdonkermanen van politiek profiel en het achterwege laten van originele gedachten. Aan dit beeld kan zelfs Ramon in al zijn wildheid weinig veranderen. Maar de landelijke trend speelt onze plaatselijke PvdA-ers aardig in de kaart. Aan de eigen inzet, zoals hun fractievoorzitter dat parmantig beweert, kan het niet liggen, zeker niet in deze omvang.
Ronduit verrassend is de diepe val van de BPA. Ik had voor deze partij de nodige winst verwacht, maar misschien heeft VVD-lijsttrekker René van der Borch gelijk. In alle eerlijkheid: ik wantrouw op dit punt de prognoses, zoals ik dat een dag eerder al deed bij de voorspelde opkomst van zo’n tachtig procent. Ik blijf er bij: de enige echte peiling vindt plaats op 7 maart. En die kan, na al deze voorspellingen, nog best heel verrassend zijn. Ook voor Jouw Amersfoort!

Written by raphaelsmit

26/02/2006 at 09:28

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Een verbazingwekkende fata morgana

Vrijdag 24 februari 2006

‘Opkomst massaal’ Is dat even schrikken! Uit een onderzoek van het Algemeen Dagblad zou blijken dat zo’n tachtig procent van de Amersfoorters op 7 maart naar de stembus gaat. Dat is heel wat meer dan in het opwindende verkiezingsjaar 2002, toen de opkomst voor de gemeenteraadsverkiezingen met 57,5 procent al een top haalde. Welk wonder is over onze stad neergedaald? Wat heeft ons gemeentebestuur gedaan om een meer dan twintig procent hogere opkomst te bewerkstelligen?

Mijn verbazing stijgt tot ongekende hoogte als ik elders in het Algemeen Dagblad zie dat de landelijke cijfers uit het onderzoek van deze krant ook al van die hoge cijfers oplevert. De mooie score in onze stad past geheel in de landelijke trend, zoals blijkt uit de cijfers die het bureau Interview-NSS, die het onderzoek voor de krant uitvoerde, weet te produceren. Eigenlijk is het beeld van onze stad zelfs wat negatiever dan de landelijke cijfers. Landelijk zegt 14,8 procent van de geënquêteerden dat zij waarschijnlijk of zeker niet gaan stemmen. In onze stad is dat fors hoger: 19,3 procent. Dat geeft te denken!
Laat ik eerlijk zijn: ik geloof de onderzoekers niet. Het zal overigens niet de eerste keer zijn dat onderzoekbureau’s de plank behoorlijk mis slaan. Erger nog: dat is eerder regel dan uitzondering. En het is jammer, maar daardoor hecht ik aan de overige cijfers die uit het onderzoek zijn gekomen ook niet veel waarde. Oké, als trend zijn ze nog wel belangwekkend, maar de absolute wijze waarop ze worden gepresenteerd, geven mij te denken. En zoals altijd, iedereen kan uit al die cijfers het verhaal maken dat hem of haar het beste uitkomt.

En ik voel mij ook nog eens op het verkeerde been gezet. De twee grafieken, op twee plekken in de krant gepubliceerd, dragen als kop: ‘Uw stemgedrag in cijfers – Landelijk’ en ‘Uw stemgedrag in cijfers – Utrecht’ Het Algemeen Dagblad heeft het onderzoek in negen steden binnen twee provincies laten uitvoeren. Hebben die jongens en meisjes in Rotterdam voor het gemak Utrecht en Amersfoort maar op een hoop gegooid? Ik heb de indruk dat ze dat wel vaker doen, dus kan ik enige reserves bij de gepubliceerde cijfers nauwelijks onderdrukken..
En voor de rest, na alle flaters van onderzoekbureau’s in het verleden, onderschrijf ik de opvatting: er is maar een echt kiezersonderzoek, en dat is op 7 maart a.s.!

Gelijktijdig met de ochtendkrant vond ik ook een verkiezingskrant van Groen Links in mijn brievenbus. Op de voorpagina stralen twee dames mij toe. Femke Halsema is de ene, maar bij mijn weten staat die niet op de kandidatenlijst voor de Amersfoortse verkiezingen. Wat zij in deze verkiezingskrant heeft op te merken, heeft ook weinig of niets met de Amersfoortse politiek te maken. Het tweede portret is van Sylvia Kesler. Zij staat wel op de kandidatenlijst voor onze gemeente, maar heeft zich moeten terugtrekken als lijsttrekker en is tijdens de verkiezingscampagne niet aanwezig. Dat is min of meer buiten haar schuld, maar doet niets af van het feit dat de verkiezingskrant van Groen Links zich siert met twee dames die in de verkiezingscampagne voor onze stad niets hebben in te brengen.
In het krantje is nog geen kwart van de inhoud gewijd aan onze stad. Dat Sylvia Kesler zich ondanks alle eerdere berichten toch als lijsttrekker presenteert, is jammer. Door niet actief aan de verkiezingen deel te nemen, kan zij op geen van haar woorden worden aangesproken. Alhoewel…., het stukje dat zij heeft geschreven voor haar verkiezingskrant doet er ook niet zo veel toe. Desondanks hoop ik dat zij na 7 maart weer in volle gezondheid terugkeert in onze raadszaal.

Groene toezeggingen en verbroken beloften

Donderdag 23 februari 2006

Een krantenknipsel van deze dag bewaar ik nog maar even. Het is een gesprek met Geurt Hilhorst, een van de altijd actieve stadgenoten – of beter gezegd: dorpsgenoten, want Geurt is een op en top Veener. In zijn dorp Hooglanderveen is hij een van de steunpilaren onder het daar bloeiende verenigingsleven. Geurt geeft zijn mening over de groene zone rondom zijn dorp, die uiteindelijk helemaal geen groene zone blijkt te zijn.

Ons gemeentebestuur siert zich graag met de zorg die het zegt te hebben voor het groen in onze stad. Maar ik zou iedereen in Amersfoort die zich voor het groen inzet, willen waarschuwen. Let op wat er rond Hooglanderveen heeft plaatsgevonden, hoedt je voor de beloften van ons college, want ze zijn niet meer waard dan de waan van de dag. Dat weten overigens wel meer mensen in onze stad, denk alleen al aan de jarenlange strijd die de VBBBB voert om het groengebied in Birkhoven-Bokkeduinen in stand te houden. Een verloren strijd, als je ziet hoe ons college met toezeggingen voor dat gebied omgaat.
Toen bijna tien jaar geleden de plannen voor Vathorst werden gepresenteerd, eisten de bewoners van Hooglanderveen dat rond om hun dorp een groene zone zou worden ingericht. De dorpsbewoners zagen dat als een middel om de hechte structuur die Hooglanderveen kenmerkt, in stand te houden. Nergens in Amersfoort bloeit het verenigingsleven rijker dan in dit dorp, nergens zijn de onderlinge contacten hechter en is de inzet voor de eigen omgeving groter dan in Hooglanderveen. Terecht vreesden de dorpsbewoners dat door de nieuwbouw van Vathorst hun hechte gemeenschap zwaar onder druk zou komen te staan.

Het Amersfoortse gemeentebestuur zegde de groene zone toe. Het was deze toezegging, waardoor de Veeners op constructieve wijze deelnamen aan alle discussies die over de nieuwe plannen voor Vathorst werden gevoerd. Acties tegen de bedreigende nieuwbouwplannen bleven achterwege, want uit de toezegging van het gemeentebestuur was op te maken dat op het stadhuis alle aandacht en zorg aanwezig was ten aanzien van het wel en wee in het oostelijke puntje van onze stad.
Voor wat een toezegging dus waard is. De bewoners in Hooglanderveen begonnen al enig wantrouwen te ontwikkelen toen bleek dat een bestemmingsplan voor hun dorp, inclusief de groene zone, maar niet tot stand kon komen. Er was altijd wel iets. Ook het OBV, de ontwikkelaar van Vathorst, viel af en toe wel tegen. Zolang het om ondersteuning van dorpse activiteiten ging, was het OBV altijd wel benaderbaar. Maar op het moment dat het om vierkante meters grond gaat en om de bestemming daarvan, bleek het OBV – en dus ook ons gemeentebestuur – financieel rendement belangrijker te vinden dan het fragiele dorpse karakter van Hooglanderveen.
Met dat al is de groene zone lang niet geworden wat velen er van dachten. Geen groen, lommerrijk wandelgebied rondom het dorp. Sportvelden, een kerkhof en villabebouwing zijn op creatieve wijze tot het groen gerekend, dat alles om de toezegde hectaren groene zone waar te maken. Ook enkele dorpsvoorzieningen worden ondergebracht in de toegezegde groene zone, waardoor vrijkomende grond in het dorp kan worden omgezet in geld opleverende grond voor woningbouw.

Een tip aan de bewoners in Amersfoort-Zuid die zich inzetten voor een groene Heiligenbergerbeekdal: praat eens met Geurt Hilhorst en ervaar wat groene beloften van ons gemeentebestuur uiteindelijk voor waarden hebben. Zoals op veel plaatsen in onze stad: groen moet wijken wanneer de financiële belangen van het stadhuis en de ontwikkelingsdrift van bouwers in het geding zijn. Oké, in deze verkiezingstijd draaien de gebedsmolens in de goede richting. Maar zoals steeds: de coalitiepartijen zullen na de verkiezingen hun beloften haastig aanpassen als vanuit het college de te verwachten opdracht daartoe wordt gegeven.

Written by raphaelsmit

24/02/2006 at 13:46

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

‘Ik zoek contact’
Woensdag 22 februari 2006

‘Ik zoek contact’ is een internetactie van een aantal Amersfoorters. Wie de initiatiefnemers zijn, kan ik slechts vermoeden, meer ook niet. De actie vormt een – terechte – noodkreet om er op 7 maart voor te zorgen dat het nu zittende college na de komende verkiezingen niet meer terugkeert. Een wens die mij uit het hart is gegrepen. Uiteraard – het is een open deur – sta ik geheel achter de oproep van de initiatiefnemers om op Jouw Amersfoort, de BPA of de SP te stemmen.

Wat voor mij het initiatief ‘Ik zoek contact’ zo bijzonder maakt, is dat hieruit blijkt dat mondige stadgenoten een eigen weg zoeken om de politiek in onze stad te beïnvloeden. Ik ga er van uit dat de komende jaren acties via internet, aansluitend op wensen van individuele of groepen inwoners van onze stad, steeds meer het beeld van de verkiezingen gaan bepalen. Stedelijke partijen die minder aan historische dogma’s zijn gebonden en vooral inspelen op issue’s die het dagelijkse leven in onze beroeren, varen daar wel bij.
De droge verkiezingsstrijd zoals we die tot nog toe kennen (Varkensmarkt, folders uitdelen, bijeenkomsten voor eigen parochie) kan in de toekomst grotendeels worden vervangen door een veel levendiger discussie. Deze zal door individuele acties worden gekenmerkt, waarbij nieuwe media een grote rol gaan vervullen. Daarbij spelen met bloed, zweet en tranen opgestelde programma’s een geringere rol. Het zal steeds meer gaan om het verschijningsbeeld van partijen, de cultuur die zij uitstralen en de wijze waarop zij anticiperen op gebeurtenissen in de stad.
Een dergelijke ontwikkeling past bij de toenemende invloed die hedendaagse communicatiemiddelen hebben. Het past ook beter bij de grotere mondigheid en assertiviteit van kiezers die mooie, jubelende drukwerkjes met steeds minder vertrouwen in de hand nemen, waarbij velen de ervaring hebben opgedaan dat traditionele coalitiepartijen vóór de verkiezingen veel beloven, maar na de verkiezingen nog zelden thuis geven.

Hoe onze huidige coalitiepartijen met de belangen van de stad omgaan, blijkt uit een aantal punten de ‘Ik zoek contact’ opsomt. Vahstal: 22 miljoen euro verlies en een poging tot het verhullen van documenten; de bagger van Smink die de stad 18 miljoen euro verlies oplevert en waarbij openbaar aanbesteden is nagelaten; de 9 miljoen euro die wordt uitgegeven voor het drugshotel aan de Kleine Haag; de leugen rondom de Groene Zoom rondom Hooglanderveen; het gesjoemel met het groen in Birkhoven-Bokkeduinen; het Heilgenbergerbeekdal waar op het groen wordt ingeleverd overdreven ambities van het gemeentebestuur te kunnen bekostigen.

Wie meer over de actie wil weten: http://www.stemvooramersfoort.web-log.nl

Gemeenteraad heeft in Vathorst het nakijken

Dinsdag 21 februari 2006

‘Vinex-tekentafel als koektrommel vol loze beloften’ Dat is de kop van een artikel in de Volkskrant van vandaag. Gemeenten presenteren met veel poeha nieuwe vinexwijken, maar tijdens de uitvoering worden stapje voor stapje franje en essentiële publieke voorzieningen geschrapt. Een specifieke invulling van het begrip ‘een wereld van verschil’.

Op ons stadhuis zullen wethouders en ambtenaren (wat is het verschil?) bij het lezen van de krantenkop hebben gedacht: ja, overal, maar natuurlijk niet bij ons. Maar dat blijkt dus niet zo te zijn. Ook de plannen van Vathorst blijken te lijden te hebben onder overdreven ambities en de financiële tegenvallers op de grondexploitatie. Het gaat daarbij vooral om minder groen en versmalling van de wegen.
In het Volkskrantartikel wordt gewag gemaakt van het feit dat gemeenteraden geen enkel inzicht hebben in de ontwikkeling en bezuinigingen bij de vinexontwikkelingen. Als eenmaal een contract met de bouwers is gesloten – in Amersfoort dus met het OBV -dan is de controle door de gekozen gemeenteraad nog slechts een farce. Een voorbeeld daarvan zijn de kwartaalberichten van het OBV. Deze geven wel een overzicht van de uitvoering van plannen, maar het ontbreekt aan de financiële gegevens en aan vergelijkingen tussen de geplande kosten en wat het uiteindelijk allemaal kost.

De rekening krijgen we over zes tot acht jaar gepresenteerd. Dan vindt de eindafrekening plaats en zal blijken welke risico’s we als gemeente zijn gelopen en hoe dit door bezuinigingen op de kwaliteit van de wijk is opgelost. Intussen ontbreekt het de raad aan de middelen om tussentijds in te grijpen. Daarvan hebben vooral ook de bewoners last. Wanneer je als raadslid bijvoorbeeld actie wenst rondom de toenemende parkeerproblemen in Vathorst, stuit je op het OBV en op gemaakte afspraken.
Een probleem bij dit alles is dat de gemeente door de overeenkomst met het OBV verkeerde belangen heeft gekregen. Niet meer het welzijn van de burger staat voorop, maar het sluitend krijgen van de grondexploitatie. Het zijn de rekenmeesters en de onrealistische ambities van ex-wethouders die de gemeenteraad, maar vooral ook de bewoners, de das om doen.

Toch een punt waar de nieuwe raad een oplossing voor moet vinden. Het gaat ons toch primair om het welzijn van onze stadgenoten. Het college lijkt feitelijk geen partij te kunnen bieden bij de samenwerking met de ontwikkelaars. Collegeleden hebben in het OBV-overleg zich dezelfde rendementstaken toegedicht als hun bouwende deelgenoten.
Uiteraard, indien niet het OBV maar de gemeente zelf de volle verantwoordelijkheid voor de grondexploitatie op zich had genomen, was de kans op tegenvallers en tekorten ook groot geweest. Maar dan had de gemeenteraad per geval een oplossing moeten goedkeuren. Dat zou dan zijn gebeurd op basis van een maatschappelijke afweging. Nu zoekt het OBV naar oplossingen, en daarbij staat altijd het rendement van particuliere bedrijven voorop. Daar moeten we als gemeenteraad geen genoegen mee nemen.

Written by raphaelsmit

22/02/2006 at 15:17

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Volta: een rechter is wijzer dan ons gemeentebestuur

Zaterdag 18 februari 2006

De tennisvereniging Volta was het afgelopen jaar in een absurde kwestie verwikkeld. De tennisvereniging is al tientallen jaren gevestigd op een binnenterrein achter de Leusderweg. Het is een gezellige buurtvereniging met drie banen en een knus clubhuis. Met de omwonenden heerste een goede verstandhouding. Als er wel eens problemen waren, werden die besproken en werden er afspraken gemaakt waarmee iedereen kon leven.
Enkele jaren geleden vestigde zich een nieuwe bewoner naast de tennisbaan van Volta. Dat er achter zijn huis een tennisbaan ligt, kan hem nooit zijn ontgaan. De afgelopen maanden las ik dat hij zelfs had overwogen lid van Volta te worden. Dat er achter zijn woning verenigingsactiviteiten plaatsvinden, kon hem al bekend zijn nog eer hij tot de koop van zijn woning naast de tennisbanen besloot.

Het was dan ook meer dan verbazingwekkend dat hij een jaar geleden een klacht indiende tegen Volta. Hij vond het irritant dat tijdens wedstrijden op de tennisbaan mensen vanaf de kant de spelers aanmoedigden en dat na een wedstrijd men op het – ook al sinds Methusalem aanwezige – terras achteraf nog een glaasje grenadine dronk. Voor het goede begrip, de vereniging had al afspraken met de buurt gemaakt over beperkingen van het geluid vanaf het kleine terrasje voor het clubhuis. Van schreeuwen, zingen en gelal was geen sprake, het ging er beschaafd aan toe, zoals je van een nette buurttennisvereniging mag verwachten.
De klacht van de buurman kwam terecht binnen ons ambtelijke apparaat. Ambtelijke bureaucratie is op ons stadhuis geen onbekend begrip, en zo bogen de dames en heren juristen zich over de boeken en constateerden dat er regels betreffende de geluidshinder werden overtreden. Voor het goede begrip: iedereen in onze stad die op een zomeravond met enkele kennissen in zijn achtertuin een barbecueavond organiseert, produceert meer geluid dan bij Volta is waar te nemen. Er ligt nog heel wat werk op onze ambtelijke juristen te wachten.

Zoals gebruikelijk nam ons college het ambtelijke advies over. Dat je als openbaar bestuur wel eens een afwijking moet maken en, in het belang van een grote groep stadgenoten, regels moet interpreteren, eist bestuurlijke moed en daarvan kan je ons college moeilijk beschuldigen.
Volta moest zijn terras dus vanaf 19.00 uur – het moment waarop werkende leden van deze vereniging naar de tennisbaan gaan – sluiten. Echt verenigingsleven werd daardoor welhaast onmogelijk gemaakt. Maar Volta liet het er niet bij zitten en toog naar de bestuursrechter, tot aan de hoogste instantie toe. Deze week heeft de Raad van State een uitspraak gedaan. De gemeente moet zijn huiswerk overdoen en minder rigoureuze maatregelen nemen. Daarbij is haast niet noodzakelijk, want de klagende buurman staat op het punt te verhuizen.

Het is absurd: ons college, dat zo graag burgervriendelijk wil zijn, treedt uiterst formalistisch op en wordt vervolgens door de rechter op de vingers getikt! Ik heb er al eerder op gewezen: menig beleidsambtenaar op ons stadhuis slaapt met de verzamelde werken van Kafka onder het hoofdkussen.
In augustus van het vorige jaar stelde ik schriftelijke vragen over de problemen van Volta en vroeg ik het college naar een oplossing voor de vereniging te zoeken. Het antwoord – wie kan zich nog verbazen – was puur formeel, afwijzend en gebaseerd op een interpretatie van de wet. Van elke bestuurlijke creativiteit gespeend, werd Volta het grote bos ingestuurd.
Voor mij reden om vandaag een open brief aan onze burgemeester te sturen. Daarin vraag ik haar hoe burgervriendelijk onze stedelijke bureaucratie eigenlijk wel is en of het college niet de wijsheid had kunnen opbrengen die de rechter in elk geval wel bezit. Ik vraag haar of deze gang van zaken – maar er zijn veel meer voorbeelden van ambtelijke stijfkoppigheid – geen moment is voor het college om te bezien of het misschien niet verstandiger is om een eigen bestuurlijke mening te formuleren in plaats van het klakkeloos overnemen van elk aangedragen ambtelijke advies. Een mooie taak voor het nieuwe college.

Zie Open Brief aan burgemeester onder de knop ‘achtergronden’

Prestigedrang bij PvdA-wethouders – de lijken uit de kast

Vrijdag 17 februari 2006

De fusie van drie musea in onze stad – Flehite, Zonnehof en Armando – was een stokpaardje van de net vertrokken PvdA-wethouder Jan de Wilde. Het eerste lijk vliegt al uit de kast, nog voor hij de hielen heeft gelicht! De fusie van de drie musea lijkt een financieel debacle te worden en de beoogde directeur stapt op. De grote verhuizing naar het nieuwe Rijksgebouw aan het Smallepad – waarvan Leefbaar Amersfoort sowieso geen voorstander was – gaat ons goud geld kosten, en dat alles door het hobbyisme van enkele ex-wethouders, toevallig allen van de PvdA!

Heel kort samengevat: oud-wethouder Fons Asselberg was tot voor kort directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist. Zijn idee om deze rijksdienst naar Amersfoort te verhuizen is, puur chauvinistisch gezien – nog wel toe te juichen. Het idee om daarvoor een groot, glazen paleis naast de Koppelpoort neer te zetten, was naar mijn mening minder briljant. Maar uit het verleden is bekend: wat Fons in het hoofd heeft, praat je er niet meer uit!
Zijn partijgenoot Tom de Man, PvdA-wethouder op het moment dat tot de verhuizing en nieuwbouw werd besloten, zag het allemaal wel zitten. De Rijksgebouwendienst verhief de nieuwbouw in Amersfoort tot een architectonische uitdaging. Hiervoor was het wel noodzakelijk dat meerdere rijksdiensten in het nieuwe gebouw werden gevestigd, waaronder de al in Amersfoort gevestigde Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek. Een derde rijksdienst was echter niet te vinden, en zo bleven er heel wat vierkante meters over waarvoor de Rijksgebouwendienst geen gebruiker had. Daarmee kwam de hele nieuwbouw op de tocht te staan.

Maar wethouder De Man, die naast financiën ook cultuur in zijn portefeuille had, zag een oplossing. De gemeente Amersfoort zou de overblijvende vierkante meters huren en daar een eigen expositieruimte inrichten. Een nieuwe plek voor het Rietveldpaviljoen aan de Zonnehof. Niet dat de directie van deze expositieruimte daar om had gevraagd -in tegendeel, die liep al langere tijd met ambitieuze uitbreidingsplannen rond waarvoor zelfs een ideeënwedstrijd was georganiseerd die veel creatieve oplossingen opleverde. Dat moest wijken voor het PvdA-onderonsje.
De opvolger van Tom de Man, zijn partijgenoot Jan de Wilde, had problemen om de verhuizing rond te breien. Zijn oplossing: een fusie met museum Flehite, waardoor kosten konden worden gespaard. Het bestuur van Flehite en vele leden van deze verenigingen waren not amused – en dat is nog voorzichtig uitgedrukt. Maar als goed PvdA-wethouder: Jan zette zijn zin door. En wij zitten nu met de brokken.

Dat Amersfoort een wat royalere behuizing voor moderne kunst krijgt dat de Zonnehof nu kan bieden, spreekt mij wel aan. Andere steden zouden een dergelijke behoefte echter aangrijpen om een mooi, aansprekend gebouw neer te zetten: een visitekaartje voor de stad. Amersfoort daarentegen brengt zijn kunstexposities onder in de benedenverdieping van een kantorenpand. Een welhaast onbekende bescheidenheid voor ons vooruitstrevend college, maar ja, en opzetje onder partijgenoten moet wijken voor het betere.
De zaak is eigenlijk nog belachelijker. Meestal bouwt een stad een nieuw museum rondom een bestaande collectie. Een speciale expositieruimte (denk aan de Kunsthal in Rotterdam) is ook mogelijk, maar dan moet je op dat punt een stevige traditie en een nog steviger budget hebben. In Amersfoort is echter de collectie geen uitgangspunt, maar de wens van een rij elkaar opvolgende PvdA-wethouders om een opvallend rijkskantorengebouw binnen de stadsgrens te krijgen. Een verkeerde benadering als het om cultuurpolitiek gaat, lijkt mij!

Hallo, bent u daar nog!

Donderdag 16 februari 2006

‘Fatsoen moet je doen’ is de kop boven een ingezonden brief van mevrouw Luikel-Mosterd, gisteren in de Stad Amersfoort. De aanhef van de brief: ‘Hallo wethouder Jan de Wilde, bent u daar nog?’ Nou nee dus. Mevrouw Luik-Mosterd kan na een half jaar toezeggingen van de wethouder fluiten naar de door hem toegezegde oplossing voor haar problemen. Hooguit komt ze hem nog tegen als projectontwikkelaar, maar daaruit zal ze ook niet veel hoop putten.

Haar probleem is duidelijk. Ze woont in de buurt van de nieuwbouw die de NS aan de noordzijde van het station heeft neergezet. De bouwwerkzaamheden hebben ernstige schade aan haar woning opgeleverd. Niet alleen haar huis, maar ook haar gezondheid is door dit alles ernstig beschadigd, en intussen haar vertrouwen in een van onze meest markante wethouders uit de afgelopen jaren eveneens.
Eigenlijk zouden haar problemen opgelost moeten worden via het schadeloket dat voor de bewoners in de omgeving van het nieuwbouwproject Puntenburg in het leven is geroepen. Dat loket is tot stand gekomen na veel actie van bewoners uit het Soesterkwartier, gesteund door de SGLA. Ik kan mij nog herinneren hoe het college zich tegen een dergelijk loket verzette en de omwoners van de bouwplaats aan de kop van het Soesterkwartier met een fooi wilde afschepen.
Bij al die discussie is de opstelling van de NS regelmatig aan de orde geweest. Ik ken in elk geval twee partijen – de SP en Leefbaar Amersfoort, maar het kunnen er ook meer zijn geweest – die toen al een verontrustend geluid lieten horen. De NS wilde echter niet meewerken aan het instellen van een loket waar de bewoners uit het Soesterkwartier terecht kunnen. Zonder dit loket zouden zij het risico lopen om bij bouwschade van het kastje naar de muur te worden gestuurd. Dat de bouwers van het plan Puntenburg, met uitzondering van de NS, uiteindelijk instemden met een gecoördineerde aanpak, was een positief iets.

Met de NS zou het wel goed komen, werd in die tijd vanuit het college meegedeeld. Nee dus. Mevrouw Luikel-Mosterd zit nu met de nare gevolgen. Jan de Wilde heeft zich een half jaar geleden schijnbaar als redder in de nood opgeworpen. Op zich een goed gebaar, maar dan moet je je werk wel afmaken!

Written by raphaelsmit

19/02/2006 at 11:37

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Wanneer gaat ons danspaleis open?

Dinsdag 14 februari 2006

Zo kort voor de verkiezingen rondt het college nog een aantal zaken af die al langere tijd liepen. Dat is logisch: wie ergens vertrekt maakt nog snel even zijn bureau schoon. En je weet als wethouder natuurlijk nooit of je na de verkiezingen weer plaats kunt nemen in een nieuw college. Wat dat betreft mogen alle wethouders van mij hun bureau schoon achterlaten.

Soms lijkt het of een zaak nog snel wordt afgedaan, terwijl de werkelijkheid heel anders is. In zo’n geval gaat het er om, daadkracht te tonen op een dossier waarin eigenlijk onvoldoende schot zit. Daarmee kan dan, zo kort voor de verkiezingen, nog even worden gescoord, wat natuurlijk mooi is meegenomen. Dat geldt al helemaal wanneer je niet alleen wethouder bent, maar ook lijsttrekker voor je partij de nodige profilering moet verzorgen.
Daar moest ik ook aan denken toen ik vandaag het persbericht ontving over de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en Krijco. Deze betreft de realisatie van een dansgelegenheid tussen de Westsingel en de Hellestraat. Het woord ‘disco’ wordt intussen al niet meer gehanteerd en dat is goed zo: in de ruim twintig jaar dat over een disco wordt gesproken, heeft bij de jeugd dit woord een wat oubollige betekenis gekregen. Het woord ‘dansgelegenheid’ dekt de lading beter.

Ik keek nog eens even naar het schema dat in september 2004 is gepubliceerd. De samenwerkingsovereenkomst kwam in dat schema niet voor, het is een uitvloeisel van de discussie die in de raad werd gevoerd. Voor mij is het veel belangrijker dat de gepresenteerde planning wordt gerealiseerd. Die houdt in dat dit jaar in elk geval met de bouw van de dansgelegenheid wordt begonnen. De samenwerkingsovereenkomst is daarbij onontbeerlijk, maar het was mij veel meer waard geweest wanneer er een persbericht zou zijn uitgegaan waarin het harde moment wordt genoemd waarop de daadwerkelijke bouw gaat beginnen. En natuurlijk ook van de datum waarop, bijna 25 jaar na het sluiten van PPM, er eindelijk weer een goede dansgelegenheid voor de Amersfoortse jeugd wordt geopend.
Ik blijf er overigens bij dat met de bouw van de dansgelegenheid aan de Westsingel-Hellestraat de alternatieven die Leefbaar Amersfoort de afgelopen jaren heeft aangedragen, niet in waarde hebben verloren. Er mag best wel op meer dan één plek in onze stad worden gedanst!

Written by raphaelsmit

15/02/2006 at 09:15

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Ik kan nog langer mee!

Maandag 13 februari 2006

Geplaagd door een tijdelijk minder goed functionerend galblaasje, verkeer ik deze dagen meer in dan buiten bed. Dat maakt het mogelijk wat extra boeken te lezen. Na allerlei diepgravende kanjers maar eens wat lichtere stof: ‘Grensverkenningen’ van Frits Bolkestein. Een dagboek van zijn vier jaren in Brussel, waar hij als Eurocommissaris zich vooral bezig hield met de interne markt.
Wat in elk geval uit het dagboek blijkt: een Eurocommissaris moet beschikken over een sterke maag en een geringe behoefte aan nachtrust. Jammer genoeg gaat Frits Bolkestein niet erg diep in op talloze interessante gebeurtenissen waarbij hij rechtstreeks of zijdelings is betrokken. Zijn dagboekaantekeningen vormen daarentegen wel een handige gids voor goede hotels en betere restaurants in talloze Europese steden en ook daarbuiten. Uit het dagboek blijkt in elk geval hoe taai de besluitvorming in Brussel kan zijn, hoe complex het netwerk van nationale en economische belangen is en hoe een aantal grote staten – onder meer via personeelspolitiek – een stempel drukken op het Europese beleid.

Het is ook een boek vol troost! Frits Bolkestein is tijdens zijn Commissielidmaatschap omstreeks de zeventig jaren oud. Wat hij aan werk verzet (en dat hoor je ook van andere deelnemers aan het Brusselse circus) is meer dan veel jongere mensen kreunend weten op te brengen. In elk geval hoef ik mijzelf niet meer voor te houden dat ik eigenlijk al te oud ben om nog vele, vele jaren politiek actief te blijven! Wanneer ik Frits Bolkestein als voorbeeld neem, kan ik nog heel wat jaartjes mee. Dat zullen sommigen betreuren, maar voor mij is het een hoopvol gegeven!

Written by raphaelsmit

14/02/2006 at 13:45

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De voorbarigheid van de griffier

Zondag 12 februari 2006

Er is nauwelijks enige voorspelling te doen over de uitslag van de komende verkiezingen. Enkele moeilijk te beantwoorden vragen zijn: weten de stadspartijen zich te handhaven? Ten koste van wie weet de NCPN stemmen weg te halen, los van de vraag of deze partij de kiesdeler haalt? Valt Wouter Bos, en daarmee de PvdA, eindelijk door de mand? Zelfs elke voorspelling ten aanzien van de partij die als grootste uit de bus komt, is puur speculatief.

Tegen die achtergrond is het initiatief van de griffier moeilijk te begrijpen. Zij trommelt deze week de lijsttrekkers bij elkaar om met hen een aantal vragen over de collegevorming te bespreken. Komt er een raadsprogramma, een raadsagenda of een collegeprogramma? Wordt een eventueel programma breed of beperkt het zich tot enkele punten? Komt er een formateur of een informateur? Wordt er eerst een programma opgesteld of wordt eerst gesproken over de wethouderskandidaten? Vindt het overleg openbaar plaats? Wat voor ondersteuning wordt er geboden?
Wanneer al deze, en nog veel meer, vragen nu al tijdens een overleg worden besproken en er afspraken worden gemaakt, zit na de verkiezingen de lijsttrekker van de dan grootste partij meteen vast aan een aantal afspraken die hem of haar misschien meer hinderen dan dienen. Het is bij negen partijen onontkoombaar dat de vijf bestaande coalititiepartijen op deze wijze een grote stempel kunnen drukken op de afspraken voor de periode ná de verkiezingen. Maar wat gebeurt er als de formateur, die pas na de verkiezingen bekend is, zich door de afspraken van deze week niet gebonden wenst te voelen?
Nu al is duidelijk dat enkele lijsttrekkers helemaal geen zin of tijd hebben in deze gang van zaken. Dat maakt het gesprek van deze week nog absurder. Uiteraard is het best handig wanneer de griffier een aantal organisatorische vraagpunten voor diegene die vanaf 8 maart als formateur gaat optreden op een rij zet. Maar om daar nu al afspraken over te maken, dat is op z’n minst eigenaardig te noemen.

Net zo eigenaardig is het overigens dat de griffier voor het gesprek van deze week ook een vertegenwoordiger vanuit het ambtelijke managementteam heeft uitgenodigd. Dat houdt in dat het ambtelijke apparaat al bij voorbaat zijn invloed kan uitoefenen op de komende collegevorming. In het verleden was dat waarschijnlijk niet anders, maar toen hadden we nog geen raadsgriffie en een griffier met twee goedgeschoolde plaatsvervangers.
Een van de vragen die de griffier zichzelf had mogen stellen is: wilt de komende formateur wel, naast de hulp die hij van de griffie mag verwachten, ook nog eens een ambtelijke pottenkijker bij de politieke discussie over de vorming van een college en van een programma voor het college of de raad? Al met al: het gesprek dat deze week – naar ik aanneem op initiatief van de griffier – is gepland, lijkt mij nogal prematuur, het tevens uitnodigen van een vertegenwoordiger vanuit het ambtelijke apparaat mag zelfs een volkomen misgreep worden genoemd.

Written by raphaelsmit

13/02/2006 at 13:44

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Wijkwethouder: een goed idee vergt een betere invulling

Zaterdag 11 februari 2006

Bij het begrip ‘wijkwethouder’ wordt al snel gedacht aan een wethouder die verantwoordelijk is voor het wel en wee in een wijk. Op zich geen gekke gedachte, maar in de Amersfoortse situatie is dat onmogelijk. Wanneer je echte wijkwethouders wil instellen, dan is het noodzakelijk dat er ook een ambtelijke organisatie bestaat die wijkgericht is opgezet. Dat zou dan moeten plaatsvinden vanuit de opvatting: wat op wijkniveau kan worden geregeld, vindt onder verantwoording van de wijkwethouder plaats binnen de wijkorganisatie, al het overige wordt centraal geregeld.

In de Amersfoortse situatie is dat niet het geval. Het stadhuis is een centrale organisatie waar macht en invloed is samengebundeld. Ooit werd het instituut ‘wijkbeheerteams’ in het leven geroepen. De praktijk van de afgelopen jaren is dat de wijkbeheerteams steeds meer aan betekenis hebben ingeboet. Tot verdriet van veel actieve bewoners, zoals uit reacties uit de wijken is op te maken. Het zijn nu vooral nog de wijkmanagers die de spilfunctie tussen wijk en centraal apparaat vormen. Voor zover ik kan overzien, is hun functie vooral gericht op het beheer van de openbare ruimte. Nuttig, maar het heeft weinig te maken met het decentraliseren van centrale taken naar een wijkniveau.
Dat de wijkwethouders zich daardoor in hoofdzaak beperken tot representatieve taken, blijkt uit de evaluatie die het college afgelopen week heeft gepubliceerd. Als je de lange lijst van activiteiten doorleest, valt op dat het accent toch ligt op het niveau van linten doorknippen. Uit de instructie voor de wijkwethouders blijkt dat zij geen toezeggingen aan bewoners mogen doen die hun eigen portefeuille overstijgen. Vakwethouders gaan boven wijkwethouders. Dat kan ook niet anders als je niets delegeert naar wijkniveau.

Is het fenomeen ‘wijkwethouder’ succesvol? Het komt er op aan welke normen je hanteert. Als je alle onderzoekcijfers gaat herleiden, blijkt dat ongeveer tien procent van de stadgenoten weet dat er wijkwethouders zijn, acht procent weet wie hun wijkwethouder is. Ik wil niet kinderachtig zijn, maar van deze getallen raak ik niet ondersteboven. Zeker niet als je ziet met hoeveel poeha het fenomeen ‘wijkwethouder’ is ingezet en hoe juichend de wethouders er zelf over oordelen. Het kan verkeren!
Als het over de zichtbaarheid van de wijkwethouders gaat, reageren de collegeleden nogal terughoudend. Niet verbazingwekkend. De wijkwethouders verkeren, zo blijkt uit de evaluatie, ongeveer één middag in de maand in hun wijk. Daar mag je dan ook niet veel van verwachten. De enige die er op positieve wijze uitspringt is wethouder De Wilde, die een spreekuur in de wijk Kruiskamp heeft georganiseerd. Positief zijn de wethouders over hun contacten met het wijknetwerk. Da’s nuttig, maar daarmee bereik je natuurlijk maar een beperkte kring inwoners van onze stad.

Op zichzelf ben ik best positief over het fenomeen ‘wijkwethouder’. Maar er moet binnen de gemeentelijke organisatie wel het een en ander veranderen, wil je van het hiervan echt iets maken. Mijn voorstel voor de nieuwe collegeleden is in elk geval: strijk elke week twee vaste uren neer in de wijk. Richt een kantoortje in binnen een wijkcentrum of iets dergelijks en zet daar twee uur per week de deur open. Misschien lopen er niet constant mensen naar binnen, maar dat geeft niets: neem wat leeswerk mee en een telefoon, en de uren in de wijk kunnen nooit als verloren tijd worden beschouwd.
En vooral: wees niet te steriel bij het invullen van het wijkwethouderschap. Oké, je kunt niet door het werkpakket van je collega’s gaan fietsen. Maar een meer ombudsachtige functie, die verder gaat dan enige gedachtewisseling binnen het college, kan geen kwaad. Indien dat allemaal wat te veel is, wek dan geen verwachtingen en schaf het wijkwethouderschap af.

Vragen Kleine Haag beantwoord

Vrijdag 10 februari 2006

Mijn vragen over het zorgcentrum aan de Kleine Haag zijn beantwoord. Los van de inhoud van de antwoorden: dank aan diegenen die zich over de beantwoording hebben gebogen. Dat ik een lange lijst van vragen stelde, hing vooral samen met het feit dat het college op geen enkele wijze zelf wilde ingaan op het bewonersrapport over het zorgcentrum aan de Kleine Haag. In het rapport stonden talloze zaken vermeld die niet in het beeld paste dat het college zelf graag afschildert. Wie kan zich daarover verbazen.

Dat je als college slecht communiceert, is op zich zelf al een verwerpelijke zaak. Maar dat je vervolgens ook nog weigert te reageren op een omvangrijk rapport waarin binnenstadbewoners veel tijd en energie hebben gestoken, bewijst dat je als gemeentebestuur behoorlijk autistisch bezig bent. Het rapport is suggestief, is het enige wat collegeleden wisten in te brengen. Ja, maar dat zal, na de hele voorgeschiedenis rondom de locatiekeuze, nauwelijks iemand verbazen. Alsof alles wat het college bij het dossier Kleine Haag te berde heeft gebracht, waardevrij mag worden genoemd!
Het zou de collegeleden hebben gesierd indien zij serieus hadden gereageerd op de vele feitelijkheden die in het bewonersrapport waren terug te vinden. Door het rapport te ignoreren heeft ons stadsbestuur niet alleen zijn arrogantie tegenover kritische burgers wederom onder bewijs gesteld. Het heeft tevens aangegeven geen enkel begrip te hebben voor de gevoelens en emoties die leven onder stadgenoten die met de onaangename kanten van ons gemeentebestuur worden geconfronteerd.

Mijn vragen zijn dus beantwoord. Op een aantal punten verhelderend, op veel onderdelen ontwijkend. Dat verraste mij niet, maar het verplicht mij wel om een aantal zaken verder uit te zoeken en er zo nodig op terug te komen. Het mooiste zou natuurlijk zijn indien de komende verkiezingen een dusdanige uitslag opleveren dat andere personen dan de ambtelijke stromannen die nu binnen het college zitting hebben, zich met het gevoelige dossier rondom het zorgcentrum aan de Kleine Haag gaan bezighouden. Slechter dan het nu is, kan het nooit worden!

Written by raphaelsmit

12/02/2006 at 16:57

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Het beekdal wordt roder en roder

Woensdag 8 februari 2006

‘Een beekdal in de stad’. Deze wervende tekst vormt de kop van het persbericht waarmee het college zijn plannen voor het Heiligenbergerbeekdal introduceert. Dat is weer eens wat anders dan de verontrustende berichten die de bewonersgroepen uit dit gebied eerder lieten horen! Het is maar hoe je het bekijkt: wil je iets verkopen of wil je er gebruik van maken.

Hoe alle jubelende plannen die in het persbericht worden gepresenteerd, vorm gaan krijgen, daarover heeft het college de raad nog niet geïnformeerd, we moeten het nog even met het persbericht doen. Maar gelukkig hebben de bewonersgroepen de plannen al mogen inzien en een en ander in beeld gebracht. Op Het Plein van gisterenavond werden de plannen beeldend weergegeven. Ik werd er niet vrolijk van.
Van de eerdere plannen die vorig jaar door Khandekar werden gepresenteerd, kon ik niet veel meer herkennen. Een nieuw bureau is ingeschakeld, wat het beeld er niet beter op heeft gemaakt. Vorig jaar bestond een deel van de plannen nog uit laagbouw, de nieuwe plannen omvatten uitsluitend appartementgebouwen van vier tot acht verdiepingen, met een accent van twaalf verdiepingen. Dat is in elk geval de informele informatie, meer gedetailleerde informatie van het college heb ik nog niet ontvangen!

De keuze voor de bouw van zo’n 300 appartementen lijkt mij niet zo wijs. Heel simpel gezegd: appartementen in de koopsector (want dat zullen het wel moeten worden) doen het niet zo goed. De voorbeelden liggen voor het oprapen, om te beginnen in het complex aan de Grote Koppel waar ik zelf woon. Ook de ontwikkeling van Puntenburg loopt voor geen meter, een viertal nieuwe wooncomplexen ligt aan de rand van een grote zandvlakte, twee van de complexen zijn door de corporaties in de huursector gerealiseerd. De verkoop van de andere twee complexen verloopt moeizaam, een deel gaat in de verhuur.
Ook elders in de stad loopt het met de verkoop van appartementen niet zo hosanna. Oké, sommige nieuwe complexen leveren de nodige opties op, maar met de werkelijke verkoop gaat het niet zo goed. Een uitzondering vormt uiteraard de goedkope sector, maar daarvan verwacht ik er niet zoveel langs de Heiligenbergerbeek. Tekenend is dat in het plan voor de locatie Lichtenberg een aantal geplande appartementblokken is geschrapt omdat de verwachting is dat er voor deze woningen geen markt is.

Groot optimisme dus voor 300 appartementen op het Sint Elisabethterrein. Door hun hoogte zullen de complexen hun stempel drukken op het groengebied rondom de beek, of wat daarvan nog over blijft. Maar wat gebeurt er wanneer rond 2010 de markt voor koopappartementen niet veel beter is dan op dit moment? Er zijn dan twee oplossingen: de appartementen herontwikkelen in een goedkopere sector of omzetten in betaalbare huurwoningen. Om de grondexploitatie rond te krijgen, hebben beide oplossingen dezelfde consequentie: er moeten meer woningen worden gebouwd. Goedkopere woningen leveren minder grondopbrengsten op en de totale som van grondopbrengsten moet in elk geval gelijk blijven!
Het is al eerder gezegd: de gemeente wilde graag op alle stoelen zitten en het voortouw nemen bij de grondverwerving voor de ziekenhuisnieuwbouw. De grond aan de Maatweg, bestemd voor het nieuwe ziekenhuis, is intussen doorverkocht. Maar daar staat een afnameverplichting voor de gemeente tegenover van de locaties Lichtenberg en Sint Elisabeth. Toegegeven, deze transactie levert meer invloed op voor het gemeentebestuur en extra werk voor zijn ambtenaren. Maar je moet het wel kunnen opbrengen!

De gemeenteraad wordt dom gehouden

Dinsdag 7 februari 2006

Deze avond stonden verschillende bestemmingsplannen op de agenda van De Ronde. En bij elk plan kon ik met de gelijke opmerking beginnen: waarom heeft de raad niet de vroeger gebruikelijke informatie gekregen. We praten over ruimtelijke plannen zonder het bijbehorende kaartwerk op tafel te hebben. Zelf het boekje over de Utrechtseweg en omgeving, vorige week als uniek exemplaar op Het Plein aanwezig, is nog steeds niet verspreid. Mijn collega-raadsleden vielen mij bij.

Met het invoeren van de nieuwe werkwijze van de raad is de informatie die raadsleden krijgen met grote stappen achteruit gehold. Ik kan het zelfs in centimeters uitdrukken. In onze fractiekamer staat bijna drie meter ordners gevuld met stukken en verslagen van de raad en de commissies over de raadsperiode tot aan de afgelopen zomer. Bij de invoering van de nieuwe werkwijze zijn we wel meer gaan vergaderen, maar de totale informatie is opgeslagen in de wekelijkse raadsbundels, die – na vijf maanden vergaderen – op elkaar gelegd nog geen tien centimeter hoog zijn.
Oké, sommigen zullen zeggen: gelukkig, dan hebben we gelukkig niet meer zoveel te lezen. Maar het lijkt mij toch beter de raad ruimschoots van informatie te voorzien, wie leeslui is of geen tijd heeft (maar dan moet je geen lid van de gemeenteraad worden!) kan zelf de keuze maken wat hij of zij wel of niet leest.
De Raadsinformatiebrieven die het college rondstuurt vullen het gat niet op: ze zijn summier en als je alle opmaak wegdenkt, blijft er maar weinig echte informatie over. De rondvraag is ook afgeschaft, dus de kenniskloof tussen het college en de raad wordt groter en groter. Zelfs het downloaden via internet van stukken uit de collegenotulen vult het gat niet, nog afgezien van het feit dat het soms wel een week duurt voordat informatie langs deze weg beschikbaar is.
Een karige informatiebron vormen de persberichten. Maar het is toch wel vreemd wanneer je als raadslid informatie over de plannen voor de ziekenhuislocaties of plannen over een nieuwe toeristische trekpleister in Vathorst-Noord via pr-achtige persberichten en via krantenartikelen moet vergaren. Wanneer je als volksvertegenwoordiger op dergelijke plannen wordt aangesproken, sta je met lege handen en nul-komma-nul informatie.

Al met al kan je slechts zeggen: het lukt het college steeds beter om de raad op afstand te zetten. Binnen het Presidium heb ik al de noodklok geluid, maar het is nog maar de vraag of via die weg iets wordt bereikt. Onze griffier is de grootste verdediger van de nieuwe werkwijze, extra informatie aan de raadsleden levert ook extra werk voor de griffiemedewerkers op, en die zijn door de wekelijkse vergaderorde al overbelast. Er ligt een mooie opgave voor de nieuwe raad: het op orde brengen van de voor het raadswerk noodzakelijke informatiestroom!

Written by raphaelsmit

09/02/2006 at 06:51

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Een duivels dilemma

Maandag 6 februari 2006

De raad moet morgen tijdens de Ronde en over drie weken in Het Besluit een oordeel geven over het akkoord dat rondom de baggerstortlocatie bij Vathorst is bereikt. Er liggen afspraken tussen de gemeente en de firma Smink waar wij ja of neen tegen moeten zeggen. ‘Ja’ betekent dat de gemeente grond van de firma Smink koopt en dat dit bedrijf afziet van het in exploitatie nemen van een uitgebreid baggerdepot. ‘Neen’ betekent dat Smink voortgaat op de ingeslagen weg, alle vergunningen verwerft en, afhankelijk van wat de markt biedt, een depot opent waarmee het mogelijk wordt de komende twintig jaren drie miljoen kuub bagger te verwerken.

Instemmen met het voorstel is, maatschappelijk gezien, het meest voor de hand liggende oplossing. Maar daaraan is wel een aantal voorwaarden verbonden. De meest in het oog springend is dat de gemeente aan Smink 14 miljoen euro betaald als afkoopsom, naast nog eens bijna vier miljoen euro voor de aankoop van grond in Vathorst-West. Een fors bedrag, waarmee we in de stad een heleboel andere, mooie dingen zouden kunnen realiseren.
Hoe deze uitgave wordt gedekt, is nog niet aan de orde. Het college ziet als meest voor de hand liggende oplossing de bouw van 2.000 woningen in Vathorst-West, een wens die ook bij ontwikkelaars leeft, evenals bij diegenen die bij de voorbereiding van deze woningbouw een stuk arbeidsvreugde beleven. Alternatieven zijn mogelijk, alleen weten we nog niet welke.
Het risico is groot dat kort na de deal met Smink de plannenmakers alweer aan de slag gaan. Het zal ook niet de eerste keer zijn dat het college alvast eerste afspraken maakt met potentiële ontwikkelaars en met de provincie, voor zover die al niet zijn gemaakt. Als de raad dan over enkele jaren een uitspraak moet doen over de bestemming van de duur verworven grond in Vathorst-West, zal blijken dat er al zoveel voorbereidende werkzaamheden zijn verricht dat de keuze voor extra woningbouw in het groene gebied tussen Vathorst en Bunschoten vrijwel onontkoombaar is. De oppositie mag dan nog wat piepen, feitelijk worden de wissels deze maand al in de gewenste stand getrokken.

Dat is niet mijn enige dilemma. Als ik alle stukken doorlees, bekruipt mij het gevoel dat de gemeenteraad op 28 februari een besluit neemt met de verwachting dat het baggerdossier eindelijk kan worden gesloten, maar dat dit niet zo is. Er liggen nog enkele problemen die opgelost moeten worden. In de voorwaardelijke sfeer is er de afspraak dat Smink zijn voorbereidingen voor de exploitatie van de baggerstort voortzet tot het moment dat alle vergunningen en overige randvoorwaarden zijn gerealiseerd waardoor de bagger die binnen de provincie nog moet worden verwerkt, op het bestaande bedrijfsterrein van Smink kan worden verwerkt en opgeslagen.
Finale zekerheid dat al deze voorwaarden naar ieders tevredenheid worden vervuld, is er nog niet. Gedurende de hele Vathorstontwikkeling is de gemeenteraad met regelmaat geplaagd door de gevolgen van afspraken die de gemeente maakte en die, achteraf gezien, een ander effect hadden dan was verwacht of gewenst. Mijn gevoel zegt dat we deze aaneenschakeling van tegenvallers en blunders nog niet geheel hebben doorlopen.

Written by raphaelsmit

07/02/2006 at 05:26

Geplaatst in Uncategorized