Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for april 2005

leave a comment »

De moeilijke positie van onze burgemeester

Vrijdag 29 april 2005

Er is een ‘uitspraak’ van burgemeester Van Vliet naar aanleiding van mijn klacht over het optreden van wethouder Paul Strengers. Ik heb begrepen dat gelijktijdig ook een uitspraak is afgekomen naar aanleiding van een klacht van Gerard van Vliet over dezelfde wethouder. Ter herinnering: Paul Strengers maakte tijdens een officieel overleg met de bewonersvereniging Vathorst Gerard en mij uit voor psychopaten. Naar mijn mening schaadde hij daardoor het aanzien van het openbare bestuur, in het bijzonder van de raad.

In haar uitspraak schrijft de burgemeester onder meer: ‘Ik vind deze kwalificatie ongepast en niet getuigen van respect. Bestuurders en raadsleden dienen zich met respect over elkaar uit te laten.’ Paul Strengers heeft tegenover de burgemeester verklaard dat de door hem gebezigde woorden niet zorgvuldig en verstandig zijn geweest.
Wat moet ik hiermee. Ik begrijp de moeilijke positie van de burgemeester ten opzichte van de wethouder, beide lid van het college. Kort door de bocht gesteld waren er voor de burgemeester twee uitersten. Ze had kunnen zeggen: het optreden van de wethouder is onaanvaardbaar, hij dient hier consequenties uit te trekken, tot: meneer Smit, u bent zelf ook niet altijd even simpel in uw opmerkingen, waar heeft u het over. Ze is daar zo’n beetje tussen in gaan zitten, wat ik mij vanuit haar positie kan voorstellen.
Ik kan natuurlijk zeggen: de reactie van de burgemeester vind ik volstrekt onvoldoende, ik zoek het hogerop, dus bij de Nationale Ombudsman. Maar ik moet wel een afweging maken. Dat Paul Strengers absoluut ongeschikt is voor zijn functie, is intussen algemeen bekend. Ik kan hooguit hopen dat de VVD hem tot lijsttrekker benoemd. Extra energie steken in het voorval – dat intussen al weer maanden achter ons ligt – lijkt mij zonde van de tijd. Misschien moet ik het maar doen met de constatering van de burgemeester, die in elk geval een inhoudelijke kwalificatie heeft gegeven, en voor de rest de uitspraak maar even aan het dossier toevoegen. Ik overleg dit weekend maar eens met Gerard van Vliet.

Tegelijkertijd met haar uitspraak heeft de burgemeester een brief gestuurd aan de leden van de commissie Bestuurlijke zaken. Kort gezegd stelt zij in de brief: de klachtenregeling kan eigenlijk niet door raadsleden worden aangesproken, want dat genereert altijd publiciteit en geeft de afhandeling van de klacht onvermijdelijk een politiek karakter. De raadsleden hebben volgens haar wel andere middelen om hun klacht ter discussie te stellen, met in laatste instantie de gemeenteraad.
Nu moet ik allereerst voorop stellen dat elke klacht, door wie dan ook tegen een wethouder ingediend, aanleiding kan geven tot publiciteit. Elke klacht tegen een wethouder, die wie dan ook ingediend, verkrijgt al heel spoedig een politiek karakter. Het enige verschil is dat een niet-raadslid iets gemakkelijker kan worden afgepoeierd, bij een klacht door een raadslid loopt de burgemeester het risico zelf onderdeel te worden van een politieke discussie. Wat dat betreft is haar positie natuurlijk niet te vermijden. Maar ja, dat hoort bij het vak.
Haar brief omvat echter nog een heel ander facet. Indien een wethouder zich tegenover een raadslid op een of andere wijze misdraagt, kan dat uiteraard in de raad aan de orde worden gesteld. Maar, zeker als het betreffende raadslid tot de oppositie behoort, de neiging van de coalitiepartijen zal dan in de meeste gevallen toch gaan in de richting van afdekken. Immers, als de coalitiepartijen zich in de raad achter een klacht over de wethouder scharen, dan wordt de positie van een wethouder zeer wankel, wat consequenties kan hebben voor de coalitie.

Dat betekent dat voor een raadslid, als hij niet alleen als politicus maar ook als burger van onze stad door een wethouder wordt gedesavoueerd, een oordeel over het misgedrag van de wethouder niet wordt beoordeeld op basis van objectieve feiten, maar op basis van politieke overwegingen. Vanuit deze gedachte en het recht dat elke burger in onze stad heeft om op te komen voor het beschermen van zijn aanzien, kan worden gesteld dat de brief van de burgemeester niet correct is en waarschijnlijk is ingegeven vanuit een poging om zelf niet in een discussie over het optreden van een collegegenoot te geraken. Dus: een foute brief!

Gebouw met allure: een dagopvang voor drugsverslaafden

Donderdag 28 april 2005

Het college, in het bijzonder wethouder Mirjam van der Weg, is opzoek naar een passende locatie voor een dagopvang voor drugsverslaafden. Dat er gezocht wordt naar een dergelijke locatie, heeft mijn steun – zeker wanneer hierdoor de overlast die binnenstadbewoners op dit moment ervaren zal afnemen. Het vinden van een passende locatie zal overigens geen gemakkelijke zaak worden, het zal een hele toer zijn om een plek te vinden waar geen omwonenden aanwezig zijn die een dergelijke vorm van overlast (want dat die kan ontstaan, kan niemand ontkennen) zonder protest accepteren.
Door toeval is bekend geworden dat het voormalige Groene Kruisgebouwtje aan de Kleine Haag een van de mogelijke locaties voor de dagopvang is. Volgens goed ingevoerde binnenstadbewoners is het zelfs de enige serieuze locatie tot nog toe, iets dat zal blijken als de wethouder met haar voorstel komt. Dat met deze locatie de overlast voor de binnenstadbewoners niet echt afneemt, is overduidelijk. Begrijpelijk is dus hun protest, ik geloof dat de wethouder met de keuze voor een binnenstadlocatie op de verkeerde weg is.

Naar vandaag bleek, is een eventuele keuze voor de Kleine Haag met een extra complicatie verbonden. De eigenaar van het gebouwtje heeft kenbaar gemaakt dat hij het pand wil slopen om op deze plaats een appartementengebouw met onderliggende parkeervoorziening te realiseren. Hij heeft hiervoor een plan ingediend bij de gemeente, maar dat plan is afgewezen. Het argument daarbij zou zijn dat het appartementengebouw te weinig allure zou hebben ten opzichte van de gebouwde omgeving, welke een belangrijke entree vormt voor de binnenstad.
Je gelooft je ogen niet wanneer je zoiets leest. We hebben dus te maken met een belangrijke entree van de binnenstad. Daar moet, volgens ons college, een gebouw met allure komen. Het ziet er naar uit dat de oplossing al is gevonden: een oud gebouw dat dienst doet als dagopvang voor drugsverslaafden. Over allure gesproken!
Ik heb het college om opheldering gevraagd. Daarbij heb ik ook gewezen op het gevoel dat bij velen kan ontstaan over het meten met twee maten door het gemeentebestuur, al naar gelang dat uitkomt in zijn politieke straatje. Er zijn subtielere methoden om de geloofwaardigheid van ons openbaar bestuur aan te tasten!

Belevenissen in het keizerrijk van het OBV

Woensdag 27 april 2005

Vandaag was een tiental raadsleden aanwezig bij een ontmoeting met de Kamer van Koophandel en enkele ondernemersverenigingen. Dit soort gesprekken , dat ongeveer een keer per jaar plaatsvindt, hebben een ronde-tafelkarakter en zijn er op gericht om wederzijds begrip te ontwikkelen. Een goed initiatief, zeker in een tijd waar de meerderheid van de raad een belangrijke wens van ondernemerszijde (de Westtangent) in de ijskast heeft gezet.
De georganiseerde ondernemers in onze stad worden regelmatig betrokken bij de beleidsvoorbereiding voor dingen die de stad aangaan, zeker wanneer daarbij het bedrijfsleven zichtbaar is betrokken, bijvoorbeeld wegens de planning van winkels of winkelcentra.

Het gesprek leverde een onverwachte mededeling op die tot grote verbazing bij de aanwezige raadsleden leidde. Uit de informatie van ondernemerszijde blijkt dat noch de Kamer van Koophandel, noch de ondernemersverenigingen uit de mkb-sector op fatsoenlijke wijze worden betrokken bij de ontwikkeling van Vathorst. Informatie over winkelplanning en de inrichting van bedrijfsterreinen ervaren de ondernemers uit tweede hand, meestal in een laat stadium en zonder zelf nog enige invloed te kunnen uitoefenen.
Het is een nieuw bewijs dat de directie van het Ontwikkelings Bedrijf Vathorst OVB op zelfheerlijke wijze zijn eigen agenda tracht uit te voeren en belangengroepen bij voorbaat buiten de deur houdt. Het OBV is rijp voor een discussie in de raad.

Written by raphaelsmit

29/04/2005 at 19:57

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Vathorst: hoe raadsleden voor dom worden gehouden

Dinsdag 26 april 2005

Deze avond was een informatiebijeenkomst voor de raad georganiseerd over de grondexploitatie van Vathorst. Eindelijk, zou er gezegd kunnen worden, want hoewel de ontwikkeling van Vathorst een van de grootste activiteiten in onze stad is, worden de raadsleden nauwelijks over de voortgang geïnformeerd.
Achteraf moet je zeggen: als deze avond de stijl wordt waarop het ambtelijke management de raad wil informeren, dan hebben we binnenkort een probleem. Ik ga even voorbij aan het feit dat de raadsleden door het hoofd SBO werden toegesproken als vormden zij een kleuterklasje of een aantal volwassen imbecielen die zelfs geen weet hebben van de meest elementaire zaken rond alles wat met de ontwikkeling van een stadsdeel heeft te maken. Het college had er beter aangedaan de raadsleden de nota over de grondexploitatie, die begin deze maand werd uitgegeven, toe te zenden. Ik put er uit.

Een werkelijke gotspe deze avond was het vertonen van een film over Vathorst. Vooraf werd de indruk gewekt dat de film informatie zou bevatten over nieuwe ontwikkelingen in Vathorst, bijvoorbeeld rond het gebied De Bron, waar de raad nog geen pennenstreek van heeft gezien. Dat is dus nog steeds zo, want de film bleek een platte propagandaprent te zijn waarmee je een hottentottenfamilie in het Afrikaanse binnenland zou kunnen attenderen op iets dat voor hen nog onbekend is. De film was een verzameling van losstaande flitsen, royaal gedateerd en enkele keren afgewisseld met citaten van mensen die we als raadslid regelmatig hebben meegemaakt en waarvan elke uitgesproken zin voorspelbaar was. Al met al duurde deze vertoning twintig minuten, waarna geen tijd meer overbleef voor het stellen van vragen over de inleidingen. Dat doe ik de komende dagen dus schriftelijk.
Want er bleven voldoende vragen in de lucht hangen, vooral omdat de toelichting op de grondexploitatie aan alle kanten rammelde en op veel punten een vertekend beeld gaf van de werkelijke kwesties. Enkele voorbeelden: de gemeenteraad gaat nog steeds uit van 35 procent sociale woningbouw (dertig procent vinexopgave en vijf procent voor de stadsvernieuwing), maar in de grondexploitatie is in de tabellen en grafieken niet meer dan dertig procent opgenomen. De raadsleden kregen op anekdotische wijze voorgespiegeld dat een deel van de inkomsten bij de grondexploitatie bestaat uit regionale bijdragen. Tevens werd opgemerkt dat door de heersende economische situatie er gunstig wordt aanbesteed.
Wat het management niet meedeelde was het feit dat de regionale bijdrage drie miljoen euro lager is dan begroot en dat dit wordt gedekt doordat door de gunstige aanbesteding op twee spoortunnels hetzelfde bedrag wordt gewonnen. Dat het positieve effect van de aanbesteding wegvloeit door de niet vermelde tegenvallers, bleef de aanwezige raadsleden dus onthouden. Het zijn slechts twee voorbeelden uit een reeks van vele incidenten die de raadsleden werden vooronthouden.

Verfrissend was de bijdrage van Noud de Vreeze, lid van het kwaliteitsteam, het team van vier onafhankelijke deskundigen dat adviseert over de kwaliteit van Vathorst. Enerzijds was hij lovend over Vathorst, als je dit nieuwe stadsdeel vergelijkt met een aantal andere vinexlocaties. Maar na zijn lovende woorden liet hij, aan de hand van beeldmateriaal, zien dat de nieuwe wijk op een aantal plaatsen een woest samenraapsel is geworden van geforceerde pogingen tot originaliteit. Het begrip ‘een wereld van verschil’ is op een aantal plaatsen wel erg ver doorgeschoten, was zijn boodschap.
Tussen de regels door waarschuwde Noud de Vreeze de raadsleden voor al te mooie verhalen die Ashok Bhalotra ons de komende tijd gaat voorschotelen over de ontwikkeling van het stadsdeel De Bron. Een vrees die ik deel, want Bhalotra heeft het afgelopen decennium bewezen dat hij een goede verhalenverteller is, die aan de hand van boeiende metaforen zijn toehoorders in eerbiedige bewondering achter laat. Als het er echter op aankomt is hij vooral een standverkoper die met steeds dezelfde plaatjes – geïnspireerd op het werk van Vasilij Kandinskij – ordinaire plannen van zijn broodheren, de projectontwikkelaars aan de man weet te brengen.

Met platte trucs wordt de stad misleid

Maandag 25 april 2005

Deze avond werd de Kadernota toegelicht. Het begrotingsstuk voor de periode 2006-2009 vormt een schril contrast met de begrotingsvoorstellen die de raad de afgelopen drie jaren kreeg gepresenteerd. Eigenlijk moet je zeggen: ons college gedraagt zich als een ordinaire kermisverkoper die met exotische beelden het provinciale publiek tandpasta als wondermiddel tegen kaalhoofdigheid probeert aan te smeren. Drie jaren lang kon niets, mocht niets, was er geen geld en moest iedereen in onze stad de broekriem een aantal gaatjes strakker zetten. En zie: kort voor de verkiezingen gaan ineens de poorten van de hemel open en stralen gouden bergen ons toe. Het falen van drie jaar collegebeleid wordt ineens verkocht als een succesnummer dat zijn weerga niet kent, al het aangedane leed is vergeten en onder het zwaaien van palmbladen rijdt het college, gezeten op een ezel, het beloofde land binnen. De raad mag daarbij als ezel dienen.

Ik ben het geheel met collega Gerard van Vliet eens: over vijf weken, bij het behandelen van de Kadernota in de raad zullen de coalitiepartijen in koor hun bewondering uiten over de fleurige kleding waarmee de keizer, in de persoon van het college, zich siert. De financiële gevolgen van deze platte verkiezingsstunt zijn voor rekening van een volgende raad, die na de komende verkiezingen het puin mag ruimen. Alle sombere verhalen uit voorbijgaande jaren hebben plaatsgemaakt voor zonnige verwachtingen over oplevende economie, waardoor al het goeds dat ons ineens wordt aangedaan, ruimschoots kan worden bekostigd. Maar één vogel maakt nog geen zomer en de mogelijk negatieve gevolgen van het wel erg optimistische blik zijn voor rekening van de opvolger van onze wethouder Financiën.
Een van de opvallende punten is het voorstel om op korte termijn twee zwembaden te bouwen. Prima, de stad heeft behoefte aan goede sportvoorzieningen. Maar de afgelopen jaren zijn pogingen vanuit de oppositie om door de vorming van een sportfonds een groot aantal sportverenigingen aan betere accommodatie te helpen, op onwil gestoten. Daar is geen geld voor, was steeds de boodschap van het college. Uiteindelijk is er een half miljoen beschikbaar voor dit doel, maar dat bedrag steekt schril af tegenover de tientallen miljoenen euro’s die, als uit het niet, ineens beschikbaar zijn voor twee prestigegebouwen waarmee enkele coalitiepartijen goede sier willen maken.

Written by raphaelsmit

27/04/2005 at 17:25

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Goocheltrucs van het college luiden verkiezingsjaar in

Zondag 24 april 2005

De Kadernota 2006-2009 is uit. De komende tijd gaan fracties over de inhoud praten en worden er hoorzittingen georganiseerd. Sowieso worden, voordat de discussie in de raad losbrandt, de raadsleden morgen eerst nog gedetailleerd geïnformeerd over de inhoud van de Kadernota, zodat de richting waarin het college ons wil voeren voor eenieder duidelijk is. Het is dus nog te vroeg om al met meningen en standpunten te komen.

Toch biedt de presentatie van de Kadernota door het college best stof voor enkele overpeinzingen. Alleen al de titel van het persbericht nodigt daartoe uit: ‘College zet eindspurt in’. Dergelijke metaforen zijn op verschillende manieren te vertalen, zeker als je er wat langer over nadenkt: hadden ze niet wat eerder tempo kunnen maken, zullen ze überhaupt de eindstreep nog wel halen, mag je voldoende vertrouwen hebben in de conditie, vindt de wedstrijd waarvoor de eindsprint wordt ingezet wel volgens de spelregels plaats?
Het meest opvallende is echter dat in deze kadernota, zo vlak voor de verkiezingen, ineens van alles mogelijk is dat vorige jaren werd verketterd. Hebben we dan drie jaren te veel bezuinigd? En zou het niet goed zijn om eerst enkele eerder doorgevoerde bezuinigingen en tariefsverhogingen kritisch te bezien, voordat we incidenteel geld steken in projecten waarmee goede sier is te maken? Wat is de geloofwaardigheid van een college dat na drie jaren water preken ineens wijn weet te schenken? Welke wissels worden er getrokken op een nieuwe raad en een nieuw college na de komende verkiezingen?
We hoeven geen nieuwe bezuinigingen meer vast te stellen, roept het college opgelucht. Dat zal best, maar daar zijn alle stadgenoten, organisaties en instellingen die de afgelopen jaren de broekriem moesten aanhalen, weinig mee geholpen. We kunnen investeren in een aantal voorzieningen die voor de stad noodzakelijk zijn, blijkt uit de gepresenteerde kadernota. Mooi, maar bij de financiering kunnen toch nog wel vraagtekens worden gezet. Oké, het college ziet nog een klein tekort, maar dat zal het komende halve jaar wel worden opgelost, zegt het vol vertrouwen. Een soort vertrouwen dat vorige jaren, als de raad met voorstellen kwam, nooit was op te brengen.

Het college doet een aantal voorstellen waarvan een groot aantal best is toe te juichen. Maar de raad wordt gewaarschuwd dat voor andere voorstellen, die vanuit de gemeenteraad naar voren worden gebracht, de raad wel zelf financiële dekking moet vinden, zeker als die tot structurele kosten leiden. Alsof de voorstellen van het college geen structurele kosten opleveren waar je bedenkingen bij kunt verzinnen.
Het is een gebruikelijk patroon dat al decennialang wordt gehanteerd: het college weet kort voor de verkiezingen ineens een aantal konijnen uit de hoed te toveren die uit het niets lijken te komen. Je zou ook kunnen zeggen: er is in de voorafgaande jaren – al dan niet met opzet – te krap begroot om in het verkiezingsjaar met geschenken te kunnen strooien. Dat gebeurt dan wel over de ruggen van alle stadgenoten die de afgelopen jaren met het bezuinigingsbeleid van dit college zijn geconfronteerd en die moeten toezien hoe hun ongewilde bijdragen worden omgezet in de leuke dingen voor het college.
Oké, de echte discussie moet nog beginnen. Tegenover de voorstellen van het college komen ongetwijfeld nog wensen te staan vanuit de raad. Wat dat betreft gaan we een boeiende tijd tegemoet.

Zomaar een overpeinzing

Zaterdag 23 april 2005

Deze dag geen onderwerp dat rechtstreeks met Amersfoort heeft te maken, maar dat mij wel bezighoudt. Aanleiding voor deze bespiegeling is een artikel in De Volkskrant van vandaag dat de titel draagt ‘Het heelal is zoek’. Het artikel bevat enkele cijfers over het bestaan van het heelal, zoals: het heelal is 13,7 miljard jaar oud en het bestaat voor 73 procent uit energie en voor 27 procent uit materie.

Dat zijn getallen die de werkelijkheid slechts aanstippen, maar die het gehele bestaan van het heelal niet dekken. Materie, tijd en ruimte zijn begrippen waar je, ook na lang nadenken, geen vat op krijgt. Vooral voor mensen zoals ik, die niet vluchten in mystieke of religieuze verklaringen van het ongrijpbare, leidt het nadenken over het heelal tot een lichte vorm van verwarring. Zwakke geesten zouden er bij lang nadenken een vorm van waanzin door kunnen krijgen.
Denk maar na: het heelal is volgens wetenschappers 13,7 miljard jaar oud. Maar als je tijd gaat meten, is er dus een begin. Dat begin is een merkpunt, niet meer en minder. Maar wat was er dan vóór dat begin; ook toen moet er tijd zijn geweest. En het heelal is een deel van de ruimte. Maar die ruimte is onbegrensd en daardoor in ons denken niet te bevatten. Immers, als je de ruimte een grens zou zetten, wat is er dan achter die grens? Al onze materie is ontstaan door een oerknal. Oké, maar wat was er dan vóór die oerknal, en waar kwam deze materie, hoe klein ook samengebald, vandaan?

Als je uitgaat van het onbegrensde in tijd en ruimte, dan moet je ook uitgaan van de onbegrensde mogelijkheid van het bestaan van meerdere heelallen in en vorm zoals wij die menen te kennen. In de onmetelijke ruimte en gedurende de onmetelijke tijd kan er elke seconde ergens een oerknal plaatsvinden, waarbij een nieuw heelal – verder dan ons waarnemingsvermogen ooit kan reiken – ontstaat. En als tijd, ruimte en materie onmeetbaar zijn, dan is ook de kans dat gelijke processen plaatsvinden onmeetbaar. Dat betekent dus dat fysieke voorwaarden die tot het ontstaan van ons heelal en de ontwikkeling van onze aarde hebben geleidt, steeds weer kunnen plaatsvinden – elders, op afstanden die wij niet kunnen overzien en op tijdstippen ver voor ons die wij niet kunnen meten.
Feitelijk is dan geen gedachte, bij wie dan ook ontstaan, origineel. Een gelijke gedachte kan in de onmetelijke ruimte, gedurende de onmetelijke tijd, eerder zijn opgekomen. Of niet.

Er is meer nodig tegen de baggerstort

Vrijdag 22 april 2005

Blijdschap alom over de uitspraak die de Raad van State heeft gedaan over de baggerstort. Terechte blijdschap, maar deze mag ons niet blind maken voor de realiteit. Deze zegt ons dat er hoe dan ook een bestemmingsplan moet komen voor het gebied waar de baggerstort is gepland. En diezelfde realiteit houdt in dat de firma Smink, los van de vraag hoeveel bagger we in de provincie Utrecht moeten verwerken en hoe die wordt verwerkt, na het verkrijgen van een milieuvergunning een stort kan ontwikkelen.
Tot medewerking bij het verstrekken van deze vergunning heeft de gemeente zich verplicht. Wanneer er buiten onze provincie knelpunten ontstaan bij de afvoer van bagger en de firma Smink kan deze tegen concurrerende prijzen transporteren en verwerken, dan krijgen we toch een baggerstort – vroeg of laat. Voor ultimatieve vreugde zijn nog hele andere besluiten noodzakelijk, bijvoorbeeld een herroeping door de provincie van de eerder opgelegde aanwijzing.

Een verkeerd geplande motie

Donderdag 21 april 205

Frits Schoenmaker wil op 10 mei, tijdens de eerstkomende raadsvergadering, een motie indienen om het waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg ongemoeid te laten. Gezien de discussie binnen de commissie Beheer wordt dat een motie die brede ondersteuning kan krijgen. Feitelijk had, na de discussie in de commissie elke fractie het initiatief van Frits Schoenmaker kunnen nemen. En toch twijfel ik er aan of het een verstandig initiatief is, ook al krijgt het mijn steun.

Wethouder Piet Jonkman heeft tijdens de discussie over het Plan van Aanpak voor de stadsvernieuwing feitelijk het collegevoorstel teruggetrokken, of in elk geval aangehouden. In elk geval komt het 10 mei niet in de raad aan de orde, de wethouder heeft nader overleg met belangengroepen en bewoners toegezegd. Ik neem aan dat het signaal uit de commissie voor hem overduidelijk is geweest en het voorstel voor het waterwingebied, zeker in de gepresenteerde vorm, niet terug zal komen. Mij lijkt dat daar geen motie voor noodzakelijk is.
Ik vind de kwestie rondom het waterwingebied een goede testcase voor de bereidheid binnen het college om rekening te houden met signalen die zowel uit de maatschappij als uit de raad naar voren zijn gekomen. Piet Jonkman zal dit jaar, namens het college, weer terug moeten komen met een Plan van Aanpak – al is het maar omdat anders subsidies van het Rijk op de tocht komen te staan. Dan moeten we maar eens zien wat er met het waterwingebied gebeurd. En iedereen die een beetje thuis is in de politieke alledag, weet dat naarmate het presenteren van een aangepast Plan van Aanpak langer duurt, de verkiezingsdatum meer in het zicht komt te liggen. Zou het college in een gewijzigd plan toch weer het idee van de ontwikkeling van het waterwingebied oppakken, dan mag de kiezer een uitspraak doen. Daar hecht ik meer waarde aan dan aan een motie op 10 mei, alle goede bedoelingen ten spijt!

Written by raphaelsmit

24/04/2005 at 11:43

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

College berust bij doodstrijd openbaar vervoer
Woensdag 20 april 2005

Er is een tijd geweest dat het bon-mot was om bij elke zich voorkomende gelegenheid te pleiten voor meer aandacht aan het openbare vervoer. Het begint er steeds meer op te lijken dat het openbare vervoer een grote hype is geweest, die zijn glans intussen heeft verloren. Nu de financiële ruimte bij de overheid beperkt is, blijkt de prioriteit die het openbare vervoer lange tijd genoot weg te smelten.

Dat is in elk geval de conclusie als ik het persbericht van de gemeente lees dat vandaag op mijn bureau belandde. De kop boven het persbericht luidt ‘Nieuwe dienstregeling: daling aantal busreizigers blijft beperkt’. Niet alleen de kop, maar het hele persbericht ademt de boodschap uit: het gaat niet zo goed met het openbare vervoer, maar de negatieve ontwikkeling valt nog wel mee. Ik weet zeker dat een dergelijk persbericht drie jaar geleden de politieke positie van de verantwoordelijke wethouder zwaar op de tocht zou hebben gezet – het was bij ons college waarschijnlijk niet eens opgekomen om een dergelijk persbericht te verspreiden.
Uit het persbericht blijkt dat het aantal busreizigers gedurende de eerste drie maanden van dit jaar met 8 procent is gedaald. Let wel: in een stad die sterk groeit en waar zelfs voor de nieuwste stadsuitbreiding al in een vroeg stadium een buslijn is gecreëerd. Als schrale troost wordt in het persbericht meegedeeld dat landelijk zelfs een daling van 15 procent in het aantal busreizigers is gesignaleerd, waarbij overigens onvermeld blijft dat vooral in dunbevolkte gebieden dramatisch is bezuinigd.
De oorzaak van het afnemende aantal busreizigers wordt in het persbericht ook vermeld. Er is in Amersfoort dertig procent bezuinigd op het openbare vervoer. Misschien lijd ik aan verkalking, maar mijn geheugen meldt mij dat de raad bij het goedkeuren van bezuinigingen in het openbare vervoer steeds is uitgegaan van een efficiëntere bedrijfsvoering en kostenvoordelen die behaald zouden worden uit een scherp aanbestedingsbeleid. Ik kan mij bij alle bezuinigingengesprekken niet herinneren dat afname van het aantal busreizigers een doelstelling is geweest, hooguit hebben sombere geesten het tegen de algemene opvattingen in voorspeld.

Omdat de landelijke cijfers nog slechter zijn dan het stedelijke cijfer, onderschrijft het college de opvatting van de busvervoerder dat de huidige dienstregeling kan worden gehandhaafd. De enige tussentijdse wijziging betreft het besluit om de geschrapte buslijn naar het Sinaicentrum te herstellen – wat overigens is gebeurd onder maatschappelijke druk en na een actie vanuit de raad. De raad droeg het college in november op om 1,2 miljoen euro beschikbaar te stellen om de gevolgen van de bezuinigingen in het openbare vervoer op te vangen. De uitvoering van dit verzoek heeft het college nog even aangehouden, schrijft het in het persbericht. Het college wilde begin 2005 allereerst de opgedane ervaringen evalueren. Die zijn intussen meer dan duidelijk: alle zondagpreken over meer aandacht voor het openbaar vervoer blijken de harde werkelijkheid niet te doorstaan (zoals vaker voorkomt bij zondagpreken).
Je zou denken dat het college het persbericht over het teruglopende aantal busreizigers vergezeld zou laten gaan met voorstellen hoe de 1,2 miljoen euro die de raad beschikbaar heeft gesteld nu worden ingezet. Het persbericht vermeldt daarover niets, integendeel: het straalt berusting uit. De patiënt, in betere jaren door iedereen met veel liefde verzorgd, is intussen behoorlijk ziek, maar zolang de er nog geen sprake is van een terminale fase kunnen we ons de komst van een arts nog besparen, lijkt de opvatting te zijn.

Written by raphaelsmit

21/04/2005 at 07:22

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Veiligheidsprioriteiten voor 2006 een slag in de lucht

Dinsdag 19 april 2005

De commissie Bestuur moest zich deze avond uitspreken over de prioriteiten in het veiligheidsbeleid voor het jaar 2006. Het voorstel dat het college hiervoor doet, is gebaseerd op de cijfers die de politie heeft verstrekt over de periode van 2000 tot 2004 en op twee onderzoeken van het gemeentelijke bureau voor onderzoek en statistiek. Het zijn het A-Vixonderzoek, een veiligheidsindex voor 2005 die is uitgevoerd in de wijken en een wijkgericht overzicht geeft van het veiligheidsgevoel en meest voorkomende misdrijven, en het onderzoek ‘Verdachten in kaart’ dat een analyse bevat van verdachte personen in de periode 2001 tot 2003.

Het is jammer dat de raad nu al een mening moet geven over de prioriteiten voor 2006. Begin dit jaar is, onder leiding van een speciale superprojectleider, een brede veiligheidsactie gestart. Deze wordt begeleid door een publiciteitscampagne van een omvang die we op dit gebied in Amersfoort nog niet eerder hebben beleefd. Met al deze inzet moet hier een denderend resultaat uit voortkomen. Dat resultaat ontstaat niet binnen enkele maanden, pas tegen het einde van het jaar worden de effecten goed zichtbaar, mag je hopen. Je zou de prioriteiten voor 2006 vast moeten stellen als je weet wat al die extra inspanning in 2005 daadwerkelijk heeft opgeleverd.
Na opmerkingen, onder meer van mijn kant, hierover, zegde de burgemeester toe dat in elk geval tegen het einde van het jaar de prioriteiten die we deze dag bespreken (geweld, veelplegers en risicojeugd) tegen het einde van het jaar nog eens tegen het licht worden gehouden. Dat geldt ook – en dat is nog belangrijker – voor de vier te kiezen hotspots. Hiervan blijft de binnenstad zeker gehandhaafd. Voorgesteld wordt om Randenbroek en Kruiskamp in 2006 tot nieuwe hotspots te benoemen. Welke huidige horspots daarvoor moeten sneuvelen, is niet duidelijk – daarvoor zijn nu juist de ervaringen van dit jaar een belangrijk hulpmiddel.

Opvallend in alle cijfers die de raad kreeg aangeboden is de groeiende overlast van jongeren, zoals die door wijkbewoners wordt ervaren, en het groeiende aandeel van jongeren in de criminaliteitsstatistieken. Of die twee ontwikkelingen iets met elkaar hebben te maken, is moeilijk te zeggen, dat zal hooguit ten dele het geval zijn. Ik ben van mening dat, als het om overlast gaat, een van de belangrijke acties die we moeten ondernemen vooral in de preventieve sfeer ligt. Het is slecht gesteld met de voorzieningen voor jongeren, er worden te weinig activiteiten ontwikkeld en de jeugdcentra zijn meer dicht dan open. Het is allemaal een kwestie van geld, dat wel, maar als je dat er niet voor over hebt, moet je niet verbaasd zijn over de toenemende overlast.
Wat bij de criminaliteit onder jongeren vooral zorgwekkend is, is het relatief grote aandaal daarin van allochtone jongeren, met name Marokkanen, Antillianen en Somaliërs. Ik vrees dat onze maatschappij te weinig greep heeft op deze groepen jongeren en hun ouders. Een extra probleem is dat de sanctiemaatregelen, gebaseerd op onze cultuur, te weinig indruk maken op de groep jongeren van allochtone afkomst die in het criminele circuit zijn beland. Dat is een landelijk probleem, maar daarom niet minder ernstig.
Overigens moeten we niet uit het oog verliezen dat het bij de criminaliteit onder deze etnische groepen om een minderheid gaat, we moeten uitkijken dat we niet gaan generaliseren. Van de andere kant heeft deze relativering de afgelopen decennia er wel toe bijgedragen dat het probleem onder de risicojongeren met een allochtone afkomst te lang is onderkend. Al te veel politieke correctheid blijkt op dit punt alleen maar een tegengesteld effect op te leveren zodat er nu harde correctiemaatregelen noodzakelijk zijn.

Hooglanderveen is aan het lijntje gehouden

Maandag 18 april 2005

Als ik Hooglandervener zou zijn, zou ik steeds meer het gevoel hebben door het gemeentebestuur en het Vathorster ontwikkelingsbedrijf in de maling te zijn genomen. Daarbij doel ik op de zogenaamde Groene Zoom, de groene gordel rond het dorp die een buffer zou gaan vormen voor de nieuwbouw die rond het dorp plaatsvindt en die het eigen dorpskarakter van Hooglanderveen zou beschermen.

Zeven jaar geleden werden de bewoners van het dorp door de gemeente in de watten gelegd en werden allerlei toezeggingen gedaan. Er werden excursies georganiseerd naar andere gemeenten in ons land waar bestaande dorpsbebouwing met zorg was ingepast in nieuwbouwplannen. Bij de bewoners in Hooglanderveen ontstond de indruk dat rond hun dorp een groene gordel zou komen met het karakter van – als actuele vergelijking – het waterwingebied tussen Lienderd en Rustenburg. Een plek waar je kunt wandelen en je hond kan uitlaten, een groene oase van rust waarmee het stadse karakter van de nieuwbouw op afstand zou worden gehouden. Wat de gemeente in elk geval bereikte, was een corporatieve opstelling van de bewoners in Hooglanderveen: het protest tegen de opdringende nieuwbouw bleef uit, de Groene Zoom maakte de nieuwbouw aanvaardbaar.
Vandaag werd het bestemmingsplan Hooglanderveen behandeld in de commissie ECO. Eindelijk, want er is al vijf jaar om een bestemmingsplan gevraagd, mede om de gedane beloften vast te leggen. Ik heb de afgelopen jaren al vaker mijn kritiek geuit over de gang van zaken rondom het bestemmingsplan en de uiteindelijke vorm van de Groene Zoom. Van het beloofde groene gebied is steeds meer afgeknabbeld, er zijn intussen allerlei zaken in gepland die het in elk geval onmogelijk maken om er je hond uit te laten. In de Groene Zoom zijn voetbalvelden gepland, het kerkhof is er bij geteld om de toegezegde oppervlakte te halen, een deel gaat verloren aan verkeersvoorzieningen, er ligt een wens om er volkstuinen voor de Vathorstbewoners aan te leggen en tien hectare is bestemd voor aanvullende woonbebouwing. Van de oorspronkelijke, gesuggereerde opzet is nog maar weinig over.

Daar komt nog een extra probleem bij. De Groene Zoom ligt in twee bestemmingsplangebieden: Hooglanderveen en Vathorst. Deze versnippering maakt het moeilijker om de uiteindelijke ontwikkeling in de hand te houden. De directie van het Vathorster ontwikkelingsbedrijf heeft enkele maanden geleden, tijdens de nieuwjaarsreceptie van de VVD, meegedeeld dat het eigenlijk jammer is dat door de belofte die de gemeenteraad in 1999 heeft gedaan in de richting van de bewoners in Hooglanderveen, de bewoners van Vathorst minder ruimte ter beschikkin hebben en genoegen moeten nemen met kleinere grondstukken voor hun woningen. Ik houd mijn hart vast voor de toekomst: indien de afzet van woningen in Vathorst de komende jaren achterblijft bij de verwachtingen van het ontwikkelingsbedrijf, dan zal de wens om delen van de Groene Zoom die buiten het bestemmingsplan Hooglanderveen liggen te gaan bebouwen alleen maar toenemen.
Hoe dan ook, van de oorspronkelijke ideeën en verwachtingen rondom de Groene Zoom rond Hooglanderveen is weinig overgebleven. Er wordt nog wat gespeeld met hectaren, maar als je naar de invulling daarvan kijkt dan is een ding duidelijk: de grondexploitatie voor Vathorst is belangrijker dan de mening van de bewoners in Hooglanderveen. Als het nodig is zullen de belangen van de bewoners uit deze twee gebieden tegen elkaar worden uitgespeeld, waarbij het dorp het van de stad zal verliezen. Deze gang van zaken maakt het voor Leefbaar Amersfoort onmogelijk om het bestemmingsplan goed te keuren, hetzij dat er nog omvangrijke veranderingen in plaatsvinden en er handvaste toezeggingen voor de bewoners in Hooglanderveen naar voren komen. Gezien de geschiedenis van de Groene Zoom, houd ik daarmee geen rekening!

Written by raphaelsmit

20/04/2005 at 07:17

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

College goochelt met cijfers, middeninkomens zijn slachtoffer

Vrijdag 15 april 2005

Spelen met getallen is een van de hobby’s van beleidsmakers. Door met getallen te spelen kunnen omstreden voorstellen noodzakelijk worden gemaakt. Heftige discussies worden vaak afgekapt door het verwijzen naar cijfers die de dwingende werkelijkheid weergeven. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer er in Amersfoort wordt gepraat over stadsvernieuwing, het slopen van woningen of de verkoop van sociale huurwoningen.
In een notitie van het college over de stadsvernieuwing kwam de kernvoorraad aan de orde. Dit is de woningvoorraad die bestemd is voor mensen die aangewezen zijn op de sociale huurmarkt en niet in staat zijn om de stap naar de koopmarkt te maken. Volgens het college omvat de huidige kernvoorraad 17.156 woningen, terwijl er behoefte is aan 14.821 woningen in deze categorie. Voor het college staat dus het vast dat er ongeveer 2.300 meer woningen binnen de kernvoorraad aanwezig zijn dan noodzakelijk is.
Dit gegeven is een van de pijlers onder de stadsvernieuwingsvisie. Immers: bij zo’n overschot is er ruimte voor het slopen van woningen en het vervangen daarvan door duurdere nieuwbouw, bij voorbaat in de verkoopsector. Dat alle 17.156 woningen uit de kernvoorraad toch bewoond zijn, komt door de zogenaamde ‘scheefwoners’. Dat zijn mensen met een te hoog inkomen voor de sociale woningen. Door slopen en nieuwbouw in de wijken zouden vooral de scheefwoners gestimuleerd moeten worden meer uit te geven aan wonen: door hun verhuizing en de daardoor mogelijke sloop en nieuwbouwplannen zouden zij een bijdrage leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van de stad.

Het is een toeval, maar het Tijdschrift voor de Volkshuisvesting bevat deze week een hoofdredactioneel commentaar met de titel: ‘Altijd weer die scheefheid’. Geconstateerd wordt dat ons land, statistisch gezien, zo’n 720.000 scheefwoners telt. Dit aantal is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd. In het commentaar wordt de discussie over de scheefwoners gehekeld. Het is een puur administratief begrip, waarbij de inkomensgrens die daarbij wordt gehanteerd ooit puur willekeurig is getrokken. Intussen hebben zich twee totaal verschillende ontwikkelingen voorgedaan: de inkomens van de meeste scheefwoners zijn het afgelopen decennium nauwelijks gestegen. De inkomensgrens is aangepast aan het inflatiepeil, maar intussen zijn de huren en koopprijzen fors gestegen.
Het college constateert dat 17 procent van de Amersfoortse huishoudens een besteedbaar inkomen heeft dat lager is dan 14.000 euro. Op dit percentage is berekening over de omvang van kernvoorraad gebaseerd. Het Tijdschrift voor de Volkshuisvesting maakt echter als voorbeeld een interessante berekening. Een huishouden met een inkomen van 30.000 euro kan zo’n 120.000 tot 150.000 euro lenen voor het aankopen van een woning. Daarmee doe je op de Amersfoortse koopmarkt niet veel!
In het artikel wordt opgemerkt dat de zogenaamde middengroepen buiten de doelgroep voor de goedkope huurwoningen vallen, zij worden daarvoor als ‘te rijk’ betiteld. Maar gelijktijdig vallen zij buiten de doelgroep voor de koopwoningen, want ze beschikken over te weinig of geen eigen vermogen. In feite kan deze groep huurders geen kant op. Het enige wat deze groep middeninkomens overblijft, is te blijven zitten waar ze zitten. Hun gedwongen immobiliteit wordt vervolgens beloond met het etiket ‘scheefwoner’, mensen dus die ten onrechte in een sociale woning zitten en daardoor de stadsvernieuwing in de weg staan.

Hoe dan ook: het getal van 2.300 woningen in Amersfoort die verkeerd worden bewoond en in feite kunnen worden gesloopt, is een puur theoretisch verhaal. Ik durf de stelling aan dat onze huidige kernvoorraad van 17.156 woningen feitelijk te klein is. De situatie op de woningmarkt bewijst dat wekelijks: het aantal inschrijvingen op sociale huurwoningen overschrijdt hemelhoog het aanbod. De enige oplossing is: meer bouwen in de goedkope sociale sector, huur of koop is om het even. En anders: geen omvangrijke sloopplannen!

Ruud Schultens spel met eigen geloofwaardigheid

Donderdag 14 april 2005

Er is de laatste weken heel wat afgeschreven over de overstap van Ruud Schulten van de VVD naar de Burgerpartij. Eigenlijk kan ik mij daar niet druk over maken en het alleen maar met enige Schadenfreude (een mooier woord schiet mij niet te binnen) vervolgen. Er zijn intussen al heel wat pagina’s op internet aan gewijd en een daarvan heeft mij toch uit de tent gelokt: de opmerkingen van Fleur Imming op haar website van 11 april.

Allereerst iets over de zaak zelf. Ruud Schulten is een zeer integere man (waardoor zijn overstap alleen maar extra verbazing oproept), die zijn raadslidmaatschap verbreedde door ook over de theorie van zijn maatschappelijke functie na te denken en daaraan op zijn site breedvoerig aandacht te besteden. Dat je in de raad weinig van hem hoorde, is een punt dat de VVD afgelopen dagen terecht scoorde, maar het was desondanks een valse opmerking. De VVD-fractie gaf Ruud Schulten gewoon niet de kans om zich in de raad te profileren. Nog vóór hij een jaar geleden de VVD-fractie binnenstapte, zou er al hel en verdoemenis over hem zijn uitgesproken, en dat heeft hij geweten!
Er zijn mensen die beweren dat zijn moeilijke positie binnen de VVD ook aan hem zelf was te wijten, iets dat ik niet kan overzien. Opvallend is in elk geval dat het bestuur van zijn partij hem weliswaar op een redelijk verkiesbare plaats op de lijst had gezet, maar gedurende het hele jaar waarin hij binnen zijn fractie tot risee uitgroeide, geen hand voor hem heeft uitgestoken. Integendeel, VVD-ers deelden achter gesloten hand mee dat Ruud in alles een looser was, zonder dat overigens hard te maken aan de hand van feiten. In elk geval kan je zeggen dat hij vanuit die opvatting terecht de overstap naar de Burgerpartij heeft gemaakt.

En nu Fleur Imming. Met velen verbaast zij zich over de overstap van Ruud Schulten. Vooral omdat deze bij zijn vertrek uit de VVD-fractie met nadruk meedeelde achter de uitgangspunten van de VVD te blijven staan en geen behoefte te hebben aan natrappen. Fleur en anderen hebben gelijk dat Ruud zich aan die laatste toezegging niet heeft gehouden, integendeel zelfs. In die zin was zijn overstap naar de Burgerpartij ook niet verrassend, zelfs als lid van de VVD-fractie liet hij zijn sympathie voor die partij al blijken. Ik verbaas mij met Fleur Imming over het gemak waarmee de transfer van Ruud Schulten tot stand is gekomen. Het zou het integere imago van Ruud goed hebben gedaan wanneer hij zijn besluit tot overstappan naar een andere partij had uitgesteld tot het einde van deze raadsperiode. Ik kan mij overigens niet voorstellen dat de landelijke VVD hem als lid blijft accepteren, maar dat moeten de liberale dames en heren zelf maar uitvechten.
Interessant is de opvatting van Fleur dat het van weinig karakter getuigt (zij omschrijft het wat diplomatieker) om bij enige tegenslag binnen eigen kring direct te deserteren naar het andere kamp. Zelf heeft zij ook wel eens het gevoel dat niet alles binnen haar partij – de PvdA – op haar volle instemming kan rekenen. Ter verdediging van Ruud Schulten zou je kunnen zeggen dat deze het binnen zijn fractie wel erg voor de kiezen heeft gekregen. Maar goed, ieder gaat daar op zijn eigen wijze mee om. Ik ben het met Fleur eens dat Ruud met zijn overstap zijn eigen geloofwaardigheid flink op de tocht heeft gezet.
Fleur ziet het lidmaatschap van een partij ook een beetje als het gelovig lidmaatschap van een kerkgenootschap. Je stapt niet zomaar uit een kerk en het geloof gaat ook niet bij elk tegenbriesje meteen verloren. Op dat punt spreekt zij ook een aantal andere ‘overlopers’, waaronder mijn persoon, aan. Tot Fleur zou ik willen zeggen: residenzo temporale a Avignon!

Written by raphaelsmit

17/04/2005 at 09:24

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Het is guur weer in Vathorst

Woensdag 13 april 2005

Nieuwbouwwijken moet je bekijken bij slecht weer. Als de zon schijnt, is alles vrolijk en mooi, maar bij regen en wind krijg je een eerlijker beeld van nieuwe wijken, zeker als het om een paradepaardje gaat. Het is als met een diva: ’s avonds op het toneel verbergen schmink en uitgekiende belichting rimpels en verlopen huid, maar ’s morgens bij het ontwaken blijkt pas of de schoonheid van de voorgaande avond van houdbare kwaliteit is. Dus bezocht ik vanmiddag, bij striemende regen, Vathorst – samen met een van de leden van de Leusder gemeenteraad, die de Amersfoortse volkshuisvesting echter door en door kent.

De aantrekkelijke kanten van Vathorst blijken bij slecht weer niet te vervagen. De afwisseling in de architectuur, de kwaliteit van de huizen en de rust van enkele open ruimten, zoals het Park der Tijden, verliezen door wind- en regenvlagen niets van hun aantrekkelijkheid. Maar ook het gebrek aan openbare ruimte en de onoverzichtelijke verkeerssituaties zijn bij elk weerbeeld herkenbaar. Wie niet bekend is in Vathorst en er per auto in rondrijdt, belandt met regelmaat in onmogelijke situaties. Je moet er, zoals ik met succes blijf volhouden, regelmatig komen om de weg te kennen. Of er wonen!
Een plek die je, als je met niet-Amersfoorters Vathorst bezoekt, niet mag overslaan, is het wijkcentrum De Brink. Een gesprek met de beheerder leert dat steeds meer bewoners de weg naar het centrum, met zijn sport- en gymzalen, het jeugdhonk, talloze ruimten voor culturele en creatieve activiteiten en de centrale ontmoetingsruimte, weten te vinden. De Brink is ruim een jaar open, maar het eerste half jaar viel het bezoek tegen. Het activiteitenprogramma is sindsdien uitgebreid, maar dat is niet de enige oorzaak van de steeds grotere belangstelling. Het is eigen aan een nieuwe wijk dat het eerste jaar de nieuwe bewoners hun vrije tijd vooral besteden aan het inrichten van eigen huis en tuin. Als dat alles in orde is, wordt het blik verlegd naar wat de wijk heeft te bieden. Overigens gaat deze theorie niet altijd op, want anders zou Vathorst geen actieve bewonersvereniging hebben, waarvan ook de haar website verraadt dat er leven is in Vathorst.

Een bezoek aan Vathorst is ook alle aanleiding om te praten over de knelpunten waarmee de wijk wordt geconfronteerd, en dan in het bijzonder de planningsproblemen en de financiële perikelen. De oordovende stilte rond de ontwikkeling van het kantorengebied Podium achter Hooglanderveen doen het ergste vrezen, het gaat er steeds meer naar uitzien dat de gemeente bij de ontwikkeling van dit gebied in plaats van winst verlies moet gaan schrijven. Natuurlijk, er zijn mensen die jaren geleden al hebben gewaarschuwd dat de gemeente zich niet als projectontwikkelaar moet gaan gedragen. Maar het leed is geschied en nu moeten we met de nodige zorg kijken hoe de grootheidswaan van het trio Brouwer, de Man en De Boer zich tot een onaangenaam stinkend lijk in de kast ontwikkeld.
En als het over lijken in de kast gaat, dan komt het gesprek ook snel op het onderzoek van de Europese Commissie, een onderzoek dat de aanbesteding in Vathorst betreft en waar de gemeente in het beklaagdenbankje dreigt te geraken, waarbij het gesjoemel met de contracten die met de firma Smink en het OBV zijn afgesloten, het heikele punt vormen. Het kan meevallen, maar als het tegenvalt moet er erg veel geld op tafel komen om de gevolgen van de bouwdrift bij mensen als Tom de Man en Annie Brouwer te financieren. Net zo goed als de dreigende tegenvaller bij de financiering van de bodemsanering in Vathorst, dat ook als erfstuk van de voormalige PvdA-voorman kan worden gezien.
Ja maar, merkte een van mij raadscollega’s onlangs op, als de Europese Commissie de klachten over het aanbestedingsbeleid omzet in een forse boete en mogelijke verplichtingen voor nieuwe aanbestedingen, dan zijn wij zonder schadevergoeding aan Smink mooi van de baggerstort af. Kan zijn, maar de financiële gevolgen die daarvoor in de plaats komen, kunnen ons rauwer op de maag vallen dan dreigende schadeclaims van Smink.

Discussie stadsvernieuwing terug bij af?

Dinsdag 12 april 2005

Eigenlijk was al vóór het begin van de discussie over het Plan van Aanpak voor de stadsvernieuwing, vanavond in de commissie Beheer, duidelijk dat bij de bouwplannen in het waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg niet alleen jet maatschappelijke draagvlak ontbrak, maar ook de politieke steun onvoldoende zou zijn. En zo was het ook, bleek aan het einde van de avond. Alleen de fractie van de Christen Unie bleek achter de door wethouder Piet Jonkman aangedragen mogelijkheid tot bouwen te staan, een sympathieke geste van verbondenheid tussen partijgenoten, alle dualiteit die we nastreven ten spijt.

Aan het einde van de discussie trok de wethouder zijn keutel in. En ineens bleken alle stellige uitspraken in het Plan van Aanpak niet meer waard dan de prijs van oud papier. Het klonk een beetje laf uit de mond van de wethouder, maar van de andere kant: hij kon niets anders. Hoewel de suggestie om het waterwingebied tot een ontwikkelingsgebied te bombarderen slechts een onderdeel van het totale plan was, had de wethouder geen slechtere start kunnen engageren. De brede tegenstand leidde er toe dat het gehele Plan van Aanpak in een slechte reuk is komen te staan. Dan blijft niets anders over dan: terug naar af!
Hoewel. Het zal niet de eerste keer zijn dat het college een plan dat maatschappelijk op grote weerstand stuitte, enige tijd uit de frontlijn terugtrok om het enige tijd later in een wat ander jasje, maar met vrijwel gelijke uitwerking opnieuw te presenteren. De heftige discussie over het waterwingebied kan ook tot gevolg hebben dat de aandacht voor andere punten in het Plan van Aanpak, die evenzeer zijn te verwerpen, nalaat. Immers, het waterwingebied was een van de weinige concrete locaties met een duidelijke uitwerking. Hoe de andere dertig locaties die in het Plan van Aanpak zijn geïntroduceerd, er volgens de plannenmakers uiteindelijk moeten gaan uitzien, weten we nog niet.
Hoe dan ook: de discussie en besluitvorming in de raad is enkele maanden uitgesteld, er vindt eerst discussie plaats, breder dan het tot nog toe gevoerde overleg. Onduidelijk blijft of dat ook consequenties heeft voor de overeenkomst die de gemeente met de SCW wil afsluiten. Deze overeenkomst maakt onderdeel uit van de voorwaarden die het Rijk stelt bij het toekennen van subsidies in het kader van het Grote Steden Beleid. De procedure voor deze subsidies is gebonden aan een tijdpad dat door de gemeente Amersfoort al lang is overschreden.
Bij het aanbieden van het Meerjaren Ontwikkeling Programma – dat nauw samenhangt met het Plan van Aanpak en de aanvraag voor de subsidies – in het afgelopen najaar heeft de gemeente aan het Rijk toegezegd dat in dit voorjaar de overeenkomsten die bij de subsidieaanvraag behoren, inclusief die met de SCW, zullen worden afgesloten. Inclusief de raadpleging van de huurders, die ook nog nauwelijks heeft plaatsgevonden.
De kans is dus groot dat de raad binnen redelijke korte tijd voor voldongen feiten komt te staan, met daarbij de dreiging dat de raad een belangrijke subsidiestroom tot stilstand brengt indien niet zonder al te veel kritiek afspraken met de SCW worden goedgekeurd. En op de concepten voor die afspraken was heel wat af te dingen, bleek deze avond al.
Waakzaamheid is dus geboden!

Written by raphaelsmit

13/04/2005 at 20:06

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Commissie wijst voorstel van college en provincie af

Maandag 11 april 2005

De commissie SOC heeft deze dag tegen het eind van haar vergadering een opmerkelijk besluit genomen. Hoewel, besluit: de commissie neemt geen besluiten, maar geeft haar mening mee aan de wethouder. Als die er verder niets mee doet, is de kans groot dat de commissieleden de omstreden kwestie op de raadsagenda plaatsen, waarna het college met een formeel raadsbesluit wordt geconfronteerd.

De kwestie waar het deze avond om draait, is de provinciale woonruimteverdeling. Wethouder Gerda Eerdmans had de commissie een notitie hierover voorgelegd. Kort en goed houdt deze in dat vanaf 1 januari 2006 de woonruimteverdeling niet meer per gemeente, maar voor de hele provincie gaat gelden. Met een uniforme, regeling, dat wel. Het voordeel van de regeling is dat woningzoekenden in Amersfoort, voor wie de vrije sector geen uitkomst biedt, niet meer aan het aanbod in Amersfoort zijn aangewezen maar in de hele provincie op zoek kunnen gaan. Andersom kan ook: iedere provinciale woningzoekende in de sociale sector kan zich ook inschrijven voor een woning in Amersfoort.
In de provinciale regeling is een aantal punten terug te vinden die nu al gelden voor de woonruimteverdeling in Amersfoort. Maar er zijn ook opvallende verschillen. De relatie tussen woning en inkomensgrens, die Amersfoort onlangs heeft laten vallen, zou weer opnieuw worden ingevoerd en een urgentiebewijs is niet langer meer twaalf maanden, maar slechts zes maanden geldig. Wat volgens de commissie bij het provinciale systeem ontbreekt, is een uniforme bouwopgave. Als Amersfoort veel sociale woningen bouwt, en een groot aantal gemeenten in het oostelijke deel van de provincie doet dit niet of veel minder, dan kan de druk op de sociale woningmarkt in onze stad groter worden. En omdat juist bij de goedkoopste woningen de vraag het grootste is, kan de provinciale regeling slecht uitpakken voor een grote groep woningzoekenden in Amersfoort.
Wat de commissie ook stoorde, is het feit dat er nog geen uitkomsten bekend zijn van de nieuwe regeling in Amersfoort die net van start is gegaan. Een eerste evaluatie vindt pas in de zomer plaats. Als die negatief uitvalt, is ook de provinciale regeling op een aantal punten minder aantrekkelijk. De provincie heeft echter haar eigen tijdsplanning, voor de gemeenteraad komt dat met de provinciale regeling ongeveer neer op het slikken of stikken. Een punt van irritatie bij de commissieleden is het feit dat de provincie de regeling dwingend wil opleggen aan de gemeenten die niet willen meewerken. Bij niet meewerken dreigt het toepassen van de aanwijzingsbevoegdheid door de provincie.
Zoals gezegd: de gesprekken over de regeling, die op initiatief van de provincie wordt ingevoerd, loopt al lang. De Amersfoortse raadsleden zijn er nu pas mee geconfronteerd. Voor een aantal raadsleden mag de provincie liever gisteren dan morgen worden opgeheven. Het initiatief van de provincie viel daarom totaal verkeerd, de meerderheid van de commissie wilde er absoluut niet aan meewerken. Wethouder Eerdmans stribbelde nog wat tegen, maar moest uiteindelijk de toezegging doen dat Amersfoort niet eerder bindende afspraken maakt voordat in juni de eerste evaluatie van de vernieuwde regeling in onze stad beschikbaar is en door de raad is besproken.

In elk geval is nu al te voorspellen dat deze zaak een punt wordt in de gemeenteraad, waarbij het huidige collegestandpunt (meewerken aan de provinciale regeling) wel eens op de tocht kan komen te staan. We zitten over een half jaar kort voor de verkiezingscampagnes, en dan heeft de raad helemaal geen behoefte aan provinciale regelingen waarbij een deel van de Amersfoortse bevolking er alleen maar op achteruit gaat. Wordt vervolgd.

Written by raphaelsmit

12/04/2005 at 08:19

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Waterwingebied moet groen blijven

Zondag 10 april 2005

Dinsdagavond wordt in de commissie Beheer het Plan van Aanpak voor de binnenstedelijke vernieuwing besproken. Vooropgesteld: het is een goede zaak dat er eindelijk weer eens een beleidsstuk ligt waarin serieus aandacht wordt besteed aan de stadsvernieuwing op de langere termijn. De afgelopen jaren was vrijwel alle aandacht op de grootschalige stadsuitbreidingen gericht. De lopende stadsvernieuwingsprojecten, zoals de Spoorwegzone en de Barendtzstraat, zijn vele jaren geleden op de rail gezet. Dat geldt helemaal voor projecten zoals de Columbusweg en de vele projecten die in het kader van de CSG zijn ontwikkeld. Misschien is het beleidsstuk mede onder druk van het Rijk, die eisen stelt aan de subsidies voor het Grote Steden Beleid en de stadsvernieuwing, tot stand gekomen, maar dan nog.

Vandaag heb ik bijna veertig opmerkingen en vragen bij het Plan van Aanpak op papier gezet. Teveel om tijdens de commissievergadering aan de orde te stellen – en ik had gemakkelijk het dubbele aantal op papier kunnen zetten. Nadat mijn fractiegenoten vandaag naar de opmerkingen hebben gekeken en er hun commentaar op hebben gegeven, zal ik mijn zeven kantjes A-vier morgen op de mail zetten voor de raad en voor andere geïnteresseerden.
Een ding is in elk geval duidelijk: hoe je het Plan van Aanpak ook leest, ik begrijp nog steeds niet waarom het waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg een ontwikkelingsgebied moet worden. Ik ken het gebied goed en ben het met alle bewoners die mij tot nog hebben benaderd eens: het waterwingebied moet groen blijven, de plannen van het college missen elke serieuze onderbouwing.

Omvangrijk financieel risico dreigt door standpunt Europese Commissie

Zaterdag 9 april 2005

Na de eerste persberichten over het standpunt dat de Europese Commissie inneemt betreffende de contracten die de gemeente heeft afgesloten met de firma Smink, heb ik nu ook het stuk van de commissie ontvangen waarin de ingebrekestelling door de EC wordt onderbouwd. Het is nog erger dan de eerste berichten deden vermoeden. In het persbericht dat het college dinsdag liet verspreiden, wordt de indruk gewekt dat de opmerkingen van de Europese Commissie slechts betrekking hebben op de bodemsanering in Vathorst, die zonder aanbesteding – laat staan een Europese aanbesteding – door de gemeente en het OBV aan Smink werd gegund.
Een onjuiste suggestie: de ingebrekestelling betreft ook het onderhands gegunde grondwerk in Vathorst aan Smink en, wat nog opvallender is, het gehele contractenpakket dat de gemeente bij de totstandkoming van het OBV heeft afgesloten. Uit het stuk van de EC blijkt dat de ingebrekestelling is gebaseerd op een beperkt aantal stukken, de commissie verzoekt om een groot aantal aanvullende stukken, waaronder contracten die het OBV heeft afgesloten.

De Europese Commissie heeft de afgelopen tijd laten blijken dat zij bij het toezicht op en de handhaving van regels rigoureus te werk gaat. De commissie stelt geen stukken op indien zij niet de zekerheid bezit dat zij een zekere zaak heeft. Het is een geluk voor Amersfoort dat formeel de Nederlandse Staat wordt aangesproken. Dat garandeert in elk geval dat de juridische bijdrage van Nederlandse zijde optimaal is, beter dan we in Amersfoort gewend zijn van onze eigen juridische medewerkers en hun adviseurs. De zaak die nu loopt is een maatje te groot voor ons eigen gemeentebestuur.
Indien het verweer tegenover de Europese Commissie niet adequaat is, kan de ingebrekestelling de gemeente tientallen miljoenen euro’s kosten, misschien meer dan alle tot nog toe gevreesde schadeclaims rondom Vathorst. Wat dat betreft heeft de ingediende klacht over de contracten met Smink een uitwerking die verder gaat dan we hadden kunnen denken.

Written by raphaelsmit

10/04/2005 at 19:47

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Wat kost ons het conflict met de Europese Commissie?

Donderdag 7 april 2005

Er dreigt een ernstig conflict te ontstaan tussen de gemeente Amersfoort en de Europese Commissie. Aanleiding is een onderzoek dat de Europese Commissie heeft ingesteld naar de aanbesteding van de bodemsanering in Vathorst. Deze is uitgevoerd door de firma Smink. Dit werk maakte onderdeel uit van de overeenkomst die het gemeentebestuur in 1998 afsloot met de Smink. Door deze overeenkomst legde Smink zich vast om drie illegale stortlocaties in het Vathorster gebied te saneren. Dit werk zou tegen een gunstige prijs plaatsvinden, mede omdat Smink in staat was ‘werk met werk’ te maken en daarnaast een aantal voordelige afspraken met de gemeente kon maken.
Als onderdeel van de deal kon de gemeente gronden verwerven die in het bezit waren van Smink. En de tegenprestatie: Smink mag de bestaande vuilstort flink uitbreiden, mag al het grondwerk in Vathorst verrichten (het gaat hierbij om ruim dertig miljoen euro’s werk) en verkreeg alle medewerking bij het ontwikkelen van een baggerstort naast Vathorst. Niet nakomen van deze medewerking kan de gemeente meer dan vijftig miljoen euro’s aan te betalen schadevergoeding opleveren.

In het uiterste geval, wanneer de Europese Commissie tot het gaatje gaat, is de hele overeenkomst van 1998 illegaal en niet langer van toepassing. De gemeente kan dan alles en iedereen in het geweer roepen om de baggerstort onmogelijk te maken, de verdere uitbreiding van de vuilstort staat zwaar op de tocht. Gezien verschillende uitspraken van de gemeenteraad is een dergelijk gevolg toe te juichen. Het zijn vooral de bewoners in Vathorst die hiervan zullen profiteren. Eigenlijk zou je dus moeten hopen dat de Europese Commissie de contracten uit 1998 van tafel veegt.
Maar elk contract heeft twee kanten. Als de gemeente niet langer is gehouden aan een aantal toezeggingen ten aanzien van de vuilstort en het baggerdepot, komen ook andere zaken aan de orde. Voor al het resterende grondwerk in Vathorst moet dan een nieuwe, Europese aanbesteding gaan plaatsvinden. Dat levert naar alle waarschijnlijkheid een forse vertraging op in de voortgang van Vathorst, wat de gemeente – net als het OBV – vele miljoenen euro’s kan gaan kosten.
Maar er dreigen meer kosten ten laste van de gemeente te ontstaan. Smink heeft, als onderdeel van het omstreden contract, gronden overgedragen aan de gemeente. Dat is keurig notarieel gepasseerd en dus niet meer terug te draaien. Wat Smink resteert, is een forse schadeclaim bij de gemeente. Die claim kan extra zwaar worden wanneer de overgedragen gronden intussen geheel of gedeeltelijk zijn ontwikkeld, temeer omdat Smink eerder plannen had ingediend om Vathorst als woongebied te ontwikkelen. Daarnaast heeft Smink, als uitvloeisel van het contract, grondwerk verricht en bodemsanering gepleegd tegen prijzen die mogelijkerwijze niet marktconform waren. Bij het wegvallen van de overeenkomst van 1998 is ook op dit punt een forse aanvullende rekening te verwachten.

Een negatieve uitspraak van de Europese Commissie kan dus heel wat financiële gevolgen hebben voor de gemeentekas. Eigenlijk kan je dan zeggen: jammer dat er een klacht werd ingediend, want voor de baggerstort gloorde een oplossing en er is geen enkele ondernemer in ons land geweest die kenbaar heeft gemaakt zich door de gang van zaken in Vathorst benadeeld te voelen. De klacht had uitsluitend een politiek karakter en dreigt nu een ‘Schuss nach hinten’ te worden. Om inzicht te krijgen in alle mogelijke gevolgen van een eventuele negatieve uitspraak van de Europese Commissie heb ik vandaag het college gevraagd om alle mogelijke schade eens op een rij te zetten.

Spoorweghalte bij Hoevelaken bedreigt groengebied

Woensdag 6 april 2005

De raad behandelde vandaag een motie die ik samen met Ramon Smits Alvarez indiende. De motie betrof de mogelijke aanleg van een spoorweghalte bij Hoevelaken. Deze halte zou een uitvloeisel zijn van een overeenkomst die de provincie Gelderland heeft afgesloten met de gemeenten in de Gelderse Vallei (Nijkerk, Barneveld en Ede). De afspraak hield in dat de Valleilijn tussen Amersfoort en Ede-Wageningen door de provincie Gelderland zou worden aanbesteed waarbij bij de aanbesteding voorop zou staan dat er met modern materieel een soort tramdienst door de Gelderse Vallei zou ontstaan. Aan deze gerenoveerde lijn zouden ook enkele nieuwe halten komen, waaronder een bij Hoevelaken.

Het pikante is dat de beoogde halte bij Hoevelaken op het grondgebied van Amersfoort moet worden gebouwd. Dit is het gevolg van de grenscorrecties die in 1998 plaatsvonden waardoor het gebied Stoutenburg en een kilometerslang gebied langs de Barneveldsebeek bij Amersfoort zijn gevoegd. De achterliggende gedachte bij de grenscorrectie was dat Amersfoort ook na 2010, als Vathorst grotendeels is voltooid, over voldoende bouwgrond moet beschikken. Een mogelijke bouwlocatie was gepland ten zuiden van Hoevelaken, met een NS-halte tussen Hoevelaken en de nieuwe Amersfoortse wijk.
Intussen heeft de gemeenteraad bouwplannen in de omgeving van het landgoed Stoutenburg en langs de Barneveldsebeek al lang afgewezen. Terecht, want nieuwbouwplannen in deze omgeving zouden ten koste gaan van een prachtig, afwisselend agrarisch gebied, gekenmerkt door zogenaamde ‘landschapcoulissen’ en verschillende beken. Het alsnog bouwen van een halte bij Hoevelaken zou de discussie over het bouwen ten zuiden van Hoevelaken weer doen oplaaien. Immers: de exploitant van de spoorlijn stelt eisen ten aanzien van het aantal inwoners rondom een halte of station, en een spoorweghalte, door een snelweg van Hoevelaken gescheiden, schreeuwt om aanvullende bebouwing.
Dit alles was één van de overwegingen in de motie. Ramon en ik vroegen het college om zich in te zetten in verplaatsen van de geplande halte in de richting van het bedrijvengebied de Wieken, bij voorbaat op de grens van het bedrijvengebied De Hoef. Vorig jaar, toen de provincie de overeenkomst met de Valleigemeenten afsloot, had ik al vragen in die richting gesteld, maar de tijd was er toen nog niet rijp voor. Feitelijk behelsde ons voorstel om op ons eigen grondgebied een locatiebestemming te verschuiven. De gemeenteraad steunde onze motie.

De belangstelling voor onze motie beperkte zich niet tot onze eigen gemeente. Uit Hoevelaken ontving ik post, waarin inwoners van dit dorp hun steun voor onze motie uitspraken, onder het motto: ‘Hou het bij de Stoutenburgerlaan alsjeblieft groen!’

Written by raphaelsmit

09/04/2005 at 12:04

Geplaatst in Uncategorized