Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for januari 2009

leave a comment »

PvdA krijgt angst voor eigen courage

Vrijdag 23 januari 2008

Het kon niet uitblijven. De PvdA-voorzitter presenteerde in december een nota over het door deze partij gewenste integratiebeleid. Een nota waarin, daar waar het om problemen gaat, man en paard werden genoemd, iets dat jarenlang not-done was bij de meeste PvdA-leden. In de nota werd ook duidelijk gemaakt dat allochtonen die zich blijvend in ons land vestigen, op gelijkwaardige wijze gebruik kunnen maken van de rechten die iedereen in ons land heeft, rechten op het gebied van werk en inkomen, onderwijs, gezondheidszorg en noem maar op, maar dat daar tegenover ook een aantal plichten staan. Dat laatste is heel logisch, maar wel een feit dat de afgelopen jaren door veel PvdA-leden minder scherp werd gezien.

Een nieuw geluid dus binnen sociaal-democratische kringen. Maar de nota van de partijvoorzitter – afgezegend door partijleider Bos – blijkt toch niet het onbestorven gevoel weer te geven dat bij veel PvdA-leden leeft. Er is nogal wat kritiek ontstaan binnen deze partij, waarbij de schijnbare robuustheid van de integratienota velen toch wat te ver gaat. Het onverplichte multi-cultigevoel blijkt bij veel PvdA-leden nog diepgeworteld te zijn. Na het congres, waar de nota moet worden vastgesteld, zal er wel weer een stuk op tafel liggen dat geen vlees en geen vis is. Das maakte de PvdA-voorzitter deze week een draai en zegde al bij voorbaat aanpassingen in de notatekst toe.
Eigenlijk zou ik nog wel een aardige aanpassing op de conceptnota (die ik overigens alleen maar via de media ken) hebben. Wanneer je beleid uitstippelt, moet je ook altijd ijkpunten formuleren: wanneer zijn je beleidsvoornemens geslaagd. Dat geldt ook voor integratiebeleid. Naar mijn mening is wel een aantal ijkpunten te formuleren, bijvoorbeeld: integratie is geslaagd wanneer allochtone families zich verregaand vereenzelvigen met onze nationale cultuur en geen behoefte meer hebben aan de televisieprogramma’s uit hun oorsprongsland. Het aantal schotels aan de gevels is dus een aardig ijkpunt! Andere ijkpunten zouden kunnen zijn: opgeven van de dubbele nationaliteit en het niet meer voldoen aan de dienstplicht in andere staten.

En voor de rest mag wat mij betreft iedereen achter zijn eigen voordeur doen wat hij wil en mogen islamitische Nederlanders net zo goed godsdienstgebouwen neerzetten als christelijke, roomse, hindoestaanse of wat voor andere godsdienstaanhangers dan ook. Een mooie moskee kan een verrijking zijn voor het stadsbeeld!

Economie in onze stad dreigt te versukkelen

Donderdag 22 januari 2009

De commissie Van Ek heeft een economische visie voor de ontwikkeling van Amersfoort tot 2030 gepresenteerd. Een mooi werkstuk waarin de economische ontwikkeling van onze stad tegen het licht is gehouden en waarin een groot aantal adviezen wordt gegeven voor de toekomstige ontwikkeling van onze stad. Uit de nota blijkt dat deze niets te vroeg komt, want de tijd dat onze stad tot de topgemeenten in ons land behoorde, is sinds zo’n vijf jaren passé.

Op zich moet je je natuurlijk afvragen of je voortdurend moet doorgaan met het ontwikkelen van nieuwe bedrijfsterreinen en het laten neerzetten van weer nieuwe kantoorgebouwen. Ik vind dat je daar niet aan ontkomt, er van uitgaande dat je het belangrijk vindt dat inwoners van onze stad zoveel mogelijk binnen de eigen stadsgrenzen of in elk geval binnen de eigen regio, een werkplek vinden. Alleen al uit milieuoverwegingen – beperking van de mobiliteit – is dat een goed uitgangspunt.
De commissie Van Ek constateert terecht dat onze stad de afgelopen jaren van de toppositie onder de steden is afgezakt naar de middenmoot. Op zich is er niets verkeerd aan een middenmootpositie, maar een dergelijke positie is onterecht indien je kunt constateren dat Amersfoort een jonge, goed opgeleide bevolking heeft, wij fysiek gezien in een goed onderhouden stad leven en de stad geografisch een pluspositie inneemt. Het rapport van de commissie Van Ek lezende, kreeg ik wel het gevoel dat enige bescheidenheid binnen ons gemeentebestuur een beter uitgangspunt voor de toekomst is dan de zelfingenomenheid die de afgelopen jaren steeds tentoon wordt gespreid.

De gemeenteraad gaat de nota op 10 maart bespreken. Dat kan een boeiende discussie worden, waarbij de inhoud van de nota en de economische tegenwind anno 2009 een grote rol spelen. Er moet de komende jaren heel wat gebeuren in onze stad, het is nog maar de vraag of daartoe de wil en de ruimte aanwezig is. Ik voorspel dat binnen de coalitie de neiging zal leven om vooral de positieve punten uit de nota te benadrukken en de geconstateerde knelpunten te relativeren, zoals wel vaker gebeurt.
Ik loop niet vooruit op de discussie, ik wil eerst wel eens met mijn fractiegenoten en met de leden van de BPA van gedachten wisselen. Een kanttekening bij de nota, zonder daarbij van de kwaliteit te willen afdoen, wil ik wel maken. Ik mis informatie over de visie die mogelijkerwijze bij andere steden in ons leeft. De problemen in onze stad zijn ongetwijfeld niet uniek, elke gemeente heeft met de economische crisis van dit moment te maken, in ons hele land krijgen we te maken met wijzigingen in de bevolkingssamenstelling. We moeten er voor waken dat we ons niet vooral richten op acties die ook in veel van de andere grote steden in ons land worden ontwikkeld, een gevaar dat niet denkbeeldig is.

Gevolgen van een stagnerende woningmarkt

Woensdag 21 januari 2009

Het gaat niet goed met de woningmarkt. Dat geldt voor ons hele land. Vooral vinexlocaties hebben ernstig te lijden onder de stagnatie binnen de woningmarkt. Dat geldt in onze stad in het bijzonder voor wijken zoals Nieuwland en Vathorst. De ontwikkeling in Vathorst wordt sinds een aantal maanden door mij bijgehouden: per week ga ik na wat er zich zoal op de woningmarkt in Vathorst afspeelt. Daar wordt je niet vrolijk van.

Er zijn weken – zoals deze – waarin binnen de bestaande voorraad vrijwel geen enkele mutatie plaatsvindt, geen verkoop en geen nieuwe aanbiedingen. Wat wel met constante regelmaat kan worden geconstateerd, zijn de prijsaanpassingen. In Laak is bijna eenderde van de woningen die worden aangeboden, intussen in prijs verlaagd. Daarbij gaat het soms om grote bedragen, tot zo’n vijftigduizend euro toe. Ruim de helft van de woningen staat al meer dan honderd dagen in de verkoop, bijna twintig al meer dan tweehonderd dagen.
Het Beeld in De Velden is niet veel anders. Ook hier is intussen bijna de helft van de woningen in prijs verlaagd, waarbij opvalt dat vooral bij woningen met het vermaledijde ventilatiesysteem de prijsaanpassingen fors zijn. In Hooglanderveen is het aantal verkopen dat de afgelopen twee maanden heeft plaatsgevonden op de vingers van een hand te telen. Ook hier komen forse prijsaanpassingen voor.
Bij de nieuwbouwprojecten staat het merendeel van de aangeboden woningen langer dan een half jaar in de verkoop. In een aantal gevallen maken deze moeilijk te verkopen woningen deel uit van complexen die in aanbouw zijn en waarvan – voordat de markt na de zomer van het vorige jaar inzakte – zo een driekwart al was verkocht. Er is in enkele gevallen echter ook sprake van complexen die in aanbouw zijn genomen terwijl er nog lang geen zeventig procent verkocht was. Nieuwe plannen laten voorlopig op zich wachten, voor de Bron is slechts één project van 36 woningen op de markt gebracht, zo’n half jaar geleden!

De stagnerende markt is voor elke betrokkene rampzalig. Op de eerste plaats voor bewoners die om wat voor reden dan ook hun woning in de verkoop hebben gebracht. Maar ook voor de ontwikkelaars die door de stagnatie nieuwe projecten voorlopig even moeten uitstellen. En voor de gemeente.
De stagnatie levert voor de gemeente een tegenvaller op bij de inkomsten uit de OZB en uit het gemeentefonds, waarvan de uitkering onder meer door het aantal woningen en inwoners wordt bepaald. Houdt de stagnatie langer aan, dan ontstaan er voor de gemeente ook andere problemen. Binnen de OBV, waar de gemeente voor vijftig procent risicodragend is, gaat bij de uitgifte van bouwpercelen de vaart er uit. Vertragingen in de ontwikkeling van nieuwe plannen in De Bron en Laak-2 drukken eveneens op de gemeentebegroting. Een groot probleem vormt de ontwikkeling van Vathorst-West, een gebied waar de gemeente nu al een bedrag van zo’n twintig miljoen euro op de lat heeft staan. Voor de ontwikkeling van dit gebied is nog geen partnerschap met private partijen aangegaan, zodat de risico’s geheel voor rekening van de gemeente komen.
Al met al zal de stagnatie op de woningmarkt de komende jaren heel wat aanpassingen in de gemeentebegroting noodzakelijk maken. En in de risicoparagraaf bij de begroting!

Een wooncomplex in een natuurgebied

Dinsdag 20 januari 2009

Deze avond was de gemeenteraad van Leusden te gast op het Amersfoortse stadhuis. Dat had niets met een beleefdheidsbezoek of iets dergelijks te doen. Het gespreksthema deze avond was de voorgenomen bouw van een appartementencomplex midden in het natuurgebied van Stoutenburg, tussen Leusden en Hoevelaken. Initiatiefnemer voor deze bouw is de Stichting Het Utrechtse Landschap, dat daarmee zijn missie op een verbazingwekkende wijze invulling tracht te geven. De gemeenteraad van Amersfoort moet dit goed- of afkeuren, de gemeente Leusden is in elk geval tegen.

Het gebied waar de Heerlijkheid Stoutenburg ligt, maakte tot 1998 onderdeel uit van de gemeente Leusden. De grenswijziging die dat jaar plaatsvond, had bij het Rijk en de provincie vooral de intentie om Amersfoort na 2010 voldoende ruimte te bieden voor verdere verstedelijking. Intussen zijn de ideeën over deze verstedelijking danig gewijzigd en is iedereen blij met het feit dat de landschappelijke waarde het heeft gewonnen van de verdere aantasting van het groene gebied rondom onze stad. Het feit dat Het Utrechtse Landschap zich over Stoutenburg ging ontfermen, klonk heel hoopvol.
En juist daarom is het zo vreemd dat deze stichting midden in dit gebied appartementen wil ontwikkelen. Niet zomaar, maar in de vorm van een toren die boven de bomen moet uitsteken. Deze woontoren zou de plek moeten markeren waar ooit het kasteel Stoutenburg heeft gestaan. Dat is de formele reden, de feitelijke reden is dat Het Utrechtse Landschap met de opbrengst uit de woningbouw kosten wil dekken voor het opknappen van het natuurgebied. Dat is een onverwachte financiermethode voor een stichting die jaarlijks ruimschoots wordt voorzien van overheidssubsidies, legaten en dergelijke.

Het kwalijke is dat de toren wordt neergezet boven de fundamenten van het oude kasteel. Archeologisch onderzoek heeft de afgelopen jaren een heleboel interessante gegevens opgeleverd, maar die worden – wat Het Utrechts Landschap betreft – binnenkort afgedekt met een betonnen bouwwerk zodat verder onderzoek onmogelijk wordt. In plaats van prudentie met een stukje streekhistorie, mag een kleine elite die het zich kan veroorloven op deze plek een appartement verwerven, midden in een natuurgebied en profiterend van de inspanningen die Het Utrechts Landschap gaat verrichten om de directe omgeving weer het historische aanzien van de heerlijkheid te geven.
Mijn alternatief – een idee dat door velen wordt gedeeld – luidt: maak de archeologische opgravingen zichtbaar, conserveer ze en maak er een plek van waar veel mensen van kunnen genieten. Om de plek van het oude kasteel, als middelpunt van te herstellen zichtlijnen, te markeren zou binnen het archeologisch complex een eenvoudige, houten uitkijktoren kunnen worden neergezet. Dan kan iedereen genieten van het herstel van de oude heerlijkheid.

Written by raphaelsmit

24/01/2009 at 18:27

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De speurtocht naar Matthias Stom

Zaterdag 17 januari 2009

Gaspare Vanvitelli, in Amersfoort beter bekend als Caspar van Wittel, behoort tot de grote kunstenaars die onze stad heeft voortgebracht. Hoewel meteen daarbij moet worden gezegd dat deze kunstschilder het grootste deel van zijn leven in Italië woonde en daar zijn roem behaalde. In 2013 wil Amersfoort in C een expositie aan hem wijden. Terecht, want zijn stadsgezichten, waarmee hij beroemd is geworden, zijn hemelszalig.

Een aantal jaren geleden stuitte ik in Rome op een doek van Matthias Stom. Geboren in Amersfoort, zo bleek uit de toelichting en een halve eeuw eerder dan Vanvitelli in dit zonovergoten land met gelijke lauweren geëerd. Reden voor mij om via schriftelijke vragen aandacht op deze Amersfoorter te richten, met de suggestie om in ons jubileumjaar extra aandacht aan hem te wijden. Matthias Stom bleek binnen onze stad een grote onbekende te zijn, het aantal mensen dat wel eens van hem had gehoord, bleek op de vingers van een hand telbaar te zijn.
Dankzij de redactie van de Amersfoortse Courant, geprikkeld door de onverwachte vondst, kwamen er meer doeken van onze stadsgenoot aan het licht. Op kunstveilingen bleek hij astronomische bedragen op te brengen. Sindsdien speur ik in elk museum naar zijn werk en vond meer doeken van hem: in Berlijn en in Rome stuitte ik prachtige schilderijen van Matthias Stom. Ook in ons land – zoals het Haagse Brediusmuseum en in het Caterijnenconvent in Utrecht – vond ik doeken van onze stadsgenoot.

Ik kwam over Matthias Stom in gesprek met David. David is boekenhandelaar bij de Algemene Boekhandel aan de Leusderweg. Een enthousiaste man die de belangstelling van de vaste klanten kent en in de gaten houdt wat er voor hen op de markt verschijnt. En hij speurt – vooral via internet – graag naar zeldzame boeken, nieuw of antiquarisch, waar bibliofielen binnen zijn klantenkring belangstelling voor hebben. Ik heb al vaker geprofiteerd van zijn enthousiasme.
Zelf heb tegen de driehonderd kunstboeken in de kast, maar iets van Matthias Stom heb ik nooit kunnen vinden. Dat bleek een uitdaging te zijn voor David. En ja, hij heeft in Engeland en de US twee boeken kunnen vinden, unicaten. Het eerste boek dat ik vandaag bij hem in ontvangst kon nemen is een catalogus van een tentoonstelling over Matthias Stom die in 1999 werd georganiseerd door The Barber Institute of Fine Arts, samen met The University of Birmingham.
In de catalogus worden 44 werken van Matthias Stom gepresenteerd, waarvan een groot deel uit particuliere collecties. Ik mag ze optellen bij de ruim tien werken die ik zelf onder ogen heb gekregen. Maar volgens David is het tweede boek waarschijnlijk nog uitgebreider.

Een tentoonstelling van Matthias Stom in 2009 is niet meer mogelijk. Het voorbereiden van een tentoonstelling met miljoenenkostbare werken vergt zo’n drie tot vijf jaren – de organisatoren voor de expositie van Gaspare Vanvitelli kunnen er over meepraten. Maar je moet er wel een keer mee beginnen.
Het noodlot wil dat bekende kunstenaars waarvan de wieg in onze stad heeft gestaan, hun roem vaak buiten onze landsgrenzen hebben verzameld: Matthias Stom en Gaspare Vanvitelli rond de zeventiende eeuw in Italie, moderne kunstenaars in Berlijn of (onder meer) New York. Dat hoeft van onze trots niets af te doen, dus laten we ze niet vergeten en aandacht aan ze schenken.

Hoe betrouwbaar is de politiek?

Vrijdag 16 januari 2009

Het is zo’n twee jaar terug dat de Tweede Kamer besloot dat ons land militair actief zou blijven in Afghanistan. Uiterlijk tot 2010, werd er bij gezegd. Dat was een concessie waarmee weifelende partijen zoals de PvdA konden worden overgehaald om zich achter het besluit te scharen. Enkele oppositiepartijen waren tegen en D66, toen nog regeringspartij, manoeuvreerde zo ongeloofwaardig dat deze partij bij de kort daarna gehouden verkiezingen vrijwel werd weggevaagd.

En nu is de missie in Afghanistan opnieuw in discussie. En wat blijkt: de regeringspartijen, CDA voorop, blinken weer uit in onbetrouwbaarheid. Ineens blijkt een mogelijke verlenging na 2010 tot de reële mogelijkheden te behoren. En om het vertrouwen in de politiek nog verder te ondermijnen, wordt bij de nu gestarte discussie verwezen naar vage formuleringen waardoor het besluit van enkele jaren geleden toch weer anders was dan iedereen buiten het gebouw van de Tweede Kamer veronderstelde.
Wat zijn uitspraken en toezeggingen van partijen zoals de PvdA en het CDA nog waard? Het CDA voorop, dat zelfs een onderzoek naar een Irakbesluit tracht te ontlopen zoals de duivel het wijwater. Een ding wordt in elk geval weer eens bevestigd: als het om persoonlijke macht en baantjes gaat, om de luxe van het pluche, dan zijn de gevestigde partijen meer dan onbetrouwbaar. De overleden D66-politicus Gruyters had gelijk toen hij eens opmerkte dat je, wanneer je een CDA-er de hand hebt gegeven, je vingers moet natellen!

De flaterboulevard

Donderdag 15 januari 2009

Ik ben een bijna dagelijkse gebruiker van de Boulevard in Vathorst. Met mij zullen dat uiteindelijk zo’n 25.000 inwoners van deze wijk zijn – al diegenen die naar Vathorst komen om er te werken of in te kopen, even buiten beschouwing latende.
In 1998 dacht de gemeenteraad dat je met passende verkeersmaatregelen mensen er toe kan brengen hun auto in te wisselen voor het openbaar vervoer. Er zijn fracties in onze gemeenteraad die dat nog steeds denken, maar de praktijk blijkt harder te zijn dan de leer. In elk geval leidde deze strijd tegen Spaanse molens er toe dat er in Vathorst een Boulevard werd aangelegd met in het midden twee rijbanen voor een snelle, frequente HOV-lijn, het Vathorster Verhicel. Het autoverkeer moest het verder doen met twee smalle rijbanen aan weerzijden van de HOV-lijn.

De praktijk is anders. De geplande HOV-lijn is nooit gekomen en zal nooit in de in 1998 veronderstelde vorm komen. Over de riante vrije busbaan rijdt nu elk half uur in elke richting één bus: lijn 3. Met de groei van de wijk worden de twee smalle autostroken steeds drukker, hoewel de doorstroming buiten de spits nu nog uitstekend is. Eén obstakel echter levert echter al een opstopping zonder uitwijkmogelijkheden op. Is de ontstane file lang genoeg (tot een rotonde) dan biedt alleen nog de busbaan een uitweg.
Binnenkort wordt de nieuwe aansluiting op de A28, tussen Vathorst en Nijkerk, geopend. De ochtendfile tussen Nijkerk en het kruispunt Hoevelaken groeit met de week en duurt steeds langer. Vanaf het voorjaar kunnen de automobilisten in Vathorst dus op extra verkeer op hun Boulevard rekenen.

Dat is ook nadelig voor het openbaar vervoer. De tweede buslijn in Vathorst, lijn 5, rijdt over de zuidelijke boog van de Boulevard, de boog die voor sluipverkeer tussen de A28 en de A1 het meest voor de hand ligt. Het toeval wil dat op dit deel van de Boulevard geen vrije busbaan is aangelegd, de weg bestaat hier uit twee gescheiden, smalle rijstroken voor al het verkeer. Waarom op deze plek geen busbaan is aangelegd, is niet geheel duidelijk – het zal wel met geld hebben te maken.
En over de functie van het openbaar vervoer in Vathorst is nog een opmerking te maken. De Boulevard is de enige doorgaande wegverbinding in Vathorst. Het is ook de enige route die bestemd is voor het openbare vervoer. Het gevolg hiervan is dat een groot deel van de woningen in Vathorst op een onaantrekkelijke afstand van de dichtst bijzijnde bushalte liggen. Een blik op de lijnenkaart van Maxx (tot voor kort Connexxion) maakt duidelijk dat in geen enkele andere wijk binnen onze stad de grofmazigheid van het openbare vervoer zo groot is als in Vathorst.

VVD: gebrek aan courage

Woensdag 14 januari 2009

Dinsdagavond diende de oppositiepartijen een motie in waarin voor het instellen van een enquêtecommissie werd gevraagd. Deze commissie zou zich moeten buigen over de gang van zaken rondom de grondtransacties in Vathorst-West. De motie werd door de coalitiepartijen afgewezen – blijkbaar is er het een en ander te verbergen rondom deze politieke en bestuurlijke blunder van het college.

Er vond hoofdelijke stemming plaats. Drie leden van de VVD verklaarden dat zij eigenlijk wel voor een onderzoek waren, of in elk geval niet tegen, maar dat de overwegingen in de motie hen niet beviel. En daarom stemden zij tegen.
Krokodillentranen om niets. Wanneer de overwegingen niet goed waren, maar de intentie wel, wat lette de, in onwaarachtigheid overschuimende, VVD-leden dan om zelf een motie in te dienen met het verzoek tot het instellen van een onderzoek. Met eigen overwegingen. Een niet ongebruikelijke gang van zaken binnen het politieke wereldje. Of zagen de drie VVD-leden uiteindelijk toch in dat een onderzoek wel eens ongunstig zou kunnen uitpakken, ook voor hun eigen partijgenoot binnen het college?

Wetsovertreders met gebrek aan integriteit

Dinsdag 13 januari 2009

Deze dag vond in de gemeenteraad de discussie plaats over de grondverwervingen in Vathorst-West, het daarnaar verrichte onderzoek, de aan de gemeenteraad beschikbaar gestelde verslagen uit het onderzoek en uit de Stuurgroep Vathorst en datgene dat na de discussie op 11 november boven water was gekomen. De coalitiepartijen hadden geen enkele behoefte aan discussie en trokken een wagenburcht op rondom het college. Dat zij geen discussie wensten, lag voor de hand: de feiten spraken niet in het voordeel van het college en de coalitiepartijen hebben de nodige boter op het hoofd. Omdat de discussie over Vathorst-West nog lang niet ten einde is, beperkt ik mij nu tot enkele opmerkingen over deze avond.

We hebben een college van wetsovertreders. Er is verstoten tegen wettelijke regels over geheimhouding, het college heeft dat gesanctioneerd en heeft de verantwoording hiervoor op zich genomen. Nadat door een in opdracht vanuit het college verricht onderzoek de feiten boven tafel bracht, heeft het college nagelaten wat het Wetboek van Strafvordering voorschrijft: er werd geen aangifte gedaan. Het vermoeden ligt voor de hand dat ze dat niet kon doen omdat een of meer leden van het college actief of passief betrokken waren bij de begane wetsovertreding. Dat het college, nadat de toepassing van de wet Wvg was gesaboteerd, heeft nagelaten om gebruikmakend van deze wet nietigheid van grondtransacties voor te dragen is weliswaar geen wetsovertreding, maar wel een ernstige omissie: wie na het door anderen gesaboteerde uitvoeren van een wet geen afdoende maatregelen neemt, sanctioneert in feite een dergelijk vergrijp.

Het college beroept zich bij dit alles op een bestaande cultuur in 2006. Het gaat daarbij om de innige verhoudingen tussen het gemeentebestuur en projectontwikkelaars. Die innige verhoudingen zijn mede in de hand gewerkt doordat collegeleden en ambtenaren zich lieten fêteren op snoepreisjes, eerst rechtstreeks ten laste van de ontwikkelingsmaatschappij, later (toen maatschappelijk protest opklonk) ten laste van de exploitatie van Vathorst, maar in wezen dus nog steeds via dezelfde ontwikkelingsmaatschappij. Een verzoek van de BPA, onlangs gedaan, om inzicht te krijgen in de jaarlijkse snoepreisjes, heeft het college deze week van de hand gewezen. Zoek het zelf maar uit, was het antwoord. Hetgeen zal plaatsvinden.

Het meest kwalijke aan de zaak is dat het ontlopen van zijn verantwoordelijkheid door het college (en uiteraard ook de coalitiepartijen) de geloofwaardigheid van het openbaar bestuur in diskrediet heeft gebracht. Het optreden van het college is niet integer en wetsovertredingen door ambtsdragers die juist een voorbeeldfunctie behoren te hebben, zijn door een meerderheid van de raad gesanctioneerd. Met welk recht kan ons gemeentebestuur nog burgers aanspreken op hun verplichting om wetten en regels na te leven, indien de grootste zondaars daartegen zich binnen het stadhuis bevinden?

Culturele armoede

Maandag 12 januari 2009

Ik ben best wel trots op onze stad, ook al heb ik vaak de neiging om het al te jubelende hosannageroep vanuit ons college – en met name onze burgemeester – met een korreltje zout te nemen. Alsof we uniek zijn en andere steden niet meer hebben te bieden. Maar ik leef graag in de Keistad, smaak de genoegens die het biedt en ben bereid mij op te winden over het bestuurlijk geknoei waarvan burgers in onze stad regelmatig het slachtoffer zijn.

We hebben een mooie omgeving, bouwen aantrekkelijke wijken, hebben een binnenstad om te zoenen en doen het economisch lang niet slecht. Sportief vallen we al wat onder de middenmaat, maar als het om cultuur gaat, mogen we blij zijn met wat we hebben maar moeten we tevens constateren dat we daarin, vergeleken met veel steden van gelijke schaal, niet voorop lopen. Ik elk geval niet voldoende om halleluja te roepen.
Waarom deze opmerking? Ik bezoek regelmatig andere steden om daar bijzondere exposities in vaak aansprekende musea te bekijken. Afgelopen dagen had ik weer zo’n ervaring: museum De Fundatie in Zwolle (maar andere voorbeelden in overvloed: Schiedam, Den Bosch, Tilburg, Maastricht – de grotere steden laat ik buiten beschouwing). Een prachtige locatie in een napoleontisch paleis. Niet het enige museum in Zwolle, maar wel een die boeiende tentoonstellingen weet te organiseren (actueel: Paul Citroen) en over een representatieve eigen collectie beschikt.

Wanneer ik Amersfoort daarmee vergelijk, kijk niet eens naar de actuele situatie waarbij een museum zwaar in de verbouwing is, de andere is afgebrand en een derde zich nog in bouw bevind. Wat hebben wij over enkele jaren? Een nieuwe ‘kunsthal’ die op een weinig aansprekende plek binnen een kantoorgebouw is gehuisvest. Een stadsmuseum dat na zijn verbouwing een deel van zijn oude functie dreigt te verliezen omdat alles zich op Kade lijkt te concentreren. Een Armandomuseum dat alleen maar kan floreren indien de gemeente er meer geld voor beschikbaar stelt dan zij tot nog toe heeft gedaan. Een Mondriaanhuis dat zijn ambities na de adaptatie door Amersfoort in C waarschijnlijk wel kan vergeten. Een Rietveldpaviljoen dat er nog slechts ontluisterd bijstaat en waarvoor nog geen plannen bestaan omdat de belangstelling om er geld in te steken, ontbreekt. En we missen – op enkele sympathieke initiatieven na – een groot aantal galeries waar particulieren worden aangemoedigd in eigen stad kunst te verwerven. De KunstKijkRoute is een goed initiatief, maar andere steden doen dat vaak beter (voorbeeld: Dordrecht). En onze artotheek wordt steeds meer beknot en verliest haar zelfstandigheid en eigen plek met lage drempel.

Tel je zegeningen, waag ik te zeggen, er is beslist meer dan niets. Maar vergeleken met veel andere steden is het cultuuraanbod niet iets om de stad mee op de kaart te zetten. En het zelfde geldt overigens voor de sport! (adé Dutch Open, adé schoonspringplank, adé tennisstadion)

Onze veilige vuilstortplaats

Zaterdag 10 januari 2009

Vrijdagavond passeerde ik, op weg naar het Amsterdamse Concertgebouw, de vuilstort van Smink. Het rook er niet fris. Vandaag las ik in de krant het waarom hiervan. Er was iets fout gegaan met het bestrijden van de broei binnen de vuilberg. Dankzij de wind was dit keer vooral Bunschoten het slachtoffer, hoewel het feit dat ik het op de A1 de stank kon ruiken bij mij het vermoeden laat postvatten dat ook woningen in Nieuwland last kunnen hebben gehad.

De GUS en andere groepen die zich tegen uitbreiding van de vuilstort van Smink hebben verzet en dat nog doen, hebben meermaals gewezen op het risico van stankoverlast. Dat is telkens als overdreven afgedaan. Het voorstel van de BPA om regelmatig te meten, is door het college van de hand gewezen.
De vuilstort mag te komende tijd nog eens meerdere meters worden verhoogd om het storten van sterk verontreinigde slib mogelijk te maken. De stankoverlast van deze week maakt duidelijk dat ons college wel wat al te gemakkelijk omgaat met het welzijn van de bewoners in Amersfoort-Noord. Verwijzen naar de provincie is daarbij een laffe poging om de eigen verantwoordelijkheid te ontkennen. Nu was een probleem bij de stort nog te ruiken, maar het is de vraag of elke calamiteit zo makkelijk met de neus is te herkennen. Het weigeren van het college om zelf verantwoordelijkheid te nemen, kan veel bewoners in onze stad nog eens lelijk opbreken.

Written by raphaelsmit

18/01/2009 at 13:14

Geplaatst in Uncategorized