Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

EEN JAARINTERVIEW

 Het is ook een vorm van journalistiek. Je plukt een of andere idioot van straat en laat hem verbaal leeglopen. Niets aan toevoegen en je krijgt met een beetje geluk een mooie scheldpartij op wie dan ook. Veel lezers vinden dat wel boeiend, zeker zo rondom de feestdagen. Vrede op aarde, zullen we maar zeggen.

 Vorige week viste de redactie van de Amersfoortse Courant Hans van Wegen hiervoor op. Het raadslid dat een treurige eenmansfractie vertegenwoordigt maar desondanks zich nog steeds van het plurale ‘wij’ bediend. Geen Poetin, geen Berlusconi, nee de Paus zelve! Hij mocht uitleggen waarom de lijsttrekker die na de verkiezingen de grootste partij vertegenwoordigde, er ineens op z’n eentje bijzit. Uiteraard is dat de schuld van de anderen – wanneer zes mensen je met walging verlaten zou ook de gedachte moeten kunnen opkomen dat je misschien zelf oorzaak van het probleem bent. Maar dat terzijde.

 Normaal reageer ik niet op de onzin van de BPA-clown. Ik kan dat niet, ik laat dat liever over aan mensen die hebben gestudeerd voor de aanpak van dit soort patiënten. Maar ik werd de afgelopen dagen door te veel mensen aangesproken om het er ook nu bij te laten zitten. Dus toch maar enkele opmerkingen over de meest opvallende onzin en leugenachtigheden uit de mond van onze eeuwige Don Quichot.

 Wat mensen het meeste verbaasd is het feit dat ik, zo notuleerde de AC-verslaggever, nog ambities zou hebben voor het edele wethoudersschap in onze stad. ‘Je riep toch altijd dat je dat absoluut niet wilde!’ wordt mij tegengesproken. En zo is het precies. Als man van zeventig die zijn vrijheid geniet, ga je toch geen job zoeken waaraan je wekelijks zeker zestig uur moet besteden. Voor zo’n klus ga ik mijn gezondheid niet op het spel zetten.

 Wist de BPA-voorman dat dan niet. Natuurlijk wel, hij heeft er vaak genoeg bijgezeten wanneer binnen de BPA over mogelijke wethouderskandidaten werd gesproken en ik duidelijk voor de eer bedankte. Maar het smoelt wel lekker om een complottheorie te verkondigen waarbij Raphaël Smit, uiteraard werkende met een verborgen agenda, Ben Stoelinga zou hebben weggepest omdat ik zo graag zelf wethouder wil worden. Hou toch op met die onzin!

 Dat ik terloops wordt beschuldigd van liegen en bedriegen, klinkt uit de mond van Van Wegen als een gotspe. Wie werkelijk liegt en bedriegt, wordt duidelijk uit de opmerkingen van Van Wegen. Een voorbeeld. Over het door hem besteedde fractiegeld voor een hem ten dienste staande adviseur zegt hij: ‘Ik heb alle e-mails bewaard en alle rekeningafschriften, dus kan ik er volkomen open over zijn.’ Maar toen het onderzoekbureau Deloitte, op verzoek van onze burgemeester, financiële informatie over het fractiebudget gedurende de jaren 2008 en 2009 vroeg, gaf Van Wegen niet thuis; hij was de stukken kwijt. Linksom of rechtsom, een duidelijker vorm van liegen is nauwelijks te presenteren.

 Zo zijn er wel meer punten uit de verbale modderpoel die de Amersfoortse Courant over zijn lezers uitgoot. Maar ik hou er mee op. Ik zal zelfs geen aanklacht wegens smaad indienen want eigenlijk is Van Wegen een zielige man die alleen maar met zichzelf bezig is en niet in staat is om dingen in zijn omgeving waar te nemen die er echt toe doen. Laat maar!

 Uiteraard kan ik over mijn belevenissen binnen de BPA wel een boek schrijven. En waar de krant geen ruimte voor heeft, wil ik wel in voorzien. Voor diegene die geïnteresseerd zijn en er wel even voor willen zitten, volgt hieronder een onvolledige samenvatting van het nog niet geschreven boek over de BPA. De stijl waarin het is geschreven is wat apart, het verhaal was oorspronkelijk voor een andere persoon geschreven. Ik wil het een breder publiek niet onthouden!

 Enkele achtergronden bij de ontwikkelingen binnen de BPA

 Aanloop naar de verkiezingen

In de zomer van 2009 kwamen de eerste 15 BPA-raadskandidaten voor de verkiezingen samen met het bestuur bijeen in een conferentieoord aan de Dodeweg. Het ging om kennismaking, eerste discussie over het verkiezingsprogramma, de campagne, de vraag wat we zouden doen indien de BPA een mooie score zou maken (daar ging vrijwel iedereen van uit) en wie de mogelijke wethouderskandidaten zouden zijn.

 Ik heb tijdens die bijeenkomst betoogd dat de BPA geen collegeverantwoordelijkheid moet willen dragen. We hebben daarvoor geen kandidaten en we missen de meest fundamentele eigenschappen voor een coalitiepartij, zo betoogde ik. Ik zei dat mede op grond van alle heftige discussies binnen de fractie en de opstelling van partijleider Van Wegen. Eigenlijk was niemand het met mij eens.

 Bij de vraag wie er wethouderskandidaat zou zijn, heb ik verklaard geen enkele belangstelling te hebben. ‘Zeker niet met deze fractie,’ merkte ik daarbij wat provocerend op. Een opmerking waarop overigens niemand reageerde. Gerard Van Vliet bleek ook niet  warm te lopen voor een wethoudersfunctie. ‘En als ik beschikbaar zou zijn, dan alleen wanneer de BPA twee wethouders kan leveren. Met één wethouder lukt het je nooit om de cultuur binnen het college te veranderen,’ was zijn stelling. En terecht.

 Voor alle duidelijkheid: er heeft daarna nooit een cultuurverandering binnen de BPA plaatsgevonden waardoor Gerard noch ik tot een ander standpunt zijn gekomen. Intriges om alsnog op het stedelijke pluche te belanden, hebben nooit plaatsgevonden, beweringen in die richting zijn daarom ook uit de lucht gegrepen.

 De wethouder

Ben Stoelinga meldde zich kort daarop als wethouderskandidaat. Ik kende Ben overigens pas vanaf de bijeenkomst aan de Dodeweg, het was een goede kennis van Van Wegen. Ik vond Ben Spoeling een intelligente en charmante man, een mening die ik nog altijd ben toegedaan.

 Omdat Ben Stoelinga zich gedurende de campagne steeds meer als de enige wethouderskandidaat had ontpopt, werd hij na de (voor mij onverwachte) verkiezingsoverwinning onze kandidaat, en daarmee ook onze man bij de collegeonderhandelingen. We konden die rol moeilijk aan Van Wegen overlaten. Een probleem, dat we ons pas later goed realiseerde, was dat Ben nog nooit een fractievergadering had bijgewoond en we hem ook nog nooit tijdens raadsvergaderingen op de publieke tribune.hadden ontwaard. Feitelijk – en dat bleek aan het einde van de onderhandelingen maar al te duidelijk – was hij wat de Amersfoortse politiek betreft een vreemde in Jeruzalem.

 Dit realiseerde Ben zich ook wel, slim als hij is. In de maand voorafgaand aan de verkiezingen was daarom binnen de zogenaamde ‘strategiegroep’afgesproken dat, indien we aan de collegeonderhandelingen zouden deelnemen, Ben aan het overleg zou deelnemen en dat ik, gezien mijn achtergrondkennis, zijn secondant zou zijn. Dat wij zelfs leidend zouden worden in het overleg, konden we toen nog niet bevroeden

 Het was een wat vreemd besluit van de nieuwe fractie om toch Van Wegen naast Ben neer te zetten. Deze keuze werd vooral beïnvloed door een huilende Van Wegen die ineens merkte dat alle kritiek die voorafgaand aan de verkiezingen tegen en over hem was geuit, werkelijkheid was (tot dat moment had hij zich waarschijnlijk niet gerealiseerd dat mensen dingen over hem ook kunnen menen!). Het ging daarbij met name om het voorzitterschap dat hem werd afgenomen.

 De fractievoorzitter

Als fractievoorzitter was van Wegen een ramp. Hij las de stukken niet goed, bijzaken waren voor hem hoofdzaken en hij kon de fractievergadering niet voorzitten. Op het moment van mijn binnenkomst bij de BPA deed Gerard van Bedum dat, het laatste half jaar voor de verkiezingen werd die rol waargenomen door Sieta Koet.

 Het grootste probleem was dat Van Wegen een ongeleid projectiel was met wie moeilijk afspraken waren te maken. Waarschijnlijk omdat hij zich, geconfronteerd met zaken die langskwamen, niet eens realiseerde dat daarover afspraken waren gemaakt. Zijn ijdelheid en profileringdrang – die ver uitgaan boven dat wat bij een gemiddelde politicus is waar te nemen – degradeerde hem tot een Einzelgänger, in toenemende mate een ramp voor diegenen die met hem samenwerkten.

 Dit probleem speelde vooral tijdens de campagne. Dat deze werd gevoerd door een team, ten dienste van de BPA en niet uitsluitend ter meerdere eer en glorie van Van Wegen, was hem niet duidelijk. Kenmerkend was zijn opmerking, nadat hij weer eens een afspraak aan zijn laars had gelapt: ‘Ja, maar Raphaël stond al twee keer in de krant.’ Een probleem bij dat alles was ook dat hij eigenmachtig besluiten nam ten laste van het campagnebudget. Toen ik in januari het penningmeesterschap van de fractie overnam, stuitte ik op nog op openstaande rekeningen (die ik toen heb voorgeschoten en later door Van Wegen keurig zijn terugbetaald).

 Onder de overige leden van de fractie heerste steeds meer het gevoel: na de verkiezingen mag Van Wegen nooit meer fractievoorzitter worden. En – schijnbaar tot zijn verbazing – daaraan hielden wij ons. Na de verkiezingen werd Ben Stoelinga fractievoorzitter. Toen die wethouder werd, nam Ruud Schulten het van hem over. Ruud kwam echter regelmatig in conflict met Van Wegen (en misschien ook met onze wethouder, maar dat weet ik niet precies) en bedankte na enige tijd voor de eer. Kees Kraanen nam het stokje toen over, wat een noodgreep was want Kees was ook al voorzitter van de partij.

 Na het vertrek van Kees naar de VVD was er opnieuw een vacature voor het voorzittersschap. Wederom stelde Hans zich kandidaat, zonder enige steun hiertoe binnen de – inmiddels wat kleinere – fractie. Gerard Van Vliet wilde de functie niet, Onno al helemaal niet, waarop ik meedeelde dat, indien Van Wegen de enige kandidaat zou zijn, ik mij als tegenkandidaat beschikbaar stelde. Uiteindelijk werd afgesproken dat Gerard de formele voorzitter werd en dat ik mij met de organisatie van de fractie zou bezighouden. Dat was dus rond de jaarwisseling naar 2010.

 Het fractiebudget

Vanaf eind 2009 had de vereniging BPA feitelijk geen bestuur meer. De penningmeester was overleden, voorzitter Kees Kraanen was overgestapt naar de VVD en Onno Roelé vond dat hij als fractielid niet in het BPA-bestuur thuishoorde, hetgeen een correcte opstelling was. Onze fractieassistent Gijs Meerman was bereid het partijsecretariaat op zich te nemen, Gerd v.d. Weerd had intussen ad interim het penningmeesterschap op zich genomen en stond kandidaat voor die functie.

 Voor de ochtend van 17 januari had fractievoorzitter Gerard van Vliet de boogde penningmeester en secretaris voor de partij uitgenodigd. Er moest een ledenvergadering worden voorbereid waar de fractie zich moest verantwoorden voor de dramatische ontwikkelingen gedurende de voorgaande maanden (aftreden wethouder) en er moest een nieuw bestuur worden gekozen. Op zijn verzoek was ook Van Wegen hierbij aanwezig.

 Tijdens deze bijeenkomst merkte Gerd v.d. Weerd op verbaasd te zijn over regelmatige stortingen door een bureau uit Elspeet, in drie jaar tijd zo’n € 33.250. Van Wegen verklaarde hierop dat dit gemakkelijk was te verklaren: het bureau (Bolier) verrichtte werkzaamheden voor de fractie en declareerde dat. De afspraak hierbij was dat zo’n zestig procent van het gefactureerde en daarop betaalde bedrag zou worden doorgesluisd naar de verenigingskas.

Op de vraag wat dat dan voor diensten waren, kwam een vaag antwoord. Het zou onder meer gaan om adviezen aan Raphaël Smit ten behoeve van bestemmingsplanzaken. Ter informatie: ik wist nergens van, ik had nog nooit zinvolle adviezen van of via Van Wegen gekregen, laat staan dat ik de naam Bolier ooit had gehoord.

 ’s Avonds was er fractie en rapporteerde Gerard van Vliet over de bekentenis van Van Wegen. Ook toen kwam de vraag aan de orde: wat deed Bolier en waarom hebben wij nog nooit van hem gehoord. Van Wegen kwam met verschillende antwoorden, onder andere dat Bolier als een soort fractieassistent had gefunctioneerd, een bewering die hij ook in de AC van 28 december deed. Dat was op zichzelf al verbazingwekkend omdat in het najaar 2010 de fractie had besloten om Gijs Meerman als fractieassistent aan te trekken. Een opmerking van Van Wegen dat dit niet hoefde omdat we Bolier al hadden, is toen uitgebleven. Maar ja, Bolier was een persoonlijke adviseur voor Van Wegen, overigens wel op kosten van het fractiebudget.

 Melding bij burgemeester

De door Van Wegen beschreven gang van zaken rondom het fractiegeld en het gedraai van Van Wegen waren voor mij aanleiding om aan te kondigen dat ik hiervan melding zou doen bij de burgemeester. Gerard van Vliet sloot zich hierbij aan. Op te merken is dat ik als raadslid wettelijk verplicht ben om de burgemeester te informeren indien ik het vermoeden heb dat er een overtreding van regels plaatsvindt. Het nalaten hiervan is een overtreding waarvoor ik ter verantwoording kan worden geroepen.

 De volgende ochtend heb ik een afspraak laten maken bij de burgemeester, ’s middags hadden Gerard en ik het gesprek met hem. De burgemeester concludeerde dat er een overtreding zou kunnen zijn van de regels. Om de juistheid hiervan te kunnen beoordelen, was een nader onderzoek noodzakelijk. Overigens zou – in tegenstelling tot wat Van Wegen beweert – Albertine Van Vliet op gelijke wijze hebben gereageerd. Zij is juriste en weet waaraan zij zich schuldig maakt indien zij een melding van mogelijk overtreding niet serieus zou nemen.

 Bolsius sprak met ons af dat aan het onderzoek geen ruchtbaarheid zo worden gegeven, al was het maar omdat de BPA-fractie de voorgaande maanden al genoeg sores voor de kiezen had gehad. Dat hij op dit punt voorzichtig was, is terecht. Na overleg met zijn adviseurs werd Deloitte ingeschakeld.

 Het onderzoek van Deloitte verliep moeizaam. Vanuit de partij kregen de onderzoekers alle medewerking. Van Wegen verklaarde echter de financiële stukken van de fractie over de jaren 2008 en 2009 niet meer in bezit te hebben, hij wist niet waar ze waren. Vreemd dat te horen van een man die elke snipper papier bewaard! Zijn toezegging om in elk geval kopieën van de bankafschriften te verzorgen, verliep ook niet vlot. Hij kon ze pas overhandigen op de dag dat Bolsius het persbericht over de kwestie liet publiceren.

 Dit persbericht was noodzakelijk. Omdat Deloitte geen stukken van Van Wegen ontving, liep het onderzoek vast. Daardoor verstreek steeds meer tijd; regelmatig informeerde Gerard en ik bij de burgemeester hoe ver het met het onderzoek was. Wij voelden ons. lopend het onderzoek, in ons politiek handelen beperkt. Uiteraard ontving de burgemeester wel enige mondelinge informatie van Deloitte, maar daaraan kon geen formele status worden ontleend.

 Toen het onderzoek zich steeds meer voortsleepte, besloot de burgemeester alsnog het Openbaar Ministerie in te schakelen, uiteraard mede op basis van de mondelinge en schriftelijke informatie die hij tot dat moment had ontvangen. In het persbericht hierover werd melding gemaakt van een mogelijke overtreding, zonder daarbij een partij expliciet te noemen. Uiteraard gingen de media daarop op zoektocht en toen de redactie van de AC mij vroeg of de kwestie misschien de BPA betrof, kon ik niets anders dan dat bevestigen. Ontkennen zou in een later stadium mijn geloofwaardigheid hebben aangetast.

 Financiële controle

Hadden de fractieleden eerder, voor 17 januari van dit jaar, kunnen weten dat het grootste deel van het fractiegeld werd overgemaakt naar Bolier. Ik moet op dat punt voor mijzelf spreken. Allereerst, ik heb nooit een financieel verslag van de fractie gezien.

 De controle op de stukken verliep in twee fasen. Allereerst keek Gerard van Bedum, onze financiële fractiehulp, het financieel verslag. Zijn verklaring dat de stukken in orde waren, werd door de overige fractieleden, en in elk geval door mij, zonder commentaar voor waar aangenomen..

 Een tweede controle vond plaats door twee fractievoorzitters, die elk jaar de verantwoording van alle fractiebudgetten voor hun rekening nemen. Elk jaar worden daarvoor bij toerbeurt twee fractievoorzitters aangewezen. Deze dubbele controle was in elk geval voor mij aanleiding me niet in het financieel reilen en zeilen van Van Wegen te verdiepen.

 Hierbij speelt overigens nog een andere, meer emotionele kwestie. Binnen een fractie werk je samen op basis van vertrouwen. Dat vertrouwen gold uiteraard ook ten aanzien van het financieel beleid zoals dat onder regie van Van Wegen werd gevoerd. Feitelijk kan worden vastgesteld dat een nadere vraag de basis is voor wegvloeiend vertrouwen. Het is als in een huwelijk waar de echtgenoot de huishoudkas aan zijn geliefde echtgenote heeft toevertrouwd. Op het moment dat hij haar vraagt: ‘Kom eens over de brug met je kasboek,’ is de kiem gelegd voor een naderende echtscheiding. En zo was dat ook binnen de BPA-fractie!

 Eigen stichting

Wat gedurende de jaren dat ik lid was van de BPA-fractie mij steeds duidelijker werd is het feit dat Van Wegen geen teamspeler is. Voor hem is de BPA een persoonlijk instrument dat hem ten dienste staat om zijn eigen exposure te verbeteren. Dit kwam duidelijk naar voren toen het afgelopen voorjaar ineens bleek dat Van Wegen een nieuwe stichting had opgericht.

Deze stichting beheert de postbus van de BPA-fractie en is eigenaar van de site, mogelijk ook van de naam. De fractie wist niets van deze stichting, een kennis van Van Wegen attendeerde ons er op. Van Wegen weigerde daarop te fractie te informeren, de statuten van zijn stichting moest ik zelf bij de Kamer van Koophandel ophalen.

 Naast het feit dat door de stichting de fractie geen zeggenschap meer had over enkele elementaire instrumenten, bleek deze stichting ook nog een tweede doelstelling te hebben. Dat is het voeren van campagnes voor de BPA. In feite datgene dat de partij eerder deed. De indruk bij mij is dat Van Wegen hierdoor een financieringsconstructie voor een volgende verkiezingscampagne heeft opgezet waarbij anderen hem niet op de vingers kunnen kijken. De fractie was namelijk niet in het stichtingsbestuur vertegenwoordigd, alleen Van Wegen zelf!

Written by raphaelsmit

02/01/2012 bij 21:13

Geplaatst in Amersfoort