Maandag 12 juli 2004
‘De Schammer, het nieuwe recreatiegebied bij Leusden, gaat de overheden handenvol geld kosten.’ Dit is de aanhef van een artikel in de Amersfoortse Courant van deze dag. De Schammer is een gepland recreatiegebied tussen Amersfoort, Stoutenburg en Leusden, ten oosten van de A28. Er moeten een of meer plassen komen, recreatiegebieden, fietspaden en wandelpaden. De Schammerplas moet groeiend Amersfoort nieuwe mogelijkheden voor recreatie bieden.
Het krantenbericht is meer dan opmerkelijk. Ideeën voor een waterplas ten oosten van de snelweg bestaan al langer. Het waterschap juicht dit toe, de plassen langs de Barneveldsebeek en het Valleikanaal moeten een einde maken aan de regelmatig wateroverlast in het weidegebied achter Stoutenburg. Binnen het gemeentehuis van Leusden zijn in de afgelopen jaren tachtig al eens ideeën geopperd. De gemeenteraad van Leusden heeft aan deze plannen nooit een grote prioriteit willen toekennen. Het Schammergebied ligt grotendeels op Leusder grondgebied en deze gemeente wil de tientallen miljoenen euro’s die nodig zijn om het recreatie gebied te ontwikkelen liever voor andere projecten reserveren.
Maar ziedaar. Zonder dat de gemeente Leusden, laat staan het Amersfoortse gemeentebestuur, hierom had gevraagd, kwam het recreatiegebied Schammer in april 2002 plots in het volle schijnwerperlicht te staan. De provincie die, door de verkoop van de Remu-aandelen, ineens over extra geld beschikte, presenteerde haar agenda 2010, met daarin tien sleutelprojecten. Deze ambitieuze projecten moeten het aanzien van de provincie en van het provinciaal bestuur verbeteren. Voorbeelden van de projecten: Hart van de Heuvelrug, het Utrechtse wandelpadennetwerk, een metamorfose van de Stichtse Lustwaranda, Utrecht Culturele Hoofdstad en Utrecht Fietsprovincie. En dus ook het project Groen en blauw rond Amersfoort, met als beeldbepalend element: de Schammerplas.
Er is intussen al heel wat afgepraat over het project. Er zijn informatieavonden georganiseerd, er is een website geopend en er worden publicaties over het Schammergebied uitgegeven.
De twee projectgedeputeerden – de inmiddels vertrokken Marianne Kallen en de nog steeds in functie zijnde Annie Kamp, vooral bekend van de baggerstort – stelden in een fraaie brochure dat het landelijke gebied rond Amersfoort een kwaliteitsimpuls nodig heeft. En daar zou de provincie wel even voor zorgen.
Het nieuwe gebied zou tot 570.000 bezoekers per jaar kunnen ontvangen. Maar nadat de provincie heeft gemerkt dat het omploegen en deels onder water zetten van het Schammergebied veel weerstand bij de bevolking en talloze organisaties teweeg brengt, is besloten om het Schammergebied kleinschaliger te ontwikkelen. Daarbij speelde ongetwijfeld een rol dat de belangstelling bij het bedrijfsleven gering is. Dat had moeten zorgen voor de pannekoekenboerderijen, de fietsverhuur, de verhuur van bootjes en andere recreatieve voorzieningen. Het uitblijven van luid hosannageroep in de richting van het provinciale bestuur heeft de belangstelling in het provinciehuis gedempt. Het ziet er nu naar uit dat de provincie de Amersfoort en Leusden wil laten meebetalen aan de ontwikkeling van het Schammergebied. Meebetalen dus aan een project waar deze gemeenten helemaal niet om hebben gevraagd. Een gospe, noem je zoiets.
Het bijstellen van de plannen en de mogelijkheid dat ze zelfs helemaal worden afgeblazen, brengt nog een andere partij in verlegenheid. De firma Smink heeft in het Schammergebied een aantal landerijen opgekocht. Over een aantal jaren moeten de A28 en de A1 worden verbreed en wordt het kruispunt Hoevelaken ingrijpend veranderd. Daarvoor is veel zand nodig. De firma Smink zou dat kunnen leveren door in het Schammergebied een of meer zandputten te graven. Wat dat betreft kwam het provinciaal plan van 2002 voor de firma Smink als blijde verrassing (of juist niet!). De moeizame weg van ontgrondingsvergunningen voor zandputten zou worden vervangen door de provinciale planvorming. En dat op kosten van de provincie!
Zondag 11 juli 2004
Het is vrijwel iedereen in de Keistad ontgaan, maar het openbaar vervoer vanuit Wageningen naar Amersfoort wordt de komende jaren ingrijpend verbeterd. Dat vindt plaats zonder dat onze gemeente daar een hand voor heeft uitgestoken, de afspraken hierover worden buiten de hoofdstad van het Eemgebied om gemaakt en uitgewerkt. Dat is overigens maar goed ook, want daardoor wordt de stad ook niet gevraagd om financieel deel te nemen. Dat spaart weer wat centen.
De verrassing is de afgelopen dagen aan het licht gekomen door een persbericht van de provincie Gelderland. Daarin wordt aangekondigd dat maandag aanstaande in het gemeentehuis van Barneveld een overeenkomst wordt getekend tussen de provincie Gelderland en de gemeente uit het Valleigebied: Wageningen, Ede, Barneveld en Nijkerk. Deze overheden verplichten zich om met ingang van december 2006 voor minimaal zes jaar het openbaar vervoer tussen Wageningen en Amersfoort een krachtige impuls te geven.
De Gelderse overheden willen op de bestaande spoorlijn door de Gelderse Vallei een light-train laten rijden, een soort veredelde tram. Een dergelijk initiatief biedt mogelijkheden om de vervoersfrequentie tussen de stations Ede-Wageningen en Amersfoort te vergroten en nieuwe stopplaatsen te realiseren. In aansluiting op deze light-train wordt tussen het station Ede-Wageningen en het centrum van Wageningen een hoogwaardige busverbinding gerealiseerd. Op beide trajecten moet met modern en comfortabel materieel worden gereden, aldus de provincie Gelderland.
De kosten worden dus verdeeld. De deelname van Nijkerk biedt perspectief op het openen van een halte in Hoevelaken. Eigenlijk zou het gemeentebestuur van Amersfoort eens moeten informeren bij de Gedeputeerde Marijke van Haaren in Arnhem. Het zou immers een mooie zaak zijn wanneer de light-train ook een halte zou krijgen tussen Rustenburg en het bedrijvengebied De Hoef. Hiermee kan vooral veel werknemers in het bedrijvengebied De Hoef een goede dienst worden bewezen. Enig nadeel: er zal dan wel een bijdrage van onze stad worden verwacht.
Geef een reactie